vaardigen waarbij Arabi wordt afgezet en tot oproerling verklaardin een procla matie aan het leger wordt verboden hem te gehoorzamen, in een andere aan het volk bevolen de door hem geëischte be lastingen niet te betalen. Arabi stoort zich aan dat alles volstrekt niet. Te Kafr-el- Dowar, tusschen Alexandrië en Caïro, heeft hij met zijn leger, dat door sommi gen op 12, door anderen op 30 duizend taan wordt geschat, een zeer sterke, van slechts één kant genaakbare stelling in genomen; waarvan echter het nadeel is, dat als hij bij een aanval de nederlaag lijdt, de aftocht hem zeer moeielijk zal zijn. Het Mahmoud-kanaal, dat Alexandrië van drinkwater voorziet, is door hem af gedamd, waardoor in de stad de water stand met onrustbarende snelheid daalt. De Eugelschen zijn bezig met het ont schepen van troepen: volgens gerucht zou Engeland de taak op zich genomen heb ben, Arabi klein te krijgen, terwijl Frank rijk zich met de bescherming van het Suez-kanaal heeft belast, en daartoe voor- loopig slechts 5 of 6 duizend mariniers zal afzenden. Evenwel wordt er nog steeds onderhandeld over een gemeenschappelijke expeditie, met of zonder Italië als „derden man." Een telegram van Maandagmiddag berichtte dat er reeds een treffen heeft plaats gehad tusschen Eugelsche jagers, die in last hadden Ram lek te bezelten, later versterkt door een regiment infan terie, en een deel van Arabi's leger. De toebereidselen die Engeland verder maakt zijn waarlijk niet geringen wet tigen het vermoeden dat, na afloop van den strbl, onze overbuurman zich niet zal vergenoegen met eenvoudig herstel van het status quo ante, doch heel andere waar borgen vragen voor de nakoming der in ternationale verbintenissen. In het Lager huis vraagt de heer Childers, minister van Oorlog 900,000 pond sterling voor het leger en 1400,000 pond voor de vloot. Het vertrek van luitenant-generaal Sir Garnet Wolseley, tot opperbevelhebber der troepen in Egypte benoemdis spoedig ophanden. Ofschoon de onvermijdelijkheid van doortasten nu vrij algemeen wordt erkend, vinden sqminige Engelschen het minder pleizierig, dat voor dat doel de inkomstenbelasting moet verhoogd worden en men vraagt niet zonder schijn van recht, of de bemoeiingen die de Regeering zich op den hals haalde, aanvangende met haar financiëele controle in het belang der effec tenhouders, schuldeischers van Egypte, nu bekostigd moeten worden uit de zakken van hen die met Egyptische fondsen niets te maken hebben. De conferentie te Konstantinopel ver- grdert thans onder voorzitterschap van den Turkschen Minister van Buitenlandsche ZakenSaïd-pachater elfder ure met Assym-pacha door de Porte aangewezen als haar gedelegeerden. De onderhandelin gen zullen nog wel eenigen tijd loopen over de voorwaarden der Turksche inter ventie en als men daarmee klaar is zal de zaak juist afgeloopen zijn of de regeering des Sultans weer een ander voor wendsel tot uitstel gevonden hebben. Een storm in een glas water kan men het verleden week in de Eransche Kamer „Neen, die valies bevat alles, wat ik noo- dig heb." „Des te beter. Jochem, vooruit!" Een oogenblik daarna rolde het rijtuig over den breeden straatweg heen. „Mag ik u eene sigaar aanbieden vroeg de econoom. „Het zijn, wel is waar, geen Regalia's, maar ze smaken toch zeer goed in de open lucht." „Probeer er dan eerst liever een van mij. Ik heb ze zelf uit Havana medegebracht en kan dus voor de echtheid instaan," hernam de vreemdeling. „Dat laat ik mij geen tweemaal zeggen. Hartelijk dank. Dus komt gij uit Ame rika, als ik vragen mag?" „Ja, uit Brazilië." „DrommeL, dan hebt gij heel wat meer gezien dan ik," riep de jongere der twee op levendigen toon, terwijl hij zijne sigaar aan stak. „Een heerlijk land, niet waar? Hoe lang zijt gij er geweest „Vijftien jaar." „Dat is bijna een half menschenleven Wat zult ge Duitschland dan veranderd vin den, sedert gij het verliet, want naar uwe uitspraak te oordeelen, zijt gij een geboren Duitscher. Na den oorlog heeft er eene vol komeneomwenteling plaats gehad, doch hier in dezen afgelegen hoek merkt men er niets voorgevallene wel noemen. Een voorstel was ingediend tot instelling van een cen trale mairie te Parijs, waardoor het ge meentebestuur meer éénheid, maar ook meer macht zou verkrijgen, en zelfs werd de spoed - eischendverklaring voor dit voorstel ge vraagd. De Min. van Binnenlandsche Za ken Goblet verzette zich daartegen, zonder het voorstel zelf te beoordeelen; hij wensehte slechts de gewone wijze van behandeling gevolgd te zienen stelde alzoo ten aan zien van de urgentverklaring de orde van den dag voor. Niet slechts werd deze door de Kamer verworpen, maar zij ver zette zich ook met aanzienlijke meerder heid tegen het in behandeling nemen, zoodat Parijs zijn centrale mairie niet krijgt. Deze beslissing had een ministe- riëele crisis ten gevolge, maar op aandrin gen van Grévy besloot het Ministerie zijn verzoek om ontslag aan te houden totdat de Kamer gelegenheid zou gehad hebben van haar gezindheid te doen blijken, in aanmerking genomen dat de buitenland sche gebeurtenissen een verandering van bestuur zeer ongewenscht makëffii Een votum van vertrouwen bleef dan ook niet uit, en De Ereycinet verklaarde toen, dat het Ministerie de aanvraag om ontslag introk. Inmiddels had ook de prefect van het Seine-departement, de heer Eloquet, na tegelijk met het Kabinet ontslag ge vraagd te hebben, ook zijn verzoek terug genomen. Maar de Parijsche gemeenteraad bedierf nu de zaak weer, door met 37 tegen 26 stemmen een motie aantenemen, waarbij het aanblijven van Floquet ge noemd werd een bekrachtiging van de aan spraken der stad Parijs. Door deze ver klaring kwam de prefect in een moeielijk parketde Regeering heeft de motie van den Raad gecasseerd. De nieuwe Iersche pachtwet is door het Lagerhuis in derde lezing aangenomen en passeerde in het Hoogerhuis ook reeds de eerste lezing. Bij de tweede zullen denkelijk de amendementen wel te voor schijn komen. Uit Petersburg wordt gemeld, dat de minister van het hof naar Moscou is ge zonden, om de kroning des Keizers voor te bereiden. Onder welke prachtige om standigheden die plechtigheid wordt te gemoet gezien, blijkt o. a. hieruit dat een marine-officier, dezer dagen wegens nihi listische gevoelens in hechtenis genomen, verklaarde dat negentig percent van zijn kameraden juist denken als hij. BINNENLAND. Uit den Haag werd Zaterdag namiddag geseind De Adder is gevonden. De duiker aan boord van het loodsvaartuig Frans Naere- bout, met De Schelde ouder bevel van den luitenant H. Nijgh, begon heden ochtend tusschen 8 en 9 ure zijne onderzoekingen in zee. Even over 10 ure bracht hij de zóó vurig verbeide tijding, dat hij het wrak van de Adder ontdekt had. Het lag dwars; de kop van het vaartuig naar het Zuiden. Daaruit volgt, dat de monitor niet de terugreis naar IJmuiden had aangenomen. Het schip is als de Adder herkend, op eene diepte van 9 a 10 vadem Noord van. De adel is nog even ongenaakbaar als vroeger en heeft bijna alle grondbezittingen in handen, terwijl de boeren, zoodit mogelijk is, nog dommer zijn geworden dan vroeger. Niet waar, Jochem?" „Ja, ja, mijnheer de inspecteur. „Ziet gij wel?" zeide de jonge man luide lachend. De arme drommel heeft in het ge heel niets begrepen, waarover wij gesproken hebben en toch stemt hij blindelings toe, omdat hij dat als zijn plicht beschouwt tegen over zijne meerderen. Hier hebt gij dus al dadelijk een staaltje van de ontwikkeling des volks." Een flauw lachje vertoonde zich op het gelaat van den vreemdeling, doch men kon het hem aanzien, dat zijne gedachten op dit oogenblik met iets anders bezig waren dan met de ontwikkeling des volks. sDaar gij hier zoo goed op de hoogte schijnt te zijn van het een en ander, kunt gij mij waarschijnlijk ook wel eenige inlich ting geven over zekere personen, die mij bijzonder belang inboezemen," vroeg hij zijnen metgezel na een poosje. „Wanneer ik ze ken, met genoegen" an'- woordde deze, terwijl hij zich met het grootst mogelijke welbehagen in een hoekje van het rijtuig zette en onder den uitroep: „Welk eene uitstekende sigrar 1" de blauwe rook- west bezuiden den vuurtoren te Scheve- uingeu. Onmiddelijk na de ontdekking werd op de plek een boei geplaatst. De Naerebout heesch twee Hollandsche vlaggen, welke voor de wacht op den vuurtoren het sein waren van de herkenning. Onmiddellijk werd bericht gezonden aan den Minister van Marine, wiens adjudant kort daarop te Scheveningen verscheen. Inmiddels lagen /le beide marine-stoomschepen, die de Vondst gedaan hadden, dicht voor Sche veningen en was de commandant aan wal gestapt. Zij zouden heden naar IJmuiden terugkeeren. Bij de onderzoekingen in zee waren zoogenaamde desertie-vaartuigen be hulpzaam. De Haagsche bladen, Zaterdagavond uitgekomen, schrijven In den afgeloo pen nacht is het wrak van de Adder ge vonden, een weinig N. W. van Scheve ningen, circa 1 mijl van de kust (op 101/2 vadem diepte), door een particulieren schokker, van de Maatschappij Berging, directeur de heer "Weltevreden, te Maas sluis. Het schip ligt onderstboven en werd aangehaakt, door den Maassluizenaar, ter wijl deze tusschen de beide Marinesche pen doorging, welke schipper Keus zooals men .ziet, zeker van zijn zaak, juist naar elkander bracht, om die rich ting af te visschen. Het ligt vlak bij de plek, waar op 26 Dec. 1852 het. zooge naamde „Aschschip" bleef. De commandant van de Frans Naere bout, de luit. ter zee Nijgh, kwam, met schipper Keus, te Scheveningen aan den wal. Door mevrouw de weduwe van Voorthuy- sen is f 100 geschonken voor den schipper fl. Meijer, van de loodsuitlegger te Vlieree- de, die het lijk van haar zoon heeft binnen gebracht en opgevischt. Donderdag hielden de zeeofficieren te Nieuwediep een collecte aan de huizen, voor de nagelaten betrekkingen der met de Adder omgekomenen; de deelneming was alge meen; zelfs kleine kinderen gaven hun spaar potjes. Dat bij het vergaan van de Adder geen der opvarenden zich door zwemmen kon redden, ofschoon er geoefende zwemmers aan boord waren, wordt daaraan toege schreven, dat het ongeluk is gebeurd midden in den tijd van de eb, waardoor het onmogelijk was tegen de eb in naar strand te zwemmen. H. M. de Koningin wil haren verjaar dag in Den Haag vieren en daarom heeft Z. M. de Koning besloten, den 28en dezer uit Salzburg op het Loo terug te keeren. Op het negende Zuider-zendingsfeest, op den huize Hondsberg te Oisterwijk gehouden, moeten bijna 3000 personen aanwezig zijn geweest. De hoogste prijs in de Weerbaarheids- loterij, f 40,000, is ten deel gevallen aan den heer P. v. V. te Maasland. wolkjes in de hoogte blies. „Mijne koker staat tot uwen dienst. Bedien er u van indien gij lust hebt. Maar zeg mij, zijt gij hier in den omtrek geboren „Goddank niet. Mijne bakermat was in het gezegenden Thüringe. Maar opdat gij weten moogt, met wien gij eigenlijk te doen hebt, zal ik u maar dadelijk zeggen wie ik ben. Mijn naam is Paul Wenzel en ik ben landhuishoudkundig inspecteur van Selchow." „En ik heet Joseph Bubenreuter." „Hubenreuter?" herhaalde de andere, terwijl hij den vreemdeling navorschend aanzag. „Zijt gij dan een bloedverwant van den onderwijzer Hubenreuter te Selchow?" „Ja, dat is mijn broeder." „Zool" Meer sprak Paul niet, doch hij was blijkbaar teleurgesteld en over zijn schoon, open gelaat vertoonde zich eene donkere schaduw. „Yergeef mij," begon hij na eenige oogen- blikken, „maar mijn gedrag moet u vreemd voorkomen. Ik zoude u niet gaarne willen krenken, doch die broeder van u is geen groot vriend van mij en om nu alle misver stand te vermijden, wilde ik u dit maar liever dadelijk zeggen." GEMENGD NIEUWS. In de maanden April, Mei en Juni had den er, volgens de officiëele opgaven, in Ierland niet minder dan 1141 agrarische misdaden plaats, waarvan er slechts 13 door de politie wrerden ontdekt. Te Charlottenburg (Duitschland) is een geval van cholera voorgekomen. In Hongarije moet de oogst zeer veel beloven, vooral die van de tarwe. Te Balta zijn door den krijgsraad weer eenige Joden-vervolgers veroordeeld. Twee werden tot den strop verwezen; eenige anderen kregen vijftienjarige dwangarbeid. De aardbeziënoogst te Beverwijk, welke dit jaar op 15 Juni begon, heeft ruim f 240,000 opgeleverd. Den 12en Mei jl. vonden te Parijs eenige politieagentenop den openbaren weg, een vrouw buiten kennis en brachten haar naar het hospitaal, waar zij nu reeds negen en zestig dagen ligt, zonder haar bewustzijn herkregen te hebben. Dit zeld zaam geval van slaapziekte wekt de meeste belangstelling in de geneeskundige wereld. In het moderne Babel, Parijs, bedraagt het aantal dames, dat in een jaar gekapt wordt, 1,006.541 en het haarsnijden levert het totaal van 13851.814 frcs- op, terwijl aan scheerloon ontvangen wordt de klei nigheid vau fr. 110.844.088. Te Armelo zijn de pokken voorgekomen bij een niet gevaccineerd kind. De Engelschen te Alexandrië ontmoet ten een deserteur, een weggeloopen dwang arbeider, die op het voorhoofd het merk van den moordenaar droeg, en dus ver oordeeld was om levenslang het zwaarste baggerwerk aan den Pharos te doen. Hij was ongewapend. Toen de Engelschen op hem wilden schieten, haalde hij uit zijn witten mantel een zuigeling, het kind van blanken, dat hij vóór zich hield, spottend roepende: „schiet toe!" Twee soldaten slopen weg en achter eenige huizen om, kwamen zij ongemerkt achter hem, zoodat zij hem in den rug konden aantasten. De man werd afgemaakt, het kind was gered. De bemanning der Inflexible heeft het tot zich genomen en het plechtig ge doopt; het heeft de voornamen van ad miraal Seymour en die Inflexible gekre gen. Adeline Patti trad dezer dagen in Go- vent-Garden te Londen, met misschien nooit te voren bereikt succes op, in de Traviata. Ze werd 42 malen teruggeroe pen en ontving 130 bouquetten. De ont vangst was ongeveer f20.000. Iemand die als plaatsvervanger te 's Bosch in dienst wasging op de pof naar zijne woonplaats te Tiel. Daar werd hij gearresteerd en des nachts in de poli tiekamer opgesloten. In dat vertrek schoot de man zich dood met een pistool, dat hij in een zijner laarzen had verborgen. De Braziliaan scheen volstrekt nietbelee- digd over de openhartigheid van den inspec teur en vroeg: „Dus zal het u misschien onaangenaam zijn, als ik u-verzoek, mij iets omtrent mijnen broeder mede tedeelen?" „In het minst niet. Bovendien ben ik ook niet op vijandelijken voet met hem onze karakters echter loopen te veel uit elkaar. Yraag mij dus gerust, wat gij wilt weten en volgens mijn beste vermogen zal ik u ant woorden. Ik veronderstel, dat gij uwen broe der wilt bezoeken." „Ja. Voor de eerste maal na eene schei ding van vijftien jaar. Gaat het hem goed?" „Uitstekend. Zijne betrekkinghieriseene der beste uit de provincie. Daarenboven kan hij het zeer goed met de adellijke heeren vinden, 't geen hem ook best te stade komt. Wat ik echter niet in hem kan uitstaan, is, dat hij het arme volk in plaats van het te ontwikkelen en het zijne waarde als menscb te leeren kennen, zich er toe leent, om het zoo dom mogelijk te houden en het daardoor in nog knellender boeien te slaan. Misschien doet hij het uit overtuiging, doch mij schijnt het niets dan zelfzucht toe, want hierdoor geraakt hij nog meer in de gunst der groote heeren." Wordt vervolgd

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1882 | | pagina 2