NIEUWE
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
AMERSFOORT, BAARN, BUNSCHOTEN, EEMNES, HAMERSVELD, HOEVELAKEN, HOOGLAND, LEUSDEN, SOEST,
VUURSCHE, SCHERPENZEEL EN WOUDENBERG
Op mijn eerste reis.
Feuilleton.
No 98.
Zaterdag 6 December 1884.
Dertiende Jaargang.
Uitgever: A. M. Slothouwer,
Becbt en rechtsgevoel.
Buitenlandsch Overzicht.
AMERSFOORTSCRE COURANT.
Abonnementsprijs voor Amersfoort per 3 maanden f 1,—.
Franco door het geheele Rijk1,10.
Afzonderlijke nummers3 Cent.
Dit Blad verschijnt des Woensdags en des Zaterdags.
te Amersfoort.
Alvertentiën van 16 regelsf 0,40.
Iedere regel meer 0,05
Voor het Buitenland0,07
Reclames per regel 0,30.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte
Zij «lie zich van lie
den af op deze courant
abonneeren, ontvangen «le
Hummers tot 1 Januari a. s.
GRATIS.
Veroorloof ons waarde lezer, en ook
gij, geëerde lezeres, een eenvoudige vraag
»Hebt u het Strafwetboek weieens ge
lezen
Ge weet wel, dat Strafwetboek, het
nieuwe, hetwelk in het buitenland wordt
verheerlijkt als een keurige proeve van
wetenschappelijken en practischen zin,
gegrond op een hooge opvatting van het
Recht Dat Strafwetboek, welks invoering
ons altijd wordt voorgehouden als iets
dat zeer aanstaande is, evenals we een
vermoeiden reismakker, onbekend met de
lengte van den weg, weieens paaien met
«Zoo aanstonds zijn wij er?"
Nog niet gelezen, zegt u
Welnuwij ook niet.
Het spreekt vanzelf, sommige alge-
meene beginselen, waarvan de wetgever
bij dien arbeid is uitgegaan, zijn u en
ons niet geheel onbekend gebleven. Maar
hoe beperkt onze kennis in deze ook
zijn moge, we schamen (ons daar niet
voor, en zijn volstrekt niet van plan die
leemte zoo spoedig mogelijk aan te vullen.
De eigenlijke belanghebbenden in al de
vraagstukken, door het Strafwetboek ge
steld en opgelost, zijn de rechtsgeleerden
en de misdadigers: wij, leeken in beide
opzichten, kunnen gerust en zonder zelf
verwijt onze aandacht aan andere dingen
wijden.
Doch wanneer we de zaak over een
In een ander gedeelte van de zaal gaf een
troep zangers en dansers bun kunsten ten beste;
zij konden op een rijke belooning rekenen, want
het publiek was zeer vrijgevig, een eigenschap
van alle ware spelers.
luist op dit oogenblik hadden de kunstenaars
hunne vertooning geëindigd, en een klein, pot
sierlijk uitgedost meisje van tien jaar, dat in
deze tel den indruk maakte vaneen teer bloempje
in den krater van een vulkaan, ging rnet een
schotel, zooals de goudgravers dien gebruiken
voor het wasschen van het zand, de zaal rond.
De schotel was spoedig vol, en het meisje had
alleen van den Kentuckiër nog niets gehad.
Deze bekeek het kleine ding een oogenblik,
stak toen zijn groote hand in den broekzak, en
haalde er een handvol glinsterende, tamelijk
zware goudkorrels uit, die hij in de schaal liet
vallen. Het meisje, verheugd over zulk een rijke
gift, bedankte hem en keerde naar den troep
terug. De Kentuckiër was blijkbaar getroffen
door het onschuldige kindergezichthij bromde
in zijn blonden baard.
«Ik had niet gedacht, dat kinderen zoo aardig
konden zijn. Hm, het is toch zonderling, dat ik
op het zien van die kleinen altijd weemoedig
gestemd word, zoo'n oude krokodil als ik ben."
Maar plotseling voelde hij een vreemd lichaam
in zijne nabijheid, hij draaide zich om en pakte
een zijner buren op hetzelfde oogenblik, dat deze
zijn hand weer uit den zak van den reus wilde
halen. De kolossus hield hem stevig vast en brulde
ruimer gezichtsveld beschouwen, dan
komen wij tot de erkenning, dat de nood
wendigheid van het bestaan van eep
Strafwetboek een veroordeelend vonnis is,
tegen de maatschappij uitgesproken.
Zij bewijst, dat de onderlinge ver
houding van menschen, wier hoogste
roeping het is als broeders met elkander
en voor elkander te leven, nog lang niet
aan dat ideaal beantwoordt. De Wet
regelt slechts de uiterlijke betrekkingen,
de uitwendige daden, die de uitvloeisels
zijn van onze beginselen deze zelve vallen
buiten het bereik van menschelijke waar
neming en controle.
In de geschiedenis der Oudheid wordt
melding gemaakt van een wetgever, die
geen straf bepaalde voor vadermoord
hij achtte dien zulk een afschuwelijk en
onmogelijk misdrijf, dat hij zelfs de ge
dachte, dat hij ooit zou voorkomen geen
plaatst kon geven in zijn" overwegingen.
Op dezelfde wijze kunnen we ons een
ideale maatschappij voorstellen, waarin
de reine beginselen des Cristendoms
zoozeer zijn doorgedrongen, dat er geen
maatregelen meer noodig zijn, om de vei
ligheid van personen en bezittingan te
waarborgen. En wil men nu een maatstaf
ter bepaling van den weg, dien de mensch-
heid nog te doorloopen heeft, alvorens
zij zal beantwoorden aan den eenvou-
digsten eisch, baar gesteld, dan neme
men daartoe de verbazing, met welke wij
allen het denkbeeld aanschouwen van een
staat zonder Strafwetboek.
Laat ons in aanmerking nemen, dat er
in het woord recht zelf een belangrijk
element van zelfzucht ligt opgesloten.
Wanneer twee menschen verplicht zijn,
elkander het betreden van zeker terrein
te betwisten, dan is minstens een van
beiden begeerig naar hetgeen hem niet
met een geweldige stem:
«Wacht, jou zakkenroller, wacht maar
Qe gevangen dief trachtte zich los te rukken
en te ontvluchten, want met de lynchwet was
geen gekscheren, en hij zou ook wel ontkomen
zijn, maar op de woorden van den reus was er
snel een kring gevormd om de twee, en twintig
handen strekten zich reeds uit, om den onge
lukkige vast te houden, maar de Kentuckiër
zeide bedaard: «Niet noodig, heeren Ik zal dit
zaakje wel alleen klaarspelen en dezen schelm
aan den muur rijgen als een gemeenen uil,
tot voorbeeld voor anderen van zijne soort?"
«Wie durft er beweren," riep de zakkenroller
met zijn schrille stem, «dat don Esteban de
Cuchillo y Martomoras een schelm is?"
«Dat beweer ik!"
«Trek uw woorden in, of por la madre de
Diosik draai u den hals om als een ouden
hond
De spelers verlieten de tafee en vormden een
wijden kring om de kampioenen, om toch vooral
geen enkele bijzonderheid van het gevecht uit
liet oog te verliezen. Anderen bleven achteloos
op de sofas liggen en zagen met een kennersoog
de toebereidselen aan tot dit tooneel, dat zij
waarschijnlijk al meer hadden bijgewoond.
De beide partijen vormden een eigenaardig
contrast met elkaar. De Kentuckier was een
man van meer dan zes voet hoog, breed, sterk
en gespierd naar evenredigheid, terwijl zijn
tegenstander met den weidschen naam zeker
een voet kleiner, maar taai en vlug was. Hij
was een Spanjaard, zoools men ze in Mexico
veel ziet, en had bij het spel alles,zijn
mantel verloren. "Vlug opende hij zijn groote
navaja, en trok hij het zware gorlijn van een
der vensters naar beneden. De zware ijzeren
roede viel met groot geweld op den grond, en
daar zij den Spanjaard slechts in zijn doel zou
toekomt, en handelt hij ten eenenmale in
strijd met de voorschriften der broeder
min, die in geen wetsartikelen uitgedrukt
kunnen worden.
Tot op den huidigen dag is de kamp,
die in den boezem der maatschappij wordt
gevoerd, nog niets anders dan een ver
overing en bevestiging van rechten, en zij,
die nog het hoogst staan in zedelijkheids
begrippen, zijn dan zóó welwillend althans,
om te erkennen, dat er tegenover rechten
ook plichten staan. Dat is ten minste
iets gewonnen, al is het nog niet zoo
heel veel. Voor het overige tracht men,
openlijk of in 't verborgen, vaak niet
weinig op de laatste af te dingen,
terwijl men geen enkele gelegenheid laat
voorbijgaan om de eerste zeer luid te doen
klinken.
Wat verder die plichten aangaat,
velen beschouwen ze als iets dat hun, ja,
is opgelegd, en waaraan ze zich niet kun
nen, niet durven en dus ook niet willen
onttrekken, maar dat toch in den grond
der zaak voor hen «een noodzakelijk
kwaad" is. Derhalve niet als een uit
vloeisel van den innerlijken drang des
harten, en even onmisbaar voor ons gees
telijk leven, als de lucht, die we inademen,
voor ons stoffelijk bestaan.
Zoo ook verheft zich ons rechtsgevoel
meestal niet boven het gewone peil der
persoonlijke belangen, of, zoo het
wordt toegepast op omstandigheden waar
bij we niet zelf zijn betrokken, dan blijft
het begrensd binnen de perken der ge
schreven wet.
Een merkwaardige toelichting op deze
stelling leverde, niet lang geleden, de
bekende geschiedenis van het duivenschie-
ten en het verbod van den Minister Mod
derman. De jongelieden, die op hun eigen
grond dit wreedaardig vermaak wilden
«genieten," meenden volkomen »in hun
gehinderd hebber., trok hij haar uit de ringen
van het gordijn en wierp haar op een tafel. De
zware stof vouwde hij in vieren, wikkelde die
oin zijn linker arm, en was toen geheel gereed,
om zijn vijaud af te wachten.
«Wilt gij," vroeg hij tandenknarsend, «uwe
beleedigende woorden intrekken en hier openlijk
verklaren, dat ik een eerlijk caballere ben?"
De reus keek zijn tegenstander een oogenblik
aan, en spoog toen een groote hoeveelheid
tabakssap recht voor zich uit; met de aan zijne
landslieden eigene onverschilliigheid begon hij
het Yankee Doodle te fluiten, en probeerde hij
de punt van zijn bowiemes op den nagel van
zijn duim. D:>arop lachte hij even en zette zich
in positie. Het gezelschap zou dus het schouw
spel van een gevecht op leven en dood ge
nieten.
«Ik voorzie," zeide een Amerikaan tot een
Engelschman, «dat de Kentuckiër den hidalgo ain
reepen zal snijden."
sWellantwoordde de Engelschman, «ik
verwed er honderd pond onder, dat de hidalgo den
Yankee overhoop steekt."
«Vooruit, ik neem het aan I"
«Ik verwed tweehonderd pond op den Yankee!"
riep een Franschman.
«En ik op den Spanjaard!" riep een andere
stem.
«Topen ook deze weddenschap werd aan
gegaan, zooals nog veel andere.
Don Esteban de Cuchillo y Matamorbo be
kommerde zich niet om het gezelschap, maar
bukte zich plotseling en wilde zijn tegenpartij
een steek in het onderlijf toebrengen de Ameri
kaan wist dezen steek echter te pareeren met
een behendigheid, die men van zulk een olifant
niet zou verwacht hebben.
In het volgende oogenblik moest de hidalgo
een zijsporing maken, om het vreeselijke mes
recht" te zijn, en zouden, zonder delus-
schenkomst des Ministers, de volksopinie
hebben getrotseerd die, opmerkelijk ge
noeg, zich ditmaal op een hooger stand
punt dan van de Wet plaatste. En de
Minister had den moed, over .de Wet
heen te zien, en bet ongeformuleerde
recht tot leiddraad te nemen, al moest hij
ook, om zich te wapenen tegen de ge
reedliggende beschuldiging van rechts
krenking, zich gronden op het argument,
dat er gevaar bestond voor verstoring
der openbare orde.
Verfijning van het rechtsgevoel, in dien
zin, dat het zich vrijmaakt van den invloed
eener bedreigde straf, en zich verheft
tot het beginsel, dat de levende kern
uitmaakt van het Cristendom. zietdaar
de taak, waartoe wij allen zijn geroepen
mede te werken. Dat, en niets anders,
is de arbeid der beschaving.
Aan het debat in den Rijksdag, over de
regeeringsvoordracht tot subsidiëering
van eenige overzeesche stoomvaartlijnen
nam von Bismarck een zeer werkdadig
deel. Hetgeen thans zeide hij o. a.
tegen de rentabiliteit van stoomvaart
lijnen wordt aangevoerd, is hetzelfde,
wat men indertijd heeft aangevoerd tegen
alle nieuwe spoorweglijnen. Het is hier
te doen, om een dergelijke subsidie, als
die van den St. Gothard-spoorwegbij
dezen laatste bestonden, zooals er wel
eens beweerd is, volstrekt geen redenen
van militairen aardalleen het belang
van den handel had de Regeering in het
oog gehouden. Zoo beeft ook de huidige
wetsvoordracht der Regeering ten doel,
om nieuwe terreinen van debiet voor den
Duitschen handel te openen. Het einde
van den Yankee te ontgaan, dat hem anders
zonder twijfel het hoofd van den romp zou ge
scheiden hebben.
De beide tegenstanders, die nu elkanders
kracht en behendigheid kenden, zagen elkaar een
oogenblik verbaasd aan, en werden toen opmerk
zamer en voorzichtiger.
Het gevecht begon op nieuw, en het bleek
nu spoedig, dat de Amerikaan den Spanjaard
de haas was. De laatste wist wel is waar het
lluweelen gordijn behendig te gebruiken als
schild, maar zijn kunsten hielpen hem weinig
tegen de reuzenkracht van zijn vijand. Het
breede blauwe lemmer bleef bij een volgenden,
uitval wel een oogenblik in het lluweel steken
maar de vuist die het hecht omklemde was te
sterk, en dreef het staal met zooveel geweld
door de dikke stof in het gezicht van den Span
jaard, dat bijna al zijn voortanden verbrijzeld
werden en hij zelf op den grond viel.
Er volgde een verschrikkelijk tumult, maar in
dien tijd gelukte het den verwonde met de vlug
heid van een clown op te springen en .zich op
nieuw in positie te zetten.
De Yankee deed weder een uitval, maar hij
stak met zijn mes in de lucht. Hierover verbluft,
volgde hij zijn terugwijkenden tegenstander, die
geen twee meters meer van den muur af was,
waaraan hij zooals de Amerikaan gedreigd had,
vastgenageld zou worden.
En dat de woedende Yankee zijn woord zou
houlen, daaraan twijfelde niemand toch mengde
niemand zich in de zaak, om de twee gentlemen,
waarvan er een op zakkenrollerij betrapt was,
niet in hun wettig genoegen te storen.
Het geluk scheen den Spanjaard nu geheel
den rug toe te keeren, want zijn voet gleed
uit over een bloem, die waarschijnlijk uit het
haar van eane danseres was gevallen. Hij viel
op één knie, en deze onvrijwillige knieval redde