nieuwe Nieuws- en Advertentieblad UTRECHT EN GELDERLAND. N°. 33. Zaterdag 25 April 1885. Veertiende Jaargang abonnementsprijs VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. advertentiën: Gelijkheid. BINNENLAND. Feuilleton. VERLOOCHEND. &IMEBSFOORTSCHE COURANT. VOOR Per 3 maauden 1.Franco per post door het geheele Kijk. Afzonder]ijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdags en Vrijdags. Uitgever A. M. SLOTHOUWER, Amersfoort. Van 16 regels 0.40iedere regel meer B Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Er waren eens twee broeders. Beiden hadden hetzelfde vak ge kozen, en in de kennis van dat vak behoorlijk vorderingen gemaakt. Toen zij nagenoeg volwassen waren, ver loren zij hun ouders, die hun niet veel meer nalieten dan hetgeen zij noodig hadden, om op zeer bescheiden voet een eigen zaak te beginnen. Dewijl er, in de stad hunner inwo ning, nog weinig concurrentie was, hinderde het niet, dat zij er zich te gelijk vestigden. Vervolgens huwden beiden het meisje hunner keuze; toevalligerwijze was zoowel de een als de ander verloofd met een dochter van fatsoenlijke, niet bemiddelde bur gerlieden, en richtten een eigen huishouden in. Een tiental jaren later dartelde in elk der gezinnen een op komend geslacht, hier een van twee, ginds van vier kinderen. Zeker volksgezegde leert ons, dat ieder kind bij zijn geboorte duizend gulden medebrengt. Sommigen hal- veeren die som, wanneer het een meisje geldt. Of die meening geheel juist is, wagen we niet te beslissen als iemand, die zich beklaagt over zijn kommervolle omstandigheden, ten gevolge van de uitgebreidheid van zijn gezin, aan het cijferen ging, dan zou het best kunnen gebeuren, dat zijn ervaring een anderen kant uit wees. Maar uit te maken is het niet wie weet, of diezelfde man niet veel armer zou zijn, indien hem geen kroost ware geschonken. In elk geval, men weet nooit hoe het zijn zou, indien iets, dat gebeurd is, niet gebeurd was. In de huisgezinnen met welke we ons op dit oogenblik bezighouden, schijnt het praatje tot werkelijkheid geworden te zijn. Bij het echtpaar met vier kinderen heerscht niet min der welvaart dan in het huis van zijn broeder, ofschoon het eerste boven dien met veel rampen heeft te wor stelen gehad, waarvoor het andere gezin is gespaard gebleven. Doch ziekte en het sterven van een vijfde kleintje, het moge een tijdelijken te ruggang veroorzaakt hebben, de vlijt van vader en de spaarzaamheid en het overleg van moeder hebben die geldelijke gevolgen overwonnen. Zijn broeder is ook zeer ijverig, 't moet erkend worden, doch als aan hem de keus ligt tusschen het smaken van eenig genoegen en het vervullen van een plicht, zal hij gewoonlijk zich vóór het eerste verklaren. Een gezellig man is hij, die bijvoorbeeld weinig dagen in de week ten einde kan brengen, zonder zich eerst in de herberg van een klein Schiedammer slaapmutsje te hebben voorzien. Ook zijn vrouw weet niet altijd in de vol doening aan haar wenschen de grens lijn scherp te trekken. De ander daarentegen is bijzonder huiselijk. In den kring der zijnen smaakt hij het hoogste genot: zijn verpoozing bestaat grootendeels in vermeerdering van zijn kennis door lectuur en leiding geven aan de op voeding zijner kinderen. Men leeft daar wel niet bekrompen, maar toch bepaald zuinig: elke buitengewone uitgaaf wordt vooraf met zorg over wogen. Toch is het geen uitvloeisel van gierigheidwant toen de oudste jongen den leeftijd had bereikt, waar op in de meeste gevallen het gewone onderwijs wordt vaarwel gezegd, schroomden zijn ouders niet hem in de gelegenheid te stellen door het bezoeken van andere scholen zijn kennis uit te breiden en zijn vaar digheid te vergrooten. Eerst veel later heeft hij kunnen bevroeden, welke ontberingen zijn vader en moe der zich hebben moeten getroosten, om hem en hun overige kinderen den weg tot een ruimer bestaan te openen. Bij den anderen man was daarvan geen sprake. Eigenlijk gezegd ver langde men wel een beetje naar het oogenblik, waarop de knaap in staat zou zijn, een bijdrage te leveren voor de «algemeene kas," want hij en zijn zuster begonnen aan kleeding en andere benoodigdheden al aardig wat te kosten, en de inkomsten bleven vrijwel op dezelfde hoogte. Wat het vak betreft, door de practijk moest dat maar -geleerd worden, evenals van ouds de mode is geweest en nog wel lang voor verreweg de meesten blijven zal. We behoeven deze schets, aan het dagelijksch leven ontleend, niet te voltooien. Alleen hebben we willen aanwijzen, waar het standsverschil, door sommigen als een kwaad, al thans als een abnormaliteit aange merkt, wel eens vandaan komt. De wenschen verschillen oneindig in aanleg en in neigingen, en meestal, zijn deze van invloed op hun stotfe- lijken toestand. Voorjil is het de zorg voor het kroost, nat zij om zich heen zien opgroeien, die voor de toe komst van hooge beteekenis is. En wanneer nu die zorg, voortge zet over drie of vier geslachten, zoo belangrijk verschilt, als we hier heb ben geteekend, is het dan wel te verwonderen, dat een halve eeuw de afstand, die de geldelijke krachten, van de moreele eigenschappen, die de vrucht zijn van voortdurende aan kweeking, spreken we thans niet, omdat ze veel hooger zijn te taxee- ren, van de afstammelingen van hetzelfde menschenpaar scheidt, ont zaglijk groot is geworden? Maar waar moeten dan de apos telen der gelijkheid heen met hun theorieën? Als iemand spaarzaam en werkzaam is, met het doel, om zijn kinderen tot zekeren trap van welvaart te doen klimmen, laat ons niet over het hoofd zien, dat de bereiking van dat doel de geheele maatschappij ten goede komt, heeft dan iemand het recht om later te zeggenGij, die het zooveel beter hebt dan ik, laat ons beiden het onze doen en ministreeren door de Overheid, die zorgen zal, dat het ons niet ontbreekt aan voedsel en kleeding en een dak boven ons hoofd? En toch moeten we alleen tot op zekere hoogte naar gelijkheid streven niet door onthoudbare theorieën te prediken, die slechts warhoofden kun nen uitlokken, om een oogenblik aan de verwezenlijking te denken, maar door alleen in onze omgeving het beschavingspeil te helpen bereiken, waarop zij staan moeten om zich ver antwoordelijk te achten voor het lot van hun gezin. Als we zoover maar komen, dan zal meer gestreefd wor den naar de middelen, om de goede kansen in den strijd om het bestaan te verzekeren; dan zullen de ouders hun kinderen niet meer de wereld inzenden, volkomen weerloos, ontbloot van de middelen om aan den gemeen- schappelijken arbeid op de meest doeltreffende en winstgevende wijze deel te nemen. Er bestaat zeker minimum van behoeften, ilie bevre digd moeten worden, en wij gelooven, dat de gelegenheid om daarin te voor zien voor ieder moet open staan. Doch dat elk slechts door eigen ar beid deze sociale voordeelen kan verwerven, is niets meer dan billijk. Onze gelijkheidsbegrippen voeren ons tot den wensch, dat het getal van hen, die beneden het zooeven bedoelde minimum moeten blijven, steeds minder worde. In die richting moet de oplossing liggen van hetgeen men ahet maatschappelijk vraagstuk" noemt. Ons Hof is voor vier dagen in den lichten rouw geweest, wegens het over lijden van H. K. H. Mevrouw de Prinses Elisabeth van Hessen. De Minister van Financiën schijnt toch gevolg gegeven te hebben aan den wenk van velen in de Eerste Kamer, dat hij heengaan moest. Onderscheidene bladen althans, deelen als zeker mee, dat Z.Exc. den Koning om ontslag gevraagd heeft. De heer Grobbée is voor zich zeiven zeker al lang overtuigd geweest, dat hij te weinig doorzicht had en niet vinding rijk genoeg, om het huishouden van den staat van de noodige finantiën te voor zien. Mogelijk had hij hierom al voor lang het verstandige besluit genomen zijn portefeuille af te geven, maar het scheen meer in het welbegrepen belang van den slimmen Minister Heemskerk te liggen, dat hij dit nog niet deed. Daarom werd vooraf nog eene tabaksbelasting als laatste reddingsplank voor den aanstaanden drenkeling aangegrepen. Ook deze ontzonk echter aan zijne handen door den tegenzin van heel het volk en de allerongunstigste adviezen, door de Kamers van Koophandel en Fabrieken eenparig uitgebracht. Wij wachten nu af, wat het Ministerie doen zal. Eenig voorwendsel heeft het zeker, om aan te blijven. Wel heeft de Minister Heemskerk er een kabinetskwes tie van gemaakt, indien de Minister van Finantiën, door afstemming van zijne be grooting, werd weyezonden maar ziet Z.Exc. is nu heengegaan en kan daar- als van zelfs, naar de meening van den Premier, de solidariteit tusschen het Ministerie en den Minister van Finantiën verbroken zijn. In de Eerste Kamer heeft de Mi nister van Binnenlandsche Zaken er op gewezen, dat verbetering van den Finan- tiëelen toestand eene zaak was van het geheele kabinet en niet enkel van den Minister van Finantiën. Indien men meende, dat het Ministerie voor zijn taak niet berekend was, dan was het bereid aftetreden. De nu afgetreden Minister van Finan tiën verklaarde nog, dat er eene com missie benoemd is tot herziening van het patentrecht en dat diezelfde com missie ook overwegen zal of de tabaks belasting in een anderen vorm ook te helfen is. De Minister Heemskerk voegde hieraan nog toe, dat als de nieuwe pogingen tot belastingversterking faalden, het Ministe- zou heengaan. Het Haagsche Dagblad schrijft den ▼al van den heer Grobbée, Minister van Finantiën, toe aan een complot, door door C. H. P. VAN OOSTERZEE. 7-) Heeft men hem daarin alles, mijn bestaan betreffende, zonder mededoogen toevertrouwd, of bevatte het schrijven slecht een verzoek mij voortaan die da- gelijksche bezoeken te ontzeggen Met zekerheid kan ik hieromtrent niets be palen, maar toen ik Maurits Haze r.a mijn driftig heengaan voor 't eerst terug zag, toen trof mij de matte bleekheid van zijn vermagerd gelaat, waarop een wereld van vrees en hoop lag uitgedrukt. »Gij gaat heen, niet waar mijn jongen klonk het onzeker en lang niet dui delijk. mik blijf, o laat mij blijven smeekte ik. »Geef mij het kleinste hoekje aan uw haard, het donkerste plaatsje in uw huis, en ik wil alles voor u zijn, alles voor u worden zoon, broeder, dienst knecht alles, alles maar stoot mij niet terug I" De brave, eerlijke ziel, God zegene hemsloot mij toen in zijne armen en met bevende stem ontving ik zijn toe stemming. De innige band, die ons reeds aan elkander verbond werd met eiken dag als 't ware nog hechter en toen ook in deze gelukkige, eenvoudige omge ving moeielijkheden te torschen vielen, ontsnapte ons geen enkele klacht. Want helaas, die moeielijkheden kwamen alras opdagen, toen een ernstige ongesteldheid mijn arme vriend voor dagen en weken aan het ziekbed gekluisterd hield. Welke oogenblikken van angst en hoop! Wat een wereld van verschillende gewaarwor dingen overstelpten mij, wanneer ik die stille nachten wakend aan zijn zijde door bracht? Wat een wanhopige vrees om dien éénigen steun van mijn leven te moe ten verliezen, te moeten afstaanMaar wat een geluk, wat een vreugde toen die oude glimlach weer op zijn vermagerd gelaat verscheen, en dat sombere zieken vertrek alle waas van treurigheid verloor Toch wat niet te loochenen viel, was dat onze, toch al niet zeer ruime, mid delen daardoor erg verminderd waren. De geneesheer had ten strengste op ver sterkend voedsel aangedrongen, daar de zwakke toestand van den zieke nog veel te wenschen overliet, maar met de grootste inspanning en het wijste overleg mocht het mij slechts zelden gelukken met het geld toe te komen. En toch moest er gehandeld worden, wilde men de ziekte het ter ugkeeren beletten. Raad was hier duur, te meer daar ik niemand kende voor wien ik onzen hachelijken toestand kon blootleggen. Voor mijn vriend hield ik deze benarde omstandig heden nog hardnekkiger verborgen, daar het minste vermoeden hem weer geheel van streek zou kunnen brengen. Zou ik mij tot Emy's tante wenden en van haar eenigen steun vragen Dat zou dan gelijk staan met haar ten zeerste te verontrus ten, aangezien ik Maurits Haze op mijn eerewoord beloofd had, niets van zijne ongesteldheid aan de beide vrouwen mede te deelen, en daarbij wist ik dat Erny's tante óók geen schatten te verteren had, dus deze hoop verviel. Mijne tee- keningen? Reeds had ik geen moeite gespaard, om de best uitgevoerde daarvan van de hand te doen, maar mijne ver wachtingen leden steeds schipbreuk. In 't stadje zelf waren er geen liefhebbers, heette "het altijd, dus moest ik geduld hebben tot een gelukkig toeval over ons lot beschikte, met zorg en angst sliep ik eiken nacht in, en met niet minder vertwijfeling begroette ik het morgenuur. Waar was die onbekende vriend, die 450 blanke guldens voor mijn schilder stukje had willen afstaan? Wist ik slechts waar bij toefde, misschien kocht hij dan mijne teekeningen. Kon ik dat stukje maar verkoopen, had ik er den moed maar toe, 450 gulden dat zou onze redding zijn. Wanneer de nood dwingt is het immers onredelijk zich door het gevoel te laten ovei meesteren, en was 't geen teergevoeligheid van Maurits Haze, om zóóveel waarde aan dat stuk te hech ten, om zóóveelmaar neen, neen, nogmaals neen! o Vergeef mij, mijn dier bare, trouwe vriend, dat ik een oogen blik den wensch heb kunnen koesteren dat heilige aandenken van uw verleden, van uw leven en van uw geluk in vreemde handen te zien overgaan vergeef mij och, 't leven heeft mij ook een enkele dierbare herinnering gegund, mis schien ligt 't daaraan, dat in de uwe zoo gemakkelijk kon voorbijzien.' Ik was besloten aan Emy te schrijven. Had Maurits Haze de ware toedracht der zaak kunnen vermoeden, stellig had ook hij dan in dezen maatregel moeten toestemmen, want 't was 't eenige wat mij te doen stond. Zoo zou ik dan voor 't eerst rechtstreeks aan Emy schrijven. wat en hoé zou ik 't naar mededeelen Ik zou haar de verzekering geven, dat er geen reden tot ongerustheid bestond, aangezien alles naar wensch ging, behalve de bewuste kwestie wij waren el kaar van naam niet volkomen onbekend meer, sinds ik de gastvrijheid van haai: ouderlijk huis deelde, zo.odat zij aan, mijne zorgen niet behoefde te twijfelen, terwijl sGoed nieuws, mijn jongen!" klonk op eens Maurits Haze's stem uit het neven- vertrek. »Goed, neen, al te goed nieuws voor ons," vervolgde hij teeder, mij wen kende naderbij te komen, en toen, bijna fluisterend met iets weemoedigs »\Vat heb ik mijn pleegzoon zorg en kommer bereidZeg eens, Sammy, 't werd hoog tijd, dat onze lieve Heer weer eens aan ons dacht, niet waar Begrijp eens, uwe teekeningen en mijn schilderij: »Op en gelen wieken" naar de beste verwach tingen verkocht. Alles te zamen fl 1050 Verkocht! Geld! Gered! In't eerste oogenblik wist ik niet, of ik wel waakte of droomde. Gered En op wat eervolle wijze, door eigen arbeid! O, dat hterlijke bewustzijn dat zoo trots, zoo fier maakt: door eigen kracht verkregen belooning, neen, laat men zeggen wat men wil, laat men laag neerzien op hen die hun han- den- of geestesarbeid verkoopen ik geloof, dat er niets is, dat meer ledfier- trouwen opwekt, meer verwachtingen schenkt, meer teleurstellingenbedekt als zelfverdiende penninge^f Nog meer geluk zouvtos wachten. Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1885 | | pagina 1