NIEUWE
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
l, Ban, EMM, Eemnes
L
Woensdag 30 Aug. 1882.
Na vijftien jaar.
No. 69.
Elfde Jaargang.
Uitgever: A. Af. Slothouwer,
Advertentiën kunnen inge
zonden worden tot uiterlijk
's morgens Sl/2uurdes Woens
dags en Zaterdags.
Eene viermaal geplaatste ad
vertentie wordt slechts drie
maal in rekening gebracht.
BEMO ItIIAUA.
U>
Abonnementsprijs voor Amersfoort per 3 maanden f 1,
Franco door bet geheele Fijk1,10.
Afzonderlijke nummers 3 Cent.
Dit Blad verschijnt des Woentdagi- en des Zaterdag!.
te Amersfoort.
Advertentiën van 16 regelsJ 0,40.
Iedere regel meer 0,05.
Voor het Buitenland0,076
Reclames per regel0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
OFFICIEELE PUBLICATIEN.
De Burgemeester van Amersfoort,
Brengt ter kennis van de ingezetenen
dezer gemeente, dat de door den provin
cialen Inspecteur van 's rijks directe be
lastingen enz. in Noord-Holland en Utrecht
executoor verklaarde aanvullings-kohieren
No. 3 en 4 van de personeele belasting
en van het patentrecht over het dienst
jaar 1882/83 aan den Ontvanger van
's rijks directe belastingen alhier zijn ter
hand gesteld, aan wien ieder verplicht is
zijnen aanslag op den bij de wet bepaal
den voet te voldoen.
Gedaan en op de daarvoor gebruikelijke
plaatsen aangeplakt te Amersfoort, den 28
Augustus 1882.
De Burgemeester voornoemd,
VAN PERSIJN.
De Burgemeester en Wethouders van
Amersfoort,
Gezien de artt. 55 en 56 van het al
gemeen politie reglement dier gemeente;
Doen te weten, dat alle gebruikers of
beheerders van gebouwen en erven, of,
wanneer deze niet gebruikt wordeu, de
eigenaars daarvan, verplicht zijn de straat
vóór, achter en terzijde van die gebou
wen of erven, uittewieden of te doen uit-
wieden, zoodat de straat op Woensdag,
FEUILLETON.
NOVELLE
van
Hij bleef staan en slingerde den vier
voet, die juist al spelend tegen zijne bee-
nen opsprong, in een hoek der kamer,
waar het arme dier jankend bleef liggen.
De barones kon op het gezicht hiervan,
niet nalaten, eene zucht te slaken, doch
zij sprak geen woord. Haar echtgenoot dit
hoorende, scheen het eene uitkomst te
vinden, dat hij thans gelegenheid had,
zijnen toorn aan een levend wezen te kun
nen koelen.
//Waarom zucht gij, Lucie?" vroeg hij
luw. „Dat ontbreekt er nog maar aan, dat
it ook klachten moet aanhooren."
//Ik klaag niet," antwoordde zij kalm.
//Gij klaagt niet, neen," lachte hij spot-
tend, „maar die verzuchting beteekent het
zelfde. Zoo doen die vrouwen altijd, wan
neer haar de moed ontbreekt, hunne echt-
genooten direkte verwijtingen te maken
°ver het een of ander. Misschien zegt gij
°og wel, dat het mijne schuld is, dat ons
den 6. September aanstaande, des voor
middags ten 10 ure, behoorlijk gezuiverd
is, op straffe bij het reglement bepaald.
Amersfoort, den 28 Augustus 1882.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Secretaris, De Burgemeester,
W. L. SCHEI ,TUS. VAN PERSIJN.
De Burgemeester en Wethouders van
Amersfoort,
Gezien art. 203 der wet van 28 Juni i
1851 (Staatsblad No. 85),
Doen te weten, dat de BEGROOTING
der plaatselijke inkomsten en uitgaven
dezer gemeente voor het jaar 1883, door
hen aan den Raad aangeboden, gedurende
veertien dagen, te rekenen van heden, alle
werkdagen van 10 tot 1 ure, op de Se
cretarie voor eenieder ter lezing zal liggen,
en dat men van voormelde begrooting
afschrift kan bekomen, tegen betaling der
kosten.
Amersfoort, den 28 Augustus 1882.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Secretaris, De Burgemeester,
W. L. SCHELTUS. VAN PERSIJN.
De Burgemeester en Wethouders van
Amersfoort,
Gelet op art. 18 der wet van den 4.
December 1872 (Staatsblad no. 134),
Brengen ter algemeene kennis, dat el-
ken Maandag, 's namiddags ten één ure,
voor een ieder gelegenheid tot kostelooze
inenting' wordt gegeven in de daartoe be
stemde localiteit, gelegen aan de Breede-
straat, wijk F, no. 133.
Amersfoort, den 28 Augustus 1882.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Secretaris, De Burgemeester,
W. L. SCHELTUS. VAN PERSIJN.
heerlijk bosch in handen gevallen is van
dien schelm, die vlak voor mijne oogen
de reusachtigste stammen laat omhakken."
„Gij zijt meester van uwe daden, Ar
nold. Indien gij het noodig oordeelt, het
boseh aan dien woekeraar af te staan, dan
heb ik geen recht er iets van te zeggen."
„Noodig? Ja, als ik 's avonds thuis had
willen zitten, om de strengen garen op te
houden, die mijne vrouw voor hare brei
kous noodig heeft, in plaats van mijne
vrienden te bezoeken, dan had ik mij
misschien niet zoo diep in schulden ge
stoken, als thans het geval is."
„Ik weet, helaas! dat mijn gezelschap
u mishaagt en daarom wil ik het u niet
opdringen. Ik weet, dat gij verstrooiing
zoekt. Maar toch zou ik u willen vragen,
ter wille van u zeiven, ter wille ook van
mij, om uwen vreeselijken hartstocht voor
het spel te onderdrukken, want het brengt
ons niets dan ellende aan."
Hij beet zich op de lippen en trad naar
het venster.
De zachte toon van Lucie's stem scheen
niet geheel zonder uitwerking op hem te
blijven, althans hij erkende zelf den afgrond,
waaraan hij zich bevond. Doch zoo dik
wijls reeds had hij het voornemen opge
vat, om voor goed het spel te laten varen
en zich aan edeler zaken te wijden, maar
Amersfoort, den 30 Augustus 1882.
Het onderstaand schrijven van den In
specteur van het M. Onderwijs lezen wij
in het weekblad „de Portefeuille" het
welk wij overnemen ter wille der waarheid
Aan dë Redactie van de „Portefeuille"
Amsterdam.
Voor weinige dagen kwam mij toeval
lig in handen „de Portefeuille" van 29
Juli 1882, waarin ik lees, dat „het gebruik
„van Kollewijn's Leerboek der Algemeene
Geschiedenis door B. en W. van Am
sterdam, in overleg met den Inspecteur
„van het M. O.verboden is op de H.
„B. S. met öjarigen cursus, maar op die
„met Sjarigen cnrcus door beide autori
teiten is toegelaten."
Dit bericht is onjuist van het begin
tot het eind.
1°. De in 1882 uitgekomen Leiddraad
van Kollewión is voorgesteld als leer
boek op de beide hoogere burgerscholen
van driejarigen cursus, maar is door B.
en W. van Amsterdam op het Program
ma dier scholen geschrapt
2°. Het programma der H. B. S. van
vijfjarigen cursus is, voor zooveel mij
bekend is, nog niet vastgesteld, althans
niet in druk verschenen
3°. Op dat programma kwam, voor
zooveel ik mij herinneren kan, noch het
Leerboek, noch de Leiddraad van Kol-
lewijn voor;
4°. De Inspectenr van M. O. heeft
evenmin in 1882 als in 1881 bezwaar ge
maakt tegen het gebruik van het Leerboek
of van den sedert verschenen Leiddraad
van Kollewijn;
5°. In 1881 had ook de Commissie van
zoodra hij dan zijne vrienden de kaarten
weer zag opnemen, vervlogen zijne goede
intenties als kaf voor den wind.
Zoo ook heden. Nauwelijks had zijn
vrouw zich over zijne voorgenomen ver
betering verheugd, of hij riep luid: „Maar
waarom zoude ik mij ook eigenlijk het
eenige genoegen ontzeggen, dat ik nog
heb? Ik zal toch ook niet altijd verliezeD.
En wanneer eenmaal het fortuin mij begint
toe te lachen, dan win ik in korten tijd
alles weer terug."
„En wanneer zulks niet het geval is?"
„Dan mag voor mijn part alles naar
den duivel gaan. Een zoon heb ik toch
niet, aan wien ik mijne goederen kan
nalaten. De Selchows sterven dus met mij
uit. Of nu mijne bezittingen verbrokkeld
worden en in handen van verschillende
woekeraars komen, of dat zij aan een zij
tak vervallen, is mij ten eenen male on
verschillig.
Nu heb ik er ten minste, zoolang ik
leef nog pleizier van. Maar gij, Lucie,
gij had de allerlaatste moeten wezen, om
mij dit te verwijten. Gij hebt er geen
recht toe"
De barones was opgestaan. Zij voelde
zich zwaar beleedigd door de onbeschaamde
woorden van haren echtgenoot en maakte
zich gereed, het vertrek te verlaten, ten
Toezicht op het M. O. te Amsterdam
tegen het gebruik van het Leerboek geen
bedenking; zij heeft het zelfs tegen den
heer Alberdingk Thijm verdedigd, zooals
blijkt uit haar Jaarverslag over 1881.
In 1882 heeft zij echter aan B. en W.
voorgesteld zelfs de Leiddraad van dien
zelfden schrijver op de programma's der
beide scholen voor driejarigen cursus te
schrappen. Van het besluit van B. en W.
om aan dit voorstel der Commissie gevolg
te gevenkreeg de Inspecteur eerst voor
weinige dagen kennis.
Zou het niet goed zijn, dat uw bericht
gever, alvorens zulke sensatieherichten in
de wereld te zenden, zich eerst behoorlijk
op de hoogte stelde van het gebeurde?
Door het bovenstaande in haar eerst
volgend nummer op te nemen, zal de Re
dactie verplichten
haren" dienstw. dienaar
Steyn Parté."
Het is wel te betreuren dat eene com
missie van toezicht zóóver kan gaan, dat
zij buiten den Inspecteur omeen dage-
lijksch bestuur kan voorstellen om leer
boeken te schrappen voorgesteld door be
trokken leeraren, door hoogere autoriteiten
goedgekeurd, zelfs door eerste mannen op
dat gebied, in ons land, verdedigd.
Zulk eene geeft den indruk aan eene
onzichtbaren leiband te loopen. Het bo
venstaande is eene nieuwe bijdrage om bij
de herziening van de wet op het M. O.
de aandacht te vestigen op de somtijds
schadelijke werking der Commissiën van
Toezicht. Red.
Gisteren wordt op een der binnenplaat
einde zich niet langer bloot te stellen aan
zijne ruwe taal.
„Blijf," gebood hij haar.
Maar toen zij hem smeekte, zich dan
voortaan wat meer in acht te nemen,
lachte hij luid en sprak:
„In acht nemen? Waarvoor heb ik mij
al niet sedert ons huwelijk in acht moeten
nemen? Voor mijn gedrag, in de keus
mijner vrienden, in het najagen mijner ge
noegens. Maar, mijn liefste," liet hij er
spottend op volgen, „gij moet weten, als
men reeds vijftien jaar getrouwd is, dat
dan die „in achtnemerijen" ophouden. Ik
wou, dat ik er nooit mede begonnen was!"
Lucie sprong ontzettend achteruit, als
ware zij door een adder gestoken. Was
het dan reeds zoo ver gekomen? Schaamde
hij zich niet eens meer om haar zóó
openlijk zijne gevoelens mede te deelen?
Welnu dan wilde ook zij spreken, daarom
trad zij op hem toe en zeide;
„Ook ik ben niet gelukkig, Arnold,
maar dat is mijne schuld niet. Toen gij
mij tot uwe vrouw naamt, hebt gij nooit
mijne toestemming gevraagd, het jawoord
mijns vaders was u voldoende. Stel mij
dus niet verantwoordelijk voor de gevolgen.
Meent gij evenwel, dat ik de oorzaak ben
van uw tegenwoordigen levenswandel, dat
het mijne schuld is, dat gij u aan het