NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR t, Baan, BnscMn, Bens, NIEUWE Woensdag 13 September 1882 ,1 Na vijftien jaar. No. 73. Elfde Jaargang. Uitgever: A. Al. Slothouwer, Advertentiën kunnen inge zonden worden tot uiterlijk 's morgens uur des Woens dags en Zaterdags. Eene viermaal geplaatste ad vertentie wordt slechts drie maal in rekening gebracht. AMERSFOORT» COURANT. Abonnementsprijs voor Amersfoort per 3 maanden f 1, Franco door het geheele F-jk1,10. Afzonderlijke nummers 3 Cent. Dit Blad verschijnt des Woensdags- en deB Zaterdags. te Amersfoort. Advertentiën van 16 regels0,40. Iedere regel meer 0,05. Voor het Buitenland0,076 Reclames per regel0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Amersfoort, 13 September 1882. Door Burgemeester eu Wethouders werd maandag aanbesteed het maken van twee lo calen voor politie gevangenen in het Bureau van politie, waarvoor is ingeschreven door Ph. van Karsbergen, alhier voor f 386. F. de Bruin u g g 382. L. Ruitenberg g 246. W. van de Kooij ,t 245. Aan den minsten inschrijver is het werk gegund. Door den eerstaanwezend Ingenieur al hier, werd Maandag aanbesteed het bou wen van een overdekte rijbaan op Rijks- grond te Amersfoort (raming f 27,700. waarvoor is ingeschreven door: W.v. d. Kooij te Amersfoort voor f 33,900, K. Hollander 28,660. LH. Boks 28,500. W. J. Kolkert g u 27,950. H. v. Rhijn Naarden g 27,600. G. Prins g Amersfoort g n 27,500. A. Keers g Hilversum g g 26,900. Dit werk is aan den minsten inschrij ver gegund, behoudens goedkeuring van den Minister van Oorlog. Z. M. heeft benoemd bij de d.d. Schut terij alhier, tot Kapitein de Heer L. H. FEUILLETON. NOVELLE van BEMO lilt AU A. i5) //Dat is jammer, waarachtig zeer jam mer 1" riep de baron, //want ik was juist van plan, u te verzoeken, heden avond mijn gast te zijn." Het spijt mij, maar mijne zaken per- mitteeren mij niet, nog langer te blij ven." //Daartegen kan ik natuurlijk niets in brengen. Mocht gij echter nog lust gevoelen om te komen, al is het maar een half uurtje, dan verzeker ik u, dat niet alleen ik, doch ook een paar mijner vrienden, die ik heb uitgenoodigf1, u met genoegen zullen zien verschijnen," Joseph aarzelde. Hij wist niet recht, hoe zich verder te verontschuldigen. z/Ik vrees," zeide hij eindelijk, //dat ik er niet zeer getchikt uitzie, om in gezel schap te verschijnen, want ik heb niets anders bij mij dan mtin ieis costuum." z/Welk een onzin! Wat denkt gij wel van ons? Boven zulke nietigheden zijn wij, Goddank, verheven. Een ieder ver- Tobbe, le Luitenant; tot le Luitenant de Heeren A. M. Tromp van Holst en W. H. M. Lagerweij, 2e luitenant; tot 2e lui tenant de Heeren fl. C. van Dam, ser geant, en W. G. F. Bakx, schutter. De Commissaris des Konings in de prov. Utrecht, Z.Ex. Mr. 's Jacob, en de Heer Mr. Y. J. H. de Koek, Griflier der Staten, arriveerde Maandag jl. alhier ten Raadhuize; eerstgenoemde verleende aan vele burgerlijke en militaire autoriteiten, collegiën en particulieren audiëntie. X Op Dinsdag den 3. October a.s. zal de verkiezing plrats hebben voor een lid van den gemeenteraad van Amersfoort, in plaats van den heer Jhr. A.. D. J. Calkoen wiens benoeming niet kan doorgaan, daar hij de daarvoor bij de wet bepaalden tijd, niet binnen deze gemeente had gewoond. Zaterdagmorgen te 11 uren had van uit het station Naarden-Bussum de ter- aardbestelling plaats van den militair, die door een ongelukkig toeval Donderdag 1.1. door den trein gedood werd. De begrafe nis geschiedde met militaire honneurs; de Heer Greve, garnizoens-commandant, was op de begraafplaats tegenwoordig en schetste met een korte en kernachtige rede het droevig lot, dat den ongelukkige in het uitoefenen van zijn dienst had ge troffen. De Staatscourant van 12 September 1882, no. 215, bevat een Staat van mi litaire nalatenschappen, afkomstig van personen in Ned.-Indië overleden. Daarop schijnt, zooals het hem goeddunkt en gij, gij zijt ons ten allen tijde welkom. Gij kunt immers drinken? Dat is de eenige eisch, dien ik aan een ieder van het ge zelschap stel. Zie dus dat gij komt, gij zult er mij groot genoegen mede doen!" z/Nu, wanneer ik eeuigszins kan, zal ik komen," was Josephs antwoord, want hij wilde toch wel gaarne den baron een wei nig meer van nabij leeren kennen. z/Goed. Ik zou uwen broeder ook wel gevraagd hebben, doch ik weet, dat hij er geen lust in heeft. Yoor vrouwen, schoolmeesters en geestelijken gaat het bij ons niet deftig genoeg toe." Dit zeggende, lachte hij, wierp zich in het zadel en was op het punt om weg te rijden, toen een bediende hem naderde. z/De agent Sorschheimer is op het kas teel, genadige heer, en hij verzoekt //Laat hem naar den duivel loopen riep de ba on woedend uit. //Zeg hem, dat ik niets met hem te maken wil heb ben." //Maar hij wilde u gaarne over zaken spreken, die geen uitstel dulden," vervolg de de bediende. Selchow werd vuuirood en prevelde iets binnensmondstoen sprong hij van zijn paard af, wierp den bediende de teugels toe en zeide halflachend, terwijl hij zich tot de twee broeders wendde //Nu ziet komen o.a. voorWouterus van Groe- nesteijn en Jacobus flendrikus van der Linden, beiden te Amersfoort geboren, nalatende de eerste f 71.24% en de twee- j de f54.75. Naar wij vernemen is de Heer J. C. F, Prikken, leeraar aan deH. B. School te Amersfoort wederom uitgenoodigd deel te nemen als examinator van hen, die in 's Hage examen wenscht af te leggen voor 1 leeraar bij het M. Onderwijs. 1 Memorie omtrent den toestand van 1 de cchrepvaart te Amersfoo-t, aangeboden aan den Heer Com missaris des Konings in de pro vincie Utrecht door de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Amersfoort. De Kamer van Koophandel en Fabrieken te Amersfoort neemt met gepasten eerbied de vrijheid uwe welwillende aandacht te vestigen op den gedrakten toestand waarin de scheep vaart hier ter plaatse verkeert en waarvan de handel aldaar de nadeelige gevolgen voort durend ondervindt. De hoofdoorzaken daarvan zijn haars inziens 1. de treurige toestand van de rivier de Eem, die thans geheel onbeheerd is en 2. het hooge bedrag van het vuur-, haven- eu tongeld hetwelk door de gemeente Amersfoort van de schepen die de rivier de Eem be varen wordt geheven. Tot aan het jaar 1871 was het collegie van Watergraaf en Heemraden van de Rivier de Eem, beken en aankleve van dien ook belast met de bevaarbaarhouding dier rivier ingevolge De Ordonnantie op de schouwe enz., van de rivier de Eem enz., vastgesteld door de staten 's lands van Utrecht van 4 gij eens, mijne heeren, hoe wij, adelijken, geplaagd worden door het lage gespuis der maatschappij. Maar wat moet men doen Het helpt niets, of men hen al wegjaagtdaarom is het maar het beste, ze aan te hooren." Toen keerde hij zich om en liep haastig zijne woning binnen. De agent Sorschheimer, een klein, mager mannetje met een geelachtig gelaat, zwar- teD, gekrulden baard en listige, donkere oogen, zat met ongeduld op de komst van den baron te wachten. Evenwel ontving hij dezen, toen hij binnenkwam, met zeer veel verontschuldigingen over zijne in dringendheid, daarbij onophoudelijk de diepste buigingen makende. z/Wat wilt ge?" vroeg de baron op ruwen toon. j/Ik bid u duizendmaal om verschoo- ning, maar ik hoop niet, dal de edele heer baron het mij te kwade zal duiden, wanneer ik doe, wat mijn plicht en de heer Parisius mij gebiedbegon de agent met groote nederigheid. //Maar ik geloof, dat de heer baron juist wilde gaan rijden, niet waar Ik zal dus kort zijn, zoo kort als maar mogelijk is in eene zaak van zooveel gewicht als deze," z/Wat is het, spreek 1" riep de baron ongeduldig uit, terwijl hij zijne rijzweep op eene stoel wierp. z/Zoude mijnheer de baron het goed Juni 1616. (Groot Utrechtsch Placeaatboek Deel II fo. 178) en werden door dat collegie zooverre de geldelijke krachten reikten van tijd tot tijd de ondiepste plaatsen uitgediept. Bij het nieuwe reglement voor het Heem raadschap «de Eem, beken en aankleve van dien" van 18 Nov. 1870 (Prov. blad 1871 no. 88) werd echter dat Heemraadschap niet meer belast met de zorg voor die bevaar baarhouding en sedert ligt nu deze rivier daar op geene andere wijze daarin is voor zien geheel onbeheerd. De ondiepten worden niet verwijderd, alleen was dit nu en dan het geval in de Haven, Waar vanwege de ge meente Amersfoort de grootste ondiepten werden verwijderd, wanneer de klachten zoo ernstig werden, dat dringend voorziening noodig werd. Ook werd vroeger vanwege de gemeente Amersfoort, door middel van een baggermo len aan den mond van de rivier de Eem gepoogd een geul open te houden waardoor de schepen die rivier konden "binnen vallen, doch ook dit is in de laatste jaren niet meer geschied. Het gevolg van een en ander is dat de schepen en stoombooten somtijds dagen voor den mond van de Eem liggen, om te wach ten tot de waterstand toelaat over de ver zanding aan den mond te komen, en een maal in de rivier telkens aan den grond raken, daar zelfs de vaargeul met ondiepten is bezet. Het behoeft waarlijk geen betoog dat dit niet alleen groot oponthoud veroorzaakt en het scheepsvervoer kostbaar maakt door de onzekerheid hoelang men onderweg zal zijn, maar ook oorzaak is dat de handel zoo min mogelijk van de scheepsgelegenheid onder andere omstandigheden de minst kostbare wijze van vervoer gebruik maakt, omdat de goederen te lang onderweg zijn. Daarbij komt nu nog het hooge vuur-, vinden, in mijnheers kabinetje te gaan?" vroeg de agent met een flauw lachje. //De bedienden mochten anders eens hooren, wat wij samen bespraken, en dat zoude mijnheer de baron misschien niet heel prettig vinden. Ziet u, ik heb een klein stukje papier voor den baron von Sel chow, dat ik hem gaarne in zijn kabinet je zoude willen overhandigen." De baron beet zich op de lippen en wenkte Sorschheimer hem te volgen. In het bewuste vertrekje gekomen, wierp eerstgenoemde zich op de sofa en trachtte zijn gelaat eene uitdrukking van onver schilligheid te geven, dat hem echter slechts ten deele gelukte. z/Nu zal ik dadelijk ter zake komen, opdat mijnheer de baron niet langer on gerust zij. Ik heb een klein wisseltje op u, genadige heer, dat morgen vervalt." z/En om zulk een bagatel bebt gij het durven wagen, mij heden lastig te vallen?" z/lk hid u om verschooning, edele heer, maar het is mijne schuld niet. Zooals mijnheer de baron weet, ben ik slechts de agent van mijnheer Parisius, die mij bevolen heeft, den heer von Selchow een voorstel te doen, wanneer het hem soms niet gelegen kwam, dit wisseltje te beta len. Wel is waar, is het slechts eene klei nigheid voor den hoogadellijken baron slechts negentien duizend mark doch

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1882 | | pagina 1