NIEUWE
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD YOOR
AMERSFOORT, BUN, BUNSCHOTEN, EEMNES, HAMERSVELD, HOEVELAKEN, HOOGLAND, LEUSDEN, SOEST,
STOUTENBURG, VUURSCHE, SCHERPENZEEL EN WOUDENBERG,
Bericht.
Feuilleton.
MARIANNE.
No. 98.
Zaterdag 8 December 1883.
Twaalfde Jaargang.
Uitgever: A. M. Slothouwer,
ZJj die zich thans abon-
neeren ontvangen de Cou
rant tot 1 Januari gratis.
De kansen van Grond
wetsherziening.
Abonnementsprijs voor Amersfoort per 3 maanden f i,
Franco door het geheele Rijk1,iO.
Afzonderlijke nummers3 Cent.
Dit Blad verschijnt des Woensdags en des Zaterdags.
te Amersfoort.
Advertentiën van 16 regelsf 0,40.
Iedere regel meer 0,05.
Voor het Buitenland0,07®
Reclames per regel 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte
In korten tijd kan veel gebeuren, --
dat leert de geschiedenis van de negen
tiende eeuw op menige bladzijde maar
zooals de zaken nu staan meenen wij
recht te hebben tot de bewering, dat de
kansen voor de herziening van de Grond
wet nog niet bijzonder groot zijn. Zelfs
meenen we, dat de opening van het uit
zicht op die verandering den politieken
toestand eer verergerd dan verbeterd
heeft. Immers elke wijziging van
eenigszins ingrijpenden aard we
noemen slechts de verbetering van
onze levende strijdkrachten, een onder
werp dat waarlijk niet sinds vandaag of
gisteren aan de orde is en waarvoor men
sinds 1870 nog maar geen begin van
oplossing heeft gevonden, de uitbrei
ding van het kiesrecht, wellicht ook
de herziening van het financiewezen,
worden nu natuurlijk allen opgehangen
aan den grooten kapstok Grondwetsher
ziening. En inderdaad, een Ministerie dat
opgetreden is met dit punt vooraan op
zijn programma, is zedelijk verplicht zich
te onthouden van belangrijke maatrege
len, die wellicht door later vast te stel
len constitutioneele bepalingen weder te
niet gedaan zouden worden.
De algemeene beraadslagingen over de
Staatsbegrooting hebben over de zaak
wel geen stroomen van licht verspreid,
maar toch de moeielijkheden van den
NOVELLE
van
ALMA WEISZMANN.
En met deze gedachten sliep zij in. De
warmte van den shawl, waarin zij zich gewik
keld had, bleek haar goed gedaan te hekben,
althans zij voelde zich een weinig verkwikt,
toen zij eenigen tijd later wakker werd. Hoe
lang zij wel geslapen had, wist zij niet recht,
doch het moest zeker al heel laat zijn, want
de avond was reeds lang gevallen en het was
stik donker om haar heen. Het geluid van le
vendige stemmen in het studeervertrek van ha
ren echtgenoot deed haar ontwaken uit de
min of meer halve verdooving, waarin zij zich
nog bevond. Werktuigelijk richtte zij zich een
weinig op, om aan de deur, die toegang ver
schafte tot het andere vertrek, te luisteren
wie er was. Ja, het was werkelijk de harde,
schelle stem van tante Therese, de stem, die
zij als kind zoo drukte en die haar ook nu we
der den grootsten schrikop het lijf joeg.
„Ik zeide u gisteren immers al, wat ik van
de zaak dacht, Robert Maar gij noemdet mij
dwaas en zwaarmoedig en ik weet al niet wat,
en gij dacht dat het beter was, alle menschen
te vertrouwen. Nu zult gij zien, wat er het ge
volg van is, want weet dat deze hoogge
waardeerde neef van u, deze brave Julius u
schandelijk bedrogen heeft."
„Welk bewijs hebt gij daarvoor?"
„Een brief, of althans het begin er van"
toestand nader doen uitkomen. Hoe ver
de Commissie wenschte te gaan, men
lette wel, de afstand tusschen een Com
missie-rapport en een Regeerings-ont-
werp is nog verbazend grootkon men
niet aan de weet komentoen de Mi
nister van Binnenlandsche Zaken er bijna
op den man af na gevraagd werd, ant
woordde hij met een bewonderenswaar
dige handigheid, dat hij als Voorzitter
der Commissie het natuurlijk wel wist,
maar door de belofte van geheimhouding
was gebonden, en dat hij als lid der Re
geering er niets van wist.
De vraag, of Grondwetsherziening ge
heel of gedeeltelijk zou zijn, is, gelooven
we, geen vraag meer, omdat zij, hoe ver
ook uitgebreid, wel altijd partiëel zal
moeten blijven. Het is volkomen waar
wat de heer Tak van Poortvliet zei:
„Wie is er nu opgestaan om de meening
te verdedigen, dat met de leidende ge
dachten van onze grondwettige orde moet
worden gebroken? Wie is er op dit oogen-
blik, die de vrijheid van denken en spre
ken, de vrijheid van godsdienstige over
tuiging en van onderwijs, die het
grondwettig Koningschap, de vertegen
woordigende regeeringsvorin, de autono
mie van de provincie en van de gemeente
zou wenschen ter zijde te stellen of af
te schallen De Grondwetsherziening
waarvan thans sprake is, is nimmer in
anderen geest verdedigd en kan nimmer
iets anders bedoelen dan de opruiming
van hinderpalen, welke door onjuiste of
verouderde voorschriften der Grondwet,
aan de vrije ontwikkeling en het duur
zaam voortbestaan onzer constitutioneele
instellingen worden in den weg gelegd.
Zij zal daarom altijd eene partiëele moe
ten blijven. Het kan alleen de vraag zijn,
welke bepalingen verandering eischen,
„En hoe komt (lie in uw bezit
„Ik zag hem gisteren op Mariannes schrijf
tafel liggen zij was er waarschijnlijk mede be
zig, toen zij naar Greta geloopen is. Hier is
hij."
Doch dokter Sturm nam dsn brief, dien zij
hern bood, niet aan, maar zeide „Dat vind ik
slecht van u, Therese, en misbruik maken van
vertrouwen. Ik weet, gij meent het goed met mij,
maar daarom kan ik uwe daad toch niet billij
ken. Bovendien ik geloof niet, dat hij iets kwaads
bevat, ware dit zoo, dan zoude Marianne hem
wel geborgen hebben."
„Dat komt alleen, omdat zij zulks vergat in
haren schrik te doen", antwoordde Therese
met het grootste ongeduld, terwijl zij stond te
stampvoeten van kwaadheid. „Daar lees hem dan
zelf, oude dwaas", ging zij schamper lachend
voort, terwijl zij het ongelukkige blad papier
vlak voor hem wierp, „en geef het haar zelf
terug, of indien zulks u beter bevalt ga
hem in eigen persoon aan het adres van uwen i
kostelijken neef brengen, ik bekommer er mij
niet verder om. O mijn God, dat ik dit nog
van Marianne beleven moest
Dreunend vloog de deur van het studeer
vertrek in liet slot, tante Therese was ver
trokken en de dokter was alleen met de» brief
en zijne sombere gedachten. Duidelijk hoorde
Marianne het rammelen van het papier in zij
ne hand, toen eene diepe zucht en eindelijk
het hartverscheurend „Marianne, ach waarom
hebt gij mij dit aangedaan
Onbewegelijk en met ingehouden adem had
zij tot hiertoe staan luisteren, doch dit was haar
niet langer mogelijk. Als door een elektrischen
schok getroffen, sprong zij uit hare gebogen
houding op. Vergeten was op eenmaal al hare
pijn, vergeten het ondragelijk geklop van hare
gloeiende slapen. Zij was bezield met slechts
ééne gedachte, ééne impulsie namelijk die
belemmerend werken en slechts daarom
trent kan in meerdere of mindere mate
verschil van gevoelen bestaan."
Maar ziet nu eens, in 1882, toen
het ministerie Van Lijnden ontslag had
gevraagd, ,werd den heer Tak de gele
genheid geopend een oplossing van de
crisis te zoeken door de samenstelling
van een Kabinet in den geest der meer
derheid. Door de ervaring geleerd, stelde
hij den eisch der Grondwetsherziening
op den voorgrond. De raadgevers der
Kroon adviseeren tot verwerping van dit
programma, en de heer Van Lijnden
blijft aan het bewind. Toch streek
hetzelfde Ministerie, dat in Mei '82 zich
nog de afwending van grondwetsherzie
ning ten taak stelde, reeds in September
de vlag en plaatste die herziening in de
Troonrede op het Regeeringsprogram.
De crisis van dit jaar, 1883, belet het
KabinetVan Lijnden een stap in die
richting te doen, en weder wordt de op
dracht tol vorming van een nieuw be
wind aan een lid der linkerzijde beant
woord met een herzieningsplan, maar
geschiedt die opdracht niet aan de man
nen die het eerst de herziening aan de orde
hebben gesteld. Dit te-kort doen aan de
parlementaire usantiën doet elke liberale
combinatie mislukken, en het eind van
de geschiedenis is het optreden van den
heer Heemskerk, die de bekende com
missie benoemt.
Zou uit deze vluchtige beschouwing
niet blijken, dat het bij den herzienings
arbeid aan den noodigen ernst ontbreekt,
dat de mannen die aan het roer zitten
reeds genoeg gedaan meenen te hebben
als zij er op kunnen wijzen dat er iets
gedaan wordt, onverschillig met welk
resultaat
En als er iets bij deze zaak dringend
om haren echtgenoot ter zijde te staan in het
uur van bittere smart en hem moedig te be
kennen, dat zij niet zoo schuldig was als hij
haar wel dacht, want dat zij hem nimmer wer
kelijk bedrogen, alleen maar geluisterd had naar
de taal van een ander.
Zachtkens opende zij de deur, maar bleef
als vastgenageld op den drempel staan. Was de
man, die daar met gebogen hoofd, de handen
krampachtig voor het gelaat gedrukt, in den
leuningstoel zat, haar echtgenoot haar pen-
maal bedaarde echtgenoot Zie, hoe hij zacht
kermend daar nederzit, evenals iemand dieeene
doodelijke wonde met zich in het harte omdraagt,
en luister, hoe hij nu en dan eenigc afge
broken woorden laat hooren „Wat heeftdie
schandelijke bedriegerdan tochgedaan,
orn mij zoohaar hartte onstelen Ach
hij kanhaar toch nietliefhebbenzoo.
als ikmet eene liefdedie ieder oogen-
blikbereid wasmijn levenvoor het ha
rete gevenNeen, nog meerwilde ik
doenTienduizend levenshad ik willen ge
venom het harete reddenAch waar
om moest zijmij verraden waarom
moest ik haar verliezen Ik kanhet niet
verdragenneen, ik kan niot
Met fonkelend oog zag Marianne op hem ne
der.
Al haar angst en schrik over het ontdekken
van haar geheim, al haar inwendig verdriet
was op eenmaal gevloden en slechts ééne ju
belende gedachte vervulde haar het hart en,
brein zij wist thans, dat zij bemind werd
met eene liefde „diep, rein, hartstochtelijk"
want haar golden al deze woorden Zoo was
dan toch eindelijk dat „groote geluk" gekomen,
waarvan zij in hare meisjesjaren gedroomd had,
en zonder dat zij het zich zelve bewust was,
had het haar sedert maanden omringd, verbor
gen als het wa3 onder dat stille, ernstige uiter-
noodig is, dan is het ernst. De anti-re
volutionaire partij heeft bij voorbaat haar
eisch gesteldgeer. herziening, zoo
deze niet omvat opheffing v?n de staats
zorg voor voldoend lager onde.^ys en
losmaking van den financiëelen band tus
schen den Staat en de kerkgenootschap
pen. Waar dergelijke stellige eischen
op den voorgrond worden gesteld, als
onafwijsbare voorwaarden, en men al-
zoo weigert af te wachten hoe een nieu
we, volksvertegenwoordiging, gekozen door
eene nieuwe uitgebreide groep van kie
zers, overdeze belangrijke quaestiën oor
deelt, daar is gemeen overleg vanzelf
uitgesloten, en kunnen we niet nalaten
de vrees uit te drukken, dat Grondwets
herziening nog in een zeer verwijderd
verschiet ligt.
POLITIE.
Aan het bureau van Politie te Amers
foort, zijn gedurende de maanden Sep
tember, October en November 11. als ge
vonden gedeponeerd
1 gouden oorbelletje, 1 koperen arm
band, 1 ondergedeelte van een gouden
oorbel, 1 kurkentrekker, 1 parapluie. 2
zilveren vingerhoeden, 1 Engelsch hor
loge, t gouden oorbelletje, 1 koperen
manchetknoop, 1 koperen halsband en
1 portemonnaie waarin eenig geld.
Daarop rechthebbenden kunnen deze
voorwerpen aan voormeld bureau terug
bekomen alle werkdagen des namiddags
van 46 uur.
De fungd. Commissaris van Politic
CELOSSE.
Amersfoort, 5 December 1883.
Zondag e. k., 9 December, 's morgens
lijk van haren niet meer jeugdigen gemaal
„O, God ik dank u," fluisterde zij zacht.
Daar zat hij, de oogenschijnlijk koude, onge
voelige man en weende als een kind om zijn
verloren gewaand geluk En deze tranen wer
den om haar geschreid om haar alleent
Ach, zij wilde ze alle wegkussen van zijn wan
gen met eene liefde en teederheid, zooals zij
hem nog nimmer te voren bewezen had
Langzaam trad zij nader, sloeg de armen om
zijnen hals heen en drukte zijn geliefd hoofd
tegen hare borst aan, terwijljhare gloeiende lip
pen zijn haar beroerden.
„Liefste Robert," sprak zij met bevende stem
„ach, ik bid u, neem uwe handen weg en zie
mij aan een oogenblik slechts
Hij deed, wat zijne vrouw hem verzocht had,
keek haar treurig aan, en schoof haar toen zacht
op zijde.
„Niet meer, Marianne, niet meer," sprak hij
langzaam. „Ach, verspil uwe teederheid niet
langer aan een oud man, dien gij toch niet be
grijpt. Onze jaren verschillen te veel, dat had
ik eerder moeten bedenken. Het is niets meer
dan natuurlijk, dat het zoo gegaan is maar toch
het doet mij leed, leed tot diep in de ziel. Laat
hij u tot zich nemen, kind, en u gelukkig ma
ken, ik heb zulks niet kunnen doen. Uw leven
zal dan niet verwoest, uwe toekomst niet zon
der eenige hope zijn, zooals dat nu met mij
het geval is. Slechts één ding grieft mij, grieft
mij meer dan mijn eigen ongeluk het is,
dat gij niet zijt de vrouw, rein en onschuldig,
die ik dacht dat gij waart, gij zelf hebt het
beeld verpletterd, dat ik in mijn hart droeg,
gij hadt niets in het geheim moeten doen,
gij hadt mij niet moeten bedriegenMarianne
(Wordt vervolgd.)