NIEUWE AMERSFOORT, URN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR BUNSCHOTEN, EEMNES, WELD, HOEVELAKEN, HOOGLAND, VUURSCHE, SCHERPENZEEL EN LEUSOEN, SOEST, Beelden uit kt verleden. BERICHT. Feuilleton. No. 72. Zaterdag 8 September 1883. Twaalfde Jaargang. Uitgever: A. M. Slothouwer, Zij die zich thans op dit blad abonneeren, ontvan gen het tot 1 October a s. gratis. Bezwaren tegen leerplicht. CH AR VO. Abonnementsprijs voor Amersfoort per 3 maanden f 1, Franco door het geheele Rijk1,10. Afzonderlijke nummers3 Cent. Dit Elad verschijnt des Woensdags en des Zaterdags. te Amersfoort. Advertentiën van 16 regelsf 0,40. Iedere regel meer 0,05. Voor het Buitenland0,075 Reclames per regel0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte De vraag, of de Staat bevoegd is te waken tegen verwaarloozing van kinde ren, behoeft ons niet lang bezig te hou den. Slechts weinigen zullen haar beslist ontkennend beantwoorden met een beroep op het goddelijk recht der ouders, welke exceptie zij dadelijk terugnemen wanneer er sprake is van lichamelijke mishandeling of willekeurige onthouding van het noo- dige voor levensonderhoud. Men zij toch consequent in de toepas sing zijner beginselen. Indien werkelijk de Hoogste Macht aan de ouders de vrije beschikking gelaten heeft over hun kin deren, dan mag ook de Overheid er zich niet mede bemoeien wanneer een vader zijn jongen halfdood slaat of verminkt. Dat kan immers een deel uitmaken van zijn opvoedignsprogram Laatst heeft men ergens kinderen in een allerellendigsten toestand opgesloten gevonden, terwijl de ouders zich vroolijk te goed deden aan jenever. De politie heeft toen de hand gelegd op het waardig echtpaar, en de openbare liefdadigheid trok zich het lot der |rme kleinen aan. Maakten heiden geen inbreuk op het recht der ouders Onthouding van onderwijs is een der ergste mishandelingen die men een kind kan aandoen, omdat men het daardoor voor zijn geheele leven in een toestand van I. KADET EN OFFICIER door Vervolg van No. G5. De kaagen komen den volgenden moi gen vroeg tijdig aan, maar het debarkernent kan niet be ginnen vóór het aangegeven uur, dat nog ge- noegzainen tijd overlaat om langs den Wester- doksdijk naar het sta'ion van den Hollandschen spoorweg te marcheeren. Hier aangekomen, neemt net detachement in de gereed staande wagens plaats en de jonge officier kan zich een oogenblik met zijnen va der, van wien hij hier afscheid zal nemen, af zonderen. 't Is het tweede afscheid. Met korte, krachtige en echt vaderlijke vermaningen wordt hier de zoon gewezen op zijne intrede in de wereld, op de verplichtingen die op hem rus ten, op de verwachtingen, die van hem gekoesterd worden. Met de gemeenzaamheid, die men den man van leeftijd ten goede kan houden, beveelt hij den vertrekkenden zoon aan de zorg en de leiding van den detachements-kommandant aan en met een door tranen verstikte en van aan doening bevende stem, klinkt het laatste „God zegene u, mijn jongen" uit den mond van den braven vader, die helaas zijn kind voor goed ziet gaan en den geliefden zoon niet meer te rug zal zien. Het sein tot vertrek wordt gegevennog ééne omhelzing, nog één zwijgende handdruk en met onverbiddelijke nauwkeurigheid spoedt de lan ge trein zich op het bepaalde uur voort, om onmondigheid plaatst en moedwillig de gaven en krachten verstikt, die de Voor zienigheid hem heeft toebedeeld. Dat is een misdaad weinig minder dan moord. Als de Staat zich het recht aanmatigt, hem te straffen die iemands leven moed willig heeft opgeofferd, dan is hij stellig wel bevoegd zich te verzetten tegen ver nietiging van het geestelijk leven van elk individu. Tusschen bevoegdheid en verplichting is in dit opzicht de overgang niet groot. Wat de Staat mag doen in het alge meen belang, dat moet hij doen zoodra het blijkt dat het niet tusschenbeiden treden nadeel toebrengt aan de belangen, zij het ook van enkelen. En hier is waarlijk geen sprake v^n enkelen. Tusschen de 70 en 80 «lui zend kinderen van 6 tot 12 jaar ont vingen in Nedeiland, hooi t het, gij landgenooten die u verbeeldt deel uit te maken van een beschaafde natievol strekt geen onderwijs. Kon men er eens achter komen, hoeveel duizenden er nog zijn die de scholen zeer onregelmatig be zoeken, die 's zomers geheel wegblijven en 's winters zich alleen vertoonen als het ijs onbruikbaar of afwezig is, er zou reden zijn om een kreet van diepe ver ontwaardiging te doen hooren. Die toestand mag niet geduld worden. Wanneer het rechtsgevoel van ons volk zich niet luide verklaart tegen zoo schro melijke miskenning van ouderlijke ver plichting, dan zijn we inderdaad diep gezonken. Maar onze vrijheidsbegrippen dan? Mogen wij ons dwang laten welgevallen in zake de opvoeding onzer kinderen? Mijn vriend, gij hebt ven dien dwang niets te vreezen. Gij doet immers uw plicht, ook zonder dat de wet u nood- seconde op seconde den afstand te vergrooten, die zooveel liefhebbende harten voorlang, velen zelfs voor eeuwig, scheiden zal. De reis naar Rotterdam is spoedig volbracht; het detachement wordt na behoorlijk appel, in rij en gelid naar „de Boompjes" begeleid en van daar op daartoe ingerichte vlotten naar het op stroom liggende schip overgebracht. Volgens de bepalingen moeten de militairen onmiddellijk bij aankomst aan boord het middagmaal gereed vin den en de medegeleidende officier treedt nu voor 't eerst in functie. Dat het hem nog vreemd is oin or.der deze abnormale omstandigheden, op een schip, waar hij zelf vreemd is en onder dit mengelmoes van half beschonken, twistende en tierende soldaten, zijne dienstplichten naar eisch te vervullen, kan niemand verwondering baren. Genoeg, hij kwijt zich zoo goed en zoo kwaad als hij kan, van deze moeielijke taak en heeft de zelfvoldoening dat alles vrij ordelijk in zijn werk gaat, waardoor hij nu ook zelf gelegenheid vindt om wat te rusten en met zijne broeders nog 't een en ander te bespreken. Inmiddels is de gezagvoerder der F. S. ook aan boord gekomen en wordt de wederzijdsche kennismaking, ook met zijn vrouw die haren man tot het laatste oogenblik vergezelt. De sleep boot „de Reserve,, is aangekomen, de kabels zijn bevestigd, het anker is gelicht en langzaam en statig gaat het rivier afwaarts, tot het kanaal van Voorne dat het schip te volgen heeft, om het zeegat van Helvoetsluis te bereiken. Voor het vallen van den avond ligt de F. S. vast ge meerd aan den ingang van het kanaal. De ge moederen zijn bij het detachement beduidend bedaard, nu het misbruik van sterken drank voor goed opgehouden en de tucht weder hare rech ten hernomen heeft. Het zal de laatste nacht zijn, die de vertrek kende nog met zijne beide broeders te zamen is. De avond wordt voor de laatste besprekingen, wenken en raadgevingen benut, want morgen zaakt Een wet tot vaststelling van den leerplicht zou voor u eenvoudig niet ge schreven zijn, evenmin als een verbod van stroopen of van vernieling van een andermans eigendom. Doch wie zedelijk zoo laag stdat, dat zijn geweten hem niets verwijt alsliij zijn kinderen laat opgroeien in allerlei ruwheid, die moet ge dwongen worden, Opdat er eenmaal een geslacht worde gevormd voor hetwelk de wet een overtolligheid is. Er zijn, zegt men, geen scholen genoeg en geen onderwijzers om geregeld alle kinderen te doen onderwijzen. Zal men dit schandelijk voorwendsel nog langei mogen gebruiken? Er zijn in ons land een groot aantal gemeentebesturen, die met loffelijken ijver inde behoefte aan school ruimte voorzien, en door behoorlijke be zoldiging van het onderwijzend personeel nimmer onderwijs krachten te kort ko men waarom worden de onwillige, zij die liet grootste nut van eene goede volks opvoeding niet inzien, of het uit partij belang stelselmatig tegenwerken, niet door de wet gedwongen hun plicht te doen? Zooals de zaken thans staan, zijn Neder land en Rusland de eenige staten van Europa, die het beginsel van den leer plicht niet in hun wetgeving hebben op genomen. Het samentreffen van deze twee namen geeft waarlijk stof tot denken. Doch de gemoedsbezwarenDui zenden ouders vinden in het onderwijs, zooals de Staat het kan doen geven, dat wil zeggen ontdaan van alle kerkleer-be grippen, niet wat zij voor hun kinderen gewenscht achten. In kleine gemeenten waar de oprichting van bijzondere scholen niet mogelijk is, zou invoering van den leerplicht feitelijk niets anders zijn dan dwang om de openbare school te bezoeken. Inderdaad dat is zoo. Maar noch de zal de F. S. bij gunstigen wind zoo spoedig doenlijk zee kieze i. Reeds vroegtijdig worden de kabels los gemaakt en de F. S. zeilt naar de reede, waar het anker valt, om den loods af te wachten en de tot hiertoe gevolgde betrekkin gen naar den wal te brengen. Het oogenblik van het derde en laatste afscheid breekt aan. De drie broeders omhelzen elkander lang en innig en eerst op de waarschuwing van den der den stuurman dat de sloep gereed ligt, rukken zich de twee ouderen los; nog één hartelijk af- seheids groet, een kort maar plechtig oogenblik nog en met een veelmaal herhaald „God zegen u, leef gelukkig," stappen zij in de sloep en zijn spoedig uit het gezicht. Zoo is dan de laatste band met het ouderlijk gezin verbroken, de laatste handdruk is gegeven. Nog eenige weinige oogenblikken en ook de va- derlandsche kust zal steeds verder wijken, ein delijk in den nevel verdwijnen en de zwerveling blijft met zijne droefheid en zijne herinnerin gen alleen om eene hem onbekende toekomst te gernoet te gaan. Daar komt de loods aan boord, de sloep keert met den kapitein van den wal terug en wordt in de davids geheschen; vroolijk klinkt het ge zang der matrozen, die het zware anker lichten, de noodige zeilen worden bijgezet, de loods neemt het bevel over het schip voor korten tijd over. Lustig waait Neerlandsch driekleur van de gaffe!, de groote mast draagt de naamvlag van het schip. Een veelmaals herhaald hoezee rolt over de golven en dient als laatste groet aan de Vaderlandsche kust; een extra oorlam, aan de scheepsklok aan gekondigd, bezegelt dit laatste afscheid en de F. S. zeilt nu, met beleid gestuurd en onder klein zeil het gevaarlijke zeegat uit, om spoedig in volle zee gekomen, bij te draaien. De loodsboot komt langs boord, de loods, die niet heeft nage laten om zijne algemeenheden over de zeeziek te, het verkrijgen van „zeebeenen" en meer an- pere onderwerpen, voor de honderdste misschien kinderen, noch hun ouders zouden er eenig leed van ondervinden. Alleen de partij-leiders zouden over eenigen tijd van vele zijden het verwijt moeten hoo ren, dat die school, door hen met zoo zwarte kleuren afgemaald, toch minder slecht is dan men gevreesd, en dat het heel wel mogelijk is, in die school kin deren tot brave en knappe menschen te vormen. Die ontdekking zou niet bevor derlijk zijn voor den invloed der heeren op de volgzame menigte. Geen wonder dat zij zoo krachtig waarschuwen zelfs tegen een proefneming met de school voor alle kinderen van ons volk toegan kelijk. Wat henzelf betreft, zij nemen het met die gemoedsbezwaren zoo nauw niet. Zenden zij hun zoons niet naar neutrale hoogere-burgerscholen en gymna- siën, omdat er geen andere binnen hun bereik zijn, al protesteeren zij ook voor den vorm tegen de »ongeloovige" richting van het daar gegeven onderwijs? Als we slechts een regeering hadden die den moed harer overtuiging bezat, we zouden niet langer in een toestand ver- keeren die ons de oogen blozend moest doen nederslaan. Redeneeren over de zaak, ja dat kun nen onze mannen. De juristen kibbelen met echte advocaten scherpzinnigheid over de billijkheid van strafbepalingen tegen ouders voor het schoolverzuim hun ner kinderen, en vragen onder anderen of men een vader achter slot zou mogen zetten als zijn jongen niet op school is geweest? Alsof zulk een uiterst geval zich ooit zou voordoen bij behoorlijke samenwerking tusschen ouders en onder wijzers. Vervolgens spreekt een van onze bekwaamste rechstgeleerden over de moeie- lijklieid om ook de voogden van vader- looze kinderen verantwoordelijk te stellen. wel voor de duizendste maal ten beste begeven, neemtmetechtczeemans bondigheid afscheid van den kapitein en „de passagiers achteruit" en stapt in de loodsboot en nu legt de F. S. met een llinke Noorder bries koers naar hetEngelsche Kanaal tot welk einde alle zeilen die dienst kunnen doen, worden bijgezet. De F. S. is een nieuw schip, gebouwd naar het Clippermodel en in menig opzicht getuigd en uitgerust naar de moderne beginselen, die de zoon van den bouwmeester ten deele uit A- merika herwaarts bracht en op dit schip, dat den naam zijns vaders draagt, met zorg toege- past zijn. liet personeel achteruit is zeer beknoptbe halve de officieren van het detachement, bevindt zich aan boord een duitsch geneesheer, die be weert de wereld te willen zien en zich als scheeps dokter heeft laten engageeren. Een ander ge neesheer, die in N.Indië de civiele geneeskunde zal uitoefenen, sluit de korte passagierslijst. Het schip schijnt uitmuntend voor de passagiersvaart te zijn ingericht, maar reeds heeft de zeeziekte het groote meerendeel der opvarenden in meer dere en mindere mate aangetast, zoodat weini gen slechts oog hebben voor het vreemde ta fereel, dat zij om zich heen zien. De zee is, wat de zeeman noemt hoppelig, de wind wakkert steeds aan en gaat des nachts zelfs tot eene gereefde marszeils koelte over het gezang der matrozen, die reven, wekt de passagiers, die aan de slingerende beweging van het ranke, ongeladen schip al veel spoediger dan hun lief is, bemerken dat rnen niet meer „in Abrahams schoot" is. (Wordt vervolg

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1883 | | pagina 1