NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
UTRECHT EN GELDERLAND.
lm Anialusisclie Vertelling,
VEROORDEELD.
Gymnastiek op de lapre school.
N. 41.
Zaterdag 22 Mei 1886.
Vijftiende Jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
BINNENLAND.
F euillet on.
AMEBSFOOBTSCHE COURANT.
VOOR
abonnementsprijs:
Per 3 maauden 1.Franco per post door het gehcele Rijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever A. M. SLOTHOUWER, Amersfoort.
advertentien:
Van 1 6 regels 0,40 iedere regel meer 5 Cent.
Advertentien viern.aal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote lettors en vignetten naar plaatsruimte.
Het heeft buitengewoon lang ge
duurd, eer de bestaande vooroordee-
len tegen kunstmatige lichaamsoefe
ningen plaats begonnen te maken
voor waardeering; en zelfs nu nog,
nu iu de meeste gemeenten van
eenigen omvang een gedeelte van
de jongelingschap zich beeft veree-
nigd tot aankweeking van de gym
nastiek, en door openbare uitvoerin
gen het bewijs levert, dat de voor
stellingen, door de massa daarvan
gevormd, aan juistheid veel te wen-
schen overlieten, zelfs nu nog
kan niet gezegd worden, dat de
meerderheid van ons volk er mee
sympathiseert.
Aan den anderen kant moet ook
toegegeven worden, dat niet alle
voorstanders den gulden middenweg
wisten te houden. Men heeft het
doen voorkomen, of alle lichamelijke
gebreken, die men bij het opkomend
geslacht ook in de lagere volksklasse,
waarneemt, door gymnastiek zijn te
verhelpen, daarbij vergetende dat,
behalve de overgeërfde tekortkomin
gen, die slechts door een over vele
generaties zich uitstrekkende zorg
vuldige. cultuur zijn weg te nemen,
ook woning, kleeding. lucht en licht,
voeding vooral moeten medewer
ken om het lichaam krachtig op te
bouwen. Voor versterkende spijze is
gymnastiek een onvoldoend surrogaat.
Ook hebben de gymnasten, vooral
in den eersten tijd, zich niet vrij
weten te houden van jacht op kun
stenmakerij, waardoor velen werden
afgeschrikt, die anders wel geneigd
zouden zijn de waarde van een doel
treffend systeem van lichaamsbewe
gingen te erkennen.
Ten platten lande vooral ziet men
niet veel heil in de gymnastiek. De
kinderen, zegt men daar, zijn bijna
den geheelen dag in beweging: zij
loopen en draven alle kanten heen,
buitelen in het gras of in 't zand,
zien er uit als wolken en eten voor
zes. Men begrijpt *dan niet, dat
slechts enkele organen krachtig,
overmatig zelfs worden ingespannen,
hetgeen niet geschieden kan dan ten
koste der andere, die te weinig ge
bruikt en daardoor in hun ontwik
keling belemmerd worden; van daar
dat zoo menig op het oog kloeke
boerenjongen zeer onbeholpen is in
zijn bewegingen, in kracht achter
staat bij vele, schijnbaar tengere
knapen uit de stad, die door het
beurtelings in werking stellen van
al hun spieren die harmonische
lichaamsvorming verkrijgen, die voor
het behoud der gezondheid van
onschatbare waarde is.
In deze laatste woorden hebben
wij doen uitkomen, wat het doel
moet zijn van het onderwijs in gym
nastiek, ook in de lagere school.
De wensch, dat zij eenmaal een
verplicht leervak zal worden, evenals
lezen en schrijven, wordt door velen
gedeeld, en ook wij ondersteunen
dien gaarne, onder eenig voorbehoud
of liever, als aan eenige o. i. nood
zakelijke voorwaarden wordt voldaan.
In de eerste plaats verlangen we,
dat rekening worde gehouden met
de krachten der kinderen, - een
zeer natuurlijke eisch, naar we mee-
nen.
En wanneer we dan eens een
blik werpen op de kindertjes, die
onze scholen voor onvermogenden
bevolken, mag wel gewaarschuwd
worden tegen het teveel, waartoe al
te vurige ijver zoo licht voert. Het
weerstandsvermogen van dat kleine
volkje is niet groot, de grenslijn,
waar overspanning begint, is spoedig
bereikt. Vaste werktuigen en toestel
len zouden we, minstens tot den
leeftijd van twaalf jaar, liefst niet
gebruikt willen zien. Het programma
zou daar niet verder mogen gaan
dan georganiseerde spelen, zooals
in den laatsten tijd van geachte en
alleszins bevoegde zijde zijn verza
meld en in een handleiding den
onderwijzers aangeboden, en dan de
dusgenaamde loop- of marcheer- en
vèöroefeningen, voorts wat werken
met halters en stokken, benevens
voor de meisjes touwtje-springen.
Misschien is onze lijst onvolledig, en
zouden deskundigen haar nog wat
kunnen aanvullen, maar we zou
den niet gaarne zondigen door het
stellen van te hooge eisehen.
Voor oudere leerlingen zijn de
oefeningen aan werktuigen, klim-
stokken, ringen, staande en liggende
ladders. ,en brug aan te bevelen.
Den rekstok zouden we liever niet
in de school gebruikt zien, die vraaagt
meer geoefende krachten.
Een groote hinderpaal voor gere
geld gymnastiek-onderwijs in de
scholen, waar kinderen van behoeftige
ouders de meerderheid uitmaken, is
de kleeding. Plaats eens een veertig
tal klompendragende kleinen iu een
gymnastieklokaal, en laat hen daar
marcheeroefeningen vertooneneen
knap man die dat tien minuten uit
houdt. En het op kousen te laten
doen, heeft mede zijn bezwaren, ook
uit een gezondheids-oogpunt. Daarbij
is de kleeding er niet altijd op inge
richt, dat zij alle bewegingen, ook
de noodzakelijkste, vrijlaat. Kon men
elk kind van een gymnastiekpak
voorzien, dan zou deze moeielijkheid
zijn weggenomenmaar dan hadden
we nog bij de scholen een voldoend
aantal kleedkamers noodig, om van
kostuum te veranderen. Men ziet
dus, dat het niet ondoenlijk is, in
een vergadering van gymnastiek-
leeraars bij meerderheid van stem
men een motie te doen aannemen,
waarbij de algemeene invoering van
hun vak wordt gewenscht; maar bij
de uitvoering zou men op bezwaren
stuiten, die niet zoo heel gemakkelijk
zijn weg te ruimen.
De vraag, wanneer en door wie
dat onderwijs moet gegeven worden,
is ook niet van belang ontbloot.
Om meer dan één reden is het
wenschelijk, dat meisjes en jongens
die lessen afzonderlijk ontvangen:
het getal oefeningen, die voor beide
sexen geschikt zijn, is niet groot.
Wanneer we ons voorstellen een
gewone zesklassige school, dan kun
nen de jongens van twee klassen,
en ook de meisjes van twee klassen,
tegelijk beurtelings onderwezen wor
den.
Maar dan zou het ook noodig zijn,
dat dit vak een plaats innam op de
leer- en examenvakken van de ge
wone onderwijzers, anders zou er
afzonderlijk personeel voor moeten
zijn aan iedere school, hetgeen met
het oog op de kosten ondoenlijk is.
Bepaalt men zich tot het allereen
voudigste, wat naar we hierboven
hebben gezegd noodzakelijk schijnt,
dan is die eerste eisch niet overdre
ven te noemen. Als het waar is,
dat de lichamelijke opvoeding een
belangrijk onderdeel is van den
paedagogischen arbeid, dan is er
alle reden om aan het program der
opleiding die uitbreiding te geven.
De tijd, voor [de gymnastieklessen
aan de lagere school te bestemmen,
is een half uur midden in den mor
genschooltijd, opdat voor de geestes
inspanning een gewenschte alleiding
en een heilzaam tegenwicht worde
gegeven. Wij kennen een school,
waar men kinderen, die van negen
tot twaalf uur de gewone lessen
hadden genoten, tweemaal per week
onmiddellijk daarna van twaalf tot
één uur in het gymnastieklokaal liet
werken, dus op een tijd dat de
maag haar rechten met aandrang
deed gelden. Geen wonder dat de
kleinen uitgeput thuis kwamen. Een
dergelijke regeling doet veel meer
kwaad dan goed.
Dat bij gunstig weer het gymnas
tiekonderwijs in zijn drie verschil
lende vormen, geregelde spelen,
marcheer- en voör-oeieningen,
in de open lucht moet gegeven wor
den, mits de speelplaats goed zij
ingericht, spreekt vanzelf.
Een belangrijk voordeel van deze
lessen is, dat de kinderen er orde
leeren: gehoorzamen op commando,
onmiddellijk en regelmatig aan een
gegeven bevel voldoen. Zij krijgen
dan heerschappij over zichzelf, de
wil wordt ondergeschikt gemaakt
aan de gedachte.
We hebben over dit belangrijk
onderwerp slechts een paar aantee-
keningen willen geven. Het kon zijn,
dat deskundigen in sommige punten
met ons in meening verschillen,
in welk geval we ons voor terecht
wijzing zeer aanbevolen houden.
De Heer J. Wiggers, thans tuin
man en bloemist op 's Ivonings landgoed
nOranje Nassau's-oord« te Renkum, is
met 1 Juni a. s. benoemd tot tuinman
en bloemist op het Loo.
Door de directie der Maatschappij
tot Exploitatie van Staatsspoorwegen is
bepaald, dat tot bijwoning van het 39e
landhuishoudkundig congres te Leeuwar
den, van 14 tot 20 Juni a. s., aan de
leden op vertoon van hun congreskaart
retourbiljetten kunnen worden afgege
ven, tegen betaling van den vrachtprijs
voor enkele reis.
Men verneemt, dat de heer A.
baron Scbimmelpenninck van der Oye
bedankt heeft voor de candidatuur voor
de Tweede Kamer, hem in het district
Arnhem door de anti-revolutionnairen
aangeboden.
De liberale kiesvereeniging Orde
en Reclit te Gorredijk (Opsterland) heeft
gesteld tot candidaten voor de Tweede
Kamer in het district Sneek, de heeren
mr. S. Wijbenga, A. Buma en B. H.
Ileldt.
Te Nijmegen is een oud-strijder
uit 1813 overleden de majoor Te Boek
horst, die sedert tal van jaren op pen
sioen was gesteld en te Nijmegen een
bekende figuur was. Tot op zijn 89e
jaar droeg hij nooit anders dan militaire
kleeding. Hij was Ridder der Militaire
Willemsorde en gerechtigd tot het dra
gen van het Metalen Kruis en het Eere-
teeken 1813—15.
STOT-TAI-
8)
Ofschoon geen der fijngevoelige Anda-
lusiërs den veroordeelde in tegenwoor
digheid zyner bruid voor eenen moor
denaar hield, en ofschoon allen den schijn
aannamen, alsof José's schuld niet genoeg
bewezen was, desniettemin was dit onder
houd uiterst pijnlijk voor Rosario. Even
alsof zij voornemens was zich te verwij
deren, liet zij hare blikken over het ge
zelschap rondwaren, toen deze eensklaps
op een matroos gevestigd bleven. Op
hetzelfde oogenblik werd de naam van
José de la Caballeria genoemd, en de
matroos keek, bij het hooren van dezen
naam, met eene bijzondere belangstelling
op. sJosé de la Caballeria, de korte,"
riep hij, »die vroeger scheepskapitein
wa.! sDezelfde" hernam de spreker,
jgij hebt immers met hem gevaren hij
is thans Teniente der grensbewakers in de
Linea." De matroos nikte en luisterde met
gespannen aandacht naar de verdere ver
klaringen, terwijl hij nu en dan teekenen
van instemming met een kleineren kame
raad, die naast hem stond, wisselde.
Beiden waren ruwe, sterke mannen en
droegen slechte donkere matrozenkleeren;
hun hals was bloot en hun gelaat door
de zon bruin gekleurd. De grootste scheen
om de dertig, de kleinste ongeveer veertig
jaar oud te zijn.
Toen zij wilden heengaan, trad Rosario
hun te gemoet. »Zoo gij iets van de
misdaad weet, voor welke José onschul
dig veroordeeld is, zoo bid ik u, deel
mij zulks mee." De jongste matroos sloeg
een ondervragenden blik op zijn maat,
en daar deze gansch onverschillig zei
Doe wat ge wilt, Pepe, het kan mij weinig
schelen," gebood hij het meisje hem te
volgen.
Zij traden eene openstaande herberg
binnen, waar op het oogenblik geen be-
I zoekers warenzij namen zich ieder
j een der eenvoudige stoelen met strooien
matten en zett'en zich bij de ruw ge-
schaafde dennen tafel neder. Toen nu de
i gevulde jeneverglazen voor hen stonden,
zei Pepe »Van den moord weet ik niets,
want zedert zes maanden zijn wij niet
in Spanje geweest, en eerst gisteren aan
gekomen."
Rosario keek bitter teleurgesteld voor
zich; doch de matroos riep op ruwen
toon ïGeduld maar meisje, ik wil u
een kluchtige geschiedenis vertellen, doch
luister aandachtig, want gij gaat eens
hartelijk lachen. Twee volle glazen bran
dewijn, hospes Hebt gij Antonio Sanchez,
het eekhoorntje, gekend »Die een
jaar geleden in den storm over boord
sloeg en verdronk'?" »Ja, zoo heet
te het in 't logboek, maar luister verder."
Zijn kameraad keek strak voor zich op
de tafel, en onderbrak hem met geen
eikel woord, ofschoon hij blijkbaar met
de meeste deelneming het verhaal volgde.
1 't Is nu achttien maanden geleden,"
zoo begon de matroos met het hoofd op
de hand en den elleboog op de tafel leu
nende, op ernstigen toon, »dat ons schip,
»de Virgen del Pilar", de haven van
Batavia verliet. De »korte" was toen onze
kapitein en Antonio, of het eekhoorntje,
zooals wij hem noemden, eerste stuur
man. Wij hielden van dezen, want hij
was een echte Andaluziër, oprecht en
openhartigallen echter haatt'en den,
kapitein wegens zijne wreedheid. Naar
het heette, had hij vroeger in de Phtlip-
1 Al wat [verder volgt is zuiver historisch
zelfs in al de bijzonderheden
pijnen gediend en zich daar meer dan
eens schuldig gemaakt aan moord. Wij
hadden eene mooie lading aan boord,
want zij bestond enkel uit de fijnste
Java-koffte. Jawel Java-koffieIk wist
het echter beter, en terwijl de balen met
veel moeite werden weggesjouwd, en de
nkorte" bij het werk stond te kijken, en
ons niemand beluisteren kon, vroeg ik
hem, of het niet beter zou wezen, de
waar op het dek te laten liggen, om ze,
zoodra wij in volle zee zouden wezen,
met minder moeite over boord le kun
nen werpen. Hij keek mij met zulk een
woesten dreigenden blik aan, dat ik dien
nimmer zal vergeten en tegelijk legde
hij de hand op zijne revolver. De balen
echter waren bij een Engelsche assuran
tie-maatschappij voor zestig duizend douro's
verzekerd.
De sVirgen" is geen schip van den
eersten rang, maar zooveel is zeker, als
het weer gunstig en de wind niet heelemaal
verkeerd is, dan zeilt het, dat het een
lust is om te zien. Wij hadden eene
reis, zooals ik er geen tweede heb mee
gemaakt, geen storm, geene windstilte
en steeds volle zeilen, zoodat wij na
zeventig dagen Europa in zicht hadden.
Maar dat was niet naar den zin van den
kapiteinhij moest storm hebben, om
de zakken over boord te laten werpen.
Hoe meer wij liet doel onzer reis nader
den hoe norscher en woedender hij werd;
eens zelfs, toen hij den scheepsjongen
riep, en daar deze naar zijnen zin niet
snel genoeg liep, greep hij hem bij den
nek, en sloeg hem zoolang met een touw
dat het bloed hem langs den rug
stroomde.
a Wij waren reeds niet ver meer van
kaap Finisterre en nog was er geen
storm op handen. Eens smorgens blies er
een frissche bries, en er kwam eene
golvende beweging. Onmiddellijk riep de
kapitein ons bijeen en zei»Ik zie een
geweldigen storm opsteken, de sVirgen"
is oud en kan met eene zware lading
onmogelijk zulk een z waren storm
doorstaan. Opent de luiken en werpt de
kol'fiebalen over boord. Ieder van u krijgt
voor deze karwei honderd douro's."
Antonio wilde er zich tegen verzetten,
maar de „korte" liet brandewijn bij volle
maten schenken, en jde balen werden in
zee geworpen. Daarna betaalde de kapitein
aan ieder van ons honderd douro's, en
zei gansch bedaard Wie uwer een woord
over de zaak rept, is een man des doods.
Wordt vervolgd).
I