NIEUWE
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
AMERSFOORT, BAARN, BUNSCHOTEN, EEMNES, HAMERSVELD, HOEVELAKEN, HOOGLAND,
VUURSCHE, SCHERPENZEEL EN WOUDENBERG,
LEUSDEN, SOEST,
12 JUNI.
Feuilleton.
ALICE'S GEHEIM.
K. W. VAN GORKOM,
No. 46.
Zaterdag 9 Juni 1883.
Twaalfde Jaargang.
Uitgever: A. M. Slothouwer,
W. PASSAUER.
Abonnementsprijs voor Amersfoort per 3 maanden f 1,
Franco door het geheele Rijk1,10.
Afzonderlijke nummers3 Cent.
Dit Blad verschijnt des Woensdags en des Zaterdags.
te Amersfoort.
Advertentiën van 16 regelsf 0,40.
Iedere regel rneer 0,05.
Voor het Buitenland0,07s
Reclames per regel0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte
Advertentiën kunnen ingezon
den worden tot uiterlijk 's mor
gens 10 nur des Woensdags en
Zaterdags.
Eene viermaal geplaatste ad
vertentie wordt slechts driemaal
in rekening gebracht.
De omstandigheden waaronder thans
de strijd bij de stembus wordt aange
vangen, mogen in enkele opzichten ver
schillend zijn van die onder welke we
ons twee jaren geleden bevondenin
hoofdzaak komen ze vrijwel overeen. Nog
altijd bestaat het offensief verbond tusschen
anti-revolutionairen en Katholieken, waar
bij de laatsten zich heel gewillig door de
eersten op het sleeptouw laten nemen,
hoe vaak de ervaring ook bewees, dat
dezen gewoon zijn de vruchten van de
zegepraal alleen te houden. Tegen die
Coalitie van minderheden is de strijd
niet gemakkelijk.
Op één punt is er evenwel verande
ring. In 1881 hebben de liberale kies-
vereenigingen in Amersfoort zich van het
stellen eener candidatuur onthouden. Dat
deze onthouding, hoezeer ook te ver
dedigen met het oog op de overmacht
der tegenpartijgeen algemeene instem
ming vond, bleek toen al dadelijk, ook
uit een Ingezonden stuk geteekend Al
pha in ons blad (4 Juni 1881). Daarin
kwamen o. a. deze woorden voor: «Men
zal zeggen»'t geeft toch niets. In ons
kiesdistrict is de gecombineerde Anti-re
volutionaire en Roomsch Catholieke partij
zoo machtig, dat er niet tegen te strij
den valt. Maar dit ontheft de liberaal
gezinden niet van hun verplichting om
NOVELLE
van
8)
Onder het lezen dezer woorden, was zij
langzaam opgestaan en leunde over het papier,
zoodat hare lokken George's voorhoofd raak
ten en hij haar adem duidelijk in zijn gezicht
voelde.
«Gij hebt gelijk zeer zeker dat is
zeer onduidelijk,» antwoordde de jonge man,
voor een oogenblik als bedwelmd door de on-
middelijke nabijheid van dit goddelijke wezen
«en ik weet waarlijk niet, of dat woord be
halve
Hij eindigde den volzin niet, want hij ge
voelde, hoe Annabels arm zich zachtkens op
zijnen schouder vleide en toen hij opkeek,
ontmoette zijn oog haar gloeienden blik. Met
een sirenen lach lispelde zij Roineo's woorden:
«Zoo ik dit heilige beeld wellicht ontwijd
moet achten
Door roekelooze hand O, boete ik zulks
aldus;
Ootmoedig zal mijn mond dien ruwen druk ver
zachten
Zoo gij 't veroorlooft, door een vromen pel-
grimskus.»
Waarna zij een vurigen kus op zijnen mond
drukte.
In hetzelfde oogenblik klonk een rauwe kreet,
als van een doodelijk gewond hert, door het
vertrek. George en Annabel sloegen de oogen
IHIHHIHHI
te doen wat zij hunnenen door hun
minderheidtoch van hun bestaan
getuigenis af te leggen.»
In denzelfden geest schreef een ander
inzender: (No. van 11 Juni) «Al bestaat
er niet de minste kans een overwinning
te behalen op den clericalen candidaat,
die evenzeer gesteund wordt door hen
voor wie de bijbel een verboden boek
isals door hendie den bijbel op de
school verlangen toch is het noodig, dat
zij, die het afkeuren, dat in de Tweede
Kamer over zaken wordt gesproken en
gestemdmet het oog op de belangen
van een of ander kerkgenootschap in
plaats van uitsluitend de belangen des
lands in het oog te houdenhunne stem
gaan uitbrengen op een persoon van
anti-clericale richting.»
Dat nommer bevatte ook een hoofd
artikel van onze hand waarin we gelijk
advies gaven als de schrijver der pas
aangehaalde woorden, om namelijk een
zoo groot mogelijk aantal stemmen uit
te brengen op den candidaat der libera
len, in andere deelen van ons district,
namelijk den heer K. W. van Gorkom
van wien we zeiden dat hij, als Oud-
Hoofd-Inspecteur bij de cultures uitmun
tend op de hoogte is van Indische toe
standen de kennis van onze bezittingen
in de Oost steeds zeer heeft bevorderd
en als ijverig voorstander van een waar
lijk vrijzinnige koloniale politiek de eer
verdient onze vlagvoerder te zijn.
Verleden jaar October, toen tusschen-
tijds door liet overlijden van den heer
Van Asch van Wijck een vacature was
ontstaanwerd de candidatuur van den
heer Van Gorkom op nieuw gesteld, dit
maal ook, door de kiesvereenigingen
in onze stad. Wij schreven toen«Die
candidatuur heeft onze volle en levendige
op en zagen Alice, bleek als een lijk, op den
drempel staan. Naast haar stond haar vader,
die te vergeefs poogde zijne dochter in zijne
armen op te vangen het meisje lag in zwijm
aan zijne voeten. Lang evenwel duurde deze
toestand niet. Plotseling verhief zij zich weder
en scheen als eene godin der wrake met uit-
gestrekten arm op George ee Annabel te willen
toetreden, maar eensklaps bleef zij staan
haar arm zonk machteloos naar beneden, zij
keerde zich orn en verliet met wankelende
schreden de kamer.
George stond als vastgenageld aan den grond.
Zijn geweten beschuldigde hem, dat hij onvoor
zichtig geweest was en een valschen schijn op
zich geladen had, maar toch zijne bedoelingen
waren edel en rein geweest, rein als Alice
zelve. Dat zoude ook zij moeten bekennen, als
zij alles wist, daarom niet gedraald, doch haar
onmiddelijk alles medegedeeld! En de daad bij
het woord willende voegen, vloog hij onstuimig
de gang in, het meisje achterna. Maar zij was
hier niet meer en tot in hare woning binnen
dringen durfde hij in dit late uur niet.
De heer Howitt wilde even na George het
kabinetje verlaten, doch werd hierin verhin
derd door Annabeldie hem bij den arm trok
en hem op boozen toon vroeg: «Wat betee-
kent dit, Mijnheer Howitt? Gij verteldet rnij
dat gij eene aardigheid, eene weddenschap
hadt, doch ik zie nu in, dat gij een laag
spel gespeeld hebt.»
«En ik heb het, dank zij uwe hulp gewon
nen, mijn liefste,» antwoordde Howitt met een
duivelschen lach. «Mijn doel is bereikt, doarom
schenk ik u nu ook uwe schulden kwijt!»
«Dat wil ik niet, want ik lees in uwe blik
ken, dat gij rnij schandelijk bedrogen hebt!»
riep Annabel dreigende uit. «Thans zie ik, tot
welk een samenhang van leugens gij mijne
hulp hebt, ingeroependoch ik laat mij niet on-
sympatbie. Rechtvaardigheid ten aanzien
van onze Oost is alleen te wachten van
mannen die met een ruimen en niet door
eigenbelang verduisterden blik de toestan
den alda r hebben overzien. Die I lik kan
niemand den heer Van Gorkom ontzeggen,
gelijk hij door tal van degelijke opstellen,
in verschillende tijdschriften aan Indische
belangen gewijd, heeft getoond. Aaneen
grondige kennis paart de heer van Gor
kom een vast en onafhankelijk karakter:
van hem kan verwacht worden dat hij
wordt hij gekozen, een sieraad van de
Tweede Kamer zal worden en voor de
vrijzinnige, tot kloeken arbeid gezinde
meerderheideen hoog te waardeeren
versterking.»
Op nieuw is thans de heer Van Gor
kom de candidaat van alle liberalen in
het hoofdkiesdistrict Amersfoort. Wij zijn
hem inderdaad dank schuldig, dat hij
zich die candidatuur heeft laten welge
vallen: bij de wijze, waarop in sommige
kringen over politieke tegenstanders wordt
gesproken, behoort daar moed en toe
wijding toe. Maar laat ons dan ook, in
zoo sterk mogelijk getal, bij de stembus
verschijnenom te protesteeren tegen de
bewering, als zou het liberalisme niet
tot geestdrift kunnen wekken dewijl het
niet gelooft in zijn eigen toekomst. De
heer Van Gorkom verdient ten volle, dat
wij hemop den dag van den strijd, als
een stoet van getrouwe geestverwanten
omringen, en dat zelfs het vooruit
zicht eener nederlaag geen de minste
schade doet aan onze opgewektheid.
Dat het voorts aan de vaderlandsche
zaak weinig nadeel zou toebrengen, als
wij de tegenwoordige afgevaardigden van
ons district uit de vertegenwoordiging
zagen verdwijnen, is duidelijk. Beide
heeren onderscheiden zich door niets an-
gestraft tot zulk een schelmstuk gebruikenIk
ga onmiddelijk naar uwe dochter, en zal haar
vertellen
«Bedaar, bedaar wat, liefje,» antwoordde Ho
witt rnet denzelfden valschen lach als voorheen,
«bezin, voor gij begint en denk in de eerste
plaats hieraan, dat gij mij de heilige belofte
gegeven hebt, aan niemand ooit te verraden,
wie en wat u tot dit allergezelligst rendez
vous met den ingenieur bewogen heeft. En
vergeet vooral niet, mijn duifje, dat men mij
den «Koning van Pithole» noemt, dat ik hier
werkelijk de voornaamste overheidspersoon ben
en een streng rechter, die u dadelijk wegens
schuld zoude kunnen laten gevangen nemen,
indien gij ook maar de geringste poging deedt,
om ons geheim aan het licht te brengen!»
Annabel stond daar als verpletterd. Radeloos
sloeg zij de handen voor de oogen en viel op
eenen stoel neder.
«Vergeet het niet, waarde, riep Howitt haar
nog eenmaal toe, terwijl hij zijne ruwe hand
op haren blanken schouder legde, «aan welk
gevaar gij ontsnapt zijt door uw voortreffelijk
spel in dit klein familiedrama. Laat het overi
ge maar aau mij over!»
Nog een oogenblik bleef hij voor de onge
lukkige Annabel staan en liet haar toen met
hare gramschap alleen.
IV.
Het was ongeveer tien uur des avonds. Alles
was doodstil op straat, slechts nu en dan hoor
de men in de verte het geblaf van een waak-
zamen hond of de haastige voetstappen van ie
mand, die zich huiswaarts spoedde. Over het
dichtte loof van het heerlijke park, dat aan
Chase-House grensde en mede een deel uit
maakte van Howitts bezittingen, lag een dunne
sluier uitgespreid, waarover de volle maalleen
fantastisch licht uitctorte. Ook in de toppen der
~Z~&PT~ T
ders dam bun adellijken titel en hun in
stemming rnet «Ons Program,» dat wil
zeggen blinde onderwerping aan de lei
ding van een buiten de Kamer staand
en geestelijk partijhoofd. Van bijzondere
werkzaamheidvan belangstelling in iets
anders dan de school met den bijbel,
voor die heeren en hun kiezers naar het
schijnt het ééne noodige, buiten hetwelk
geen ander onderwerp van wetgeving of
regeling de aandacht waard is, hebben
we nooit iets vernomen.
Allen die van ïaeening zijn,
dat in de Vertegenwoordiging
des Volks niet geloofsbelijdenis,
inaar bekwaamheid den voor
rang behoort te hebben, noodi-
gen we met aandrang uit. Dins
dag getrouw ter stembus ie ver
schijnen, en hun keuze uit te
brengen op den liberalen can
didaat, den heer
Amersfoort, 9 Juni 1883.
Gisterenavond omstreeks 9 uur had op
de Kampstraat alhier een droevig onge
luk plaats. Een der zonen van de Wed.
V. wonende op «het Scham» aan de
Hoevelaker straatweg had «achter de
Kamp» alhier een wagen geleend tot het
vervoer van varkens. Zijn paard zeker
niet gewend voor dergelijke wagens te
loopen, werd door het rammelen schich
tig en begon te stijgeren V. sprong daar
op van den bok en greep het paard bij
het gebidmaar bekwam daar bij van het
limoen van den wagen een geduchten slag
tegen het hoofd. Het paard zich weder
meer dan honderd voet hooge eikenboomen en
in de donkere, reusachtige cypressen liet zij
bare zilveren stralen, als zoovele dartele kin
deren, op en neer spelen, zoodat het geheel
een prachtig effect opleverde. De bloemen, die
allen ontloken waren, neigden hunne geurige
kelken ter aarde, als wilden zij uit haren don
keren schoot nieuwe kracht en levenslust put
ten, om weer den volgenden morgen de zonne
stralen waardig te begroeten. Geen windje ver
stoorde blad of struik. Alleen badderden hier
en daar enkele kevers rond, of vloog een roof
vogel klapwiekend naar bovende kleinere
zangers verschrikt nit hunnen zoeten slaap op
jagend.
Uit de beide vensters van Alice's slaapver
trek, voor hetwelk zich eene door slanke zui
len gedragen veranda bevond, straalde een hel
der licht naar buitenn.
Als een nachtvlinder, door de schitterende
vlam aangetrokken, staat sedert langer dan
een kwartier de prima donna, Miss Annabel
Monval, in eenen langen, donkeren mantel ge
huld, in de acasialaan, waarop genoemd ver
trek uitzag. Zij schijnt een vreeselijken strijd
met zich zelve te voeren, want tweemaal reeds
is zij haastig enkele treden van de tot de ve
randa leidende trap opgegaan, doch telkens is
zij weer diep zuchtend, met neergebogen hoofd
en gevouwen handen, teruggekeerd. Ten derde
male maakt zij zich gereed om te doen, wat
haar zooveel moeite schijnt te kosten, doch zie,
op eenmaal houdt zij zich doodstil en luistert
met gespannen aandacht. Uit eene zijdeur van
het hotel komt eene groote, plompe gestalte
gestalte gewaggeld, die de laan inslaat, waar
ook zij zich bevindt. Het meisje krimpt inéén
van schrik, de haren rijzen haar ten berge
wie toch zal haar beschermen in dit stille nach
telijk uur
(Wordt vervolgd.)