Gemengd Nieuws. Plaatselijke berichten. Provinciale berichten. ten aan liet volk eigen. Te Napels werd door duizenden men- schen, meest werklieden en studenten, op de Piazzo Dante eene betooging ge houden om wraak te eischen voor den moord op de Italiaansche wetenschappe lijke expeditie door den Sultan van Har- rar gepleegd. Heftige redevoeringen wer den gehouden, zoodat de menigte door de Karabiniers moest worden uiteen ge dreven. De Keizer van Duitschland deed den Paus, als Paaschgave een kostbaar uit massief goud vervaardigd en met robij nen en diamanten versierd borstkruis toe komen. Deze pectorale wordt aan een prachtigen ketting gedragen en als een waar kunststuk geroemd. De Independance Beige bevat het vol gende telegram uit Pretoria. De Transvaalsche regeering heeft de overeenkomst goedgekeurd, door haren afgevaardigde, den heer Albracht, Bel gisch consul te Pretoria, met eenige Nederlandsche bankiers gesloten, tot het stichten van eene nationale bank en eene nationale munt, met een kapitaal van 500.000 pond sterling. Het goudgehalte der Transvaalsche munt zal iets grooter zijn, dan dat der Engelsche en de opschriften zullen zijn in de Hollandsehe taal. Zondag a.s. zal de Godsdienstoefe ning der Vrije Ger. gemeente des mor gens half tien en des avonds vijf uur geleid worden door den heer Werner van Amsterdam. Naar wij vernemen heeft de Heer Mr. H. J. H. Baron van Boetzelaer van Oosterhout voor de hem door de Amersf. Iloofdkiesdistrict-Vereeniging aangeboden candidatuur bedankt en die der Hoofd kiesdistrict-Vereen. te IJselstein aanvaard. Eere wien eere toekomt! Zoo dach ten zeker de onderwijzers aan de school voor jongens en meisjes, toen zij den 1. dezer, den geachten Jubilaris, den Heer de Heus met den feestdag gelukwensch- ten, en hem een stoffelijk bewijs van waardeering aanboden. Daarmee stemden zeker in, de leeraren aan de Rijks-Nor maalschool alhier, toen de Heer Versloot namens en met Collega's en Oud-Collega's zijn' vriend de Heus feleciteerde en hem eene prachtige Staalgravure aanbood. Dat gevoelden zeker de leerlingen der Normaalschool, die hunnen Directeur eene dergelijke gravure vereerden en daarbij een paar schoorsteenornamenten en alburn voegden, en om strijd het feest van den Heer de Heus zoo genoegelijk mogelijk trachtten te maken. Ook waren daar zeker de Oud-scholieren van doordrongen, die hadden bijgedra gen om den man, wiens arbeid hun ten zegen was, met dank en waardeering eene schrijfbureau aan te bieden. En hen die van Oost en West waren te zamen gekomen, (Oudleerlingen der Normaal school) om hun vroegeren leermeester en raadsman een keurig ameublement aan te bieden, en een genoegelijken avond met hem te slijten was het zeker een genot, zoo vele bekenden en onbekenden aan te treffen, die door woord en daad den heer de Heus hunne achting en dank baarheid toonden. De Oud-Schoolopziener Baron van Itter- sum, de Schoolopzieners de WelEdelGe- strenge heeren Nijland en Van Gor- kom waren des avonds tegenwoordig, terwijl in den loop van den dag het da- gelijksch bestuur en de plaatselijke school commissie de Jubilaris geluk kwamen I wenschen. In het smaakvol versierde schoollokaal i werden Dinsdagmorgen de Schoolkinderen I en des avonds de leerlingen der Nor maalschool door den jubilaris onthaald. Gisteren werd alhier een Duitscher gearresteerd, op wien het vermoeden rust, j dat hij te Apeldoorn diefstal met inbraak 1 heeft gepleegd. echter ook slechts twee, dan zoude ik, 1 die een beslist tegenstander van de dood- straf ben, hem desniettegenstaande er 1 toe veroordeelen, want het ware dan toch altoos maar één leven, dat hij tegen c; de twee, die hij ontnomen heeft, geven kan en ik zou zulks te meer doen, wijl 'I in dit geval van onschuldige veroordeeling, cj zoo als vanzelf spreekt, hoegenaamd geen £j spraak kan zijn." 'I «Hoe, zoo als vanzelf spreekt?" vroeg r de handelsreiziger, «heeft hij zijne schuld v bekend Alle aanwezigen ontkenden 0 zulks, maar richtten tevens vragende r- blikken op den Guardia, die het best in staat was, om hieromtrent de noodige '1 inlichting te geven. 1< «Hij heeft niet bekend," antwoordde G de Sargento, die inmiddels op zijn stoel n had plaats genomen, en eene tweede 1' sigarette had opgestoken «maar helaas, h zijne schuld is, zooals gij allen wel weten zult, zoo daghelder bewezen, dat niet de 21 minste twijfel meer mogelijk ,is." d' «De wetenschap," hernam de geleerde 111 weder, «stelt ons in staat den sluier op sc te lichten, waarachter de natuur ons e' hare geheimen verbergt, en al het be- P' staande, gewezene en nog wordende, 1" klaar en duidelijk voor ons te aanschou- ot wen. Niet wijl de onwederlegbare bewij- zen van de schuld van dezen man Met de restauratie van de Koppel poort is reeds eenige dagen geleden een aanvang gemaakt. De plannen, waarnaar de restauratie zal plaats hebben, berusten hoofdzakelijk op de teekening van Rademaker die de Koppelpoort heeft afgebeeld, zooals die nog in 1640 bestaan heeft. Een teeke ning, aanwezig in de verzameling Teeke- ningen en Platen van het |fuseum, naar het origineel in de verzameling van wijlen Jhr. Coenen van 's-Gravesloot, heeft insgelijks goede diensten bewe zen. Toenmaals, in 1640, en voor dien tijd, stond er, waarschijnlijk op slechts korten afstand van de groote Koppel poort, Eemzijde, een versterkt brugge- hoofd. Dat bruggehoofd was een gemet seld werk, dat in tijd van oorlog verde digd kon worden. Over de tweede gracht, er liepen vroeger twee grachten rondom de stad, door een smallen aarden wal gescheiden van de eerste gracht, lag een houten ophaalbrug. Al dit voorwerk, het grondwerk der balken met de Voorpoort en Brug, moest ten gevolge van den Rijn vloed van 1643,twee jaren later, in 1645, geheel vernieuwd worden. Het kan niet anders, of de Poort zelve had insgelijks merkelijk schade geleden. Toen men in 1645, dus twee jaren na den vloed, tot wederopbouw overging, werd de Poort, hooger dan zij vroeger was, opgetrokken, en, met afwijking van den overigen bouw, de rondboog in plaats van de spitsboog gekozen. De grootste verandering heeft plaats gehad met de vakken boven de Poort en boven het ge bouw naast de Poort. De tijden waren geheel veranderd. Aan de verdedigingswerken, die in de Midden-eeuwen en tot dusverre bestaan hadden, was geen behoefte. Ook waren zij ten gevolge van de nieuwere uitvin dingen geheel en al doelloos. Er schijnt groot verschil van meening bestaan te hebben, hoe die bovenbouw zou worden ingericht. Onderscheiden plannen werden bij den Raad ingediend. Vermoedelijk heeft de beroemde Jacob van Campen een plan ingeleverd, volgens hetwelk boven de Poort een frontispice zou wor den gebouwd, namelijk een hoog, zeer spits uitloopend dak. Van dat plan werd echter in de Raadszitting van den 25sten Aug., 1646, afgezien, terwijl daarentegen besloten werd, zooveel mogelijk profijt te trekken van de ruimte boven de Poort en boven het gebouw naast de Poort. Ten gevolge daarvan zijn aldaar kamer tjes gebouwd, die in den loop der tijden tot zeer verschillende doeleinden gediend hebben. Met dat al was de Poort geheel misvormd, ja bijna onkenbaar geworden. Aan de stadzijde was zij bovendien met een leelijk, breed lijstwerk voorzien, dat de wanstaltige vormen van den nieu wen bovenbouw, als het mogelijk ware, nog krachtiger deed uitkomen. Volgens de plannen tot restauratie wordt dat XVlïde-Eeuwsche misselijke en wanstal tige bovenwerk geheel weggenomen, en dat gedeelte weder in den staat gebracht, waarin het voor die XVIIde-Eeuwsche misvorming bestaan heeft. Nederl. en Kleefsch. Oudheden. Op verlangen van den Minister van Binnenlandsche Zaken is er een commis sie van toezicht op de restauratie van de Koppelpoort benoemd, welke bestaat uit de Heeren: Mr. E. H. 's Jacob,'s Ko- nings Commissaris in Utrecht, benoemd door den Minister; W. A. Croockewit, Wethouder der Gemeente, benoemd door het Dageljjksch Bestuuren W. F. N. Van Rootselaar, Secret.-Penningm. van de Koppelpoort-Commissie, benoemd door dezelfde Commissie. Gisteren stond voor het gerechts hof te Amsterdam terecht J. v. H., al hier wonende en beschuldigd van op de openbare weg eene dame te hebben aan gerand. Door het openbaar ministerie, waargenomen door den Advocaat-Gene raal Mr. Jolles, werd onder aanneming van verzachtende omstandigheden eene voor de hand liggen, maar steunende op de onomstootelijke uitspraak der phre- nologie of schedelvorming, verklaar ik hem a priori voor schuldig. Ik heb hem van nabij, lang en nauwkeurig gade ge slagen. Zijn gebogen neus en ietwat vooruitstekende kin getuigen van vast beradenheid en ondernemingsgeest, de van het voorhoofd, zonder insnijding naar beneden loopende neuswortel, van moed en doodsverachting al deze eigen schappen, gepaard met de vreesaanjagende wreedheid van het zwarte doordringende oog, duiden een woest karakter aan. Daarbij komen nog de vooruitstekende voorhoofdsbeenderen, juist waar die dooi de wenkbrauwen overschaduwd worden en de zachte aanzwellingen der slapen, dicht bij het oor, beide, zooals de heeren wel weten zullen, de kenteekenen van den bloeddorstigen tijger en panter. De vorm van het hoofd draagt het bewijs van een laag achterwaarts gebogen voor hoofd, het onmisbare teeken van ver- dierlijking. Want het voorhoofd is het onfeilbaar merkteeken van intelligentie of verstand. Hoe platter, kleiner, hoe meer naar achtervallend, hoe nietiger het voorhoofd, hoe meer de mensch tot het dier, met al zijne lage instincten, nadert, Ja, al de wezenstrekken getuigen van eene vreeselijke verwildering, van gevangenisstraf van twee jaren geëischt, in eenzame opsluiting te ondergaan. Iu den jl. Vrijdag gehouden zitting van den gemeenteraad werd in de eerste plaats aan Burgem. en Weth maclitigi g verleend tot het aangaan eener overeenkomst rnet het rijk, omtrent den aankoop en verkoop van gebouwen enz. in verband met de plannen tot het bouwen van oen nieuwe kazerne door het rijk. ten behoeve van de reeds voor lang toegezegde vermeerdering vail garnizoen. Uit het concept dier vergadering nemen wij het volgende over: De Staat draagt aan de gemeente in koop over het arsenaal en het achterste gedeelte der kazerne »het Kinderhuis." Voorts wordt door den Staat afstand gedaan van de rechten, bij overeenkomst van 20 Oct. 1860 verkregen op de kazerne »het Werkhuis," het gebouw der Infirmerie in de Breedestraat, het bovenste gedeelte van de Waag en het gebouw der militaire bakkerij in de Muurhuizen. Deze gebouwen kunnen evenwel bij het rijk in huur blijven, tegen een huurprijs, gelijkstaande met 5 pet. der waarde, waarvoor ze thans door den gemeente-architect zijn geschat. De gemeente verbindt zich daarvoor den Staat in het bezit te' stellen van een terrein gelegen tusschen den Leusdenschenweg en den Appelweg, terwijl de uitgang van dit terrein naar den Utrechlschen straatweg door de gemeente op een behoorlijke breedte zal moeten worden gebracht. De gemeente neemt de onderhandelingen met de eigenaren van den grond op zich, en brengt het terrein tegen den kostenden prijs, plns de kosten van overschrijving aan het rijk in rekening. Verder was dit concept nog in dier voege gewijzigd, dat de sommen, waarvoor de gebou wen weder in het bezit van de gemeente zullen overgaan, zullen worden vastgesteld door eene commissie van taxatie, waarvan een lid door de gemeente en een door het rijk aan te wijzen, terwijl het derde lid door de taxateurs geza- mentlijk, en zoo deze het niet eens mochten worden, door den president van de Utrechtsche rechtbank zal gekozen worden. Over dit punt, alsmede over het ondeihoud der gebouwen, gedurende den tijd, dat het rijk deze nog in huur heeft, over den termijn van die huur, die niet nader wordt omschreven, werd eenige discussie gevoerd, terwijl mede de vraag werd gedaan of men althans over een gedeelte van het Werkhuis zich niet de bevoegdheid moest voorbehouden eene vervroegde ontruiming te kunnen eischen, met het oog op eene mogelijke uitbreiding van het Gymnasium. liet dagelijksch bestuur wees er op, dat eene uitbreiding van garnizoen wel een offer van de zijde der ge meente waard was, gaarne zou het trachten nog eenige veranderingen in het contract te brengen', maar adviseerde daarvan het tot stand komen der overeenkomst niet afhankelijk te maken. In dien zin werd dan ook besloten. Over het voorstel van B. en W. tot wijziging van het raadsbesluit van 16 Febr. jl., nopens de verbetering van het vaarwater de Eem, werd eene langdurige geheime zitting gehouden. Na heropening van de zitting bleken bij de heeren Visser en van "Zijst onoverkomelijke bezwaren tegen het voorstel te bestaan, omdat zij beducht waren, dat door de regeling van de onderhouds kosten, zooak. die thans werd voorgesteld door B. en W, de gemeente een te zwaren last op zich zou nemen. De heer Bake deed, om aan dit bezwaar te geinoet te komen, het voorstel, dat de voorgestelde regeling omtrent het onder houd alleen zou gelden voor het gewoon onder houd. Het voorstel had alleen ten doel, buiten te sluiten het geval, dat de onderhoudswerken in eenig jaar zulk eene uitbreiding zouden erlangen, dat zij eigenlijk gerekend moesten worden eene vernieuwing te zijn. In dat geval moest de gemeente vrijheid hebben, op krach tiger hulp bij de overige betrokken lichamen aan te dringen. Met deze toelichting werd het gewijzigd voorstel, waarmede B. en W. zich hadden vereenigd, aangenomen, zoodat nu de raad het plan voor de verbetering van de Eem zal vaststellen en daarbij Ged. Staten verzoeken, te willen bevorderen, dat rijk, provincie en gemeenten bijdragen in de kosten van aanleg en onderhoud, met dien verstande, dat voor Amersfoort niet meer komt dan der kosten van de verbetering en J/3 der jaarlijksche kosten van onderhoud, na aftrek van de ontvangsten van vuur-, haven- en tongeld. Het voorstel werd met 8 tegen 2 stemmen goedgekeurd. Verder werd besloten toe te treden tot de Vereeniging voor de afsluiting en droogmaking der Zuiderzee. Op verlangen van curatoren van het Gym nasium, om hun college met een zesde lid te vermeerderen, werd met algeineene stemmen de afgetreden rector Dr. A. Burger als zoo danig benoemd. De heer Schelterna drong er op aan, en ont ving daarvoor ook toezegging, dat er zooveel mogelijk spoed zal worden gemaakt met de indiening van voordrachten tot vervulling der bestaande vacaturen van rector en conrector. De heer Huet ontving tot antwoord op eene interpellatie omtrent het afsluiten van de brug over de beek, aan het plantsoen tegenover de St.-Jorisstraat, dat zoowel het brugje als terrein, waarnaar het toegang geeft, particulier eigen dom is, terwijl bij de vergunning tot het leggen dier brug geene bepalingen zijn gemaakt, op grond waarvan de gemeente den eigenaar kan noodzaken de brug in behoorlijken staat van onderhoud te houden. Hierna werd de verga dering gesloten. eene dierlijke wreedheid en moordlust." Al de toehoorders beschouwden met eene soort van nieuwe belangstelling den gevangene, juist toen deze toevallig met zijne geboeide handen voor een oogenblik zijnen hoed oplichtte. »Zijn voorhoofd is hooger dan het uwe of het mijne," riep de officier, die het eerst het gesprek had aangeknoopt. De waarheid van deze bemerking moest ook door den geleerde opgemerkt zijn. «Ja wel," zei hij zeer langzaam, «zijn voorhoofd is hooger dan het uwe t)f het mijne het is hoog, dit voorhoofd is hoog, zeer hoog, het is te hoog, 't is eene abnormiteit, Iedere abnormiteit of buitensporigheid geldt als een bewijs van een gebrek in het individu, van een ge brek in zijn karakter. Een bloeddorstig mensch met een buitensporig hoog voor hoofd is een monster zoo als er geen tweede te vinden is zijn intelligentie of verstand dient hem enkel om zijne vreese lijke instincten ongestraft tot verderf dei- maatschappij te kunnen volgen. Wij mogen ons gelukkig achten, dat deze zoo ge vaarlijke man in flagranti d. i. op heeter- daad is betrapt geworden." Het schip was nu in de kleine baai van Ceuta aangekomen en doorkliefde het bijna spiegelgladde water langzaam en statig. De meeste passagiers stonden Den daaropvolgenden dag, nam de gemeente raad in eene opzettelijk daarvoor belegde bij eenkomst. afscheid van den afgetreden rector van bet Gymnasium DiD. Burger. Nadat de heer Burger door eene commissie, bestaande uit de heeren Schelterna en van Zijst was binnengeleid, nam de voorzitter Jhr. Mr. T. A. J. v. Asch v. Wijck het woord, en deelde de heer Burger mede, dat de raad, naast de blijken van waardeering, door cui atoren, leeraren, leerlingen en oud-leerlingen gegeven, ook be hoefte gevoelde hem een woord van afscheid toe te spreken. »Zijn die blijken van waardee ring door leerlingen en oud-leei lingen gegeven, bewijzen er van, dat de ontvangen lessen op hoogen prijs worden gesteld," zoo vervolgde Spr., «wij kunnen alleen de resultaten beoor- deelen, en, dat doende, de overtuiging uitspre ken, dat gij een rector zijt geweest, zooals slechts voor ons Gymnasium kon worden ver langd. «Gedurende nagenoeg een mensclienlevren hebt gij met toewijding en liefde uwe krachten aan den bloei van het hooger onderwijs iu deze gemeente besteed, en door het nederleggen van uwe betrekking, toen gij gevoeldet dat uwe krachten tot de vervulling er van te kort scho ten, gaaft gij onlangs nog een bewijs van uwe liefde voor het Gymnasium. «Voor dat alles brengen wij u onzen dank, en spreken de hoop uit, dat gij uwe liefde aan die inrichting zult blijven wijden. En al mocht de Raad daaraan niet hebben getwijfeld, bij gevoelde zich toch genoopt, u daartoe ook in de gelegenheid te stellen, door u in zijne ver gadering van gister, met algemeene stemmen, tot curator van het Gymnasium te benoemen: eene benoeming te eervoller, nu ze op voor dracht van curatoren werd gedaan, die op uwe adviezen hoogen prijs stellen. »Naast die benoeming heeft de Raad gemeend u nog een stoffelijk blijk van waardeering tot aandenken te moeten schenken, en hij doet zulks door u bij deze aan te bieden een borst beeld van den geleerde Plato, den man wiens leven gij hebt bestudeerd, en onder wiens beste leerlingen gij inoogt behooren, welk bewijs van vriendschap ik u verzoek wel te willen aan vaarden." De heer Burger betuigde zijn hartelijken dank voor deze bewijzen van belangstelling, en ver klaarde zijne benoemiug tot curator op hoogen prijs te stellen. Hij sprak de wensch uit, en wij hopen het van ganschei' harte met hem, dat hij nog vele jaren in staat mocht worden gesteld, ook als curator, zijne beste krachten aan het Gymnasium te kunnen blijven wijden. IJtrcclit. Gisteren heeft de Commis saris des IConings in deze provincie zijne rondreizen aangevangen door een bezoek aan de gemeente Loosdrecht, bij welke gelegenheid tevens de pupillenschool te Nieuwersluis door Z. H. Ed. G. werd bezichtigd. Wondenfocrg. Aan onzen burge- meestern de heer J. B. de Beaufort, is de candidatuur voor de Prov. Staten in het hoofdkiesdistrict Amerongen aangeboden, maar hij meende daarvoor ditmaal te moeten bedanken. Vreeswijk, 4 Mei. Naar men ver neemt, zal het rijkspost- en telegraaf kantoor alhier met 1 Juli a.s. worden geopend. Het huis, waaraan men nog druk aan het verbouwen is, is daarvoor bijzonder geschikt en gunstig gelegen. Zeist. Zaterdag ging tusschen de Bilt en Zeist het paard gespannen voor een boerenwagen, waarop twee mannen vader en zoon waren gezeten op hol. Beiden vielen van den wagen. De vader werd aan den schouder gekneusd, terwijl de zoon de raderen van den wagen over het heen kreeg. Beiden werden per rijtuig naar hun woning vervoerd. Het hollende paard werd een eind verder gegrepen. IJselstein. Zaterdag in den namid daghad onder deze gemeente een nood lottig ongeval plaats. De mast van liet vaartuig van den schipper D., van Gouda, sloeg neer, waardoor de knecht getrof fen werd en hem een been verbrijzeld. Hij werd alhier heelkundig behandeld, en per rijtuig door den schipper naar het ziekenhuis te Utrecht gebracht. Nijkerk. Jl. Zaterdag avond heeft de metselaar D. M. in den toren van de Kerk der Ned. Herv. gemeente alhier, alwaar hij de klok had opgewonden, door van hunne zitplaatsen op, wandelden op het dek heen en weer, of leunden tegen de borstwering. «Gindsche schoone, wit te, ronde torens, die de hoogte als een halven cirkel omgeven, zijn zeker torens, die tot de vesting behooren vroeg een jongmenseli met uitheemsch accent. «Ja, mijnheer," was het antwoord Tan een der officieren, «ieder dezer torens wordt door een klein garnizoen bewaakt, en zij zijn op de uiterste grenzen van het Spaansche territorium gebouwd, dat zich tot op elf kilometer van het middelpunt der stad naar het land binnenwaarts uit strekt. Op die vlakten exerceert onze cavalerie, en de vele witte huisjes, die gij daar ziet, zijn boerenwoningen, wier voortreffelijk bebouwde tuinen en akkers voldotnde zijn, om de stad met hare tien duizend inwoners te voeden. Gij zijt waarschijnlijk nog niet in Afrika geweest?" De ondervraagde antwoordde ontkennend, en voegde er dadelijk hij «Ik kan u onmogelijk zeggen, welk een indruk het op mij maakt, eindelijk dit geheimzinnig werelddeel te betreden. De stad met hare omgeving is zeer fraai en gindsche schit terende bergen rechts zijn waarlijk grootseh." «Grootsch dat mag wel wezen," zei de bejaarde heer, «aangenaam is ze echter zeker niet. Zoodra gij een enkeien stap over het Spaansch grond- ophanging een einde aan zijn leven ge maakt. De aanleiding tot deze wanhopige daad is onbekend. Uit Roermond wordt van 3 Mei ge meld Heden-ochtend had aan het station alhier een voorval plaats, dat ten zeerste den lachlust opwekte. Een heiboertje te Maasbracht had een briefkaart voor Echt, dat driekwart uur zuidwaarts ligt. Terwijl de trein MaastrichtVer^oo zich reeds in beweging zette, sprong hij nog vlug op de loopplank van liet postrijtuig, stopte de kaart in de bus en moest toen doorrijden tot Roermond, alwaar hij beboet werd. Van hier kon hij dus, ditmaal natuur lijk met een plaatskaartje, naar Maas- bracht terugkeeren, met denzelfden trein van half elf, die ook zijn kaart mede terugnam. Het boertje raasde en vloekte, maar wer den Schaden hat, hraucht fiir den Spott nicht zu zorgen; hij werd op den koop toe deerlijk uitgelachen. In den val. Het arresteeren van den inspecteur van politie, Gerardi, te Vene tië, heeft in de stad groot opzien ver wekt, daar deze ambtenaar rnet een zeer goeden naam van Catania daarheen verplaatst was geworden. Te Catania wordt echter thans een kolossaal val- schemunters-proces gevoerd. Voor ver scheidene millioenen is valsch geld in omloop gebracht, en het blijkt dat steeds de misdadigers door den een of ander werden ingelicht van al wat de politie tegen hen beraamde. De medeplichtige schijnt een zekere Laporta te zijn poli- tie-commissaris onder Gerardi, die ook zijne voordeelen van de zaak kreeg. In den nacht Tan Zaterdag op Zondag is te Gilly, bij Charleroi, het fourage- magazijn van de Vereeniging der Houilleres Unies, hetwelk sedert de ongeregeldheden van Maart ingericht was voor het her bergen van een detachement van 17 lansiers, tot de naakte muren afgbrand. Tengevolge van de groote hoeveelheden stroo en hooi, welke zich in het ge bouw bevonden, en van het gemis van brandbluschmiddelen in de nabijheid, nam de brand in een korten tijd zulk een omvang aan, dat de manschappen half ontkleed boven uit de vensters moes ten springen, waarbij twee hunner zich ernstig gewond hebben, dat 14 paarden in de vlammen omkwamen, en dat van harnachementen, wapenen en kleederen niets gered kon worden. Uit een verhaal, dat de Gazette de Charleroi van deze ramp geeft, blijkt, dat er geen wacht uitgezet was, wat zeker nog al een zonderling denkbeeld geeft van de waakzaamheid van een detachement militairen, hetwelk in de plaats tijdelijk is ingekwartierd om de openbare orde en rust te handhaven. De dorre paol. Evenals elders gebeurt het ook in Drente wel, dat bij een paar verloofden de liefde niet bestendig van duur is, dat ze dus de wederzijdsche betrekkingen afbreken en met anderen nieuwe aanknoopen. Komt het nu met een van beiden tot een huwelijk, dan wordt de vroegere beminde van hem of haar schadeloos gesteld met een stroo- pop. Al de boerenjongens uit het dorp trekken dan in optocht op een avond, gewoonlijk heel laat, derwaarts, om die pop «de dorre paol" te bezorgen. Alles, wat dan niet goed geborgen is, landbouw er) tuingereedschappen, boerenwagens, enz. wordt meegenomen en op het erf van den bedrogene opgestapeld. Menig maal vindt men den volgenden morgen van 10 tot 20 wagens, beladen met allerlei voorwerpen. Ofschoon meestal ieder zijn eigendom ongescnonden terug krijgt, kost liet toch vaak vrij wat moeite, om het te vinden, en de too- gebied hebt gezet, bevindt gij u in eene onbebouwde woestenij, die gij uit vrees van beroofd en vermoord te worden niet zonder geleide zoudt kunnen doortrek ken." «Waarom dan niet?" riep de jongeling, «vrees voor roof en moord Ik ben weken achtereen gansch alleen door de beruchtste landen gereden. Morgen koop ik mij een paard en rijd, goed gewapend, zonder begeleiding naar Tanger, waar ik nog voor den avond zijn kan." De officieren en handelsrei zigers keken bij dezen uitroep elkander glimlachend aan, en een hunner zei «Dat zult gij wel laten, jongeheer, niet alleen, wijl gij zeer stellig door eene rondtrekkende bende Marokkanen, tegen wier aantal uw moed en uwe wapenen u weinig baten zouden, want gij zoudt niet alleen uitgeplunderd maar ook weer naar Ceuta teruggebracht worden. Ten einde iedere beproeving van de gevan genen om te ontvluchten onmogelijk te maken, betaalt de Spaansche regeering aan de Marokkanen voor iederen vluch teling, die zij inleveren, honderd realen; dat weten zij maar al te goed, en ieder ontvluchte gevangene moet, of van hon ger en dorst versmachten of zich weder laten terugbrengen. Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1886 | | pagina 2