HIÏDWE
Nieuws- en Advertentieblad
UTRECHT EN GELDERLAND.
Be laatste der CÉiere's
N°. 20.
Woensdag II Maart 1885.
Veertiende Jaargang
abonnementsprijs
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
advertentiën:
BINNENLAND.
BUITENLAND.
Feuilleton.
AMEBSFOORTSCHE CODRANT.
VOOR
Per 3 maanden 1.Franco per post door het geheele Kijk.
Afzonderlijke Nummers 3 C'ent.
Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdags en Vrijdags.
Uitgever A. M. SLOTHOUWER, Amersfoort.
Van 16 regels 0.40iedere regel meer 5 Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst norden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
die
zich met 1
op dit blad
|pF~Apr! a. s.
wenschen te abonnee-
ren, ontvangen de tot dien datum
verschijnende nummers gratis.
Te Nijkerk beeft de Kamer van Koop
handel en Fabrieken een adres gericht
aan den Minister van Financiën, met be
zwaren tegen de tabaksbelasting. De
tabaksplanters te Amerongen hebben
almede gioote bezwaren tegen deze be
lasting, vooral met het oog op den handel
met Engeland, dien zij vreezen, dat daar
door geheel zal vervallen.
De Spaarbank te Barncveld heelt
heden haar 40-jarig bestaan herdacht.
Als zij zoo soliede blijft als zij is, zal zij,
in het belang van Barnevelds ingezetenen
nog wel veel langer bestaan. De bezit
tingen van deze bank bedragen f'260000,
terwijl het schuldkapitaal op 31 Dec.
1 219000 bedroeg. Er is alzoo eene reserve
van f41000.
Voor de Hollandsche ijzeren spoor
wegmaatschappij staan de kansen zeer
gunstig, om met de exploitatie der lijn
Amersfoort- Nijmegen te worden belast.
De plaatselijke schoolcommissie te
Zeist, die thans geen enkel lid meertelde,
is op nieuw geconstitueerd.
Benoemd zijn door den Raadjtot leden
dier Commissie de HH. H. van Ingen,
J. Meerdink, C. Guldensteeden Egeling,
C. W. Anton en W. van Dijk Phz.
Te Alfen a/d Rijn is door wijlen
Mejuff. G. van der Lee bij testementaire
beschikking aan liefdadige en godsdien
stige instellingen bij legaten een bedrag
vermaakt van f34200 benevens f 12000
met vruchtgebruik belast. Tot de gele-
gateerden behooren de Utrechtsche Zen-
dingsvereeniging voor f4000 en 1500
met vruchtgebruik belast; de Zending
der Bloedergemeente te Zeist voor2000
en het Gereformeerd Oranjeweeshuis te
Weesp voor f1000, onder vruchtgebruik.
Sedert de vorige opgave heeft de
vereeniging voor tijdelijke werkverschaf
fing te Amsteidam weer f3679 ont
vangen.
Dit maakt met het reeds vroeger
vermelde de aanzienlijke som uit van
f170989.
Men bericht ons uit Davos, dat
even als in 1856, ook nu in Februari
reeds de sneeuw van de wegen verdwenen
is, hetgeen eene zeldzaamheid is, daar
dit hier gewoonlijk pas in April plaats
heeft. De winterkurgasten beginnen nu
te vertrekken.
Zanglustiger dan te Stadskanaal
zal wel geene gemeente van gelijke be
volking wezen. Zes Zangvereenigen be
staan daar reeds en nu gaat de heer
Pooit er een zevende bij openen.
De mailstoomboot „Marie", die de
vorige week te Vlissingen arriveerde,
had een vreemd vrachtje aan boord, 't
Was generaal Mite met zijn echtgenoot,
't bekende Amerikaansche dwergenpaar.
De man, dia 55 cM. lang is, kan net 't
gewicht van 9 halve kilo's halen maar
is toch wat lengte en zwaarte betreft,
van vrouw-lief de baas.
Aan de gymnastiek-veieeniging
Isthmia, te Utrecht, in 1878 door de
leerlingen van het gymnasium opgericht,
is door eenige jonge dames in het Ge
bouw voor kunsten en wetenschappen
een keurig bewerkt vaandel aangeboden,
door de Gebioeders Van Oven, te 's-Hage,
bewerkt.
„De heer J. Van 't Lindenhout,
directeur der Weesinrichting te Neer
bosch, heeft uit Transvaal bericht ont
vangen van de weesjongens, die eenigen
tijd geleden derwaarts zijn getrokken.
De jongens zijn thans te Ermeloo en
schrijven, dat de toestand aldaar allertreu
rigst is, vooral op financieel gebied en
ook door verdeeldheid, die er onder de
bewoners van Transvaal heerschende is.
„Zij hebben thans met [moeite werk
gekregen, hebben met veel tegenspoed
te worstelen gehad en moeten voor het
oogenblik allen Hollanders dringend afra
den naar Transvaal te gaan.
„Op enkele plaatsen heerscht bijna
hongersnoodte Ermeloo betaalt men
voor een baal maïsmeel f30 a 32. Het
land is wel vruchtbaar, maar er wordt
niet hard gewerkt.
„De heer Van 't Lindenhout meent,
dat men ook op beloften van bewoners
dier streken, enkele uitgezonderd, niet
veel staat kan maken. Er zijn echter
enkelen, die de jongens hebben voortge
holpen en de jongens zelve geven tot
heden den moed niet op."
Dit bericht is niet bemoedigend har
telijk hopen wij. dat er onder onze lezers
zijn die, van betrekkingen in Transvaal
gunstiger tijdingen kunnen mededeelen.
De leeraren van de Hoogere Bur
gerschool te 's Gravenhage, die op Oude
jaarsdag een gezamenlijk verlies van
/'3000 hebben geleden, door de ontvreem
ding van de voor hen, krachtens de ge
meenschappelijke betaalsrol, afgehaalde
honoraria, zullen dat verlies zeiven moeten
diagen. De gemeenteraad heeft gister
zich ongenegen betoond oin, hetzij geheel,
hetzij voor de helft, dat verlies te ver
goeden.
De rechts-quaestie werd door niemand
verdedigder werd echter een beroep
gedaan op de welwillendheid van den
raad, omdat, hoewel de leeraren zich
vrijwillig hadden onderworpen aan het
bestaande gebruik, om de uitbetaling der
tractementen te doen plaats hebben aan
een ondergeschikt beambte, op de geza
menlijk geteekende betaalsrol, die wijze
van handelen hun toch ook zedelijk eenigs-
zins was opgedrongen door de admini
stratie, ten wier gerieve evenzeer dit zoo
geschiedde. De wooidvoerders der meer
derheid echter betoogden, dat de ad
ministratie hier te minder kan worden
aangesproken, omdat het ongeval niet
eens heeft plaats gehad bij de uitbetaling
van de tractementen, maar bij de ver
wisseling van het groote bankpapier,
doch dat bovendien het in ontvangst
nemen niet aan een ondergeschikt be
hoefde toevertrouwd te worden, en de
leeraren daarenboven ieder een afzonder
lijk mandaat van betaling konden verkrij
gen. Omtrent dit laatste bleek 't echter,
dat de leeraren niet hebben geweten,
dat dit kon geschieden.
Hoe dit zij, de raad heeft, zooals wij
zeiden, elke vergoeding afgewezen.
De Weesinrichting te Neerbosch
bestaat sedert December 1863. Thans
zijn er 708 kinderen.
De geschiedenis van Neerbosch, de
grootste stichting zonder fonds, is zeer
belangrijk. De wakkere directeur, de heer
van 't Lindenhout, begon met 164 gul
den en ontving in het eerste jaar 3281
gulden. In het laatste jaar ontving men
voor die stichting 121,674. In de 21
jaren van haar bestaan ontving zij 13'4
ton.
Te Deventer vond men dezer dagen
een 98-jarig vrouwtje aan den publieken
weg liggen, 't dierbaarste wat ze op
haar ouden dag bezat, tederlijk in de ar
men geklemd. Dat dierbaarste was... de
jeneverfiesch 1 'tStomdronken besje werd
op een kar geladen en zoo ging 't naar
't politiebureau!
Bij het gemeentebestuur eener platte
landsgemeente, waar de betrekking van
l.oofd eener school vacant was, kwam
dezer dagen het volgend schrijven in;
den 25 Januari 1885.
WelEdele Achtbaien Heer
den Heeren Burgemeester en Wethouders
der Gemeente
Met diepen Eerbied Wendde ik mijn
persoon tot Uw. WelEdele Heeren Bur
gemeester en Wethouders der Gemeen
te
Gelet te hebben op de Advertentie
van 25 Januari uit de Gemeente
dat die zich zoo betreuren dat zij geen
Hoofd der School bezitten al over een
Jaar tijds verloop en Niemand zich Komt
aan melden zoo dat de Kinderen veel te
ver moeten loopen om hun onder Wijs
te kunnen krijgen en nog veel klijnen
daardoor het onderwijs niet kunne krij
gen het Welk Zeer te betreuren is en
ook Niets Wenschelijk voor de Gemeente
over laat.
Zoo melde ik mijn persoon aan als
Niet Geëxamineerd zijnde en geen Acte
bezit Waardoor om dat mijn Ouders Be
hoeftig waren en mijn niet Kon bij bren
gen om mijn studie voort te zetten maar
toch wel voor hoofd van een School
bekwaamheid bezit.
Als de WelEdele Achtbare Heeren
Burgemeester en Wethouders maar eens
willen nagaan dat ik persoon als een
jongen van 6 Jaar bereikt na School
ging en nog geen 7 jaar mijn Eerste
Examen deed en de Hoogste prijs be
haalde met mijn 8e en 9e jaar ook weer
en met mijn 10e jaar de School moest
verlaten van wegens mijn Vlijt en mijn
Kloekheid op de School betoond te heb
ben en al hoewel dat hel mij met de
paplepel is ingegooid wou ik het ook
zoo gaarne aan die ongelukkige kinderen
vanook doen. Zoo Uw WelEdele
Achtbare Heeren Burgemeester en Wet
houders ook aan mijn rigting van Schrij
ven wel kan zien dat ik mijn bekwaam
heid wel daartoe bezit.
En zoo er tog niemand komt aanmel
den mag de Heeren Burgemeester en
Wethouders Wel een Noodhulp nemen
en wanneer de Noodhulp goed aan het
onderwijs voor de Kinderen voldoet kan
het goed zijn dat zijn Hooft voor Kinde
ren ook Blijft en Iaat dan de Gemeente
is Zuinigheid betoonen en die Jaarwedde
is stellen dan Voor mijn persoon op 500
Gulden dat was nog een Voordeel der
gemeenten en dan beloof ik de Heele
Gemeenten om daar nog Kinderen goed
te loeren zooals Mij ook is gedaan.
Geliefe jlaar dan ten spoedigste van
WelEdele Achtbare Heeren Buigemeester
en Wethouders tijding te verwachten.
Adies
te
Overijssel
De politieke dampkring scli ijnt sedert
ons laatste nummer weer ietwat gezuiverd
te zijn. Hadden zich toen donkere wolken
samengepakt boven Engeland en Rusland
die wolken zijn er nog wel maar ze hebben
gouden randen gekregen.
De alvermogende Bismarck heeft zijn
zoon Herbert met instructies naar Londen
gezonden en deze heeft daar iwee vliegen
in één klap gevangen. Door zijne bemid
deling heeft hij het zoo ver gebracht,
dat een Russisch-Engelsch conflict on
waarschijnlijk is geworden en verder, dat
aan de Engelsch-Uuitsche onaangenaam
heden een spoedig einde zal komen.
Engeland ontving kort daarop een tele
gram uit Petersburg, waarin Rusland
hoop geeft, dat de zaken, die de Afghaan-
sche grenzen betreffen, vermoedelijk wel
in der mi me zullen kunnen worden
geschikt.
't Is nu te hopen, dat de Engelsche
regeering tegelijkertijd zijne buitengewone
uit het Italiaansch van
vitt0rii0 bersezi0.
De kolonel trad te tien uur met een
opgeklaard gelaat de zaal van de hertogin
de Santospero binnen.
Welnu? vroeg Alessandro hem,
hem ter zijde nemend
Morgen ochtend op het bepaalde
uur, zal de ontmoeting plaats hebben.
Voortreffelijk! Ik dank u.
Het was nauwelijks zeven uur, toen
Fuloi zich aan de elegante woning van
markies Alessandro vervoegde.
Ingevolge de bevelen van hunnen mees
ter gingen de bedienden hem voor naar
de studeerkamer, waar Caldiero aan
zijne schrijftafel was gezeten. Op het
hooren van den stap van den geneesheer,
hief de jongeling het hoofd op, dat op
een zijner handen rustte het geelachtige
licht van de brandende lamp, door het
lichtscherm weerkaatst, vormde een kring
om den markies, in welks midden een
blad beschreven papier lag; om den
binnenkomenden zooveel te beter te kun
nen zien, hief Alessandro het scherm op
zoodat de stralen van 't lamplicht de
gelaatstrekken verlichtten der beide man
nen, welke ieder aan een kant der tafel
hadden plaats genomen.
Fuloi bemerkte de vale bleekheid en de
ingezonken oogen van den jongeling.
Gij hebt dezen nacht niet geslapen?
zeide hij op belangstellenden toon tot
hem.
Weinig en slecht, antwoordde
de markies, maar dit is altijd het
geval na een dergelijken aanval en die van
gisteren was sterker dan een der voor-
gaanden.
En gij hebt uw testament gemaakt?
vervolgde de geneesheer op 't blad
papier wijzend, dat voor Alessandro lag.
Mijn testament niet, zeide de jon
geling het is een vaarwel, - een
eenvoudig vaarwel.
De dokter boog zich naar Alessandro
en zeide langzaam, op zachten maar ernsti-
gen toon
Gij wilt dus sterven?
Caldiero sloeg de oogen neder als
om den doordringenden blik van den ge
neesheer te ontwijken.
Het is een gevaarlijk spel, dat ik
ga spelen de dood staat daar met uit
gestrekte armen hij kan mij daar
mede omvatten
Gij wilt u dus laten dooden
een vermomde zelfmoordik had
iets waardigers verwacht van een karakter
al het uwe mij toeschijnt te zijn.
Een oogenblik stond Alessandro ver
legen, ja bijna verslagen maar toen op
eens in vuur gerakend zeide hij
Ik heb dit niet gezocht. 't is
het noodlot dat 't mij is komen aanbie
den Welnu, indien ik 't aanneem
welk kwaad steekt daarin? Het leven is
voor mij meer nog dan een last, het is
eene onophoudelijke smart, die slechts
eindigen kan met mijn leven; heb ik
dan het recht niet het van mij af te
werpen
Fuloi schudde ontkennend het hoofd.
Indien gij een spiritualist, een ge-
loovige waart, begrijp ik wat gij mij
zoudt. kunnen zeggen; maar een materialist
zooals gij
MaterialistViel hern de ge
neesheer in de rede. Ja, wij bepalen
ons tot de stof, omdat wij daarin alleen
een vasten grond voor onze positieve
wetenschap vindenja, wij wachten et-
ons voor met onze beziende blikken verder
door te willen dringen, omdat wij reeds
nauwelijs in staat zijn de wereld der
zintuigen in zijn geheelen, onmetelijken
omvang te overzien en omdat elk pogen,
om verder door te dringen ons slechts
zou verbijsteren en verblinden maar de
wijzen en voorzichtigen komen door die
studie der mateiie niet tot de gevolg
trekking, dat al het verdere moet worden
ontkend; zij zullen belijden, dat hier
hunne kennis te kort schiet, maar zij
zullen niet de vermetelheid hebben van
te beweren, dat er verder niets bestaat.
Neen, ik kan niet.tot u spreken uit naam
van eenigen godsdienst, van eenig boven
zinlijk geloof, maar er is toch eene ge
dachte en een geloof, dat het richtsnoer
van ons leven is, dat de menschelijke
gedachte beheerscht, dat een leiddraad
is voor de deugd in zuiver praktischen,
en aardschen zin, en dat geloof bezit ik
en bezit ieder edeldenkend mensclihet
is 't geloof aan plicht.
Alessandro richtte zich op en viel hem
levendig in de rede
En de Caldiero's de Sottarde heb
ben dat geloof ten allen tijde en misschien
meer dan eenig ander bezeten en ook in
mij is dit bewustzijn niet minder sterk
dan bij wien ook; maar ik weet niet
welken plicht ik zou verkrachten, wan
neer ik vrijwillig sterven wil, ik, die
alleen ben op de wereld, die geen familie
heb en ook niet hebben kan
En 't geheele menschdom dan.
Caldiero haalde de schouders op.
En het vaderland.
Indien dit mijn bloed noodig had,
zou ik het met blijdschap geven
Gij kunt uw verstand geven.
Ik voel mij tot niets instaat
Een braaf en deugdzaam burger is
altijd een rijkdom voor een land; waar
om het dien te ontnemen? Zijn dood
ten minste kome zijn land ten nutte.
Een slachtoffer van de wetenschap, van
den vooruitgang, van eene grootsche ge
dachte bewonder ik; maar een slacht
offer der zelfzucht, van eigen wanhoop,
kan ik ter nauwernood beklagen.
Hierop volgde een kort stilzwijgen.
Mijnheer de dokter, hernam de
markies glimlachend, ik dank u voor
uwe woorden en ten bewijze, dat ik ze
waardeer strekke mijne belofte, dat ik
mijn arm leven zal verdedigen eu mij
niet zal laten dooden.
Fuloi schudde het hoofd.
Is u dit niet genoeg?
Neen
Maar wat begeert gij dan van mij?
Of zelfmoordenaar van een ander:
ziet gij geen tusschenweg? Ik zie er
een