BIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
UTRECHT EN GELDERLAND.
Maggie Wilson.
N. 60.
Woensdag 29 Juli 1885.
Veertiende Jaargang
abonnementsprijs
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
advertentiën:
Brieven over Volapük.
BINNENLAND.
Feuilleton.
AMERSFOOBTSCHE COURANT.
VOOR
Por 3 maanden 1.j Franco per post door het geheele Kijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdags en Vrijdags.
Uitgever A. M. SLOTHOUWER, Amersfoort.
Van 16 regels 0.40iedere regel meer 5 Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Vervolg derde Brief.
Eene wereldtaal mag zulk eene onduidelijkheid niet toelaten, en Vola
pük is er dan ook niet het minst aan onderhevig. Een klein maar voldoend
overzicht van die Wereldtaal zal het sprekendst en doorslaandst bewijs
leveren van wat ik zooëven beweerde.
Ik begin met de verbuiging, die gij in 60 minuten leert, terwijl gij in
andere talen, met name Grieksch en Latijn er evenveel maanden voor
noodig hebt. 't Zelfde geldt voor de vervoeging. Elk stamwoord der We
reldtaal bestaat slechts uit drie letters, dus ééne lettergreep. Vrouwelijk
zijn de namen van vrouwelijke wezens; alle overige z. n. w. zijn manl.;
geen onzijdig geslacht dus.
door a, e, i en s
Meervoud.
1. buk (spr. boek)
3. buka
3. buke boekee
4. buki (boekie)
1. ob (oob) ik
2. oba mijns
3. obe mij (aan)
4. obi mij
VERBUIGING
het boek
des boeks
aan 't boek
het boek
PERSOONLIJKE VOORNAAMW..
Door achtervoeging van eene s, buks,
bukas, bukes, bukis. Geen uitzonderingen.
ol (ooi)
ola
ole
oli
g'J
uws
(oom)
•'ij
zijns
hem
hem
Evenzooof zij
on: men
ons: U (beleefd)
Meervoud door s.
TELWOORDEN.
kil (kiel) drie kil»t£ driederlei.
kilid de derde. kils dertig,
kilaa driemaal. ki\ido ten derde,
kildil een derde Va. kilii drievoudig.
WERKWOORDEN.
Plaatst men den le nv. der pers. voormv. ob ik, ol gij, om hij, enz. achter den stam
vau 't werkw. dan ontstaat de vervoeging. Ziehier: straf is in de wereldtaal pon (peun),
de werkwoordelijke uitgang ön (eun) geeft het werkw. pönön, straffen, waarvan pon de
stam blijft. Nu hebben we:
Tegenwoordige Tijd
pönoi
ik straf.
pönobe
wij straften.
pöno?
gij straft.
pöuofs
zij (vrouwen) straffen.
ponem
hij straft.
enz.
pöu of
zij straft.
pönomoA
hij straft zich.
pöno»
men straft.
pönon»
U straft.
Andere
t ij d e n.
apönob
ik straffe.
opönob
ik zal straffen.
epönol
gij hebt gestraft.
wpönob
ik zal gestraft hebben.
ipönom
hij had gestraft.
De voorvoegsels
a, e, i, o, u (oe) geven de achtereenvolgende tijden, zoo ge ziet.
L ij d e n d e vorm.
/fapönob
yznpönob
^epönob
pönom-h'
pönoló'il!
püuo/röd
^npönolöd
pönq/od
ik word gestraft,
ik werd gestraft,
ik ben gestr. geworden.
Andere
straft hij?
straft
straft
word gestraft
laat zij (vrouw) straffen.
^ipöuob ik was gestraft geworden,
/opönob ik zal gestraft worden,
jzupönob ik zal gestraft geworden zijn.
vormen,
pönol straffende,
pönob-fa dat ik straffe,
apönob-la dat ik strafte, of ik zoude straffen,
aipöuob ik strafte voortdurend.
Woordvorming: Alle bijv. uw.
worden gevormd door ik (lek) achter 't zelfst.
nw. te plaatsen, pon straf, pönik strafbaar,
kat (kaat) kat, katik katachtig, mot (mooi)
moeder, molik moederlijk, Nediin Nederland,
nedcinik ncderlandsch.
Gletik, groot; gletikum, grooterglctik««,
het grootst (geen uitzondering).
Mannelijke persoonsnamen alle door el (eel):
pün straf, pcinel strafferlof liefde, min,
lijf el minnaar, piik taal, spraakpiikel spre
ker, gad tuin, gadel tuinier, lid leer, tidel
leeraar.
Vrouwelijke pers. namen vormt men door
of (oof) of ji (sjï) voor de mannelijke te
plaatsen, b. v. gadel tuinier, of-gadel tuiuier-
slerji-gadel tuiuiersrroa/r, tidel leeraar,
of-lidel leerarest ji-tidcl onderwijzorseroMio.
Plin vorst, of-plin vorstin, die zelve regeert,
ji-plin vorstin, als vrouw van den vorst.
Le (lee) geeft eene versterking, la (loe)
eene verkleining te kennen, b.\. poedel dich
ter, lepoedel groot dichter, lupoedel prui-
poëet; dom (doom) huis, ledom kasteel, ludom
hutje, sanel dokter, (san gezondheid)
lesanel beroemd dokter, nrofessor, lusauel
kwakzalver.
Verkleinwoord wordt door il (iel) gevormd
van alle woorden b.v. buk boek; bukil boekje,
Nu, mijn waarde, meer zal ik voor
ditmaal niet geven. Ik hoop, dat dit
overzicht genoeg zij om u een inzicht
in de Wereldtaal te geven, want, zoo
ooit, dan geldt het hier: «Onbekend
maakt onbemind." Mochten ook de
andere tegenstanders niet langer in
hunne onrechtvaardigheid volharden,
mochten zij allen de handen aan den
ploeg slaan en Volapük meer van
nabij beschouwen. Die kennismaking
zal hen waarlijk niet bespottelijk
maken, wèl het veroordeelen van eene
zaak, waar zij niets van weten, 't Is
immers reeds meermalen gebleken,
dat ook onder de tegenstanders der
Wereldtaal het slechtste rad het
meeste geraas maakt en het ledige
vat 't meeste bomt.
Intusschen hartelijk gegroet van
t. t.
Juli '85. T. PLUIM,
Volapiilcalidel.
Bij koninklijk besluit van 25 dezer
is jhr. mr. V. E. L. De Stuers, referen
daris bij het departement van binuen-
landsche zaken, benoemd tot ridder in
de orde van den Nederlandsehen Leeuw.
Naar wij vernemen zijn bij het le
gerbestuur voorstellen aanhangig tot in
voering van een nieuw onderscheidings-
teeken op de bournou of overjas der
hoofd en verdere officieren van de land
macht, welk distinctief in model hoofd
zakelijk zou overeenkomen met de rangs
aanduiding van de officieren der marine.
De Neder landsche gezant bij de
Vereenigde Staten, mr. Van Weckherlin,
is Zondag in de residentie aangekomen
en zal daar eenigen tijd vertoeven.
De jaarvergadering van het Ned.
Werkliedenverbond Patrimonium zal op
11 Aug. e. k. te Amsterdam gehouden
worden.
Prins Albert van Pruisen met
gevolg bracht gisteren een bezoek aan
Amsterdam en heeft daar eenige ge
bouwen en merkwaardigheden bezichtigd.
In een brief uit de Hofstad in de
Micï. Ct. lezen wij dat de oud-minister
Modderman weder minder gezond is en
de oude kwaal zich opnieuw begint te
vertoonen. Zijn voorgenomen reis naar
Oeynhaussen heeft hij dientengevolge nog
wat moeten uilstellen, en zijn beëediging
als lid van den Hoogen Raad zal nu ook
nog wel wat uitblijven.
Voorts meldt de corr., dat de minister
Heemskerk het land wil verrassen met
niet minder dan een zeer1 belangrijke her
ziening van de gemeentewet. Het ont
werp is reeds in den Raad van State
behandeld, die vrij ongunstig adviseerde.
Waarschijnlijk zal het ontwerp toch eer
lang bij de Staten-Generaal inkomen.
Op 16 Juli is voor de arrondisse
mentsrechtbank te Utrecht een zaak be
handeld, die te Barneveld zeer de aan
dacht trekt. Dr. V. aldaar was genees
heer bij zekeren D. II., die een breuk
had .toen D. H. stervende was, werd dr.
B. geroepen, die blijkbaar geen redding
meer kon aanbrengen.
Beide dokters weigerden, na het over
lijden, het inleveren van een geneeskun
dig attest. De man werd begraven en de
burgemeester betaalde de boete, verschul
digd wegens het toestaan van eene be
grafenis, zonder in het bezit te zijn van
een bewijs van overlijden, geteekend door
een geneesheer.
De officier van justitie te Utrecht oor
deelde, dat dr. B. in dezen de schuldige
was, en eischte tegen hem een boete
van f 50 of 7 dagen gevangenisstraf.
Door de arrond. rechtbank te Utrecht
werd Woensdagochtend uitspraak gedaan
in bovengenoemde zaak.
De rechtbank achtte het ten laste ge
legde feit wettig en overtuigend bewe
zen, en veroordeelde beklaagde tot be
taling eener geldboete van f 10, subs.
3 dagen gevangenisstraf en in de kosten
van het geding.
De vier nachtwachts te Nieuwediep,
die beschuldigd waren van mishandeling
van een marine-matroos aldaar, zijn door
de rechtbank te Alkmaar vrijgesproken.
Uit de Rijksgestichten voor bedelaars
zijn weder vier mannelijke verpleegden
ontvlucht.
Men herinnert zich, dat Hendrik
Duik in eene slaapstede te Delft had
verteld, dat hij vroeger had behoord tot
de equipage van het in de Chineesche
wateren gebleven schip Watergeus, en
dat de geheele bemanning van dat vaar
tuig in handen -van Chineesche zeeroo-
vers was gevallen om als slaven te wor
den verkocht.
Naar aanleiding van eene oproeping
van den commissaris van politie te
Vlaardingen, uit naam der betrekkingen
van de schepelingen der Watergeus
gedaan, is nu gebleken, dat Duik thans
in het gasthuis te Delft ziekenoppasser
is. Door de politie ondervraagd omtrent
de verhalen door hem in Febr. II. in
omloop gebracht, wist hij niets te ant
woorden dan dat hij waarschijnlijk
«boven zijn bier" was geweest, toen hij
vertelde dat hij vroeger zeeman was.
Hij had indertijd Z. M. den Koning
gediend en was als gepensionneerd mili
tair uit Indië teruggekomen. Indien hij
al over een koopvaardijschip er. zeeroo-
vers had gesproken, dan had hij slechts
wedergegeven wat hij zelf op zijne
zwerftochten had hooren vertellen. (D.C.J
DOOJl
MINORA.
18)
Was het overeenkomst van karakter
Of waren het de edele hoedanigheden,
die ik in u bespeurde, waarvoor mijn ziel
zich boog, daar ik u als mijn meerdere
erkende 1 Ik weet het niet, Maurits
Maar dit is mij wel bekend, namelijk
dat er geen avond meer verliep zonder
dat ik ootmoediger [dan ooit te voren
de knieën voor mjjn God boog, met de
stille bede om zegen en bescherming over
uw dierbaar hoofd."
«Gij hadt mij dan reeds lief... O
Maggie, hoe dieper ik in uw hart blik,
des te onwaardiger gevoel ik mij om
door u bemind te worden I Welk een
bovenaardschen talisman hebt gij mij op
mijn voorgenomen levensbaan medege
geven. Mijn laatsten ademtocht geef ik
voor uw geluk, mijn lievelingMaar nu
vaarwel! ik mag niet langer wijlen. Nog
heden vertrek ik van hier om tot mijn
oom weder te keeren die met spanning
de uitslag van mijn tocht zal verbeiden.
Ik kwam toch slechts hierheen om bij
mijn verdere mededeelingen uw ant
woord te vernemen, lieve Maggie te ver
nemen of dat mij ten zegen often vloek
zoude wezen
Schalks dreigend hief zij bij zijn laatste
woorden den vinger op.
«Spreek zoo niet, MauritsGesteld
eens, dat ik u niet liefhad Zegt 't
nooit meer, Mauritsdat woord heeft
mij innerlijk pijn gedaan. Liefde is een
macht die nimmer of nooit ten vloek kan
gedijen! En nu nogmaals vaarwel! Mijn
gedachten zullen u begeleiden en de Hemel
zegene mijn Maurits
Bij de laatste woorden schoof zij een
briljanten ring van den vinger en stak
hem dien glimlachend aan den zijnen.
»Mein Herz ist ewig ewig Deinfluis
terde zij innig en voor zij er op bedacht
was, had Mauiits een eenvoudigen smal-
len gouden armband uit een étui te voor
schijn gehaald en haar dien om den lin
kerarm geschovon.
«Gij hebt mij de woorden uit de oogen
gelezen, lieveling," sprak hij, haar teeder
omhelzende. «Ewig Deinzie hier de
zinspreuk van mijn hart en ziel in gouden
letters nedergeschreven. „Ewig Dein
Scheiden kan ons thans niets en niemand
meer, hoe peilloos diep en verraderlijk
ook de oceaan wezen mag, die ons spoedig
scheiden zal
Nog een laatst vaarwel, en Maurits
richtte zijn schreden huiswaarts met een
hart, nog zaliger en gelukkiger dan ooit
te voren.
Ook Maggie toefde niet langer op de
plek, die haar nu dubbel dierbaar was
geworden ook zij verliet den tuin en
spoedde zich naar haar eigen vertrekken.
Zij had behoefte aan eenzaamheid, om
na te denken over al het gebeurde en
gesprokene. Het naderend vertrek van
Oswald kwelde haar geen oogenblik meer;
het is maar goed, dat hij voor een tijdje
ons gaat verlaten, sprak een egoïstisch
stemmetje in haar binnenstewie weet
of ik wel de kracht zou hebben, zoo
lang mijn geheim te bewaren ik zou hem
wellicht om raad smeeken hierin voor
mij te handelen en te denken misschien
zou hij ons spoediger tot elkander kunnen
brengen met een helderen lach vloog
zij van haar zitplaats op en was in een
oogwenk voor de piano, alwaar zij weder
een groote, verschgeplukte bouquet van
theerozen en heliotropen gewaar werd
naast die van gisteren, die slechts weinig
van hare frischheid had verloren, dank
zij haar zorgvuldige verpleging.
Met stralende oogen nam zij de bloe
men ter hand«hoe onverschillig en on
dankbaar van mij, dat ik er niets over
gesproken heb," dacht zij «wat zal
Maurits wel zeggen
Met vlugge hand nam zij eenige bloe
men en legde ze in een muziekboek te
drogen. «Ter herinnering," fluisterde zij
onhoorbaar.
In deze gelukkige stemming verliepen
de dagen voor Maggie rasser dan anders,
en nooit te voren was haar Villa Maggie
zoo heerlijk toegeschenen zelfs toen liet
uur van Oswald's vertrek was aangebro
ken, gevoelde zij zich sterk en getroost.
Even kalm en bedaard, zooals altijd, had
hij moeder en pleegdochter het laatst
vaarwel toegeroepen haar beiden in treu
rige stemming achterlatende. Hoe weinig
vermoedde een van haar de ware reden
van zijn heengaan hoe kortzichtig was
de blik der moeder, die in het zieleleven
van den beminden zoon als in een
opengeslagen boek meende te kunnen
lezen
Maggie troostte de terneergedrukte
vrouw zoo goed zij slechts kon. Haar,
die zich zoo gelukkig gevoelde, viel
hel thans niet zwaar, de volle maat
der droefheid te peilen en te verzach
ten.
Het was een heldere Septembermiddag,
tien dagen na het vei trek van Oswald,
en mevrouw van Veldheim maakte aan
stalten om dit verblijf, voor haar vervuld
van aangename en droeve herinneringen
tevens, vaarwel te zeggen. Nu Oswald
er toch niet meer bij tegenwoordig kon
zijn, had dit welgelegen oord niet meer
zooveel aantrekkelijkheid voor haar. Zij
verlangde weder naar haar woning in
de stad. Minder aangenaam was voor
Maggie dit plotseling besluit, die toch
moest toegeven, dat grootmama niet ge
heel ongelijk had.
De voorlaatste dag van haar verblijf
was dan aangebroken Maggie's kamer,
waarin zij zich bevond, was ledig en on
gezellig. Vele kleinigheden, die in deze
omgeving een groote rol fiadden gespeeld
waren verdwenen om in de stadswoning
weder te verschijnen. In het midden der
kamer stond nog een dergelijk bouquet
als voorheen alleen schenen de bloemen
reeds eenige dagen oud te zijn, want zij
lieten als vermoeid en afgemat de kopjes
hangen. Nochtans zocht zij met haar
kleine hand de mooiste en minst verwelkte
j roos uit en stak die zorgvuldig in het
I donkere haar. Toen maakte zij zich voor
een afscheidsbezoek bij hare vrienden
klaar.
(Wordt vervolgd