Officiëele Publicatien. deling men aan onvoorziene en niet te vermijden gebeurljjkheden kan zijn blootgesteld, die een ontploffing ver oorzaken kunnen. De adressanten van Bodegrave wor den hier met een kluitje in 't riet gestuurd. De petitionarissen die zich het ge vaar, verbonden aan de wederoprich ting van de fabriek „De Krijgsman" te Muiden, hebben aangetrokken, voor al met het oog op het zoo belang rijke Muiderslot, krijgen hier onver wachts in de leden der Commissie krachtige bondgenooten. Immers, de heeren erkennen volmondig dat er uit die inrichting een bijzonder ge vaar kan ontstaan, tusschen de regels laten zij zelfs doorschemeren, dat dit gevaar niet gering is te achten.... Welnu, dan zal men ook aangaande het Muider-adres onmogelijk hetzelfde kunnen voorstellen wat hier in over weging wordt gegeven, namelijk den Minister dank te zeggen voor de in lichtingen en ze voor kennisgeving aan te nemen. Of de Kamer daartoe maar zonder tegenstribbelen zal overgaan Wij hopen iets anders. Er moet nadrukkelijk gewezen worden op het zinledige van het commissie-rapport, en de vraag moet met ernst gesteld worden of het bepaald noodig Is dat de bevolking eener nijvre landstreek voor heel het Vaderland de kans op zich neemt, op een niet vooraf te berekenen oogenblik in de lucht te vliegen De BURGEMEESTER en WETHOU DERS van AMERSFOORT, doen te weten, dat door den Raad dier gemeente zijn vastgesteld de navolgende verordeningen VEKORDEXIXG tot helling eener belasting op «le honden. De RAAD der gemeente Amersfoort, Gezien de artt, 230, 240, en 253 der gemeentewet, Besluit: Art. 1. Er wordt eene belasting ge heven op de honden. Art. 2. Voor de heffing dezer belasting wordt als eigenaar of bezitter, en mits dien als belastingschuldige gehouden, het hoofd van het huisgezin waarin de hond gehouden wordt, onverschillig of die hond meer bijzonder aan een der leden van het huisgezin mocht behooren. Personen op zich zeiven bij anderen inwonende zijn persoonlijk de belasting verschuldigd. Art. 3. De jaarlijksche belastig bedraagt voor eiken hond drie gulden. Verwisse ling van honden, gedurende den loop van het dienstjaar bij denzelfden belasting schuldige, heeft geene vermeerdering ten gevolge. Al t. 4. Het bedrag der belasting wordt op de helft verminderd voor honden uit sluitend gehouden ten dienste van den landbouw of eenig bedrijf van nijverheid of ter bewaking van gebouwen of erven. Art. 5. De belastingisniet verschuldigd: le voor honden beneden den leeftijd van twee maanden 2e voor honden gehouden op vaartui gen door daarop wonende schippers, niet wonende doch slechts tijdelijk verblijvende in de gemeente, mits de honden het vaar tuig niet verlaten; 3e voor honden toebehoorende aan per sonen buiten de gemeente wonende, ver gezeld van hunne meesters of geleiders en niet langer dan drie dagen binnen de gemeente verblijvende. Bij langer verblijf binnen de gemeente is daarvoor de belasting verschuldig, die echter wordt teruggegeven overeenkom stig de bepaling van art. 10 der veror dening op de invordering dezer belasting, indien de honden niet langer dan 14 dagen binnen de gemeente verblijven. Art. 6. Het belastingjaar loopt van 1 Januari tot en met 31 December. Art. 7. De volle belasting is verschul digd voor honden aangegeven vóór 1 Juli. Bij aangifte na dien tijd is slechts de halve belasting verschuldigd. Art 8. Deze verordening treedt in wer king op den dertigsten dag na de konink lijke goedkeuring. Art. 9. Met het in werking treden van deze verordening tot heffing eener belas ting op de honden, door den Gemeente- 27 December 1853 raad den 6 Juli 1854 vastgesteld en 3 October '1865 goedgekeurd bij koninklijke besluiten van 19 Augustus 1854. no. 68, ingetrokken, den 17 October 1865, no. 76, behoudens hare toepassing voor zooveel vroegere dienstjaren betreft. Aldus vastgesteld ter openbare ver- i J 10 Januari gadenng van den 1884. 6 12Febiuari De Voorzitter, T. A. J. VAN ASCH VAN WIJCK. De Secretaris, W. L. SCHELTUS. Zijnde de heffing goedgekeurd bij het koninklijk besluit van den 7. Maart 1884, no. 6. TERORDENING opdeinvor- tleriug eener belasting op de bonden. De RAAD der gemeente Amersfoort. Gezien zijn besluit van heden tot hef fing eener belasting op de honden, Gezien art. 257 der gemeentewet, Besluit: Art. 1. Ieder die belastingschuldig is voor een of meer honden, doet daarvan jaarlijks in den loop der maand Januaii aangifte ten kantore van den gemeente ontvanger, door invulling en onderteeke- ning van een gedrukt beschrijvingsbiljet, dat aldaar kosteloos wordt verstrekt. Voor hen die het beschrijvingsbiljet niet kunnen onderteekenen, geschiedt zulks, namens hen, door den gemeente ontvanger bij de inlevering van het biljet. Art. 2. Zij die eerst na het verstrijken der maand Januari een belastbaren hond aanschaffen, of het getal hunner belast bare honden vermeerderen, doen dharvan dadelijk aangifte op de wijze bij art. 1 bepaald. Tot gelijke aangifte zijn ook verplicht zij die na het voormeld tijdstip zich in de gemeente komen vestigen, en wel bin nen vier weken na die vestiging. Art. 3. Het is verboden, ter ontduiking van de belasting onware of valsche op gaven in het beschrijvingsbiljet te ver melden, alsook de honden bedoeld bij art. 4 der verordening op de heffing de zer belasting, op den openbaren weg te laten komen op andere wijze dan door een persoon begeleid en vastgehouden aan een touw of ketting, dan wel bij het hoeden van schapen, vergezeld van een herder. Art. 4. Indien de gemeente-ontvanger vermeent met de opgaaf in het beschrij vingsbiljet vermeld, geen genoegen te kunnen nemen, is hij bevoegd daarvan op dat biljet aanteekening te doen en moet de betaling der belasting alsdan geschieden volgens den aanslag van den ontvanger, voorbehoudens bevoegdheid van den belanghebbende om bij Burge meester en Wethouders herziening van den aanslag en teruggaaf van het te veel of onverschuldigd betaalde te vragen. Art. 5. De belasting moet dadelijk bij de aangifte ten kantore van den gemeente ontvanger worden voldaan, tegen bewijs van betaling. Art, 6. Bij de betaling wordt aan den belastingschuldige voor eiken hond koste loos een kenteeken uitgereikt, volgens model telken jare door Burgemeester en Wethouders vasttestellen, waarop tevens het dienstjaar en een doorloopend volg nummer is vermeld. Dit kenteeken is slechts geldig voor het loopend dienstjaar en de maand Januari daaraanvolgende, na welken tijd het ver boden is dit door honden te laten dragen. Art 7. De belastingschuldigen zijn ver plicht tot verzekering van het toezicht op de belasting hunner honden, zoolang die zich op den openbaren weg bevinden, dit kenteeken, behoorlijk zichtbaar, aan een halsband bevestigd, te doen dragen, en het na afloop van het dienstjaar in de daarop volgende maand weder inteleve- ren bij den gemeente-ontvanger. De honden bedoeld bij art 4 der ver ordening op de heffing dezer belasting, moeten voortdurend van het kenteeken zijn voorzien. Art. 8. Het is vei boden dit kenteeken aan anderen aftegeven of in gebruik te geven, gelijk het almede verboden is aan een ieder die zich niet heeft aangegeven als belastingschuldigde, zijne honden van zoodanig kenteeken onbevoegdelijk te voorzien. Art. 9. De gemeente-ontvanger zal aan den belastingschuldige, die dit kenteeken heeft verloren, op schriftelijke aanvraag en na vertoon van het bewijs van be taalde belasting, een nieuw kenteeken mogen afgeven, tegen betaling van f 0,25. Zoodra het nieuwe kenteeken is afge geven, heeft het vermiste kenteeken alle waarde verloren en geldt niet langer als bewijs van betaalde belasting. Art. 10. Personen die elders wonen, doch tijdelijk binnen deze gemeente ver blijven en hunne honden gedurende dat verblijf bij zich willen houden, zijn ver plicht binnen drie dagen op de wijze als in artikel 1 bepaald, daarvan aangifte te doen, da bepalingen van artt. 38 nate leven en de belasting te betalen, doch zal hun deze worden teruggegeven bij hnn vertrek uit de gemeente, tegen te ruggaaf van het hun uitgereikte kentee ken, mits zich daartoe uiterlijk binnen 14 dagen na de betaling der belasting bij den gemeente-ontvanger aanmeldende. Bij langer verbiijf dan 14 dagen wordt geene teruggaaf van betaalde belasting gedaan. Art. 11. De bepalingen dezer verorde ning zijn niet toepasselijk op honden van elders ingevoerd door of toebehoorende aan personen buiten de gemeente geves tigd, die de gemeente doorgevoerd wor den, mits de doorvoer binnen drie dagen is volbracht. Bij langer verblijf der honden binnen de gemeente is art. 10 van toepassing. Gedurende den doorvoer moeten de honden, tenzij die worden gebezigd in de uitoefening van jachtbedrijf of bij het hoeden van schapen, door hunne meesters voordurend aan een touw of ketting vast gehouden of wel aan het voertuig waarbij zij behooren, bevestigd worden. Art. 12. Honden die niet van het kenteeken in art. 6 bedoeld zijn voorzien, worden ingeval zij na den 31. Januari op den openbaren weg worden gevonden, door de politie in bewaring genomen. De eigenaars kunnen die honden tegen betaling der kosten van onderhoud en van de geheele belasting, tenzij die in den loop van het jaar reeds was voldaan, terugbekomen binnen drie dagen na de aanhouding, na verloop van welken tijd over die honden door de politie zal wor den beschikt. Op gelijke wijze wordt behandeld met de honden in strijd met art. 3 dezer ver ordening op den openbaren weg gevon-l den of niet begeleid, vastgehouden of vastgemaakt, zooals bij art. 5 der ver ordening tot heffing der belasting is voor geschreven. Art. 13. De beëedigde ambtenaren en 1 bedienden, daartoe zoo noodig door Bur- gemeester en "Wethouders aantewijzen, alsmede alle politie-beambten, mits voor- zien van hunne aanstelling, zijn bevoegd van alle overtredingen der bepalingen dezer verordening proces-verbaal optema- ken op den eed bij de aanvaarding hun ner betrekking afgelegd. Art. 14. Ontduiking of overtreding der bepalingen dezer verordening, de poging daartoe of medeplichtigheid daaraan, als mede verzet bij de invordering der be lasting of de handhaving der bepalingen en voorschriften dezer verordening, wor den gestraft volgens de bepalingen der gemeentewet, onverminderd de verplich ting tot betaling of aanvulling der ver schuldigde belasting. Overgangsbepalingen. Art. 15. Wanneer de koninklijke goed keuring op de verordening tot heffing der belasting niet vóór 1 Januari 1884 is verkregen, zal de aangifte bedoeld in art. 1 moeten geschieden in den loop der eerstvolgende maand na hare inwer kingtreding, in welk geval de bepalingen van artt. 7 en 12 op den eersten dag van de daaropvolgende maand van kracht zijn. Art. 16. Tot het doen van de eerste aangifte na het inwerkingtreden dezer verordening, wordt van wege den ge meente-ontvanger het bij art. 1 bedoeld beschrijvingsbiljet aan alle huizen afge geven, onverminderd de verplichting van den belastingschuldige, bij het niet ont vangen van dit biljet, de aangifte over eenkomstig de bepalingen dezer verorde ning te doen. Art. 17. Met het inwerki gtreden van deze verordening is de thans bestaande verordening op de invordering der be lasting op de honden door den gemeen- 27. December 1853 teraad vastgesteld den 6. Juli •1854 Gedaan en op de daarvoor gebruikelijk ke plaatsen aangeplakt te Amersfoort, den 19. Maart 1884. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, T. A. J. VAN ASCH VAN WIJCK. De Secretaris, W. L. SCHELTUS. De BURGEMEESTER en WETHOU- van AMERSFOORT, Brengen ter kennis van de belangheb benden, dat de lijsten, aanwijzende de personen, in deze gemeente bevoegd tot het kiezen van leden voor de Tweede kamer der staten-generaal, de Provinciale staten en den Gemeenteraad, zijn vast gesteld, en benevens die, behelzende de namen der personen, welke ingevolge art. 35 der wet van den 4. Juni 1850 (Staats blad No. 37) van gemelde lijsten zijn geschrapt, op heden aan de bergplaats bij het raadhuis zijn aangeplaktwelke lijsten gedurende veertien dagen, te reke nen van heden, alle werkdagen van 10 tot 1 uur, op de Secretarie dezer gemeente voor eenieder ter inzage liggen. Amersfoort, den 22. Maart 1884. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, T. A. J. VAN ASCH VAN WIJCK. De Secretaris, W. L. SCHELTUS. Amerfoort, 22 Maart 1884. Z. M. heeft herbenoemd, met ingang van 12 April, tot burgemeester van Wou denberg den heer J. B. de Beaufort. Aan den laagsten inschrijver, voor het verbouwen der Sociëteit Concordia, den Heer Van Doornik te Baarn is het werk, voor de somme van zestien duizend vijf honderd gulden, gegund. Naar aanleiding van de advertentie, in ons blad opgenomen, vestigen wij de aandacht van belangstellenden om bij gelegenheid van de landbouwfeesten, hunne kamers aan de bezoekers te kun nen verhuren, tijdige aangifte zal de Commissie zeker aangenaam zijn. Wij uiten den wensch dat het a.s. Congres dezelfde sympathie en medewer king tot opluistering, van de burgerij zal mogen ondervinden, als het vorige ten deel viel. Wij kunnen alsdan weder eenige aangename dagen tegemoet zien. Voor hen die er nog niet mede bekend zijn deelen wij mede, dat eene deelneming aan het waarborgfonds toegang geeft tot alle festiviteiten de deelname ad ƒ10. blijft voorloopig nog opengesteld. Gisteren is de landloopster C. W., pas uit de gevangenis ontslagen, weder door de politie gearresteerd. Zijnde zoo beschonken dat zij per voertuig, alias kruiwagen, moest getransporteerd worden. Gisteren is E. W. door een ongeluk kig toeval van zijn kar gevallen en moet zich nog al aan het hoofd bezeerd hebben. 3. October 1865 ingetrokken, behoudens hare toepassing voor zooveel de invordering der belasting over vroegere dienstjaren betreft. Aldus vastgesteld in de openbare, vergadering van den Raad der gemeente Amersfoort, van den 1884 10 Februari De Voorzitter, T. J. A. VAN ASCH VAN WIJCK. De Secretraris, W. L. SCHELTUS. BINNENLAND. Volgens het jaarboekje der Nederl. Chr. Jongelingsvereenigingen werden in 1883 de Zondagsscholen bezocht, o. a. te Delfst- haven door 400, te Charlois door 300, te 's-Hage 450, te Hendrik-Ido-Ambacht door 280 en te Rotterdam door 500 leer lingen. Er zijn 464 Jongelingsvereeni gingen in ons land gevestigd met 9099 leden. Het aantal vereenigingen nam met 20 toe, dat der leden bleef onveranderd. In het Noorden des lands was vermin dering merkbaar, in Zeeland was eenige vooruitgang. Eigen lokalen bezitten zij o. a. te 's-Hage, Vlaardingen, Kralingen en Wassenaar. De Transvalers ontvangen hier te lande overal de ondubbelzinnigste blijken van achting en sympathie, iets dat zij onge twijfeld zeer aangenaam zullen vinden, maar waarvoor zij niet gekomen zijn. De reden van hun komst was het sluiten van een leening, om met dat geld den bloei van hun land te helpen bevorderen. Nu stelt de Arnhemsche Courant voor, om voor dat doel een groote volksleening op touw te zetten, waaraan zeker, ten minste afgaande op den bijval welken de Trans valers ondervinden, een ieder gaarne zal deelnemen. Dat onze geldmannen het geld zullen,

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1884 | | pagina 2