NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
UTRECHT EN GELDERLAND.
LILI,
N°. 6.
Woensdag 21 Januari 1885.
Veertiende Jaargang.
VOOR
abonnementsprijs
VERSCHIJNT WOENSDAG E.\ ZATERDAG.
Uitgever A. M. SLOTHOUWER, Amersfoort.
advertentiën:
BINNENLAND.
Feuilleton.
c. h. p. van oosterzee.
AMEHSFOORTSCHE COURANT.
Per 3 maanden 1.Franco per post door het gcheele Rijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdags en Vrijdags.
Aran 16 regels 0.40; iedere regel meer 5 Cent.
Advertentiëu viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Zaterdag jl. was de Koning eenigs-
zins ongesteld en hield Z. M. op raad
des geneesheers, liet bed. Gisteren was
Z. M. dermate hersteld, dat hij wederom
aan tafel koh verschijnen. Zijn arts be
zoekt hem dagelijks.
Prinses Hendrik heeft ten behoe
ve eener verloting door de vrouwenver-
eeniging te Utrecht, een fraai bewerkt
Canapékussen doen toekomen,
De liberale partij in de Tweede
Kamer zal wanneer zij in de volgende
maand weer vergadert één stem sterker
zijn geworden, naardien de heer Dirks
uit Egypte teruggekeerd is, waar hij
zich van een technische opdracht ge
kweten heeft.
Bij de regeering maakt het een
punt van overweging uit, om de getal
sterkte iler dienstdoende schutterijen
meer en overeenstemming te brengen
met de bevolking.
Door de verkiezing van den heer
J. Wolbers, tot lid der Provinciale Staten
van Utrecht, voor Breukelen, zijn ook
de Provinciale Staten van Utrecht »om."
Bij keuze in eene voltallige vergade
ring kan voortaan geen liberaal meer ge
kozen worden voor de Eerste Kamer of
als lid der Gedeputeerde Staten.
De Staten toch tellen 41 leden terwijl
thans zitting hebben
Voor Utrecht: 1 Roomsch-Katholiek,
Mr. VV. J. M. Bosch
Voor Amersfoort2 Anti-revolutionai-
ren, Beukers en van Beeck Calkoen en
3 Roomschen, van Beek, Borret en
Richelle;
Foor Ameronyen6 Anti-revolutionai
ren, Jhr. Mr. Gordin de Beaufort, Baron
van Heemstra, D. Sandbrink, Roghair,
Jhr. A. Th. M. van Asch van Wijck en
Baron Melvil van Lijnden
Voor IJselstein 3 Anti-revolutionairen,
Baron de Geer van Jutphaas, E. G. Wen-
tink, Jhr. J. J. van Asch van Wijck en
3 Roomschen, Jhr. Bosch van Drakesteijn,
Mr. C. M. Blankenheijm en van Hazen-
donk
Voor BreukelenG. H. L. Baron van
Boetselaar, J. van der Bijl en J. Wolbers.
Te zamen alzoo 14 anti-revolutionairen
en 7 Roomschen.
Onder de overige 20 leden bevinden
zich bovendien 4 conservatieven, de heeren
Roijaards van Scherpenzeel, Romer, Baron
van Boetzelaer en Mr. C. W. Baron van
Boetzelaer.
In eene rede, die Dr. Schaepman
verleden week te Zwolle hield, zeide deze
Spreker o. a. het volgende:
»De conservatieve partij is de oudste
de anti-revolutionaire de stoutste, en de
liberale de rijkste in getal enbe
loften.
Aardig gezegd, maar is 't ook waar?
Is het Hhl. wel ingelicht, dan is
de Minister van Financiën nlllwns
voorloopig voornemens, van tabak to
hellen f 12 per 100 kilo, en wel niet
alleen van tabak in bladen, maar ook
van geplette en ongeplette stelen, gekor
ven tabak, karotten, sigaren, snuif en alle
andere bewerkte tabak.
Van buitenlandsche tabak zou de accijns
verschuldigd zijn bij den invoer, behou
dens bevoegdheid tot opslag in entrepot,
en tot inslag onder genot van verlengbaar
crediet.
Op de jaarlijksche algemeene ver
gadering van den Ned. Bond voor alge
meen stemrecht zal o. a. ook het voorstel
van Rotterdam worden behandeld, om
daags voor de opening der Staten-Generaal
in den Haag eene „landelijke meeting"
te houden.
De bevolking van ons land bedt oeg
op 1 Januari 1883 4,172,971 en op 1
Januari 1884 4,225,005 zielen. De toe
neming bedroeg alzoo in dat jaar 52,094.
Heeft deze zich in 1884 gelijkelijk voor
gedaan, dan zou op 31 December II. de
bevolking alzoo het cijfer van 4,277,159
bereiken.
Volgens art. 77 der Grondwet zou het
aantal leden der TweedeKamet dus 95 moe
ten bedragen, terwijl er nu slechts 80 zijn.
Er zijn dus 9 leden minder dan de Grond
wet voorschrijft. Men vraagt zich terecht
af, hoelang deze ongrondwettige toestand
nog zal voortduren.
Ds. Adama van Scheltema, de
wakkere strijder voor velerlei volksbe
langen, hoopt den 25sten van deze maand
zijn 70sten verjaardag te herdenken. Wei
nige menschen kunnen, op dien leeftijd,
op zulk een onvermoeide werkzaamheid
terugzien als hij. Wel noopte zijn wan
kelende gezondheid hem eenige jaren ge
leden het predikambt neder te leggen,
maar zijn pen rustte niet.
Volgens het nieuwe reglement
(grondslagen) der Geldersch-Overijsel-
sche Maatscbappij van Landbouw, wordt
de Maatschappij bestuurd door een voor
zitter, ondervoorzitter, secretaris, pen
ningmeester, de voorzitters der afdeelin-
gen of hunne plaatsvervangers en 3 leden
der Maatschappij. Deze laatsten worden
door de afdeelingen (volgens rooster)
gekozen. De afd. Over-Betuwe heeft
thans als zoodanig voor de eerste maal
benoemdden Heer A. Costermans, te
Eist. In het begin des jaars zijn tot de
afd. Over-Betuwe weer 21 nieuwe leden
toegetreden. Het ledental dier afdeeling
bedraagt thans 228.
Op bevel van de arrondissements
rechtbank te Amsterdam is heden gevan
gen genomen de moeder, die haar kind
dezer dagen zoo wreedaardig in den schou
der gebeten, en tot bloedens toe verwond
heeft. Een ooggetuige vei haalt ons, dat
liet arme kind toch nog wanhopig schreide
toen een Rijksveldwachter haar «moesje"
kwam weghalen.
Het bedrag der ingekomen git
ten bij de Commissie voor tijdelijke
werkverschaffing te Amsterdam is nu
gestegen tot f 125206,13'/a.
De heeren C. J. M. Jongkindt
Coninck, D. Vreede en mr. 11. J. Wunder,
allen te Wageriingen, hebben ieder een
zilveren medaille toegezegd voor de in
Juni a.s. aldaar te houden tentoonstel
ling van de Geldersch-Overijselsche Maat
schappij van Landbouw.
Te Doorn is door den Raad der
gemeente tot opzichter over de gen een-
te-eigendommen en gebouwen benoemd
de heer J. W. Ruitenbeek, aldaar.
Te Hedel, een dorp in den Bom-
melerwaard, loopen thans 300 kinderen
rond, zonder onderwijs te ontvangen. De
openbare school is namelijk door den
geneeskundigen inspecteur afgekeurd, en
het gemeentebestuur is niet in hooger
beroep gekomen, noch heeft iets ge-
gedaan, om verbeteringen aan te bren
gen.
Iemand te Haarlem, die veel bui
ten de stad verblijft, had voor zijn
heengaan aan een zijner familiebetrek
king een trommel in bewaring gegeven
met f 30000 aan effecten er in. Toen
hij dezer dagen terugkwam, was de
helft er uit zonder dat men ontdekken
kan wie de dader is.
Uit Terschelling wordt het vol
gende geschreven
Een allertreurigste stranding viel in
den morgen van 15 Januari in de Bui
tengronden voor. Dicht bij die gronden
lagen twee schuiten schijnbaar te vis-
schen, nl. een met 1 mast en een met
2 masten. Spoedig bemerkte men, dat
het eene vaartuig in gevaar verkeerde
en aanstonds werd door de sleepboot
stoom gemaakt en gingen een paar schui
ten er op uit, om zoo mogelijk hulp te
bieden. Doch de hulp kwain, helaas, te
laat en had misschien ook door de ver
schrikkelijke branding niet verleend kun
nen worden. De schuiten kwamen echter
weldra terug met de tijding, dat van het
gestrande vaartuig niets meer te zien
was. Wel wist men, dat althans ééne
der sloepen eene Hollandsche was, doch
bijzonderheden konden niet worden op
gegeven.
Later is, volgens bericht uit Vlie, daar
aangespoeld een naambord, waarop Pr. 1.
Men gelooft thans, dat het de Pernisser-
sloep 1 was, genaamd Lichtstraal, stuur
man Van der Steen.
Van het lichtschip «Terschellinger
bank" heeft men misschien de ramp
kunnen waarnemen een flauwe hoop
bestaat er nog, dat de andere schuit,
eenige der opvarenden heeft kunnen
redden doch die hoop heeft weinig
grond.
Alweder dus een geheele bemanning
waarschijnlijk door de golven verzwolgen
en weder eene kostbare logger vergaan
Zoo'n ramp wekt het medelijden onzer
visschers zij toch weten bij bittere erva
ring, hoe thans voor een zeer schraal
loon bij nacht en dag moet worden ge
zwoegd. En welk gevoelig hart, welk
Nederlander zou ongevoelig blijven bij
een zoo groote ramp als nu weder hoogst
waarschijnlijk een geheel visschersdorp
treft
Het besluurderstoomvarkensslaeh-
terij te Ede, dat reeds meermalen po
gingen aanwendde, om uit Gelderland
zelve beter varkens te krijgen, heeft
thans eenige uit Engeland aangevoerde
beren en zeugen in verschillende plaat
sen der provincie gestationneerd, waar
ze nagenoeg kosteloos beschikbaar staan.
Voor de verbetering van het varkensras
verwacht men van dezen maatregel veel
goeds.
De stoomvarkensslachterij zal eerlang
eene belangrijke uitbreiding moeten on
dergaan.
Te Lunteren is Zaterdagmorgen
brand ontstaan in de schuur van de da
mes D. De schuur is met den geheelen
voorraad een prooi der vlammen gewor
den. Door spoedig aangebrachte blusch-
middelen en den gunstigen stand van den
wind bleef het woonhuis gespaard. De
oorzaak is onbekend. De schuur enz, was
tegen brandschade verzekerd.
Ook aan de suikerfabriek van de
fiirma Daverveldt, Binck Cn, te Ou
denbosch, zijn de werkzaamheden geëin
digd.
Joseph Hake, rie man, die te Rot
terdam Woensdag zijne vrouw met een
broodmes doodstak en daarna zich zelf
in de borst verwondde, heeft eenige jaren
geleden een jaar celstraf ondergaan, om
dat hij toen een man inet een schaar
had gestoken, waardoor de getroffene 23
dagen later overleed. Men gelooft niet,
dat de moordenaar van zijne wonden
zal genezen.
Naar ons nader wordt medegedeeld, is
hij thans reeds zoover hersteld, dat hij
gisterenavond van het ziekenhuis naar de
celgevangenis is overgebracht.
Bij het vergaan van de vischsloep
Lichtstraal, uit Pernis, zijn vermoedelijk
twaalf menschen omgekomen. Vijf wedu
wen en veertien of vijftien kinderen
blijven onverzorgd achter. Eene weduwe
te Pernis verloor bij de ramp haar vier
den en laatsten zoon, nadat reeds vroeger
haar man en drie zonen achtereenvolgens
verdronken waren.
Oorspronkelijke Schets
DOOR
«O neen, u moet blijven, maatje zegt
Lili blijde, en iets langzamer voegt ze
er bij «Ma, houdt u erg, heel erg veel
van broertje? Of evenveel als van
Lili?"
Bij deze vraag wordt het der moeder
wonderlijk te moede en een oogenblik
slaat zij de oogen neder voor dien kin
derlijken blik.
Waarom vraag je dat zoo, kindje?"
«Waarom Wel, omdat Lili evenveel
van mama als van papa en van Otto
houdt, en broertje heeft 't zelf ook zoo
gezegd, maar maatje Otto heeft vroeger
ook gezegd, dat Lili nooit zou kunnen
dansen en schaatsenrijden, zooals hij
Heusch
«Heeft broertje dat gezegd O neen,
zeker niet! Maar mama zal Lili nog
veel meer leeren als dansen en schaatsen
rijden. Zal je dan altijd veel van moesje
houden?"
«O ja!"
En onwillekeurig bewegen zich de
voetjes en klappen de handjes van blijd
schap en verrukking over dit vooruit
zicht. Mama wordt een oogenblik naar
buiten geroepen en vindt bij hare terug
komst Lili in diep gepeins over een pren
tenboek gebogen. Het kind is zeis zóó
verdiept in de aanschouwing van de eene
of andere plaat, dat het Antoinette's
binnenkomst niet eens merkt. Eerst als
Lili zich na een geruimen tijd van mama's
tegenwoordigheid bewust is, treft de
jonge vrouw die uitdrukking van ernst
en nadenken, welke zij nog nimmer op
het gelaat van haar kind v\ aarnam. Had
zij zich in den laatsten tijd wat meer
rnet Lili bezig gehouden, dan was haar
een kleine verandering in Lili's wezen
niet kunnen ontgaan, en het zou haar
zelfs meermalen opgevallen zijn, dat het
kind nooit zoo afgetrokken en stil werd,
dan wanneer zij het groote kinderpren
tenboek: «Adéle en haar pop" ter hand
had genomen. Maar Antoinette dacht
niet aar. dit verzuim, en kon allerminst
vermoeden, dat juist in die maanden,
toen zij zich zoo uitsluitend aan de nage
dachtenis van haren Otto had gewijd,
een groote ommekeer in Lili's hartje
had plaats gegrepen. Lili's hartje was
voor de moeder nog een gesloten boek.
Het heimelijk, echt vrouwelijk verlangen,
om de geestesontwikkeling van haar,
uiterlijk zoo misdeeld, kind na te gaan,
scheen de terneer gedrukte vrouw vol
komen vreemd. Met Otto was 't eens
anders geweest. Trouwens, had zij hare
voorliefde voor den oudsten wel ooit ver
borgen, of ti achten te verbergen Tegen
over Herman en Lili ook zelfs veront
schuldigd? Ilij was ook zoo mooi, zoo
aanhalig, zoo geestig, zoo verstandig, die
engelachtige Otto, mama's eerstgeborene,
terwijl Lili Noemt men in alle ernst
het bezit van een mank dochtertje zulk
een benijdenswaardig geluk? Zou't voor
het meisje zelf niet verkiezelijker, mis
schien ook beter zijn, wanneer God haai
de teleurstellingen van liet leven zoo
kort mogelijk liet dragen? Toch had 't
lot liet anders gewild. Het volmaakte
kind ging heen en 't gebrekkige bleef
achter. Antoinette's hart weid toen wre
velig en ontevreden jegens het leven en
het Godsbestuur, en van de weldaden,
die zij vroeger met een dankbaar gemoed
uit Gods handen had aangenomen, werd
zij nu afkeerig. Zij noemde God onrecht
vaardig, wreed, onbillijk, eer wraak
zuchtig dan liefdevol, eer onbarmhartig
dan vergevensgezind. Welk kwaad had
zij bedreven, dat God haar zóó zwaar
straffen kon, om Otto weg te nemen?
Had zij niet alle avonden, voor zich ter
ruste te begeven, ootmoedig de knieën
gebogen en het „Onze Vader" gepreveld
Had zij Otto niet menigmaal in de Bijbel-
sche verhalen onderwezen? 't Is waar,
die taak had zij wel nooit eene van de
aangenaamste gevonden, want wanneer
Otto verzuimde naar de verdere lotge
vallen van Noach en Isaiic te vragen, zou
zij er hem niet aan herinnerd hebben
maar zij had dat geringe onderwijs niet
tegenstaande de weinige ambitie, toch
doorgezet, omdat Herman het verlangde
en welk loon had zij daarvoor ontvangen?
Zoo redeneerde en dacht Antoinette van
Vellheim sedert de aarde zich over haar
schoonste verwachting had gesloten,
sedert men haar liefste, schoonste hoop
begraven had. Met dezelfde bittere klachten
sluimerde zij in, en met dezelfde klachten
ontwaakte zij weder. O, dat éérste ont
waken na Otto's heengaan, die eerste
oogopslag, die eerste zucht, dat eerste
rondtasten naar het dierbare krullekopje,
dat 's morgens vroeg altijd bij rnama in
bed kwam keuvelen!... Toen zij geluk
kig was, bestond er maar ééne mogelijk
heid, om haar volkomen ongelukkig te
maken, en dat eenige was Otto's dood.
«Wanneer ik hem eens niet meer had,
Herman!" had zij meermalen gezegd,
wanneer 't ventje dartelt en uitgelaten
speelde en sprong, of wel: «Ik zou gek
of menschenschuw worden, wanneer ik
mijn Otto moest verliezen
Toenmaals had Herman haar lachend
zijn dwaas, pessimistisch vrouwtje ge
noemd, en de lenige, schoone gestalte
lang in zijne armen gesloten, maar nu?
Alles, wat hij deed of sprak, scheen in
tegenstelling met Antoinette's stemming
en gedachten te zijn. Lachte en speelde
hij iets luidruchtiger dan gewoonlijk met
Lili, dan stond Antoinette dadelijk op, om
zich in haar eigen vertrek terug te trek
ken. Had hij de een of andere huisvriend
onverwacht inede ten eten gebracht, dan
was Antoinette wel beleefd en voorko
mend, maar 't scheen hem toe alsof haar
gelaat uit marmer was gehouwen, zoo
weinig leven en uitdrukking was er op
te bespeuren.
Helaas, Antoinette behoorde tot die
vrouwen, die weldaden en zegeningen
des hemels welgevallig aannemen alsof het
haar rechtmatig erfdeel was, maar bitter
en liefdeloos worden, wanneer diezelfde
Hemel kastijdingen en beproevingen zendt.
(Wordt vervolgd.)