NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
UTRECHT EN GELDERLAND.
N. 12.
Woensdag 10 Februari 1886.
Vijftiende Jaargang.
VOOR
abonnementsprijs
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
Uitgever A. M. SLOTHOUWER, Amersfoort.
advertentiên:
BINNENLAND.
Feuilleton.
Een Misstap Uitgewischt.
D H ENGELBERTS
F008TSCHEC0DR1N
Per 3 maanden 1.j Franco per post door liet geheele Rijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdags en Vrijdags.
Van 16 regels 0.40iedere regel meer 5 Cent.
Advertentiên viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Aan de Tweede Kamer der Staten-
Generaal is verzonden een adres uit Delf
zijl, ter zake van de op Zondag den I7en
Januari aldaar gehouden vergadering, uit
gaande van de Sociaal Democr, Vereeni-
ging te Delfzijl, en die door den burge
meester van Delfzijl werd opgeheven,
orndat de spreker oproerige taal bezigde.
Naar het L. D. verneemt, heeft de
heer Hora Siccama van den Koning de
opdracht ontvangen, om Z. M. van advies
te dienen op een plan tot hel maken van
een kanaal van Scheveningen naar Vlaar-
dinge'n, ten einde het Westland met
Scheveningen eene goede watergemeen
schap te bezorgen.
De heer Siccarna heeft zich dadelijk
reeds onledig gehouden met het doen van
opmetingen te Schipluiden.
Men meldt uit Scheveningen
In de laatste dagen heeft het gerucht
de ronde gedaan, dat Z. M. de Koning
grond in de Schcveningsche boschjes zou
hebben aangekocht. Reeds wist men te
vertellen, dat de heer Eberson, architect
de opdracht had bekomen, een project
voor eene villa te'ontwerpen.
Met zekerheid kunnen wij mededeelen,
dat er bij het gemeentebestuur van 's Gra-
venhage van deze plannen niets bekend
is, welk bestuur het toch zou moeten
weten, als bezittende heteigendomsrecht
van de gronden, die gekozen zouden zijn.
Niet alleen de veroordeelden in het
proces Bulkley hebben appèl aangetee-
kend, maar ook de Officier van Justitie
te Arnhem heeft dit gedaan, daar hij
geen genoegen neemt met de lichte straf.
Door het bestuur van den Sociaal-
Democratischen bond zal bij den Gemeen
teraad te Amsterdam een adres worden
ingediend, waarin verzocht wordt, de on
vermogende leeilingen der Hoogere Bur
gerschool en van het Gymnasium, die
bijzondere blijken van aanleg geven, in
de gelegenheid te stellen de lessen aan
de Hoogeschool kosteloos te volgen. Ook
de zorg der gemeente voor de leermid
delen en het voedsel wordt in voornoemd
verzoekschrift voor die jongelieden inge
roepen.
De Amsterdamsche Zwemclub heeft
een reglement en een programma opge
steld voor het verkrijgen van een diploma
Iste of 2de klasse van zwemmeester.
Volgens dit reglement zal er jaarlijks
éénmaal gelegenheid worden gegeven tot
deelneming aan een examen, af te ne
men door eene commissie van vijfleden.
De afgewezen candidaten kunnen zich
nog tweemaal voor het examen aanmel
den. Na echter driemaal niet te zijn ge
slaagd, worden zij van verdere deel
neming uitgesloten. Het examen wordt
afgenomen tegen eene kleine vergoeding
en zal verdeeld worden over twee klassen.
Teneinde het diploma Iste klasse te
verkrijgen, moet de candidaat bewijs le
veren van die beschaving en ontwikke
ling, die men van een directeur eener
zweminrichting kan verwachten. Dat hij
behoorlijk moet kunnen zwemmen en
eenige studie van de zwemkunst moet
hebben gemaakt, ligt in den aard der
zaak.
Aan het practisch gedeelte is nog een
theoretisch toegevoegd. Schriftelijk en
mondeling zal hjj moeten toonen eenige
elementaire kennis te bezitten van na
tuurkunde, samenstelling van den damp
kringslucht, zwaartekracht, specifiek ge
wicht, thermometer, eene studie hebben
gemaakt van de verschillende zwem-
methoden, bekend zijn met de inrichting
van zwemscholen en reddingsmiddelen en
met de verschillende methoden tot het
bijbrengen van drenkelingen en de ver
klaring van de verschillende wijzen van
handelen.
Om het diploma 2de klasse deelachtig
te worden, zal de candidaat moeten vol
doen aan het hier bovengenoemde prac-
tische gedeelte en tevens bekend moeten
zijn met de wijze van behandeling van
drenkelingen, aangegeven door de Maat
schappij tot Redding van Drenkelingen.
De heer en mevr. Róssing zijn offi
cieus aangezocht te Londen voordrachten
te komen houden. Het verheugt ons, dat
daardoor onze Nederlandsehe kunst nog
weder eens in het buitenland zal gehul
digd worden.
De Haagsche correspondent der
Zaanl. Ct. wijst er op, hoe er tegen
woordig voor betrekkelijk nederige
baantjes tal van sollicitanten opkomen.
Overdreven verwachtingen van ouders
en kinderen houden deze laatsten van
het ambacht af om hen ambtenaar of
koopman te laten worden.
Voor een deel is dit te wijten aan de
leer der schoolmannen, dat «kennis
macht" is, iets wat niet zoo volstrekt
waar is, als het den eenvoudigen lieden
in het oor klinkt.
Die schoolmannen, de lui die het onder
wijs een panacee achtten voor alle maat
schappelijke kwalen, hebben, al is 't met
goede bedoelingen geweest, een boel
kwaad gesticht. Zij hebben velen afkeerig
gemaakt van een stand en van een be
roep, waarvoor deze inderdaad niet te
goed waren. En hoogmoedig en ijdeltui-
tig als de mensch van nature is, welke
knaap denkt zich niet gaarne machtig
en gelooft niet graag de schoone dingen
welke voorname en bekwame heeren hem
voorspiegelen Nu zouden de schoolman
nen op zichzelven misschien dat geloof
aan de macht van die kennis niet zoo
vast er in hebben kunnen brengen, als
ze daarin niet een handje waren gehol
pen door anderen, wier bedoelingen wel
licht minder edel waren. Maar in de
laatste jaren, hoe dikwijls heeft de leu
gen niet in alle ooren weergalmd, dat
alle menschen gelijk waren. Ongetwijfeld,
alle menschen zijn aan elkander gelijk.
Maar vatte men deze uitdrukking steeds
goed op? Onderscheidde men de zuiver
juridische gelijkheid, de gelijkheid voor
de wet, welke de maatschappij hoe lan
ger hoe meer voor al hare leden tracht
te verwezenlijken, wel genoegzaam van
de gelijkheid der materiëele levensvoor
waarden
Nog een andere omstandigheid werkt
mede tot den vloed van sollicitanten.
Evenals de elementaire kundigheden hoe
langer zoo meer gemeen goed zijn ge
worden, zoo is het bezit van eenig ka
pitaal dit tot zekere hoogte ook. Doch
ofschoon een kapitaaltje van 4 a 5 duizend
gulden, wat meer of minder, dezelfde
beteekenis niet meer heeft als vroeger,
de denkbeelden hebben ook hier de ver
anderde omstandigheden overleefd. Even
als vooiheen meent een bezitter van zulk
een bedrag niet wel te kunnen blijven
in zoo'n nederigen stand. Neen, timmer
man of boerenknecht, dat kan niet; hij
moet winkelen of koopman in 't klein
worden, ja als 't een beetje meeloopt
en dat zal zeker, want welke een
voudige sterveling droomt zich van de
toekomst geen koeien met gouden hoorns?
groothandelaar. En dagelijks zon
der dat het groote publiek van die ver
meerderde concurrentie eer.ig voordeel
heeft, zoo niet het tegenovergestelde
zelfs neemt in de steden het aantal
winkeliers en kleinhandelaren toe, terwijl
die personen beter hadden gedaan met
te blijven wat hun vader en grootvader
was. De zaken loopen tegen, het geld
raakt overal heen en het corps sol
licitanten naar allerlei opengevallen be
trekkingen is wederom toegenomen.
De conclusie luidt, dat ieder, die 't wel
meeat met de maatschappij, moet trach
ten het denkbeeld ingang te doen vinden
dat ieder zich hoe langer hoe meer moet
schikken naar de veranderde omstandig
heden. Het bezit van eenig kapitaal moet
niet beschouwd worden als een recht om
zich te onttrekken aan die eenvoudige
maar desniettemin eervolle handwerks-
bedrijven, terwijl men moet leeren een
goed onderricht op prijs te stellen, niet
om daardoor -aanspraak te kunnen maken
op het een of ander baantje, maar om
dat het bezit van kennis den mensch
verheft en een bron is van allerlei edele
genietingen.
Betredende de schorsing van den
heer C. Croll, klerk bij het departement
van binnenlandsche zaken, deelt het Vad.
nader mede
Reeds vóór zijne schorsing was hij
voor het alternatief gesteld, om óf als
klerk aan het departement óf als lid van
den centralen raad van den sociaal-de-
inocratischen bond te bedanken; hij had
echter geweigerd zoowel het een als het
ander te doen, zich beroepende op art. 6
der grondwet, (verklarende dat ieder Ne
derlander tot elke landsbediening benoem
baar is) in verband met art. 10 (recht
van vereeniging en vergadering).
Bij de schorsing is den ambtenaar aan
gezegd, dat hij tot 31 Maart gelegen
heid heeft, tusschen zijne medewerking
in de socialistische partij of zijne betrek
king aan het departement te kiezen-
De Vereeniging voor volksvermaken
te Veendam heeft het voornemen op den
2en Pinksterdag van dit jaar een grooten
Amerikaanschen Reclame-Optocht te hou
den met een eersten prijs van f 75, een
tweeden van f 50, een derden van f25,
en daarenboven premiën van f 3.
Zij bedoelt daarmede een wedstrijd op
het gebied der reclame. Haar bestuur
schrijft o. a.: «Ieder neringdoende, on
verschillig, in welk artikel hij handelt,
ieder industrieel, om 't even wat vak van
nijverheid hij beoefent, tracht de aandacht
op zijn adres te vestigen door adverten
tiên, verspreiding van adreskaarten, aan
plakbiljetten enz. enz.
Zulk een adressen-optocht, met pas
sende illustratiën, heeft de Vereeniging
van Volksvermaken op 't oog, om op
eigenaardige wijze feest te vieien.
Het is dus geheel iets nieuws wat ons
wacht. Het voordeel, dat er voor hande
laren, fabrikanten, werklieden enz., welke
aan dusdanigen optocht deelnemen, be
staat, is boven allen twijfel verheven,
want hun adres wordt door duizenden en
duizenden gezien, en slaagt men er in
dit op eigenaardige, nette, grootsche of
aardig gevonden wijze te doen, zonder
twijfel zal diens naam, en wat hij ver
koopt of fabriceert niemand ooit meer
uit het geheugen gaan. Bij de vele vari
ation, die een dusdanigen optocht (door
alle mogelijke bedrijven en neringen ver
tegenwoordigd) kunuen worden aange
bracht, moet het bepaald iets ongeziens
en kan het waarlijks iets prachtigs wor
den.
De deelnemers zijn vrij in de keuze
van samenstelling der groep en in de
manier om hun adres door de plaats te
laten gaanelk kan dus naar eigen vin
ding en oordeel de groep doen dragen,
of schuiven, of per wagen laten vervoeren.
Het bestuur zorgt voor passende af
wisseling, muziek, eerewacht en alles wat
tot geregelden afloop en opluistering kan
dienen. (Arnst.)
Andermaal heeft te Bergen-op-Zoom
een brutale diefstal met inbraak plaats
gehad. Door het opschuiven van een
raam, heeft men bij den heer s., winke
lier, toegang tot het woonvertrek weten
te verkrijgen en door het openbreken
van de secretaire een gouden ketting en
een tet nu toe onbekend bedrag aan
bankpapier, zoomede een aan te teeke
nen brief en eene portefeuille bemach
tigd.
Bij den Uitgever P. Gouda Quint
te Arnhem zal weldra het 10e of laatste
3)
Vrouw Martha was er dan ook mede
tevreden en zeide: «Richard, je zult je
eigen niet meer kennen."
De schoonmaakster verliet nu Martha
en daarna gingen zij naar bed.
Toen Richard op het zolderkamertje
kwam, scheen de volle maan door het
venster en verspreidde een zilverachtigen
glans over de daken, millioenen sterren
fonkelden aan den hemel. Hij had wel
meermalen een volle maan gezien, maar
nooit met dat gevoel, zooals heden avond.
Hij was diep getroflen door het prachtige
natuurtooneel, en om het nog beter te
kunnen zien, trad hij naar het venster
raampje. Tranen kwamen in zijne schoone
oogen terwijl hij zeide«O Godwat
zijt gij goed en grooten hoe slecht en
nietig ben ik niet 1 Ook voor mij schijnt
de maan aan uw schoonen hemel en
fonkelen uwe sterren Voor mij, die een
anders eigendom wegnam. Het is uw
hemel, waaraan zij staan, en als het
waar is, wat moeder Martha mij altijd
zegtdat mijne ouders in den hemel
zijn O dan zijn zij daar bij U, misschien
wenden zij nu hun aangezicht van mij
af, omdat ik een dief ben geworden.
Maar Gij, o Godlaat toch uw maan
en sterren voor mij schijnen Snikkende
viel hij op zijn leger ter neder, terwijl
hij met beide handen zijn gelaat bedekte
en uitriep O Almachtige God Laat mij
toch herstellen, wat ik misdaan heb, ik
bid er om I"
Door ontroering en gevoel overmand,
viel Richard in slaap, maar de slaap was
onrustig. Liefelijke en dan weder be
nauwde droomen hielden hem in den
slaap bezig. Eerst droomde hij, dat zijne
moeder naast hem zat, zijne beide handen
in de hare nam en een kus op zijn voor
hoofd drukte, terwijl zij fluisterend tot
hem sprak «Richard, ik weet, wat gij
heden gedaan hebt, maar ook, dat gij er
berouw over gevoelt, en daarom zal ik u
blijven liefhebben, maar dat geld moogt
gij nooit gebruiken, want zoo gij dat
doet, dan heb ik u niet meer lief. Er
zal wel eens een tijd komen, dat gij dit
terug kunt geven."
Met een schrik werd hij wakker. Nog
stond de schoone maan aan den hemel,
nog fonkelden en schitterden de millioenen
sterren evenals voor hij in slaap was
gevallen. Opnieuw viel hij in slaap, maar
nu droomde hij benauwd, het klamme
zweet stond hem op het voorhoofd. Hij
droomde, dat iemand hem bij den arm
vasthield het was de heer Meijer, die
hem vroeg «Waar hebt gij de rol geld
gelaten Hij droomde verder, dat men
hem in een donker hok had opgesloten,
waar op eenmaal met vurige glinsterende
letters op den muur geschreven werd
«Richard, gij zijt een dief!"
«Met het angstzweet op het aange
zicht, en over het geheele lichaam bevende,
werd hij weder wakker, maar nu was
de maan verdwenen, geen sterren fon
kelden meer, het was donker om hem
heen. 01 hoe vreeselijk was dat ont
waken Hoe hij zich ook in zijn bed
omwendde, slapen kon hij niet meer. Nu
hoorde hij de hooge torenklok zes slagen
slaan. «Goddank! nog een uur! dan
breekt de dag aan," nep hij uit.
II.
Den volgenden Jmorgen vinden wij
Richard op weg naar het Victoria Hotel.
Hoe geheel anders kwam hem de weg
voor. Hij vermeed die wegen, waar hij
zijne vroegere makkers zou kunnen ont
moeten, want hij was bevreesd, dat zij
hem met zijn mooi blauw dasje, nieuwe
schoenen en overhempje zouden bespot
ten; hij verbeeldde zich, dat hij hun
geheel anders moest voorkomen; ook zich
zeiven kwam hij geheel anders voor. Hij
gevoelde het, dat er eene groote veran
dering met hem had plaats gevonden,
en voortdurend drukte hem het bewust
zijn zijner misdaad zwaar op het hart,
en wanneer hij daaraan dacht, dan was
hij bevreesd, dat de heer Hausman zijn
misstap op zijn gelaat zou kunnen lezen.
Hoe meer hij het Hotel naderde, hoe
heviger zijn hart begon te kloppen, en
zelfs een oogenblik kwam hem de ge
dachte voor den geest, om terug te
keerenmaar ook sprak eene stem in
zijn binnenste«denk aan den droom
van heden nacht, en dan was het hem,
alsof hij weder zijne moeder voor zijn
bed zag zitten, hem aanziende met hare
lieve, zachte oogen, alsof hij haar hoorde
zeggen«Richard, dat geld moogt gij
niet aanraken, want zoo gij dat doet,
dan heb ik u niet meer lief," en juist
die laatste gedachte gaf hem den moed,
om zijn weg te vervolgen. Eindelijk had
hij het hotel bereikt, en werd in eene
kamer gelaten. Na eenige oogenblikken
wachtens trad de heer Hausman binnen.
Het was een gezet man met een goed
hartig uiterlijk, keurig netgekleed. Eene
vriendelijke uitdrukking speelde om zijn
mond, terwijl hij zeide
«Gij zijt zeker de jongen, dien vrouw
Arendsen mij als wegwijzer voor de
vreemdelingen heeft aanbevolen
«Ja, Mijnheer," antwoordde Richard
een weinig bedeesd, «vrouw Arendsen
heeft mij gezegd, dat ik aan u moest
vragen, of u mij ook als wegwijzer ge
bruiken kuntik beloof u, dat ik mijn
plicht zal doen."
De heer Hausman zag hem eerst eeni
ge oogenblikken aan, men kon het aan
hem merken, dat de indruk, dien Richard
op hem maakte niet ongunstig was. Ein
delijk zeide hij «Ik wist, dat gij komen
zoudtvrouw Arendsen heeft, zooals ik
zeide, mij over je gesproken. Ik kan een
wegwijzer voor vreemdelingen gebruiken,
maar naar hetgeen vrouw Arendsen mij
ook van u verhaalde, ben ik wel wat
angstig, je aan te nemen; gij houdt, zoo
zeide zij mij, nog al veel van langs den
weg te loopen en dan ondeugende stre
ken uit te voeren, en dat zou mij niet,
bevallen. Zeg mij eens, heeft vrouw
Arendsen de waarheid gesproken
De heer Hausman was al bij zich zeiven
besloten, Richard aan te nemen, maar-
deed alleen de vraag om te zien, of hij
ook de waarheid zou spreken, daarvan
hing het alleen af.
Richard kreeg een hevige kleur en