BUITENLAND.
Plaatselijke berichten.
VERSLAG
Provinciale berichten.
slaat liet 0. M. geen geloof. En al neemt
liet Hof dit sprookje als bewezen aan.
dan is beschuldigde volgens de jurispru
dentie van den Hoogen Raad toch toe
rekenbaar voor de gevolgen der daden
van zijn mededaders, zelfs al zijn die
gevolgen door hem niet gewild. Doch
het O. M. slaat aan dit sprookje geen
geloof, daar alle getuigen in de nabijheid
van het huis van Jansen slechts een
persoon hebben gezien.
Beschuldigde heeft dus volgens den
procureur-generaal alleen den moord
gepleegd; dit blijkt ook o. a. uit de om
standigheid, dat zijn kleeren met bloed
bevlekt warendat verder het eindje
touw, dat men bij den verslagene vond
en waaraan diens horloge was bevestigd
geweest, met bloed was bevlekt. De dief
van het horloge moet dus tevens de
moordenaar van Jansen zijn geweest. De
knoop van de jas van beschuldigde is
teruggevonden onder het lijk van Jansen,
zoodat een worsteling tusschen hem en
beschuldigde voor den moord moet heb
ben plaats gegrepen.
Do diefstal, die aan beschuldigde ten
laste is gelegd, is in confesso en wordt
door voldoende aanwijzingen gesterkt.
De doodslag, die door beschuldigde is
bedreven, was vooraf beraamd en moet
dus al moord worden gequalificeerd. Op
grond hiervan requireert Z.E.G.str. tegen
beschuldigde levenslange tuchthuisstraf,
met last van aanplakking van het arrest
te Wageningen en te Arnhem.
De verdediger, mr. Thomas, meende
dat hier de mogelijkheid zeer goed was
aan te nemen, dat meer dan een persoon
in het huis van den verslagene op den
morgen van den moord bij den diefstal
was tegenwoordig geweest. Verder be
streed pleiter de bewering van het O.
M., dat hier het bewijs zou geleverd zijn,
dat Regeling den doodslag zou hebben
gepleegd, en ontkende voorts, dat het
bewijs der premeditatie in casu aanwe
zig was.
liet Gerechtshof bepaalde de uitspraak
in deze zaak op een nadere zitting.
De diplomatieke betrekkingen tus
schen Frankrijk en Rumenië zijn reeds
eenigen tijd gespannen en het geschil dat
er toe aanleiding gaf betreft den handel.
Een handelsti actaat tusschen de twee
landen bestaat niet en gedurende vele
jaren weid van de Fransche artikelen bij
invoer in Rumenië een matig recht ge
heven. De verhooging der invoerrechten
op granen en vee, waartoe Frankrijk
onlangs is overgegaan, treft juist de eenige
artikelen welke Rumenië daarheen zendt,
en nu heeft de Rumeensche regeering
bij wijze van represaille opgehouden
Frankrijk op den voet der meest begun
stigde natie te behandelen Het kabinet
van Parijs komt met nadruk hiertegen
op en door den heer Oidega, zijn ver
tegenwoordiger in Bucharest, is bij de
Rumeensche regeering officieel geprotes
teerd tegen hare weigering aan Frank
rijk het tot dusverre gevolgde stelsel bij
voortduring toe te passen.
Nadat men zeer veel gebabbeld
heeft over de waarde der inenting tegen
de tholeia in Spanje, is men eindelijk,
volgens de mededeelingen van den Mi
nister van Binnenlandsche Zaken, tot een
resultaat gekomen. De geneeskundige
commissie heeft nl. een gunstig advies
uitgebracht over de inenting van dr. Fer-
ran, zoodat het verbod om daarmede
voort te gaan, zal worden ingetrokken.
Men beweert echter nog niet dat men
een afdoend middel gevonden heeft, maar
is van meening dat de tijd zal moeten
loeren in hoeverre de kunstbewerking als
tegengift werkt. Kwaad kan de proef
neming in allen gevalle niet.
In Ierland heerscht groote vreugde
over den val van het liberale kabinet-
Gladstono en het optreden van het con
servatieve ministerie. Te Navan deden de
nationalisten een manifestatie als af
scheidsgroet aan lord Spencer. Een groot
vreugdevuur op de gemeenteweide gaf
hunne blijdschap over zijn vertrek te
kennen. De beeltenis van den ex-Onder-
kouing werd rondgedragen en daarna
aan de vlammen prijsgegeven. Vervolgens
hield een priester een toespraak, waarin
hij de bedrijvers van die daad hoogelijk
prees.
In Oostenrijk is een merkwaardige
herderlijke brief verschenen. Geheel het
episcopaat, nl. de 33 aartsbisschoppen en
bisschoppen, heeft, als uitvloeisel der vóór
eenige maanden te Weenen gehouden
conferentie, een mandement uitgevaar
digd, waarin de steeds toenemende on
godsdienstigheid, de onverschilligheid en
het materialisme onzer dagen veroordeeld
worden. De prelaten schieten hunne
scherpste pijlen af op sabbathschenders
en de vrijmetselaren, en verbieden het
lezen van de dagbladen, een zeer klein
getal uitgezonderd. Vóór dat dit herder
lijk schrijven werd openbaar gemaakt,
hadden de onderteekenaren' een udies
bij de Regeering ingediend, houdend drin
gend 0111 wetten en voorschriften in over
eenstemming met hunne beginselen en
leerstellingen.
De cholera neemt in Spanje nog
steeds op verschrikkelijke wijze toe.
Overal in de provinciën Murcia en Valencia.
In deze beide provinciën kwamen vol
gens een telegram van de Indep. Hclge
negenhonderd gevallen van de ziekte
voor, waarvan 435 doodelijk te Madrid
kwamen negen gevallen voor, waarvan
vier doodelijk en zes gevallen waarvan
drie doodelijk in de omliggende ge
meenten.
De cholera is ook uitgebroken in de
provincie en de stad Toledo, die tot nu
toe waren gespaard gebleven. Ook te
Sarogoza en te Huena heeft de ziekte
zich vertoond. De ministers Canovas del
Castillo en Romero Robledo zijn te
Murcia met geestdrift ontvangen. Zij heb
ben zeventig duizend francs aan de door
den geesel geslagen inwoners uitgedeeld.
De sterrenhemel gephotographeerd.-
Nadat het den Porijzer photograaf Henry
is gelukt, een photographischen toestel
te maken, die aari alle eischen van de
sterrekundigen voldoet, heeft het Parijzer
observatorium besloten, door middel van
dien toestel den geheelen sterrenhemel
photographisch op te nemen. De voor-
loopige proeven zijn uitstekend gelukt,
b. v. na een expositie van een uur ver
kreeg men eene photographic van een
vlek je des hemels, op hetwelk men 2790
sterren van de le tot de 'J4de grootte
kan tellen. Het teekenen van zulk eene
kaart zou stellig verscheiden maanden
van ingespannen arbeid gekost hebben,
om niet te spreken van de veel grootere
nauwkeurigheid. liet photographisch op
genomen stukje hemel maakt het 41,000ste
deel van den hemelbol uit en toont 2790
sterren aan. Ceteris paribus zouóen er
ongeveer 22'/a millioen sterren zijn van
de le tot de 14e grootte, waarbij dan
nog komen de kleine sterren en de nevel
vlekken.
Zondag den 5. Juli, des morgens
om negen ure en des namiddags te twee
ure, zal de godsdienstoefening der Vrije
Ger. Gemeente alhier geleid worden door
den heer ltoelots uit Punteren.
Morgenavond heeft er in de remon-
strantsche kerk eene vocale en instru
mentale uitvoering plaats (zie achter
staande advertentie), waarop wij onze
lezers nog eens attent meenen te moe
ten maken. De keuze der uit te voeren
nummers, zoowel die voor het vierstemmig
zangkoor als de soli en duo's voor orgel
en viool kunnen wij niet dan gelukkig
noemen, terwijl met het oog op hetgeen
we reeds vroeger van het koor hoorden,
wij ook ditmaal iets goeds meenen te
mogen verwachten.
De le luitenant J. C. Camerling
Helmolt, van het dépót-escadron van het
le regiment huzaren te Amersfoort in
garnizoen, is ingaande 1 Juli overgeplaatst
bij 'tic regiment huzaren te Zutfen.
Onze stadgenoot, de heer dr. II. J.
Reijnders slaat No. 2 op de voordracht
voor leeraar in de oude talen aan het
Gymnasium te Amsterdam.
De verpachting, voor den tijd van
zes jaren, van het jachtrecht op ruim
142 hectaren grond en water der Greb-
belinie van de Zuiderzee tot den Rijn,
onlangs door den heer ontvanger der
registratie te Amersfoort gehouden, heeft
opgebracht f 119,60 per jaar.
liet totaal bedrag, waarmede de
belastbare opbrengst der ongebouwde
eigendommen in het waterschap »de
Eem" wegens kosten van onderhoud der
waterkeerende en waterlozende werken
behoort te worden verminderd, is be
paald op f14361.05; in het waterschap
»de Slaperdijk" op I226.8S en in het
waterschap tule Bunscholer veen- en
veldendijk" op nihil.
In de Nieuwe Rotterdamsche Cou
rant van Zondag 28 Juni II. lezen wij het
volgende.
Te Amersfoort werd op 14 April tot
lid van den Raad gekozen de burgemees
ter Jhr. mr. T. A. J. van Ascli van Wijck
die echter geen zitting heeft genomen.
Toen namelijk voor eene tweede vaca
ture bij tweede stemming gebleken was,
dat de meerderheid der kiezers staat aan
de zijde van hen, die 's burgemeesters
inzichten op onderwijsgebied niet deelen,
verklaarde hij bij een schrijven in de
Amersfoorlsche Courant, dat hij zijn ge
loofsbrieven niet zou inzenden, omdat
zijn verkiezing blijkbaar niet uit instem
ming der kiezers met zijn beginselen
voortvloeide. Tevens verklaarde hij zich
bij de periodieke aftreding dezen zomer
niet herkiesbaar te zullen stellen, onder
opmerking dat, wilden de kiezers gehan
deld zien in den zin als hij noodig acht
op gebied van onderwijs en financiën
(verhooging van schoolgeld met beper
king van uitgaven), hun de gelegenheid
niet 7.ou ontbreken van daarvan blijken
te geven.
Naar aanleiding nu van deze handel
wijze is door eenige ingezetenen van
Amersfoort een adres aan den Minister
van binnenlandsche zaken verzonden,
waarin zij onder mededeeling der feiten
verklaren dat zij zich niet willen uitlaten
over het al of niet voegznme der houding
van het hoofd der gemeente tegenover
den Raad, dat zij echter op de ophanden
zijnde periodieke verkiezingen zich ver
plicht gevoelen den Minister te vragen
of het bijgevoegd manifest, of welken
naam zulk schrijven ook dragen moge,
waarin als 't ware aan de kiezers wordt
voorgeschreven, welke opinie en wenschen
zij zullen moeten koesteren, willen zij het
voorrecht hebben, zich door hem, mani
festant, te zien vertegenwoordigd, eri dat
iu de wereld werd gezonden naar aan
leiding eener verkiezing die heeft plaats
gegrepen en met heenwijzing naar stem
mingen, die spoedig overeenkomstig den
wettig gestelden termijn zullen moeten
plaats grijpen niet moet worden ge
acht te behooren tot eene ongeoorloofde
inmenging en invloeduitoefening op de
eventueele verkiezingen, waarvan vooral
de burgemeester eener gemeente zich heeft
te onthouden.
Redenen waarom zij den Minister ver
zoeken om, wanneer hij hun waardéering
van die handelwijs juist oordeelt, zijn
veelvermogenden invloed aan ie wenden
ter voorkoming van handelingen als bo
vengenoemd.
van het verhandelde in de gemeente
raadszitting van Maandag 29 Juni.
Het verzoek der r. e. kerkbesturen om
vergunning tot het leggen van een brugje
over de binnen-Singelgracht, om le die
nen als uitgang voor de nieuw te bou
wen school aldaar, is toegestaan. Over
het bezwaar, dat dit brugje in de onmid
dellijke nabijheid van de Hellebrug zou
ontsieren, stapte de raad met B. en W.
heen, omdat het hier gold eene inrich
ting van onderwijs, en de voorwaarde
tot betaling eener jaarlijksche recognitie
van f 5, door B. en W. bedongen, werd
geschrapt, omdat de vèrplichting tot
onderhoud van den walkant onder de
brug reeds aan de adressanten was op
gelegd.
De behandeling van het verzoek der
besturen der voorbereidende school voor
lager onderwijs op de Langegracht en de
bijzondere school voor christelijk-nationaal
onderwijs om subsidie, verplaatste den
raad in de onderwijs-quaestic. De heer
Scheltema, het jongste lid van den raad.
die in zijn maidenspeech zich als een
goed spreker deed kennen, en de voor
zitter ontwikkelden, ieder vanhunstand-
punt, hunne meening over de oude strijd
vraag in hoeverre scholen, als de beide
hier bedoelden de eene voor neutraal
onderwijs, de andere eene voorbereidings
klasse voor eene school met den bijbel
toegankelijk zijn voor kinderen van ouders
van iedeie richting.
"Wat de aanvraag zelve betreft, gaf blijk
baar den doorslag.de herinnering dooi
den heer van Beek, dat eenige jaren
geleden dergelijk verzoek door den raad
werd afgewezen, oindat men van oordeel
was, dat voor bewaarschoolondetwijs
geen geld uit de kas der gemeente be
hoorde te worden gegeven. Op dien
grond verklaarde de heer van Beek te
zullen stemmen tegen het advies van B.
en W., waarbij het verzoek van de bei
de besturen om eene subsidie van f350,
of zooveel minder als zou blijken noodig
te wezen tot dekking van het tekort
voor den loopenden dienst, niet voor
inwilliging vatbaar werd geacht, doch
voorgesteld werd aan ieder der beide
inrichtingen tot wederopzeggens eene
subsidie van f 100 'sjaars toe te staan.
De raad verwierp dit voorstel, wat de
Fröbelschool op de Langegracht betreft,
met 7 tegen 4 stemmen; wat de andere
inrichting aangaat, met 8 tegen 3 stem
men.
Het recht tot het houden van de bank
van leening is weder voor een jaar ver
pacht aan den tegenwoordigen pachter
W. van Wisseling, tegen betaling van
f50.
Een voorstel van B. en W. tol amotie
van de voormalige portierswoning aan
de Slijkpoortsbrug, thans tot woning,
voor een der agenten van politie gebe
zigd, en om in verband daarmede het
politie-bureau bij de voormalige Utrecht-
sche poort uit te bouwen, opdat daar
voortaan gelegenheid zij tot huisvesting
van een agent, vond bestrijding bij de
meerderheid van de commissie van fa
bricage. De afbraak van eerstgenoemd
gebouw, die werd aanbevolen als zullen
de strekken tot verfraaiing van een der
voornaamste toegangen tot de gemeente,
werd door haar om die reden alleen
niet gerechtvaardigd geacht. Het voor
stel betreffende de verbouwing van het
politiebureau, werd krachtig aanbevolen
door den voorzitter, opdat er een einde
zon komen aan den tegenwoordigen toe
stand, waarbij dat bureau gedurende den
nacht geheijl zonder toezicht is. Het
bezwaar, dat daaraan verbonden was,
met het oog op de algemeene veiligheid
en ook omdat daardoor arrestanten, die
er af en toe verblijf houden, des nachts
onbewaakt zijn, werd over 't algemeen
erkend, maar toch bleek er bezwaar te
bestaan tegen deze verbouwing, omdat
men meende, dat een politie-bureau
meer thuis behoort in het midden der
stad, en dit gebouw dan ook indertijd
slechts tijdelijk voor politie-bureau was
bestemd. Dit punt zal overigens in
een volgende vergadering meer a fond
besproken worden, omdat door den heer
Scheltema een voorstel is aangekondigd,
om B. en W. uit te noodigen, een on
derzoek in te stellen, of't niet wensche-
Iijk is, dit bureau te verplaatsen naar
het midden der stad. De voorzitter
verklaarde intusschen reeds dadelijk, dat
hij voor zich daartegen waarschuwt; aan
de Utrechtsche poort, de voornaamste
toegang tot de stad en in de onmiddel
lijke nabijheid van het spoorwegstation,
kwam het burean hem juist zeer gunstig
geplaatst voor.
Bij de stemming werd het voorstel tot
verbouwing van het bureau aan de
Utrechtsche poort verworpen met 10 te
gen 1 stem; het andere deel der voor
dracht werd daarop ingetrokken.
Aan B. en W. is een crediet verleend
van f 200 tot aanschaffing van een nieuw
model sproeiwagen, die meer zal inhou
den dan de tegenwoordige wagens en
zich van dezen vooral onderscheidt, om
dat hij zal kunnen worden gevuld aan
de openbare pompen, op velschillende
punten der gemeente verspieid.
Tot lid van de gezondheids-commissie
is benoemd mr. J. Heijligers, ter vervan
ging van mr. A. A. de Vries, die wegens
vertrek had moeten bedanken.
B. en W. hebben aan den raad kennis
gegeven, dat zij hun voorstel tot verhoo
ging van het schoolgeld aan het gym
nasium en aan de hoogere burgerschool
hebben ingetrokken. Dit voorstel was in
gediend, naar aanleiding van een wensch,
bij het onderzoek der begrooting van
het loopende jaar in de afdeelingen ge
uit, waarbij verhooging van schoolgeld,
speciaal voor de leerlingen, van buiten
de gemeente komende, aan B. en W. ter
overweging was aanbevolen. Tegen der
gelijke verhooging, hoewel met de letter
van de wet niet in strijd, was echter
door den minister van binnenlandsche
zaken bezwaar gemaakt. De algemeene
verhooging van f 60 op f 80 voor het
gymnasium en van f 50 op f 60 voor
de hoogere burgerschool, is afgestuit op
de ongunstige adviezen van curatoren en
van de commissie van toezicht op het
middelbaar onderwijs, en de uitkomst
van hetdaarop gevolgde onderzoek in
de afdeelingen, die B. en W. de over
tuiging gaf, dat het voorstel geen kans
had om te worden aangenomen.
De schuttersraad zond de rekening en
verantwoording in van het in 1884 ge
voerd beheer ten dienste der d.d. schut
terij. In ontvangst en uitgaaf wijst de
rekening een bedrag aan van f 1748.81.
De firma Hamers en Van Beek heeft
een verzoek ingezonden, waarbij zij ten
behoeve van 't spoelen harer garens den
afstand vraagt, tegen eene jaarlijksche
retributie, van 16 M- van het aan de
gemeente behoorende terrein bij den
steiger buiten de Kamppoort, orn daar
een spoel te maken met behoorlijke af
schutting. B. en W. zullen daarom
trent den raad preadviseeren.
Door den 'Raad der gemeente Amersfoort
is onderstaand rekest gezonden aan de
Staten dor provincie Utrecht:
Aan de Staten der 'provincie
Utrecht.
Geeft met verschnldigden eerbied te ken-
ueu DE RAAD DER GEMEENTE AMERS
FOORT,
dat tot zijn leedwezen het dd. 11 Novem
ber jl. ingezonden adres, om niet overeen
komstig het advies van heeren Gedeputeerde
Staten van Utrecht afwijzend te beschikken
op het adres dd. 22 Juni 1SS4, doch in
nader overleg te treden met het gemeente
bestuur van Amersfoort, in uwe vergadering
van den 18. November 18S4 „voor kennis
geving" is aangenomen, en dat overeen
komstig het advies van heeren Gedeputeerde
Staten besloten is afwijzend te beschikken
op het adres dd. 22 Juni 1S84;
dat het hem echter voorkomt dat niet mag
worden aangenomen, dat uwe vergadering
niet wilde treden in het verzoek gedaan bij
adres van den 11. November 1SS4, want
dat, zoowel een der leden van de commissie
als de heer Bastert verklaard hebben te
willen ondersteunen een voorstel om een
nader onderzoek iu te stellen, en het dus
mogelijk is dat een dergelijk voorstel bij
uwe vergadering ingang had kunnen vinden
dat zoolang daaromtrent niet is gebleken,
de Raad geene vrijheid vindt, om of hau-
delend op te treden en een besluit te nemen
tot verbetering vau de rivier de Eem en
van hare uitmonding, indien Rijk, Provincie
en Gemeente geldehjken steun verleenen, of
te besluiten tot het niet langer onderhouden
van werken buiten zijn grondgebied gelegen,
en het doen van uitgaven daarmede in be
trekking staande, of den tegenwoordigen niet
wel te rechtvaardigen toestand te doen voort
duren
dat het hem daarom wenschelijk voorkomt
zich andermaal tot U te wenden met een ver
zoek, overeenkomende met dat, gedaan bij
adres dd. 11 November jl.
dat eene beslissing dat de voor Amers
foort zoo belaugrijke zaak nader door U
wordt onderzocht, niet behoeft in te sluiten dat
het initiatief door de Provincie behoort ge
nomen te worden, doch gelegenheid aan
biedt om de zaak nog van eene andere zijde
te beschouwen dan heeren Gedeputeerde
Staten
dat ook al werd dientengevolge de wen-
schelijkheid uitgesproken dat het initiatief
behoort uit te gaan van het Provinciaal be
stuur, daarmede nog niet wordt uitgemaakt
dat de rivier in eigendom en beheer bij de
Provincie behoort te komen en het onder
houd vanwege de Provincie zal behooren te
geschieden
dat toch het initiatief kap plaats hebben
van wege het Provinciaal bestuur, zelfs al
droeg de Provincie niet bij in de kosten J
dat het, na hetgeen de Minister van wa
terstaat, handel en nijverheid verklaard heeft,
en na de beslissing van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal wenschelijk voorkomt,
dat althans »het initiatief tot eene behoor
lijke regeling, waaraan ongetwijfeld behoefte
bestaat en waarbij zoowel op de belangen
der scheepvaart als op die der afwatering
zal zijn te letten, van het Gewestelijk be
stuur moet uitgaan." (Bijlagen zitting Tweede
Kamer 1882,'83, No. 454, bl. 4);
dat bovendien nader onderzoek wenschelijk
schijnt, omdat het voorkomt dat heeren
Gedeputeerde Staten minder juist zijn in
gelicht omtrent de kosten aan het tegen
woordig onderhoud verbonden waar zij
schijuen te meenen dat de baten welke de
gemeente jaarlijks althans tot en met
1880 trok, f5000 zoude bedragen;
dat het Dagelijksch bestuur ontkent, ooit
of immer, zoover het kan nagaan, aan
Gedeputeerde Staten te hebben medegedeeld,
dat de jaarlijksche uitgaven bedroegen f 2000,
tegenover een ontvangst vau f 7000, en
indien de daaromtrent vanwege Gedeputeerde
Staten gedane mededeeliug geput wordt uit
de missieve van den 3. Juni 1881 aan
Gedeputeerde Staten, een nauwkeurig lezen
van die missieve zal aantoonen, dat werd
medegedeeld dat iu 1880 de gewone uit
gaven waren f 2000 en de buitengewone
uitgaven f 5000, zoodat in 1880 zelf niets
was overgeschoten, doch omtrent andere jaren
niet wordt gesproken.
dat door den heer Melvil van Lvnden
juister cijfers waren aangehaald, al heeft deze
niet medegerekend de uitgaven voor het
verdiepen van de haven, tractement van
havenmeester, gaardermeester aan de Eem-
brug, overwegen, bijdrage aan het Eemeollege,
pont, enz., en dat, waren die uitgaven
medegerekend, blijken zou dat de baten
jaarlijks van 1870 tot 1880 niet meer dan
f2000 hebben bedragen;
dat in de jaren 1880/84 is ontvangen
f 15620,84''a en uitgegeven f 13415,42, en
derhalve voor den tegenwoordigen tijd elk
voordeel vervalt
dat het behalen van oordeel ook geenszins
in de bedoeling ligt, al zou mogen worden
aangenomen dat met het oog op de groote
sommen, vroeger besteed, eene geringe rente
niet onrechtmatig was;
dat echter de vraag of de gemeente groote
voordeelen behaald heeft, zoowel in de stuk
ken als in het debat als een belangrijke
factor is aangemerkt, en het nader onderzoek
van dit punt derhalve niet overbodig mag
worden aangemerkt, al zou kunnen worden
gevraagd of niet juist voor hen die beweren
dat de gemeente groote voordeelenbehaalt,
het afstand doen van die voordeelen, aan
leiding kon zijn lettende op de groote
opofferingen welke de gemeente zich alsdan
wilde getroosten de zaak krachtig te
steunen
dat zonder twijfel meer op ondersteuning
van Staatswege is te rekenen wanneer de
regeling uitgaat van het Gewestelijk bestuur,
omdat daaruit èn blijken zou dat meer al
gemeene belangen bij de zaak betrokken zijn,
èn meer waarborgen werden verkregen voor
deugdelijke uitvoering
dat de vraag in uwe vergadering gedaan
is, of de gemeente Amersfoort wel bereid
zou bevonden worden '/j der kosten te dra
gen, ook al trokken de andere gemeenten
zich terug
dut duidelijk is uitgesproken dat de
gemeente ook alsdan wilde onderhandelen
op den voet van bijdragen voor V) doch dat
natuurlijk geen definitief besluit kan worden
genomen, alvorens vaststaat het werk dat
noodig wordt gerekend door de verschillen
de partijen, en de kosten begroot zijn
dat de Gemeenteraad de overtuiging koes
tert dat alleen op initiatief van het Provin
ciaal bestuur de zaak tot een gewenscht
einde kan geraken, en dat verbetering van
de rivier de Eem en van haren mond,
zeer krachtig kan bijdragen tot den bloei
der gemeente, juist nu van uit Amersfoort
alle deelen van ons Vaderland gemakkelijk
te bereikeu zijn langs spoorwegen
dat eene gemeente waar bóven 7 0 opcen
ten op de personcele belasting, een hoofde
lijke omslag geheven wordt die bijna het
dubbel bedraagt van het */s der personeele
belasting, moet weten met welke uitgaven
ze volstaan kan, en derhalve moeieiijk kan
op zich nemen alle eventueele latere kosten.
Redenen waarom andermaal uwer vergade
ring in overweging gegeven wordt, om de
vraag, in hoever het wenschelijk is dat het
Gewestelijk bestuur de regeling betrekkelijk
verbetering van de rivier de Eem aanvat,
nader te overwegen.
TJtrcclit. Gisterenmiddag omstreeks
half twee werd de 20-jarige v. G. als
lampenist in dienst der Ned.-Rijnspoor-
wegmaatschappij, terwijl hij nabij den
Leidschen overweg alhier de rails ever-
stak, om zich naar zijn werk te begeven,
door de machine eener van Amsterdam
komende sneltrein gegrepen en een
twintigtal passen medegesleept, met het
treurig gevolg, dat hij deerlijk verminkt
van den weg werd opgenomen en wei
nige oogenblikken later overleed.
Zeist. Op den weg van hier naar de
Bilt, schrikte Donderdag een paard van
een rijtuig, voor een kermiswagen, juist