Bunschoten. De president der jon-
gelingsvereeniging, M. Koops, bracht Zon
dag jl. de politie te Baarn en alhier in
beweging, door voortegeven hij in den
vroegen morgen van dien dag op den
openbaren weg tusschen deze gemeente
en Baarn, door een poldergast was aan
gerand.
Renswoude. Woensdag 1.1, is onder
dat zij onzen uitvoer belemmert en den
hunne dergelijks," en daarom is het wel
te verklaren dat velen, die den druk der
tijden gevoelen, hulp vragen door middel
van invoerrechten. Doch het gevolg zou
zijn, dat volgens de pas aangestipte wet
onze ujtvoer dan nog meer zou worden
beperkt, en men zich de toepassing
van het aangeprezen middel eerlang bitter
zou beklagen. Heeft Nederland den moed,
zich door de tegenwoordige malaise op
handelsgebied heen te werken, totdat men
ook elders tot inkeer is gekomen en den
te kwader ure ingeslagen weg te verlaten,
dan zal ons volk bevrijd zijn gebleven
van de wanverhoudingen, die bij onze
oostelijke buren reeds in zoo ruime mr e
worden waargenomen. De vermindering
van den nationalen rijkdom, die daar
ginds plaats greep, zullen wij ontgaan,
door niet het oor te leenen aan de ge
vaarlijke raadgevingen van kwakzalvers op
staathuishoudkundig gebied, doch ons te
laten leiden door de op wetenschap en
ervaring gegronde uitspraken van de éco
nomie, die kunstmatige bescherming van
handel en nijverheid in strijd acht met
de belangen der maatschappij.
Amersfoort, 19 Aug. 1882.
De heer T. Ravenhorst, onderwijzer
aan de openbare jongenschool, is benoemd
tot hoofd der school te Westervoort.
Naar wij vernemen zal op Zondag den
20 dezer in de Luthersche Kerk geen oefe
ning gehouden worden en zal op Zondag
27 dezer alsdan optreden Ds. Mees, uit
Haarlem.
Morgen, Zondag 20 Augustus, zal de
dienst in de Remonstrantsche kerk geleid
worden door Dr. J. van den Bergh, pred.
te Zwolle.
Uit een ingesteld onderzoek bleek het
echter weldra, hij een loos gerucht ver
spreid had, van de beweerde aanranding
hoegenaamd niets bestondmaar het
zelve had verzonnen; eindelijk legde hij
de verklaring af, zijn verhaal geheel ge
logen was.
De fancy-fair, die dezer dagen te 's Hage
gehouden werd ten behoeve van de ver
volgde Russische Israëlieten, heeft, naar
het Vad. bericht, ongeveer f 6500 opge
bracht. H. K. H. Prinses Marianne, die
herhaaldelijk H. D. ingenomenheid met het
streven van het kommittee betuihde, heeft
nog aangekocht het portret van prof. Har-
ting, dat door den hoogleeraar, die den
eersten stoot heeft gegeven aan de bewe
ging tot ondersteuning dezer ongelukkigen,
als bijdrage was ingezonden.
en er niet opgelet, hoe mijn jeugdige
leerling geene gelegenheid liet voorbijgaan,
om ons te bespieden. Hij was het, die
de catastrophe veroorzaakte.
Op zekeren avond werden wij, terwijl
wij samen in de leeskamer zaten, door
den graaf overvallen. Het was een vreese-
lijk oogenblik en alleen aan Lucie's hel
denmoed heb ik het te danken, dat de
verwoede man niet de hand aan mij sloeg,
want zij wierp zich voor haren vader ne
der, omklemde zijne bevende knieën en
smeekte hem mij geen leed te doen. Wat
er gebeurd zoude zijn, indien zij zulks
niet gedaan had, weet alleen God hier
boven. Doch genoeg hiervan nog in
denzelfden avond werd ik van het kasteel
weggejaagd, beschimpt en bespot door de
bedienden, die mij als met geweld in den
wagen sleepten, welke mij meer in de
wijde wereld zoude binnen voeren na dat
jaar van rustig, zalig genot. Ik was mijne
eigene gedachten niet meer meester, ik
was als waanzinnigalleen weet ik nog,
dat ik berouw gevoelde, mijne geliefde
en mij zei ven niet gedood te hebben. Doch
dit waren wanhoopsgedachlen. Zoo gemak
kelijk bevredigt men niet de duistere
machten van het noodlotzij dwingen
ons te blijven leven en te lijden.
Toen de reiskoetsweg vloog en het kas
teel meer en meer in de duisternis ver-
Nog een aantal voorwerpen zijn onver
kocht gebleven, doch zullen worden ver
loot; de trekking, altbané van een gedeelte,
zal binnenkort plaats hebben.
Bij het bouwen van de kazerne alhier
is donderdag weder van een hoogen steiger
een der werklieden nedergestort. Deze is
de vierde persoon wien bij dat werk een
ongeluk trof.
L_"ugen. 18 Aug. Aan het Technikum
Lingen (provincie Hannover) werden in
den loop van het laatste schooljaar de
eerste examens afgenomen. De uitslag was
als volgt:
Het Diploma vcror Machinen-Ingenieur
werd uitgereikt aan de Heeren:'
J'. E. Heymans uit Utrecht, J. M. L.
C. Kerstens uit Mill, W. Schulze uit
Liineburg;
Het Diploma voor Architekt aan de
Heeren:
A. Kranz uit Brüggen, A Obermann
uit Lingen; F. Overberg uit Langen, G.
Vocks uit Yenslage.
Programma's dezer technische School
alsmede verdere inlichtingen ontvangt men
gratis door den Dir. den heer W. Daltrop
te Lingen.
deze gemeente de boerderij Klein Wol, s-
winkel geheel afgebrandhet bakhuis
mocht men door de ijverige pogingen van
de brandweer voor een groot deel be
houden, de hooibergen en schuur zijn ge
spaard gebleven. Men noemt onder meer
de oorzaak daarvan de broeiing van het
hooi op den balk. Niets was tegen brand
schade verzekerddaar er nog velen te
plattelande zijn welke hun have en goed
niet verzekerd hebben, strekke ook deze
brand weder tot voorbeeld.
BUITENLAND.
Vrij algemeen is men te Berlijn van
gevoelen, dat de Egyptische verwarring
nog in lang niet zal zijn ontrafeld.
Mennotti Garibaldi heeft uit Albano
een brief geschreven, waarin hij het be
richt logenstraft, dat er aanwervingen voor
Egypte plaats hebben. Hij schreef dit,
om een einde te maken aan de vele aan
vragen, die hij ontvangt.
BINNENLAND.
Een aanzienlijke gift van f 6000 werd
dezer dagen geschonken aan de' diacones-
seninrichting te 's Hage.
Uit Haarlem wordt ons betreflénde den
toestand van de bij het spoorwegongeluk
te Vogelenzang gekwetsten medegedeeld,
dat de toestand van den heer en mevrouw
Staleman redelijk is. De verbanden zijn
Woensdag door de doctoren Van der Laan
en Malefijt losgemaakt en de geneeshee-
ren kwamen tot het resultaat dat er geen
amputatie zal noodig zijn.
dween, toen wist ik het, toen stond het
mij duidelijk voor den geest, hoe thans
alles voorbij was, hoe ik voor eeuwig
mijne beminde Lucie en met haar mijn
geluk verloren had 1"
,/Arme, arme oom," kon Elsa niet na
laten te zeggen.
h Leven en lijden, kind, zijn woorden van
dezelfde beteekenis in dit leven en zij zijn
het groote geheim, waarover de menschheid
zich te vergeefs het hoofd breekt. En hoe
warmer het hart slaat, hoe inniger het naar
geluk verlangt, des te dieper en smartelijker
moet het ondervinden, dat de som van het
leven niets anders dan teleurstelling is. Dit
leert ons alles om ons heen en indien wij de
geschiedenis der menschheid doorbladeren,
zoo vinden wij op iedere bladzijde de waar
heid daarvan aangeteekend."
//En Lucie hebt gij haar nooit wede -
gezien?"
z/Nooit. Deschoone droom was vooral
tijd voorbij. Op den dag na de vreeselijke
ramp kwam ik bij uwen vader aan, naar
lichaam en geest gebroken. Ik wilde hem al
les toevertrouwen, ik wilde mij aan zijne
borst werpen, om daar heil en troost te zoe
ken voor mijn onuitsprekelijk leed, want hij
was de eenige, dien ik nog op de wereld be-
"at. Maar bij stiet mij ruw van zich en liet
mij zelfs niet eens aan het woord komen. Het
feit van mijn plotseling ontslag was hem ge-
De toestand van mejuffrouw Hamel was
minder goed. Zij is zeer onrustig en pijn
lijk en kan slechts door morphine-inspui-
tingen tot eenige rust komen.
De toestand van den heer Saagv d,
is zeer redelijk. [Vad)
De Heer Dr. F. W. C. Krecke, te
Utrecht, een ieer verdienstelijk geleerde
op het gebied der natuurkundige weten
schappen, is den 15n dezer overleden.
Hij was aldaar geboren in 1812, en in
1842 gepromoveerd tot doctor in de phi
losophic. Behalve door menig belangrijk
geschri t, heeft hij zich vooral onderschei
den als directeur van het Kon. Ned. Me
teorologisch Instituut en als leeiaar aan
de voormalige technische school te Utrecht.
In 1869 werd hij lid van den Gemeente
raad, en genoot ook als zoodanig de alge-
nieene achting.
GEMENGD NIEUWS.
Wie buiten de Nieuw«tad te Zutphen
nr het- artillerie-park wandelt, beschouw.,
met bewondering voor den handigen tuin
man, de hoogst nette aanleg van een
terrein, dat vroeger onoogelijk was en den
voorbijganger onaangenaam aandeed. De
kunstige beplanting trekt veler aandacht
en allen prijzen den bloemi;evendeu ca
valerist die zoo netjes van een betrekke
lijk kleine ruimte wist partij te treken.
Bij het bouwen eener school, nabij
't Lakenraam te. Delft, heeft men, op eene
diepte van een hal ven meter onder den
beganen grond, 't geraamte van een forsch
gebouwd man gevonden. Overblijfselen van
de kist of van de kleeding waren niet
aanwezig; alleen vond men een ronden
looden geweerkogel tusschen de beenderen
liggen.
Een ruim negentigjarigen boer wordt
op een feest in een naburige stad uitge-
noodigd en besluit den weg daarheen te
voet af te leggen; zijn zoon, een goede
zeventiger, vergezelt hem. Onderweg wordt
de zoon moe en wil een weinig rusten.
z/Ja, ja," zegt de vader, ,/Zoo gaat het
als men kwajongens meeneemt.
Naar de Hoogeveensclie Ct. verneemt,
is onlangs te Beilen een jong, aanzienlijk
rijk Christen, van elders, met de gebrui
kelijke plechtigheden, in bijzijn van ver
schillende geestelijken, tot het Israëliti
sche geloof overgegaan. Het blad meent,
dat de liefde bij deze geloofsverandering
een hoofdrol heeft gespeeld.
Een kwajongen, dierenplager, sloeg een
paard, dat op de markt te Groningen eenig
voedsel gebruikte, herhaalde malen; eens
klaps wendde het paard zich om en beet
den knaap in den arm, zóó raak, dat de
hulp van een dokter moest worden inge
roepen.
De rijke heer W. A. Scholten te Gro
ningen laat op de Zuiderbegraafplaats aldaar
een eigen grafkelder maken, die niet min
der dan f50.000 kost.
noeg, om mij ongehoord te veroordeelen. Hij
zeide mij metongeloofelijke kalmte, dat ik
op geen hulp van hem meer rekenen moest,
nu ik andermaal zijn vertrouwen bedrogen
en den naam mijns vaders en den zijne ont-
eerd had. Ik was in zijne oogen een ellen
deling, met wien hij voortaan niet meer in
aanraking wenschte te komen.
In mij ontwaakte nogmaals het laatste
overblijfsel van trots, dat ik bezat en met
een vloek op de lippen en haat en vertwijfe
ling in het harte verliet ik hem. Wat ik tot
hiertoe niet geweest was, dat werd ik thans:
een lichtzinnig mensch, die, onverschillig om
trent zijn toekomstig lot, in de bedwelming
van het feest, vergetelheid zocht voor eigen
leed. Ik had mij naar Berlijn begeven. Mijne
betrekking boezemde mij afkeer in, eene an
dere vond ik niet, en. van alle middelen ont
bloot, besloot ik, mij bij een troep reizende
tooneelspelers aan te sluiten, en had het ge
luk, mij weldra met .de voornaamste rollen
belast te zien. Maar hiermede had ik dan
ook het vooruitzicht verbeurd, om ooit weder
eene staatsbetrekking te kunnen bekleeden,
doch hierover bekommerde ik mij in mijnen
toenmaligen gemoedstoestand niet.
Uw vader, die zulks ter ooren kwam,
schreef mij, dat alle banden tusschen hem
en mij voortaan verbroken waren. Ik
lachte er om, niets, niets kon mij meer
schelen en met rassche schreden snelde
Mejuffrouw A. D. van Ommeren, kor.
telings te Randwijk overleden, heeft, bij
uitersten wil, aan de diaconie der hervorm
de gemeente van bovengenoemde plaat)
nagenoeg hare geheele nalatenschap ver.
maakt, bedragende pl. m. f 50.0U0. Voor
de behoeftige familieleden der overledene
is deze beschikking een groote teleurstel-
ling, te meer daar de diaconie welvarende
is en geen behoefte heeft aan geld.
Men schrijft aan de Asser Ct.:
Het elfjarig zoontje van J. G. fleinen,
van een boodschap naar huis gaande, were
door een schipper arngeroepen, om hen
de dra: ibrug voor de behuizing van J,
Nijmanting af te draaien. De knaap vol
deed daaraan en ontving daarvoor tot loo
een cent. Een andere jongen van dertiet
jas-, wiens vader zijn woonplaats in ee
schip heeft en reeds sedert een geruime
tijd bij die draaibrug met zijn woonschij
ligt, maakte aanspraak op dien cent, dewij'
door hem die brug dagelijks voor de pas
seerende schepen wordt af- en overgedraaid
De jongen van Heinen wilde de cent niei
weder afstaan, waarop de 13-jarige jonge?
hein tegen den grond wierp en hem më
zijn klomp onophoudelijk op het hoof
sloeg. Eene vrouw, die het zag, trok he
er eindelijk af, waarop de zoon van Heine
schreiende naar huis liep en aan zijn moede
klaagde, dat hem het hoofd stuk
z/Bind mij er toch een doek om," z
jammerde hij; zij voldeed hieraan en hiel
hem het hoofd met water nat, doch d
pijn hield niet op, althans hij schreide
aldoor. Hierop heeft zij hem te bed geleg
en toen eenigen tijd daarna de vader
huis kwam en de jongen naar den schij
iets beter was, besloten zij te bed te gaa
de vader zou bij hem slapen, dan kon di
hem, als hij iets noodig had, helpen. Teg
twee uur 's nachts werd de moeder wakk
en verliet het bed om eens te zien h
het met haar zoontje was: op hare vr
dienaangaande aan haar man, antwoord
deze dat de jongen nog al onrust
was geweest, doch nu in slaap was gek
men, althans hij was rustig.
z/De bezorgde moeder krijgt nu de lam
om beter te kunnen zien, en nu ontwar;
beiden, dat de vader zijn zoontje dood
de armen heeft.
//Misschien zal deze of gene vrage
waarom men geen geneeskundige hu!
heeft ingeroepen, doch in den Weerdi
germond is eerst op twee uren afstan
een geneeskundige te krijgen, zoodat de
toch misschien te laat zou zijn gekom
ingeval er nog iets aan gedaan had kunm
worden."
BURGERLIJKEN STANDEN
Amersfoort.
Geboren: 9 Aug. Johanna, d. van J
hanna Zevenboom. 11. Johannes,
van Richardus van der Veen enEverar
Gijsberta van de Brug. 15. Anna M
garetha Jacoba, d. van Adrianus Do"
en Jacoba Catharina van den Berg.
16. Cornelia Jacoba, d. van Cornelis W:
helmus van der Put en Jacoba van Ni
in mijnen ondergang te gemoet. Ged
rende eenige nachtelijke ongeregeldhed
had ik het ongeluk, den nachwacht
wonden, waardoor ik genoodzaakt f
het hazenpad te kiezen, wilde ik n
met de gevangenis kennis maken,
vluchtte naar Hamburg en wel op
schip, dat landverhuizers naar Amen
overbracht. Hier sloot ik mij bij aan,
gedwongen door den nood, onderteekeu
ook in een smadelijk verdrag, hetwelk
evenals die andere verworpelingen
maatschappij, tot een hal ven slaaf mas
van eenen Braziliaanschen grondbezilt
Ik heb daar ginds in de nieuwe wer
eene harde school doorloopen, mear
midden van veierlei ontberingen, moe
en arbeid vond ik eirdelijk het v
loren evenwicht van mijn geschokt b
terug, en mijn beter ik kreeg de or
hand.
Hoe ik met mij zeiven geworstelde
boe ik in die vijftien jaren geworden
ot den man, dien gij thans voor u
dit lieve E'sa, kan ik u alles niet
tellen. Maar geloof mij, lief kind,
moogt gerust deze hand aannemen,
zij is die van een eerlijk man."
0
Wordt vervolgd