Gemengd Nieuws.
Plaatselijke berichten.
Provinciale berichten.
ten aan liet volk eigen.
Te Napels werd door duizenden men-
schen, meest werklieden en studenten,
op de Piazzo Dante eene betooging ge
houden om wraak te eischen voor den
moord op de Italiaansche wetenschappe
lijke expeditie door den Sultan van Har-
rar gepleegd. Heftige redevoeringen wer
den gehouden, zoodat de menigte door
de Karabiniers moest worden uiteen ge
dreven.
De Keizer van Duitschland deed den
Paus, als Paaschgave een kostbaar uit
massief goud vervaardigd en met robij
nen en diamanten versierd borstkruis toe
komen. Deze pectorale wordt aan een
prachtigen ketting gedragen en als een
waar kunststuk geroemd.
De Independance Beige bevat het vol
gende telegram uit Pretoria.
De Transvaalsche regeering heeft de
overeenkomst goedgekeurd, door haren
afgevaardigde, den heer Albracht, Bel
gisch consul te Pretoria, met eenige
Nederlandsche bankiers gesloten, tot het
stichten van eene nationale bank en eene
nationale munt, met een kapitaal van
500.000 pond sterling.
Het goudgehalte der Transvaalsche
munt zal iets grooter zijn, dan dat der
Engelsche en de opschriften zullen zijn
in de Hollandsehe taal.
Zondag a.s. zal de Godsdienstoefe
ning der Vrije Ger. gemeente des mor
gens half tien en des avonds vijf uur
geleid worden door den heer Werner
van Amsterdam.
Naar wij vernemen heeft de Heer
Mr. H. J. H. Baron van Boetzelaer van
Oosterhout voor de hem door de Amersf.
Iloofdkiesdistrict-Vereeniging aangeboden
candidatuur bedankt en die der Hoofd
kiesdistrict-Vereen. te IJselstein aanvaard.
Eere wien eere toekomt! Zoo dach
ten zeker de onderwijzers aan de school
voor jongens en meisjes, toen zij den 1.
dezer, den geachten Jubilaris, den Heer
de Heus met den feestdag gelukwensch-
ten, en hem een stoffelijk bewijs van
waardeering aanboden. Daarmee stemden
zeker in, de leeraren aan de Rijks-Nor
maalschool alhier, toen de Heer Versloot
namens en met Collega's en Oud-Collega's
zijn' vriend de Heus feleciteerde en hem
eene prachtige Staalgravure aanbood.
Dat gevoelden zeker de leerlingen der
Normaalschool, die hunnen Directeur eene
dergelijke gravure vereerden en daarbij
een paar schoorsteenornamenten en alburn
voegden, en om strijd het feest van den
Heer de Heus zoo genoegelijk mogelijk
trachtten te maken.
Ook waren daar zeker de Oud-scholieren
van doordrongen, die hadden bijgedra
gen om den man, wiens arbeid hun ten
zegen was, met dank en waardeering
eene schrijfbureau aan te bieden. En hen
die van Oost en West waren te zamen
gekomen, (Oudleerlingen der Normaal
school) om hun vroegeren leermeester en
raadsman een keurig ameublement aan
te bieden, en een genoegelijken avond
met hem te slijten was het zeker een
genot, zoo vele bekenden en onbekenden
aan te treffen, die door woord en daad
den heer de Heus hunne achting en dank
baarheid toonden.
De Oud-Schoolopziener Baron van Itter-
sum, de Schoolopzieners de WelEdelGe-
strenge heeren Nijland en Van Gor-
kom waren des avonds tegenwoordig,
terwijl in den loop van den dag het da-
gelijksch bestuur en de plaatselijke school
commissie de Jubilaris geluk kwamen
I wenschen.
In het smaakvol versierde schoollokaal
i werden Dinsdagmorgen de Schoolkinderen
I en des avonds de leerlingen der Nor
maalschool door den jubilaris onthaald.
Gisteren werd alhier een Duitscher
gearresteerd, op wien het vermoeden rust,
j dat hij te Apeldoorn diefstal met inbraak
1 heeft gepleegd.
echter ook slechts twee, dan zoude ik,
1 die een beslist tegenstander van de dood-
straf ben, hem desniettegenstaande er
1 toe veroordeelen, want het ware dan
toch altoos maar één leven, dat hij tegen
c; de twee, die hij ontnomen heeft, geven
kan en ik zou zulks te meer doen, wijl
'I in dit geval van onschuldige veroordeeling,
cj zoo als vanzelf spreekt, hoegenaamd geen
£j spraak kan zijn."
'I «Hoe, zoo als vanzelf spreekt?" vroeg
r de handelsreiziger, «heeft hij zijne schuld
v bekend Alle aanwezigen ontkenden
0 zulks, maar richtten tevens vragende
r- blikken op den Guardia, die het best in
staat was, om hieromtrent de noodige
'1 inlichting te geven.
1< «Hij heeft niet bekend," antwoordde
G de Sargento, die inmiddels op zijn stoel
n had plaats genomen, en eene tweede
1' sigarette had opgestoken «maar helaas,
h zijne schuld is, zooals gij allen wel weten
zult, zoo daghelder bewezen, dat niet de
21 minste twijfel meer mogelijk ,is."
d' «De wetenschap," hernam de geleerde
111 weder, «stelt ons in staat den sluier op
sc te lichten, waarachter de natuur ons
e' hare geheimen verbergt, en al het be-
P' staande, gewezene en nog wordende,
1" klaar en duidelijk voor ons te aanschou-
ot wen. Niet wijl de onwederlegbare bewij-
zen van de schuld van dezen man
Met de restauratie van de Koppel
poort is reeds eenige dagen geleden een
aanvang gemaakt.
De plannen, waarnaar de restauratie
zal plaats hebben, berusten hoofdzakelijk
op de teekening van Rademaker die de
Koppelpoort heeft afgebeeld, zooals die
nog in 1640 bestaan heeft. Een teeke
ning, aanwezig in de verzameling Teeke-
ningen en Platen van het |fuseum, naar
het origineel in de verzameling van
wijlen Jhr. Coenen van 's-Gravesloot,
heeft insgelijks goede diensten bewe
zen. Toenmaals, in 1640, en voor dien
tijd, stond er, waarschijnlijk op slechts
korten afstand van de groote Koppel
poort, Eemzijde, een versterkt brugge-
hoofd. Dat bruggehoofd was een gemet
seld werk, dat in tijd van oorlog verde
digd kon worden. Over de tweede gracht,
er liepen vroeger twee grachten rondom
de stad, door een smallen aarden wal
gescheiden van de eerste gracht, lag een
houten ophaalbrug. Al dit voorwerk, het
grondwerk der balken met de Voorpoort
en Brug, moest ten gevolge van den Rijn
vloed van 1643,twee jaren later, in 1645,
geheel vernieuwd worden.
Het kan niet anders, of de Poort zelve
had insgelijks merkelijk schade geleden.
Toen men in 1645, dus twee jaren na
den vloed, tot wederopbouw overging,
werd de Poort, hooger dan zij vroeger
was, opgetrokken, en, met afwijking van
den overigen bouw, de rondboog in plaats
van de spitsboog gekozen. De grootste
verandering heeft plaats gehad met de
vakken boven de Poort en boven het ge
bouw naast de Poort.
De tijden waren geheel veranderd.
Aan de verdedigingswerken, die in de
Midden-eeuwen en tot dusverre bestaan
hadden, was geen behoefte. Ook waren
zij ten gevolge van de nieuwere uitvin
dingen geheel en al doelloos. Er schijnt
groot verschil van meening bestaan te
hebben, hoe die bovenbouw zou worden
ingericht. Onderscheiden plannen werden
bij den Raad ingediend. Vermoedelijk
heeft de beroemde Jacob van Campen
een plan ingeleverd, volgens hetwelk
boven de Poort een frontispice zou wor
den gebouwd, namelijk een hoog, zeer
spits uitloopend dak. Van dat plan werd
echter in de Raadszitting van den 25sten
Aug., 1646, afgezien, terwijl daarentegen
besloten werd, zooveel mogelijk profijt te
trekken van de ruimte boven de Poort
en boven het gebouw naast de Poort.
Ten gevolge daarvan zijn aldaar kamer
tjes gebouwd, die in den loop der tijden
tot zeer verschillende doeleinden gediend
hebben. Met dat al was de Poort geheel
misvormd, ja bijna onkenbaar geworden.
Aan de stadzijde was zij bovendien met
een leelijk, breed lijstwerk voorzien,
dat de wanstaltige vormen van den nieu
wen bovenbouw, als het mogelijk ware,
nog krachtiger deed uitkomen. Volgens
de plannen tot restauratie wordt dat
XVlïde-Eeuwsche misselijke en wanstal
tige bovenwerk geheel weggenomen, en
dat gedeelte weder in den staat gebracht,
waarin het voor die XVIIde-Eeuwsche
misvorming bestaan heeft.
Nederl. en Kleefsch. Oudheden.
Op verlangen van den Minister van
Binnenlandsche Zaken is er een commis
sie van toezicht op de restauratie van
de Koppelpoort benoemd, welke bestaat
uit de Heeren: Mr. E. H. 's Jacob,'s Ko-
nings Commissaris in Utrecht, benoemd
door den Minister; W. A. Croockewit,
Wethouder der Gemeente, benoemd door
het Dageljjksch Bestuuren W. F. N.
Van Rootselaar, Secret.-Penningm. van
de Koppelpoort-Commissie, benoemd door
dezelfde Commissie.
Gisteren stond voor het gerechts
hof te Amsterdam terecht J. v. H., al
hier wonende en beschuldigd van op de
openbare weg eene dame te hebben aan
gerand. Door het openbaar ministerie,
waargenomen door den Advocaat-Gene
raal Mr. Jolles, werd onder aanneming
van verzachtende omstandigheden eene
voor de hand liggen, maar steunende op
de onomstootelijke uitspraak der phre-
nologie of schedelvorming, verklaar ik
hem a priori voor schuldig. Ik heb hem
van nabij, lang en nauwkeurig gade ge
slagen. Zijn gebogen neus en ietwat
vooruitstekende kin getuigen van vast
beradenheid en ondernemingsgeest, de
van het voorhoofd, zonder insnijding
naar beneden loopende neuswortel, van
moed en doodsverachting al deze eigen
schappen, gepaard met de vreesaanjagende
wreedheid van het zwarte doordringende
oog, duiden een woest karakter aan.
Daarbij komen nog de vooruitstekende
voorhoofdsbeenderen, juist waar die dooi
de wenkbrauwen overschaduwd worden
en de zachte aanzwellingen der slapen,
dicht bij het oor, beide, zooals de heeren
wel weten zullen, de kenteekenen van
den bloeddorstigen tijger en panter. De
vorm van het hoofd draagt het bewijs
van een laag achterwaarts gebogen voor
hoofd, het onmisbare teeken van ver-
dierlijking. Want het voorhoofd is het
onfeilbaar merkteeken van intelligentie
of verstand. Hoe platter, kleiner, hoe
meer naar achtervallend, hoe nietiger
het voorhoofd, hoe meer de mensch tot
het dier, met al zijne lage instincten,
nadert, Ja, al de wezenstrekken getuigen
van eene vreeselijke verwildering, van
gevangenisstraf van twee jaren geëischt,
in eenzame opsluiting te ondergaan.
Iu den jl. Vrijdag gehouden zitting van
den gemeenteraad werd in de eerste plaats
aan Burgem. en Weth maclitigi g verleend tot
het aangaan eener overeenkomst rnet het rijk,
omtrent den aankoop en verkoop van gebouwen
enz. in verband met de plannen tot het bouwen
van oen nieuwe kazerne door het rijk. ten
behoeve van de reeds voor lang toegezegde
vermeerdering vail garnizoen. Uit het concept
dier vergadering nemen wij het volgende over:
De Staat draagt aan de gemeente in koop over
het arsenaal en het achterste gedeelte der
kazerne »het Kinderhuis." Voorts wordt door
den Staat afstand gedaan van de rechten, bij
overeenkomst van 20 Oct. 1860 verkregen op
de kazerne »het Werkhuis," het gebouw der
Infirmerie in de Breedestraat, het bovenste
gedeelte van de Waag en het gebouw der
militaire bakkerij in de Muurhuizen. Deze
gebouwen kunnen evenwel bij het rijk in huur
blijven, tegen een huurprijs, gelijkstaande met
5 pet. der waarde, waarvoor ze thans door den
gemeente-architect zijn geschat. De gemeente
verbindt zich daarvoor den Staat in het bezit
te' stellen van een terrein gelegen tusschen den
Leusdenschenweg en den Appelweg, terwijl de
uitgang van dit terrein naar den Utrechlschen
straatweg door de gemeente op een behoorlijke
breedte zal moeten worden gebracht. De
gemeente neemt de onderhandelingen met de
eigenaren van den grond op zich, en brengt
het terrein tegen den kostenden prijs, plns de
kosten van overschrijving aan het rijk in
rekening.
Verder was dit concept nog in dier voege
gewijzigd, dat de sommen, waarvoor de gebou
wen weder in het bezit van de gemeente zullen
overgaan, zullen worden vastgesteld door eene
commissie van taxatie, waarvan een lid door
de gemeente en een door het rijk aan te wijzen,
terwijl het derde lid door de taxateurs geza-
mentlijk, en zoo deze het niet eens mochten
worden, door den president van de Utrechtsche
rechtbank zal gekozen worden. Over dit punt,
alsmede over het ondeihoud der gebouwen,
gedurende den tijd, dat het rijk deze nog in
huur heeft, over den termijn van die huur, die
niet nader wordt omschreven, werd eenige
discussie gevoerd, terwijl mede de vraag werd
gedaan of men althans over een gedeelte van
het Werkhuis zich niet de bevoegdheid moest
voorbehouden eene vervroegde ontruiming te
kunnen eischen, met het oog op eene mogelijke
uitbreiding van het Gymnasium. liet dagelijksch
bestuur wees er op, dat eene uitbreiding van
garnizoen wel een offer van de zijde der ge
meente waard was, gaarne zou het trachten
nog eenige veranderingen in het contract te
brengen', maar adviseerde daarvan het tot stand
komen der overeenkomst niet afhankelijk te
maken. In dien zin werd dan ook besloten.
Over het voorstel van B. en W. tot wijziging
van het raadsbesluit van 16 Febr. jl., nopens
de verbetering van het vaarwater de Eem, werd
eene langdurige geheime zitting gehouden. Na
heropening van de zitting bleken bij de heeren
Visser en van "Zijst onoverkomelijke bezwaren
tegen het voorstel te bestaan, omdat zij beducht
waren, dat door de regeling van de onderhouds
kosten, zooak. die thans werd voorgesteld door
B. en W, de gemeente een te zwaren last op
zich zou nemen. De heer Bake deed, om aan
dit bezwaar te geinoet te komen, het voorstel,
dat de voorgestelde regeling omtrent het onder
houd alleen zou gelden voor het gewoon onder
houd. Het voorstel had alleen ten doel, buiten
te sluiten het geval, dat de onderhoudswerken
in eenig jaar zulk eene uitbreiding zouden
erlangen, dat zij eigenlijk gerekend moesten
worden eene vernieuwing te zijn. In dat geval
moest de gemeente vrijheid hebben, op krach
tiger hulp bij de overige betrokken lichamen
aan te dringen. Met deze toelichting werd het
gewijzigd voorstel, waarmede B. en W. zich
hadden vereenigd, aangenomen, zoodat nu de
raad het plan voor de verbetering van de Eem
zal vaststellen en daarbij Ged. Staten verzoeken,
te willen bevorderen, dat rijk, provincie en
gemeenten bijdragen in de kosten van aanleg
en onderhoud, met dien verstande, dat voor
Amersfoort niet meer komt dan der kosten
van de verbetering en J/3 der jaarlijksche kosten
van onderhoud, na aftrek van de ontvangsten
van vuur-, haven- en tongeld. Het voorstel
werd met 8 tegen 2 stemmen goedgekeurd.
Verder werd besloten toe te treden tot de
Vereeniging voor de afsluiting en droogmaking
der Zuiderzee.
Op verlangen van curatoren van het Gym
nasium, om hun college met een zesde lid te
vermeerderen, werd met algeineene stemmen
de afgetreden rector Dr. A. Burger als zoo
danig benoemd.
De heer Schelterna drong er op aan, en ont
ving daarvoor ook toezegging, dat er zooveel
mogelijk spoed zal worden gemaakt met de
indiening van voordrachten tot vervulling der
bestaande vacaturen van rector en conrector.
De heer Huet ontving tot antwoord op eene
interpellatie omtrent het afsluiten van de brug
over de beek, aan het plantsoen tegenover de
St.-Jorisstraat, dat zoowel het brugje als terrein,
waarnaar het toegang geeft, particulier eigen
dom is, terwijl bij de vergunning tot het leggen
dier brug geene bepalingen zijn gemaakt, op
grond waarvan de gemeente den eigenaar kan
noodzaken de brug in behoorlijken staat van
onderhoud te houden. Hierna werd de verga
dering gesloten.
eene dierlijke wreedheid en moordlust."
Al de toehoorders beschouwden met
eene soort van nieuwe belangstelling
den gevangene, juist toen deze toevallig
met zijne geboeide handen voor een
oogenblik zijnen hoed oplichtte. »Zijn
voorhoofd is hooger dan het uwe of het
mijne," riep de officier, die het eerst
het gesprek had aangeknoopt.
De waarheid van deze bemerking
moest ook door den geleerde opgemerkt
zijn. «Ja wel," zei hij zeer langzaam,
«zijn voorhoofd is hooger dan het uwe
t)f het mijne het is hoog, dit voorhoofd
is hoog, zeer hoog, het is te hoog, 't is
eene abnormiteit, Iedere abnormiteit of
buitensporigheid geldt als een bewijs van
een gebrek in het individu, van een ge
brek in zijn karakter. Een bloeddorstig
mensch met een buitensporig hoog voor
hoofd is een monster zoo als er geen
tweede te vinden is zijn intelligentie of
verstand dient hem enkel om zijne vreese
lijke instincten ongestraft tot verderf dei-
maatschappij te kunnen volgen. Wij mogen
ons gelukkig achten, dat deze zoo ge
vaarlijke man in flagranti d. i. op heeter-
daad is betrapt geworden."
Het schip was nu in de kleine baai
van Ceuta aangekomen en doorkliefde
het bijna spiegelgladde water langzaam
en statig. De meeste passagiers stonden
Den daaropvolgenden dag, nam de gemeente
raad in eene opzettelijk daarvoor belegde bij
eenkomst. afscheid van den afgetreden rector
van bet Gymnasium DiD. Burger.
Nadat de heer Burger door eene commissie,
bestaande uit de heeren Schelterna en van Zijst
was binnengeleid, nam de voorzitter Jhr. Mr.
T. A. J. v. Asch v. Wijck het woord, en deelde
de heer Burger mede, dat de raad, naast de
blijken van waardeering, door cui atoren, leeraren,
leerlingen en oud-leerlingen gegeven, ook be
hoefte gevoelde hem een woord van afscheid
toe te spreken. »Zijn die blijken van waardee
ring door leerlingen en oud-leei lingen gegeven,
bewijzen er van, dat de ontvangen lessen op
hoogen prijs worden gesteld," zoo vervolgde
Spr., «wij kunnen alleen de resultaten beoor-
deelen, en, dat doende, de overtuiging uitspre
ken, dat gij een rector zijt geweest, zooals
slechts voor ons Gymnasium kon worden ver
langd.
«Gedurende nagenoeg een mensclienlevren
hebt gij met toewijding en liefde uwe krachten
aan den bloei van het hooger onderwijs iu deze
gemeente besteed, en door het nederleggen van
uwe betrekking, toen gij gevoeldet dat uwe
krachten tot de vervulling er van te kort scho
ten, gaaft gij onlangs nog een bewijs van uwe
liefde voor het Gymnasium.
«Voor dat alles brengen wij u onzen dank,
en spreken de hoop uit, dat gij uwe liefde aan
die inrichting zult blijven wijden. En al mocht
de Raad daaraan niet hebben getwijfeld, bij
gevoelde zich toch genoopt, u daartoe ook in
de gelegenheid te stellen, door u in zijne ver
gadering van gister, met algemeene stemmen,
tot curator van het Gymnasium te benoemen:
eene benoeming te eervoller, nu ze op voor
dracht van curatoren werd gedaan, die op uwe
adviezen hoogen prijs stellen.
»Naast die benoeming heeft de Raad gemeend
u nog een stoffelijk blijk van waardeering tot
aandenken te moeten schenken, en hij doet
zulks door u bij deze aan te bieden een borst
beeld van den geleerde Plato, den man wiens
leven gij hebt bestudeerd, en onder wiens beste
leerlingen gij inoogt behooren, welk bewijs van
vriendschap ik u verzoek wel te willen aan
vaarden."
De heer Burger betuigde zijn hartelijken dank
voor deze bewijzen van belangstelling, en ver
klaarde zijne benoemiug tot curator op hoogen
prijs te stellen.
Hij sprak de wensch uit, en wij hopen het
van ganschei' harte met hem, dat hij nog vele
jaren in staat mocht worden gesteld, ook als
curator, zijne beste krachten aan het Gymnasium
te kunnen blijven wijden.
IJtrcclit. Gisteren heeft de Commis
saris des IConings in deze provincie zijne
rondreizen aangevangen door een bezoek
aan de gemeente Loosdrecht, bij welke
gelegenheid tevens de pupillenschool te
Nieuwersluis door Z. H. Ed. G. werd
bezichtigd.
Wondenfocrg. Aan onzen burge-
meestern de heer J. B. de Beaufort, is de
candidatuur voor de Prov. Staten in het
hoofdkiesdistrict Amerongen aangeboden,
maar hij meende daarvoor ditmaal te
moeten bedanken.
Vreeswijk, 4 Mei. Naar men ver
neemt, zal het rijkspost- en telegraaf
kantoor alhier met 1 Juli a.s. worden
geopend.
Het huis, waaraan men nog druk aan
het verbouwen is, is daarvoor bijzonder
geschikt en gunstig gelegen.
Zeist. Zaterdag ging tusschen de Bilt
en Zeist het paard gespannen voor een
boerenwagen, waarop twee mannen
vader en zoon waren gezeten op
hol. Beiden vielen van den wagen. De
vader werd aan den schouder gekneusd,
terwijl de zoon de raderen van den wagen
over het heen kreeg. Beiden werden
per rijtuig naar hun woning vervoerd.
Het hollende paard werd een eind verder
gegrepen.
IJselstein. Zaterdag in den namid
daghad onder deze gemeente een nood
lottig ongeval plaats. De mast van liet
vaartuig van den schipper D., van Gouda,
sloeg neer, waardoor de knecht getrof
fen werd en hem een been verbrijzeld.
Hij werd alhier heelkundig behandeld, en
per rijtuig door den schipper naar het
ziekenhuis te Utrecht gebracht.
Nijkerk. Jl. Zaterdag avond heeft de
metselaar D. M. in den toren van de
Kerk der Ned. Herv. gemeente alhier,
alwaar hij de klok had opgewonden, door
van hunne zitplaatsen op, wandelden op
het dek heen en weer, of leunden tegen
de borstwering. «Gindsche schoone, wit
te, ronde torens, die de hoogte als een
halven cirkel omgeven, zijn zeker torens,
die tot de vesting behooren vroeg een
jongmenseli met uitheemsch accent. «Ja,
mijnheer," was het antwoord Tan een
der officieren, «ieder dezer torens wordt
door een klein garnizoen bewaakt, en zij
zijn op de uiterste grenzen van het
Spaansche territorium gebouwd, dat zich
tot op elf kilometer van het middelpunt
der stad naar het land binnenwaarts uit
strekt. Op die vlakten exerceert onze
cavalerie, en de vele witte huisjes, die
gij daar ziet, zijn boerenwoningen, wier
voortreffelijk bebouwde tuinen en akkers
voldotnde zijn, om de stad met hare tien
duizend inwoners te voeden. Gij zijt
waarschijnlijk nog niet in Afrika geweest?"
De ondervraagde antwoordde ontkennend,
en voegde er dadelijk hij «Ik kan u
onmogelijk zeggen, welk een indruk het
op mij maakt, eindelijk dit geheimzinnig
werelddeel te betreden. De stad met hare
omgeving is zeer fraai en gindsche schit
terende bergen rechts zijn waarlijk
grootseh." «Grootsch dat mag wel
wezen," zei de bejaarde heer, «aangenaam
is ze echter zeker niet. Zoodra gij een
enkeien stap over het Spaansch grond-
ophanging een einde aan zijn leven ge
maakt.
De aanleiding tot deze wanhopige daad
is onbekend.
Uit Roermond wordt van 3 Mei ge
meld
Heden-ochtend had aan het station
alhier een voorval plaats, dat ten zeerste
den lachlust opwekte. Een heiboertje te
Maasbracht had een briefkaart voor Echt,
dat driekwart uur zuidwaarts ligt. Terwijl
de trein MaastrichtVer^oo zich reeds
in beweging zette, sprong hij nog vlug
op de loopplank van liet postrijtuig,
stopte de kaart in de bus en moest
toen doorrijden tot Roermond, alwaar hij
beboet werd.
Van hier kon hij dus, ditmaal natuur
lijk met een plaatskaartje, naar Maas-
bracht terugkeeren, met denzelfden trein
van half elf, die ook zijn kaart mede
terugnam. Het boertje raasde en vloekte,
maar wer den Schaden hat, hraucht fiir
den Spott nicht zu zorgen; hij werd op
den koop toe deerlijk uitgelachen.
In den val. Het arresteeren van den
inspecteur van politie, Gerardi, te Vene
tië, heeft in de stad groot opzien ver
wekt, daar deze ambtenaar rnet een
zeer goeden naam van Catania daarheen
verplaatst was geworden. Te Catania
wordt echter thans een kolossaal val-
schemunters-proces gevoerd. Voor ver
scheidene millioenen is valsch geld in
omloop gebracht, en het blijkt dat steeds
de misdadigers door den een of ander
werden ingelicht van al wat de politie
tegen hen beraamde. De medeplichtige
schijnt een zekere Laporta te zijn poli-
tie-commissaris onder Gerardi, die ook
zijne voordeelen van de zaak kreeg.
In den nacht Tan Zaterdag op Zondag
is te Gilly, bij Charleroi, het fourage-
magazijn van de Vereeniging der Houilleres
Unies, hetwelk sedert de ongeregeldheden
van Maart ingericht was voor het her
bergen van een detachement van 17
lansiers, tot de naakte muren afgbrand.
Tengevolge van de groote hoeveelheden
stroo en hooi, welke zich in het ge
bouw bevonden, en van het gemis van
brandbluschmiddelen in de nabijheid,
nam de brand in een korten tijd zulk
een omvang aan, dat de manschappen
half ontkleed boven uit de vensters moes
ten springen, waarbij twee hunner zich
ernstig gewond hebben, dat 14 paarden
in de vlammen omkwamen, en dat van
harnachementen, wapenen en kleederen
niets gered kon worden.
Uit een verhaal, dat de Gazette de
Charleroi van deze ramp geeft, blijkt,
dat er geen wacht uitgezet was, wat
zeker nog al een zonderling denkbeeld
geeft van de waakzaamheid van een
detachement militairen, hetwelk in de
plaats tijdelijk is ingekwartierd om de
openbare orde en rust te handhaven.
De dorre paol. Evenals elders gebeurt
het ook in Drente wel, dat bij een paar
verloofden de liefde niet bestendig van
duur is, dat ze dus de wederzijdsche
betrekkingen afbreken en met anderen
nieuwe aanknoopen. Komt het nu met
een van beiden tot een huwelijk, dan
wordt de vroegere beminde van hem of
haar schadeloos gesteld met een stroo-
pop. Al de boerenjongens uit het dorp
trekken dan in optocht op een avond,
gewoonlijk heel laat, derwaarts, om die
pop «de dorre paol" te bezorgen. Alles,
wat dan niet goed geborgen is, landbouw
er) tuingereedschappen, boerenwagens,
enz. wordt meegenomen en op het erf
van den bedrogene opgestapeld. Menig
maal vindt men den volgenden morgen
van 10 tot 20 wagens, beladen met
allerlei voorwerpen. Ofschoon meestal
ieder zijn eigendom ongescnonden terug
krijgt, kost liet toch vaak vrij wat
moeite, om het te vinden, en de too-
gebied hebt gezet, bevindt gij u in eene
onbebouwde woestenij, die gij uit vrees
van beroofd en vermoord te worden niet
zonder geleide zoudt kunnen doortrek
ken." «Waarom dan niet?" riep de
jongeling, «vrees voor roof en moord
Ik ben weken achtereen gansch alleen
door de beruchtste landen gereden.
Morgen koop ik mij een paard en rijd,
goed gewapend, zonder begeleiding naar
Tanger, waar ik nog voor den avond
zijn kan." De officieren en handelsrei
zigers keken bij dezen uitroep elkander
glimlachend aan, en een hunner zei
«Dat zult gij wel laten, jongeheer, niet
alleen, wijl gij zeer stellig door eene
rondtrekkende bende Marokkanen, tegen
wier aantal uw moed en uwe wapenen
u weinig baten zouden, want gij zoudt
niet alleen uitgeplunderd maar ook weer
naar Ceuta teruggebracht worden. Ten
einde iedere beproeving van de gevan
genen om te ontvluchten onmogelijk te
maken, betaalt de Spaansche regeering
aan de Marokkanen voor iederen vluch
teling, die zij inleveren, honderd realen;
dat weten zij maar al te goed, en ieder
ontvluchte gevangene moet, of van hon
ger en dorst versmachten of zich weder
laten terugbrengen.
Wordt vervolgd).