Gemengd Nieuws. Ofücieële Publicatiën. BUITENLAND. Plaatselijke berichten. Provinciale berichten. Ingezonden. Naar uit Engeland wordt bericht heb ben de groote mogendheden, op voorstel van Engeland den 2-4en dezer, wederom te Athene een gemeenschappelijke nota doen overhandigen waarin verklaard wordt dat een aanval ter zee van Grieksche zijde op Turkije niet zal worden geduld. Tot heden is van Griekenland geen ant woord op deze nota ontvangen. In aan merking genomen de verschillende volks- demonstratiën en de taal der Grieksche bladen, van welke kleur zij ook zijn, is evenwel geen gunstig antwoord te ver wachten. Volgens loopende geruchten is de Grieksche vloot na verzegelde orders ontvangen te hebben in zee gestoken. De Porte neemt maatregelen tot ver sterking der Turksche vloot en is voor nemens de vaart door de Dardanellen te sluiten, daar zij eenc overrompeling door de Grieksche vloot ducht- Alle mogend heden die het Berlijnsche tractaat onder teekenden, Frankrijk uitgezonderd, hebben zich verbonden eenige schepen te leveren tot het vormen eener vloot, bestemd, om elke operatie van Grieksche zijde tegen Turkije te beletten. Koning Milan van Servië schijnt zijne oorlogzuchtige plannen, uit vrees voor de mogelijke gevolgen, te hebben laten varen. Hij heeft den minister-president Garachine en eenige zijner arnbtgenoolen naar Nisch gezonden, ten einde het slui ten van den vrede met Bulgarije te be spoedigen. Door de Christen-bevolking van Creta worden wederom pogingen aangewend tot inlijving bij Griekenland. Bismarck is in den Pruisische land dag eenigszins schadeloos gesteld voor de in den Rijksdag aangenomen motie betreffende het uitzetten van vreemde lingen. De nationaal-liberalen in overeen stemming met de beide conservatieve fractiën hebben namelijk een voorstel ingediend, waarbij de vergadering hare ingenomenheid betuigt met de plannen der regeering, ter versterking van het Duitsche element in de Poolsche pro vinciën. De prins van Montenegro is te Parijs aangekomen en heeft terstond zijne op wachting gemaakt bij president Grévy zoo ook de Spaansche gezant Albareda. Op de door dezen laatste tot hem ge richte toespraak antwoordde de president, dat de Koningin-regentes van Spanje, bij de bevestiging van haar bewind, op zijn oprechten steun kan rekenen. De Spaansche regeering laat naar aanleiding van geruchten betreffende ongeregeldheden in 't Noorden van't land de provinciën aan de Pyrenëen ten strengste bewaken. Maandagavond had in »Amicitia" de aangekondigde voorstelling plaats van »de Sabijnsche Maagdenroof." De geheele kri tiek over dezen tooneelavond lost zich op in 't enkele woord tevredenheid. Trou wens iedereen had hier reden toe. De wakkere ondernemer, de heer W. Botholï, om de stampvolle zaal; het pu bliek kon geen beter spel der verschil lende artisten wenschen, en dat door deze laatsten de herhaalde bijvalsbetuigingen ten zeerste op prijs werden gesteld, ge tuigde het korte maar gepaste woord van dank door den heer Bamberg aan het slot der voorstelling tot de toeschouwers en toehoorders gericht. Het was werkelijk een genotvollen avond, en wij kunnen dan ook niet na laten den wensch uit te spreken, dat de heer Bothof!', nu deze eerste poging met zoo schitterend succes werd be kroond, (te meer opvallende, daar nog kort geleden het bestuur van «Amicitia" met een dergelijke poging totaal fiaslto maakte) ons spoedig weder in de gele genheid moge stellen, het onverbeter lijke spel van Bainberg te bewonderen. liet voornemen bestaat om op het graf van professor Dr. P. Hal ting alhier een eenvoudig gedenkteeken op te rich ten. Eer.e commissie daartoe heeft zich reeds gevormd. De soiree ten voordeele der maat schappij tot opvoeding van weezen, j. I. Vrijdagavond in Amicitia gegeven, heeft algemeen voldaan. Een talrijk publiek volgde met belangstelling de verschillende nummers van 't programma; vooral het heerlijke spel van den violoncellist Bos nians vond luiden bijval. De zuivere op brengst, tot heden nog niet bekend, ho pen wij in een volgend nummer te kun nen mededeelen. I.ijst van brieven geadresseerd aan onbekenden, verzonden van het postkan toor te Amersfoort over de 2de helft der maand Dec. '85. 1. Anna, 2. J. Mui, 3. II. Bunnekamp, 4. Jonkhr. v. d. Bosch, 5. Wed. v. Ilaalst, 6. H. W. Koevwijn, 7. J. de IJtefde, 8. Wed. De Jong, 9. Willem Zwart, Amsterdam. Arnhem. Haag. Ilarlingen. Nijkerk. Utrecht. Van het Hulpk. Leusden. 10. G. v. d. Berg, Amsterdam. Van het Hulpk. Maarsbergen. 11. A. v. d. Helder, Amersfoort. 320ste STAATS-LOTERIJ. VIJFDE KLASSE, Tweede week. Trekking van 26 Jan. (950 loten.) Ten Kantore van den Collecteur te Amersfoort zijn aan de navolgende num mers te beurt gevallen Prijs van f 400. No. 12859. Prijs van f200. No. 8861. Prijs van flOO. No. 7883. Prijzen van f70. 7762, 8706, 8748, 8919, 8948, 8957, 8984, 10020, 10042, 12803, 12894, 15997 en 20323. Te zamen 16 prijzen. Zonder prijs zijn uitgetrokken 7710, 7718, 7725, 7752, 7789, 7795, 7865, 7875, 7878, 7917, 7944, 8213, 8267, 8276, 8284, 8293, 8763, 8790, 8846, 8849, 8905, 8949, 8972, 8993, 8995, 9901, 9922, 9972, 10028, 10029, 10076, 12801, 12809, 12839, 12849, 12867, 12868, 12873, 12876, 12885, 12898, 15928, 15941, 15950, 15968, 15998, 17876, 17901, 17910, 17913, 17915, 17923, 17963, 17973, 17974, 20307, 20347, 20381 en 20387. De volgende trekkingen geschieden: 27, 28 en 29 Jan.. 2—5 en 9-13 Febr. Gedeelten van loten zijn nog verkiijg- baar. IJtrcelit. De Geniesoldaat O. alhier in Garnizoen, werd den 25 dezer naar Arnhem getransporteerd, ten einde aldaar voor den krijgsraad terechttestaan als verdacht van manslag, gepleegd op den Vesting Artillerist B. in den nacht van den 26 December II. in de Hoofdwacht alhier plotseling overleden. Door de Politie alhier, is de hand gelegd op eene dienstbode, die verdacht wordt zich aan oplichting en valschheid in geschriften te hebben schuldig ge maakt, waardoor vooral de winkelier U. alhier, voor een vrij beduidend bedrag werd benadeeld. Zij maakte reeds een maal kennis met de Justitie en werd thans weder naar de cel overgebracht. In eene vergadering, den 22en dezer door het Ulrechtsche Studentencorps alhier gehouden, is besloten, de lijsten tot deelneming aan de in Juni a. s. te houden Maskerade nog een vijftal dagen ter teekening te laten liggen aangezien het aantal deelnemers tot heden nog niet groot is. Baarn. Donderdag j. 1. werd de spreek beurt alhier in het departement Baarn der Maatschappij tot Nut v. 't Algemeen vervuld door den heer Böhringer van Am sterdam. Spreker schetste in levendige kleuien de bouwvallen van Pompeji en omstreken onlangs door hem bezocht. Na de pauze werd een novelle voorge dragen getiteld «De schaduwzijde van het buitenleven". Zoowel vóór als na de pauze oogste de heer Buhringer veel bijval. Jammer dat de zaal ('t is misschien te wijten aan het slechte weder) niet beter bezet was. Vrijdagavond werden de bewoners dezer plaats bijna te middernacht gewekt door het gelui der brandklok. Het bleek dat er een begin van brand was ont staan in de School met den Bijbel. De oorzaak is onbekend, waarschijnlijk was de brand ontstaan, doordat er een vonk was gevallen in een luchtkoker, die tevens dienst doet als bergplaats van turf. Door spoedig aanrukken van de Baarn- sche brandweer, mocht het gelukken dezen brand in den aanvang te stuiten. Bij het eindigen van den brand bleek het, dat de discipline van de Baarnsche brandweer, nog wel wat te wenschen overliet. Ze mochten hier nog wel een lesje te Amsterdam gaan nemen. De Baarnsche zangvereeniging zal een uitvoering geven op 4 Febr. a. s., de Rederijkerskamer «Bernard ter Haar" op 9 Feb. a. s. Zondagmiddag barstte er aan het instituut «De Oorsprong" alhier een brand uit, die zich in den aanvang drei gend liet aanzien. Door eenige buren ge holpen mocht het gelukken den brand te stuiten. De Inspecteur van 't lager onder wijs in de 2e sectie, de heer A. Moens, bezocht Dinsdag de meeste inrichtingen van Onderwijs in deze gemeente. Naar men verneemt zal in deze gemeente een nieuwe inrichting voor on derwijs worden geopend, een instituut met Christelijke grondslag. Een villa moet voor deze gelegenheid reeds aangekocht zijn. Hoogland, 26 Jan. Heden had alhier de aangekondigde aanbesteding van het gemeentehuis plaats. In het geheel wer den ingeleverd de volgende ach ten van de Heeren Van Soest, te Amersfoort f Heiligers, id. Boks, id. De Bruin, alhier Van de Kooy, Amersfoort Klarenbeek, id. De Vos, alhier Dieters, Amersfoort Over 8 dagen heeft de toewijzin t biljet- 3885,— 3387,— 3246,- 3076,— 3060,90 2970,— 2778,- 2390,— plaats. Nijkerk. j.l. Zondag werd de gods dienstoefening alhier op minder aange name wijze verstoord. Een boerenzoon, die orn zijn herhaald zonderling gedrag reeds meermalen de verdenking op zich had geladen, dat één van de vijf bij hem op den loop was, maakte zich bij het collecteeren meester van hel kerkezakje, brak den stok doormidden en slingerde de stukken den diaken in 't aangezicht. Het is voor onze gemeente te hopen, dat vóór zijne baldadigheden tot gewelddadigheden over slaan hij in verzekerde bewaring geno men worde en ter plaatse gebracht waar dergelijke lui te huis behooren. IConswonde. Donderdagavond a. s. zal alhier de eerste bijeenkomst plaats hebben van het onlangs opgerichte zang koor. De Vereeniging telt aanvankelijk reeds een 20-tal leden, terwijl de heer Roelofsen, Hoofd der School, geheel be langeloos het hem aangeboden Directeur schap aanvaard heeft. Wij wenschen der Vereeniging alle succes. Ter eere van den tegenwoordigen president van Noord-Amerika, den hcer Cleveland, zal vermoedelijk nog eens een gedenkteeken worden opgericht, dewijl hij de smet van het land heeft gewischt, door de Mormonen daarop geworpen. Dat de veelwijveiij echter in een chris tenland, in Duitschland namelijk, niet slechts is vergund geweest, maar zelfs door de hooge overheid is uitgelokt, heeft velen te recht verbaasd, toen het door historische bewijzen werd aange toond. In een der eerste nummers van Scho- rer's Familienblatl is het bewijs meege deeld, dat op 14 Februari 1650, op den Frankischen Kreisdag, te Neurenberg op gemelden datum gehouden, het besluit is uitgevaardigd, waarbij «aan ieder man voortaan geoorloofd zal zijn twee vrou wen te huwen, onder voorwaarde, dat hij met zijn beide echtgenooten in vrede en in overeenstemming zal leven en alle twist en tweedracht, tusschen. zijn beide vrouwen zal weron,'" Tevens werd bij die wet voorgeschre ven, dat de bevolking van den kansel gestadig moest worden vermaand, de voorgeschreven plichten in achtte nemen. De aanleiding tot het nemen van dit zonderlinge besluit moet worden gezocht in den jammerlijken toestand, waarin een groot gedeelte van Duitschland en vooral ook genoemde streken zich bevon den r.a het eindigen van den 30-jarigen oorlog. Mijlen ver kon men destijds rei zen door provinciën, vroeger sterk be volkt, zonder een menschelijken bewoner te ontmoeten. Dorpen zonder tal en zelfs steden had men uitgemoord en platge brande woonplaatsen toonden hier en daar van enkelen nog de plek aan, waar zij hadden gestaan. Tot heden is het nog niet gelukt, vol gens genoemd tijdschrift, het jaar te ontdekken, waarin die zonderlinge wet werd ingetrokken. De Venetiaansche doctor Musalti, een der meest practische Italiaansche hy giënisten, is reeds herhaaldelijk te velde getrokken tegen de nadeelen van het dragen van korsetten, maar zooals te denken is, te vergeefs. Hij deelt thans aangaande den oor sprong van dit kleedingstuk (carcere duro) rnede, dat dit door een slachter werd uitgevonden in do 13de eeuw, als straf werktuig tegen zijne weerspannige eega! Na alle andere midddelen te vergeefs beproefd te hebben om hare losbandig heid en praalzucht te breidelen, bedacht deze barbaarsche man het middel om de borstkas zijner vrouw saam te drukken door 2 veerkrachtige houten spalken die de ademhaling belemmerden en haar tot rust en kalmte moesten dwingen. Dit middel hielp aanvankelijk zijn voorbeeld werd door andere liefhebbende mannen gevolgd en de grondslagen van het korset waren gelegd. Langzamerhand onderging het straf werktuig echter eenige verandering en daarmede verdween ook langzamerhand de angst der schoone sekse. Nationale Militie. De BURGEMEESTER en WETHOU DERS van AMERSFOORT, Gezien de aanschrijving van den heer Commissaris des Koningsin de piovincie Utrecht van den 18. Januari 1886, No. 1 N. M. en S. (Provinciaalblad No. 11); Gelet op de artt. 27 en 28 der wet van den 19. Augustus 1861 (Staatsblad No. 72), benevens artt. 20 en 21 van het koninklijk besluit d. d. 8 Mei 1862 (Staatsblad No. 46); Doen te weten, dat de loting der in het vorig jaar voor de militie ingeschre venen, behoorende tot de lichting van 1886, in het gebouw AMICITIA, aan het Plantsoen, tusschen de Ulrechtsche- en Slijkpoorten alhier gelegen, zal ge schieden op Donderdag deu 11. Februari 1880, aantevangen des voo middags HALFTIEN. En voorts, dat op Woensdag den 17. en Zaterdag den 20. Februari aanstaande, telkens van 's voormiddags 10 tot '1 uur des namiddags, door ol van wege de lotelingen (gesteund door twee getuigen) bij den Burgemeester ten raadhuize aanvraag kan geschieden voor de getuigschriften, vermeld in de 2. en 3. zinsneden van art. 53 der wet, ter bekoming van vrijstelling wegens broe- derdienst of op grond van te zijn eenige wettige zoon (zonder een of meer halve broeders te hebben); luidende voormeld art. 53 in zijn geheel als volgt: «Om vrijstelling wegens eigen militai- «ren dienst of dien van broeders te ver- «krijgen, moet men overleggen een pas spoort of ander bewijs van ontslag, of seen uittreksel uit het stamboek, of een «bewijs van werkelijken dienst." «Ter bekoming van vrijstelling wegens «broederdienst moet men bovendien over leggen een getuigschrift van den Bur- «gemeester, waaruit het getal zonen, «tot het gezin behoorende, blijkt." «Vrijstelling als eenige wettige zoon «wordt verleend op overlegging van een «getuigschrift van den Burgemeester, «waaruit blijkt dat men eenige wettige «zoon is." En art. 21 van aangehaald koninklijk besluit «Het bewijsstuk, vermeld in de eerste «zinsnede van art. 53 der wet, wordt ten «minste tien dagen vóór den dag (den «tweeden Maandag in Maart), waarop de «eerste zitting van den Militieraad wordt «geopend, ingeleverd bij den Burgemees- «ter der gemeente, in welke de loleling, «die vrijstelling verlangt Jwegens eigen «militairen dienst of dien van eenen «broeder of broeders, voor de militie is «ingeschreven." Amersfoort, den 26 Januari 1886, Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, T. A. J. VAN ASCH VAN WIJCK. De Secretaris, W. L. SCIIELTUS. Aan de Heeren G. V. II, S., Y., en E. A. W. Met genoegen Z3g ik het antwoord van G. V. H. S. in het nummer dezer Cou rant van Woensdag j. 1., omdat ik daar uit bemerkte, dat mijn taktiek gedeelte lijk doel had getroffen. Het was wel oor spronkelijk mijne bedoeling niet geweest om in een der Amersfoortsche Couranten over het ontwerp van de inkomstenbe lasting in discussie te treden, maar toen ik Uw eerste stukje las, deed het mij onaangenaam aan, daarin alleen gespro ken te zien van speciale bezwaren, zon der eenige nadere aanduiding, terwijl men volgens mijne opvatting in een zoo be langrijke aangelegenheid met geen half heden kan volstaan. Mijn taktiek nu was alleen om een nadere opsomming der speciale bezwaren uit te lokken en toch ben ik slechts gedeeltelijk voldaan, daar te oordeelen naar Uw slot «Voor heden geen verdere details" door U nog het een of andere wordt achterwege ge houden, daar ik toch niet wil en mag veronderstellen, dat dit slot slechts als illustratie dienst moet doen. Mijn taktiek heeft behalve ten opzichte van G. V. H. S. nog in een ander op zicht doel getrolTen, want het zij dan ook zonder meeting komt er eenig leven ten opzichte van het aanhangige ontwerp, want behalve G. V. H. S., schijnen Y en E. A. W. lust in discussie te gevoelen en ondanks dat ik in alle drie tegenstan ders moet veronderstellen, doet mij dit genoegen, te meer daar de Redactie der Nieuwe Amersfoortsche Courant mij een onverwachten steun verstrekt, door het aardige hoofdartikel in haar laatste num mer, (waarin o. a. de zinsnede:) Zoolang evenwel hel Rijk der perso- neele belasting, zoo uitermate geschikt voor gemeentelijke heffing lot zich trekt, zijn de gemeenten wel verplicht naar andere middelen om te zien, en is het alleszins begrijpelijk, dat de inkomsten belasting wordt te baat genomen als sluitpost voor het plaatselijk budget,) waardoor 2 van de 3 alhier verschij nende bladen zich voor het beginsel eener inkomstenbelasting hebben verklaard, terwijl men kan veronderstellen, dat het 3e zijne roeping als vertegenwoordiger van de «koningin der aarde" ontrouw, zich als gewoonlijk van eene bespreking zal onthouden. Minder aangenaam vond ik de wijze van schrijven van mijn alphabetische buurman Y, die wel met belangstelling mijn schiijven heeft gelezen, maar zijn stukje besluit met eene genieperigheid, die in een eerlijk debat niet te pas komt. Door mij' als voorstander van eene plaatselijke inkomstenbelasting zijn in mijn schrijven de bezwaren opgenoemd mij door de tegenstanders der belasting daartegeij opgesomd, laat daarom Y, klaarblijkelijk een tegenstander, zoo open zijn en de reden opgeven, die hem bekend is of zelfs die hij maar verondersteld, dat vele lieden er toe brengt vooistan ders te zijn. Wellicht zal ik dan er toe besluiten om, mochten er onder die redenen zijn, die minder edel waren, hem aan te toonen dat er ook nog andere billijker argumenten voor de invoering eener inkomstenbelasting zijn aan te voeren, dan de door hem opge noemde, evenals het ditmaal zijn taak geweest was ernstiger bezwaren, zoo die bestaan, tegen de invoering der inkom stenbelasting te beide te brengen, dan de door mij opgesomde. Voorloopig wil ik evenwel den HeerY. verwijzen naar de memorie van toelich ting door den voorsteller aan zijn ontwerp gevoegd en welk ontwerp met bijlagen indertijd bij den Heer Van Cleeffis ver krijgbaar gesteld. Ware dit laatste niet het geval geweest, zeer zeker had ik dan reeds sedert lang aan een vroeger door mij aan den uitgever dezer courant ge opperd plan gevolg gegeven en getracht de onbillijkheden der bestaande belas ting, (klaarblijkelijk door het Dagelijksch Bestuur, te oordeelen, na de indiening van hun ontwerp ook gevoeld en erkend) met voorbeelden aan te toonen om daarna de voordeelen van het aanhangige ont werp duidelijk te maken. Door het verkrijgbaarstellen der ont werpen achtte ik mij evenwel van die taak ontheven. Mocht Y evenwel lust gevoelen in eene eerlijke discussie, zoo duif ik hem de verzekering te geven, dat ik en zeker meerdere voorstanders van het aanhangige ontwerp, hem zoo noodig gaarne met eenig antwoord zullen dienen. Om tot den Heer G. V. II. S. terug te keeren. Deze dicht mij eene inconse quentie toe en hoewel mij zijne betoogen niet altijd even duidelijk zijn, grondt hij deze beschuldiging op de omstandigheid, dat ik reeds voor de meeting, mij als voorstander van het ontwerp doe kennen, en hoezeer mij de bezwaren aan het be leggen eener meeting over een onder werp als het aanhangige niet onbekend zijn, en ik deze alleen mogelijk zou achten, wanneer men zich daar alleen tct eene gedachtenwisseling ken bepalen, zonder deze met eene motie of adres te be sluitenis het nooit mijne bedoeling ge weest onder eene meeting te verstaan eene vergadering alleen bestaande uit voor- of alleen uit tegenstanders van het te bespreken onderwerp zoo dat ik mijn advies om na inleiding, hetzij dan in aanbevelenden of afkeurenden zin het overige aan de discussie over te laten, handhaaf. Het overige door G. V. H. S, geschre vene resumeerende kom ik tot het besluit a. dat hij het billijke en rechtvaardige van het beginsel eener inkomstenbelasting boven allen twijfel verheven acht; b. dat bij het ontwerp (menschelijker wijze) volmaakt vindt c. dat hij de inkomstenbelasting niet bijzonder populair acht d. dat men in andere gemeenten zonder onbillijk en onrechtvaardig te zijn in de behoefte kan voorzien e. dat Amersfoort bij de invoering eener inkomstenbelasting gpen genoeg zame voordeelen door zijne ligging, zijne omstreken of zijne genoegens aanbiedt om vermogenden te nopen hier te blij ven of zich hier te vestigen, welke bewe ring met die van den door E. A. W. aangehaalde van den Heer Yan Notten overeenstemt. Wat betreft de punten a en b behoeft geen nadere gedachtewisseling plaats te hebben, wat punt c aangaat kan ik mij ook volmaakt met G. V. H. S. vereeni gen, doch de inkomstenbelasting staat in dit opzicht niet alleen, daar alle belastingen impopulair zijn en de uitvin der eener populaire belasting zeker als Minister van Financiën opgang zou ma ken; ten opzichte van punt d doet het mij leed, dat de belastingverordening of de naam der gemeente, waar die is ingevoerd, niet is medegedeeld, daar G. V. H. S. daarmede zeker zoowel aan de burgeiij als aan het stedelijk bestuur een grooten dienst zou hebben bewezen, en ieder verder zoeken naar eene bevre digende oplossing van de regeling der plaatselijke belasting, dan overbodig ware geworden. Mij komt het evenwel voor, dat het onder a genoemde vrijwel het onder d gestelde uitsluit. Gaat men toch van de stelling uit, dat het beginsel eener inkom stenbelasting is alleszins billijk en recht vaardig, dan behoeft men slechts eene goede toepassing van dit beginsel te heb ben, hetgeen nu deze belasting in zoovele gemeenten is ingevoerd, en men zich de in die gemeenten opgedane ondervinding kan ten nutte maken, niet zoo bezwaar lijk zal zijn en kan ook eene belasting op eenig ander beginsel berustende niet anders dan minder billijk en rechtvaar dig zijn, tenzij de geheven bedragen zóó gering zijn, dat de onbillijkheden niet in het oog vallen. Wat punt e. betreft, geloof ik, dat het zeer moeielijk is, daaromtrent met zekerheid reeds nu iets te zeggen en ware deze bewering alleen te bevestigen door eene opgave der personen, die hun

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1886 | | pagina 2