NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
UTRECHT EN GELDERLAND.
De laatste der Caldiero's
N°. 15.
Zaterdag 21 Februari 1885.
Veertiende Jaargang.
De lootdag.
abonnementsprijs
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
advertentiên:
BINNENLAND.
Feuilleton.
AMERSFOORTSCHE C0DB1NT.
VOOR
Per 3 naanden 1.— Franco per post door het gekeele Bijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdags en Vrijdags.
Uitgever A. M. SLOTHOUWER, Amersfoort.
Van 16 regels 0.40; iedere regel meer 5 Cent.
Advertentiên viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Het is een eigenaardig historisch
verschijnsel, dat een belangrijk deel
van de verwachtingen, waarmede in
1813 het herstel der Nederlandsche
onafhankelijkheid door onze landge-
nooten werd begroet, niet in ver
vulling is gekomen, en dat men
toch zonder morren het feit aanvaard.
Zoo rekende men er stellig op,
dat de tiërceering der staatsschuld,
door Napoleon gedecreteerd, en door
welken maatregel zeer velen in kom
mervolle omstandigheden waren ge
bracht, te niet zou gedaan wor
den. Het bleek spoedig, dat de
geldmiddelen dat herstel niet toe
lieten binnen korten tijd zou het
nieuwgevormde koninkkrijk onder
een staatsbankroet öf zijn bezweken,
öf een treurig bestaan hebben voort
gesleept door totale vernietiging van
zijn crediet. Het bleef dus zooals het
was, en de uitkomst heeft bewe
zen, dat de toenmalige financiers goed
gezien hadden.
Van al hetgeen het Fransche be
stuur ons beeft toebedeeld, is niets
meer inpopulair geweest dan de zoo
genaamde „conscriptie", de ge
dwongen opschrijving tot den krijgs
dienst, anders gezegd de loting. Daar
was reden voor. De aanhoudende
oorlogen van den dwingeland waren
den ingezetenen op ontzettende offers
te staan gekomenin eiken familie
kring had men den ontijdigen dood
van krachtige jongelingen op een
verwijderd slagveld te betreuren.
Geen wonder dan, dat men met
verlangen uitzag naar het oogenblik,
waarop die veelgehate instelling zou
worden afgeschaft, en men zou te-
rugkeeren tot het stelsel van de Re
publiek, volgens hetwelk de aanvul
ling des legers door werving ge
schiedde.
Het heeft zoo niet mogen
zijn.
De grondwetgever van 1814 heeft de
Napoleontische schepping eenvoudig
in het leven gehouden, zij het ook
met een schijn van verzachting. En
nog heden ten dage lezen wij in art.
181 den grondwet
«Bij gebrek aan genoegzame vrij
willigers wordt de militie voltallig
gemaakt door loting uit de ingezete
nen, die op den eersten Januari van
elk jaar hun twintigste jaar zijn
ingetreden. De inschrijving geschiedt
een jaar vroeger."
Ieder weet, dat het „bij gebrek
aan genoegzame
meest staat voor
vrijwilligers" er
getal is zoo gering,
den vormhun
dat het bij het
cijfer onzer legerformatie slechts
weinig in aanmerking komt. Wat er
oorspronkelijk uitzag als aanvulling,
is regel geworden.
Over de omstandigheden, die tot
deze uitkomst leidden, valt niet te
redeneeren we hebben ze slechts
aan te nemen. Doch de toestand,
waarin het defensiewezen van de
verschillende staten van Europa
gaandeweg is geraakt, en die een
belangrijke verandering aanwijst se
dert de dagen van den eersten Na
poleon, heeft reeds meermalen de
vraag doen rijzen, of dat lotings-sys-
teem wel het verkieselijkste is.
Vooreerst is er een bedenking
tegen van algemeene strekking, die
ook meermalen ter sprake is gebracht.
De inrichting van den modernen
Staat rust op het beginsel van gelijk
heid voor de wetop dat beginsel,
door de omwenteling van het eind
der overige eeuw als hoogste rechts
grond vasgesteld, kan niet worden
teruggekomen. En wanneer we nu
lezen aan het begin der grond
wetsparagraaf, waarin ook het aan
gehaalde art. 181 voorkomt«Het
dragen der wapenen tot handhaving
der onafhankelijkheid van den staat
en tot beveiliging van zijn grond
gebied blijft een der eerste plich
ten van alle ingezetenen," dan
mogen we vragen of de onwil
lekeurige bevoorrechting, op dat punt
toegekend aan hen, die zeker papiertje
uit de urn trekken, wel met dat
voorschrift te rijmen is, en of
hier de gelijkheid niet wordt prijs
gegeven, althans slechts toegepast
op zekere, voor alle Nederlanders
volstrekt niet gelijke kansen.
Dat laatste is niet tegen te spreken.
Men kan loten in een gemeente, waar
het aantal op te komen miliciens in
een gegeven jaar gelijk is aan dat
der beschikbaren, zoodat er geen
kans is om vrij te komen, wat
in dorpsgemeenten zeer dikwijls het
is, of wel in een, waai
de vier kansen slechts
geval
men van
zoodanige
s, dat de «loting"
geschiedenis zal be
twee of drie tegen zich heeft.
Maar bovendien heeft
kansberekening" ook in sterke mate
de inmoreele schaduwzijde, die elke
loterij aankleeft, en wel in meerde
re mate, omdat de inzet zooveel
grooter is. Er is iets stuitends in de
gedachte, dat men dobbelt om de eer
te ontgaan, in staat gesteld te wor
den tot de vervulling van een
plicht, aan alle ingezetenen op
gelegd.
Het wordt, meenen we, tijd, dat
de deskundigen van alle partijen dit
vraagstuk eens ernstig onder de oo-
gen zienin dat getal «leien we ons
met de verwachtin
weldra tot de
hooren, evenals zijn voorganger, de
«recruut" van het oude stelsel.
Alle Nederlanders verplicht niet
tot den «krijgsdienst," maar tot een
behoorlijke oefening in den wapen
handel. Voor een land als het onze,
dat door zijn stelling tot de eischen
der verdediging is beperkt, maar
ook dit groote belang in al zijn vol
heid moet behartigen, is een spoedi
ge aanvaarding van den algemeenen
oefenplicht als aangewezen. En met
dat stelsel moeten dan ook een groot
aantal tot nog toe vigeerende rede
nen van vrijstelling vervallen. Broe-
derdienst houdt dan vanzelf op in
aanmerking te komen, doch er
zijn ook lichte lichaamsgebreken, die
misschien voor het dragen der wa
penen in letterlijken zin minder ge
schikt maken, zonder evenwel een
beletsel te zijn voor andere diensten
bij het werk der landsverdediging.
Wat verhindert iemand, die wat
kreupel gaat, bijv. om geplaatst te
worden bij de ambulance, de inten
dance, den telegraafdienst, de admi
nistratie
Een dringende eisch hierbij is, dat
voor de noodige oefeningen niet
meer tijd in beslag wordt genomen
dan de noodzakelijkheid gebiedt. In
dien de jongelui genoegzaam op hun
taak zijn voorbereid, moet men hen
laten gaan, niet hen nog een ze
ker aantal maanden in actieven
dienst houden hoofdzakelijk voor pa
rades en om op schildwacht te staan.
Het laatste is een kunst die, men
best in één namiddag leeren kan.
Op die wijze wordt de defentieve
kracht van ons volk aanmerkelijk
verhoogd, zonder dat zwaarder finan-
ciëele oilers worden gevraagd, dewijl
een belangrijke inkrimping van den
oefeningstijd met de uitbreiding van
het getal opgeroepenen gepaard
gaat.
Onze leger-inrichting is te veel
een copie van die van andere tijden
of andere landen.
Zij moet in waarheid «nationaal"
worden, en kan dit, bij liet vol
gen van de aangegeven lijn.
De Koning en de Koningin hiel
den Donderdag, ,'sKonings verjaardag,
te 1 uur receptie voor de leden van het
civiel en militaire Huis, de Hofpredikers
en eenige ambtenaren, tot den Hofdienst
behoorende.
Des middags te 5 uren was er audiën
tie voor de ministers.
HH. MM. de Koning en de Koning
in zullen, naar het Dagblad verneemt,
tot na het Paaschfeest in den Haag
vertoeven. Onmiddelijk daarna zullen
HH. MM. hun jaarlijksch bezoek brengen
aan de hoofdstad, en den 14den April
van Amsterdam naar Berg in Luxemburg
vertrekken, waar zij tot einde Mei ver
toeven zullen. De maanden Juni en
Juli zal Z. M. tot het ondergaan van
eene badkuur te Carlsbad doorbrengen,
terwijl H. M. de Koningin met het Prin
sesje dien tijd te Mariënbad in Boheme
verblijf zal houden. Van 1 Aug. tot half
September de opening der Kamers
zijn HH. MM. voornemens «Oranje-Nas-
saus oord," daarna een paar weken bet
paleis in den Haag en vervolgens nog
2 a 3 maanden het Loo te betrekken.
Uit Berlijn wordt bericht, dat
spoedig na Paschen het huwelijk van
Prinses Hendrik, ten Paleize barer ou
ders, zal worden voltrokken.
Voor de overeenkomst met Duitsch-
land, betrekkelijk den letterkundigen ei
gendom, zijn door de afdeelingen der
Tweede Kamer tot rapporteurs gekozen
de heeren Iioëll, Huber, Borgesius, Cre-
mers en de Geer.
Ook de liberale kiesvereeniging
te Zeist heeft besloten tot de liberale
Unie toe te treden.
Ds. J. P. Huttinlc te Harderwijk,
van wien, wij voor eenigen tijd mede
deelden, dat hij in zijne woning van de
trappen gevallen was en zich belangrijk
bezeerd had, is tot groote blijdschap van
velen weer hersteld.
Zondag trad hij voor het eeist weer voor
zijne gemeente op. Aan het einde der
godsdienstoefening zong de gemeente
haren leeraar toe het 3e vers van
Psalm 134.
De Vereeniging tot Christelijke
verzorging van krankzinnigen en zenuw
lijders, van wier constitueerende verga
dering wij indertijd melding maakten,
heeft dezer dagen op hare statuten de
Koninklijke goedkeuring verkregen. Deze
zijn thans in het Noorden opgenomen.
Er blijkt uit, dat het doel der vereeniging
is; de bevordering van Christelijke ver
zorging, naar het Woord van God, van
krankzinnigen en zenuwlijders ook door
inrichtingen met dat doel opgericht.
De vereeniging begint met de zorg voor
krankzinnigen, en zal, zoo spoedig de
middelen dit toelaten, een Tehuis voor
krankzinnigen stichten.
uit het Italiaanseh van
vitt0ri0 bersezio.
6.) Ik zeg niet, dat de genezing in elk
geval, altijd onmogelijk is, zooals vele en
gezaghebbende schijvers op geneeskundig
gebied, beweren. Misschien, wanneer
eene of andere plotselinge en gewelddadige
zenuwaandoening, teweeggebracht door
buitengewone, omstandigheden een zoo-
danigen aanval ten gevolge heeft, zonder
dat de kwaal wortel heeft geschoten,
misschien dat in dat geval de geneeskunde
haar in haar verderen loop zou kunnen
stuiten en bestrijden en misschien zelfs
vernietigen maar wanneer zij in 't bloed
zetelt en daarmede is overgenomen ge
worden
Maar mijn vader had ze niet, riep de
markies uit.
O! dan.
Maar, hervatte Alessandro oplangzamen
pijnlijken toon: hij had een buitensporig
gevoelig zenuwgestel, een vreemd, zon
derling karakterEn ook mijn groot
vader had iets dergelijkshij werd
eveneens gekweld door eene geestver
schijning
Hij hield even op.
Het is noodig, dat ik u eene soort
legende verhaal, welke mijn vader en
grootvader betreft. Ik heb u reeds ge
sproken van een duel, waarin mijn groot
vader een zijner vrienden doodde
Men verhaalt dat deze voor hij den laat-
sten adem uitblies, van het bloed, dat
uit zijne wonde vloeide, heeft opgevangen
en het zijn moordenaar in 't gezicht heeft
geworpen met de woorden:
Zijt vervloekt gij en uwe nakomelingen;
gij, moordenaar, zult een nageslacht van
moordenaren voortbrengen, en de vlek
van den moord zult gij op het gelaat
dragen. Van toen aan heeft mijn groot
vader die samentrekking van den mond
gehad, welke gij in mij zult opgemerkt
hebben ook mijn vader had ze, en bij
mij in het derde geslacht is zij sterker
Op zijn acht en twintigste jaar, den
zelfden leeftijd, waarop mijn grootvader
zijn vriend doodde, heeft ook mijn vader
een duel gehad waarin hij eveneens zijn
tegenpartij dooddeen ik ben juist
acht en twintig jaren oudMijn
grootvader trok zich alleen in zijne
kasteelen terug, zonder iemand anders te
willen zien dan een ouden dienaar
Mijn vadep overleed aan doodskramp ten
gevolge eener lichte wond in den veld
slag bij Goito in 1848 bekomen.
Laat ons de legenden laten voor wat
zij zijnzeide de geneesheer, aan
welke gij naar ik hoop geen geloof zult
slaan
Alessandro glimlachte op droefgeestige
wijze, welke het tegendeel deed ver
moeden.
Maar het is eene duidelijke zaak, dat
wij hier met een overervend proces te
doen hebben, dat zich van geslacht tot
geslacht ontwikkelt; en uwe kinderen,
mijnheer de markies
Deze viel hem met een handgebaar vol
edele berusting in de rede, en zich oprich
tend zeide hij op waaidigen toon:
Ik hoop gij overtuigd zult zijn, mijn
heer de professor, dat de laatste der
Sottardo's geen lage egoïst is, in staat,
om degenen, die zijn naam zouden dragen,
dadelijk van de geboorte af tot een
duldeloos lijden te doemen. Sedert eenigen
tijd reeds waren er twijfelingen en ver
moedens bij mij gerezen, die mij bijwijlen
pijnigden. Uwe voordracht van gisteren
was eene hulp der Voorzienigheid om
mij de oogen te openen. En heden hebt
gij mijn vonnis uitgesproken, dat ik geloof
juist te zijn en waarin ik zal berusten.
Met mij sterft mijn geslacht uit, en al
die kiemen van kwalen en ziekten, die
zich sedert verscheidene eeuwen in rnijn
geslacht hebben opgehoopt zal ik in het
graf medenemen.
De professor haalde de schouders op
en boog het hoofd, maar als iemand, die
vervuld is van een waar en diep gevoeld
medelijden.
Gaarne had ik u iets geheel anders en
aangenamers medegedeeld, maar de waar
heid
Is wat ik u gevraagd heb, viel de
markies hem snel in de rede.
Fuloi boog op nieuw het hoofd met die
uitdrukking vari meewarigheid, die te
kennen geeft
De waar heid is niet andersdaar is
niets aan te doen.
Alessandro vervolgde met eene soort
van drift, ik zou bijnazeggen met bitter
heid jegens zich zelf:
»Er. zij, die ik onzinnige wilde huwen,
is mijne nicht in den tweeden graad,
het kind der dochter van de zuster mijns
vaders; een teer bijna zou ik zeggen
onstoffelijk, aetherisch persoontje, het
ideaal eener dichterlijke phantasie, maar
physiek zwak en lijdend. Mijne kinderen
zouden dus van vader en moeders zijde
beide, de kiemen der nootlottige, ver
schrikkelijke krankheid overerven
En hij klemde zijn voorhoofd tusschen
de kleine zenuwachtig saamgetrokken
handen,
Mijnheer de professor, denkt gij, her
vatte hij een oogenblik daarna, gelooft
gij dat mijne kwaal nog kan, nog moet
verergeren'? Dat aanvallen gelijk deze
laatste zich zullen herhalen, en met toe
nemende snelheid'?
Laten wij hopen ran neen, maar het is
wel waarschijnlijk, antwoordde de genees
heer op meewarigen toon.
Alessandro reikte hem de hand.
Ik dank u, zeide hij waarna hij ver
volgde: Blijft gij nog eenige dagen in de
stad vertoeven?
Tot uiterlijk overmorgen.
Goed dan zal ik nog het genoegen
hebben u terugtezieo, voor gij vertrekt.
En uitwendig kalm, maar bleeker nog
en nog meer gebogen dan toen hij kwam
nam hij afseheit.
Het toeval wilde dat Alessandro Cal-
diero niet ver van't hotel, waar professor
Fuloi zijn intrek had genomen, graaf
Spatuzzi ontmoette.
{Wordt vervolgd.)