NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
UTRECHT EN GELDERLAND.
EENSTUDENTENLIST.
N. 71.
Zaterdag 4 September 1886.
Vijftiende Jaargang.
VOOR
abonnementsprijs:
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
Uitgever A. M. SLOTHOUWER, Amersfoort.
advertentien:
EEN PAAR BLADZIJDEN HIT DE
GESCHIEDENIS DER SUIKERCULTUUR.
BINNENLAND.
F euillet on.
R. P. VAN SCHAICK.
AMIBSFOIITSCHE CODIINT.
Per 3 maanden 1.Franco per post door het geheelc Rijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Van 16 regels 0,40 iedere regel meer 5 Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignottcn naar plaatsruimte.
III. Slot.
De ervaringen, opgedaan met de
toepassing van de beginselen, die
den grondslag van het cultuurstelsel
vormen, noopten de Regeering en
den Gouverneur-generaal tot her
haalde wijzigingen der voorschriften,
ook voor zoover deze betrekking
hadden op de suikerteelt. Had Van
den Bosch vooral hooge verwachtin
gen gekoesterd omtrent de indigo,
spoedig bleek dat deze cultuur den
inlanders, wegens den zwaren arbeid
dien zij vereischt, niet kon opgelegd
worden; de gronden, die door haar
intrekking vrij kwamen, werden voor
suikerriet aangewezen. De winsten
der ondernemers werden ruimer,
hetgeen de Regeering in staat stelde
de plantloonen te verhoogen en de
bepalingen omtrent voorschotten in
te trekken.
Sedert 1860 nam de hervormende
beweging, die weldra de fondamen
ten van het cultuurstelsel zou onder
mijnen, in kracht toe. In dat jaar
werd vastgesteld, dat niet meer dan
het vijfde gedeelte van de rijstvelden
voor de rietcultuur mocht worden
afgestaan; ook werden de grenzen
van den verplichten arbeid der inlan
ders en het bedrag van hun loon
nauwkeurig opgegeven. In 1863
nieuwe beperkingen: de aanplant
van het riet mocht slechts dessa's
gewijze met behoud van het voor
schrift omtrent het vijfdedeel ge
schieden; de gedwongen arbeid, ter
vergoeding waarvan het plantloon
weer een weinig werd verhoogd,
zou ophouden als het riet rijp was,
zoodat het snijden, vervoeren, persen
enz. door gehuurde arbeiders zou
moeten geschieden, enz. Een harden
stoot kreeg het stelsel door de aan
neming der zoogenaamde agrarische
Wet van den Minister De Waal, in
1870; wel spreekt die Wet niet van
de cultures, maar zij regelt de uit
gifte van woeste gronden in erfpacht,
en heeft dus aan den particulieren j
ondernemingsgeest een uitweg ge-1
opend, langs welken hij spoedig de
mededinging met de cultures op
hoog gezag zegevierend kon volhou
den. En waar kunstmatige instellin
gen overvleugeld worden door zulke,
die door natuurlijke middelen zijn
verrezen, is de verdwijning der
eerste slechts een quaestie van tijd.
Van meer rechtstreeksch belang
voor ons onderwerp was de aanne
ming en invoering der Wet van 24
Juli 1870 »ter regeling van de op
hoog gezag ingevoerde suikercultuur,"
insgelijks op voordracht van Minister
De Waal. Haar gewicht blijkt uit de
navolgende hoofdbepalingen
Geen nieuwe invoering der gouver-
nements-suikercultuur heeft plaats.
Waar zij bestaat, eindigt de beschik
king over gronden door de inlandsche
bevolking voor eigen gebruik ont
gonnen, met den aanvang des jaars
1890. Vóór eiken ondernemer wordt
na 1878 die betrekking trapsgewijze
verminderd.
Alzoo: In 1870 werd vastgesteld,
dat acht jaar later een begin zou
worden gemaakt met de geleidelijke
vervanging
van
den gedwongen
aanplant door den vrijen, in vrijwil-
met de bevol-
lige overeenkomsten
king. En zoo is het geschied. Wij
zijn reeds over de helft van het
overgangstijdperk, en meer dus dan
de helft van de voorheen beschik
bare dessa-gronden zijn weer aan
de bevolking overgegeven. Ten einde
het in werking treden van de nieuwe
bepalingen gemakkelijk te maken,
werd ook de verplichte levering aan
1 het gouvernement van de in contract
gefabriceerde suiker losgelaten; in
haar plaats kwam een vaste heffing
in geld, een cijns, en wel van flOO
a 106 per bouw, (7096 vierkante
meters) van den roet riet beplanten
grond, volgens contract door de
regeering verstrekt. De ondernemers,
onder die bepaling werkende, hebben
bovendien gronden in vrije cultuur;
voor deze betalen zij een cijns van
25 gulden per bouw. Hetzelfde bedrag
is verschuldigd van de gronden die
volgens de suikercultuurwet van 24
Juli '1870 weder ter beschikking van
de bevolking komen, en dan door de
contractanten opnieuw worden inge
huurd. De vaststelling dezer sommen
geschiedde in overeenstemming met
de toenmaals gemiddelde suikerprij
zen in verband met de, inderdaad
vrij lage taxatie van het rendement.
Niettemin achten wij het wenschelijk,
en ook niet onwaarschijnlijk, dat
vermindering of wellicht tijdelijke
kwijtschelding van dien cijns in ern
stige overweging zal genomen worden.
Bijzondere vermelding vereischt
nog de regeling in de Vorstenlanden,
Djocjo-karta en Soerakarta, omdat
zij daar samenhangt met die van het
landbezit. Eigenaars van den grond
zijn daar respectievelijk dé Sulta:
en de Keizer, die ze als erfelijke
leenen afstaat aan de Hoofden van
hoogeren en lageren rang. Reeds
vóór den tijd van het Engelsch tus-
schenbestuur verhuurden deze rijks-
grooten gronden aan Europeesche
ondernemers; men weet dat de
belemmeringen, die het gouvernement
vóór '1825 aan deze landverhuringen
in den weg stelde, waardoor de
Hoofden hun belangen zeer zagen
benadeeld, de voornaamste aanleiding
is geweest tot den Java-oorlog van
18251830. Hetzelfde stelsel is
onveranderd gebleven; alleen hebben
dikwijls de verhuurders, als de ter
mijn verstreken was, hun eischen
vrij hoog gesteld, wel wetende dat
de ondernemer niet licht zijn kost
bare fabrieken en werktuigen van
de hand zou doen. De geldbron voor
de ondernemingen in de Vorstenlan
den is de Dorrepaalsche bank; haar
tegenwoordige min gunstige toestand
is een reden te meer om de toekomst
van de suiker-industrie met bezorgd
heid te gemoet te zien.
We zijn aan het eind van onze
beknopte aanteekeningen. De Minis
ter van Koloniën heeft in antwoord
op de interpellatie van den heer
Elout de spoedige indiening van een
Wetsvoorstel toegezegd, om de sui
ker-industrie te hulp te komen.
Weldra zal dus een nieuwe bladzijde
in de geschiedenis van dezen belang
rijken nijverheidstak worden geschre
ven. We stellen ons tot taak, haar
met aandacht te bestudeeren.
De Tweede Kamer zal reeds den
zelfden dag van de opening der gewone
zitting bijeenkomen, tot het opmaken van
een lijst van drie leden voor het voor
zitterschap.
De sociaal-domocraten te 's-Graven-
hage hebben Grol en Domela Nieuwenhuis
candidaat gesteld voor den gemeenteraad.
De vroegere Khedive van Egypte,
Ismaël-pacha, is met een zeer talrijk ge
volg aan het Bath-hotel te Rotterdam af
gestapt.
Naar gemeld wordt, zal ds. Vlug,
van Leiderdorp, zich niet alleen voor de
rechtbank te verantwoorden hebben we
gens verstoring van de orde bij een gods
dienstoefening, maar ook wegens het be
zigen van ongepaste uitdrukkingen over
de justitie.
Het bericht, dat de Synodus con-
tracta de uitspraak van het prov. kerk
bestuur van Noord-Holland, in zake de
vijf predikanten en circa 70 andere ker-
keraadsleden te Amsterdam reeds zou
bevestigd hebben, is onjuist. Het kan nog
wel eene maand duren eer de uitspraak
geschieden kan.
Op de Veluwe, vooral in het noorde
lijk gedeelte van Gelderland, bij de uit
gestrekte eikenhakbosschen is het jacht
veld dit jaar ruim van wild voorzien
vooral konijnen worden bij menigten
gezien; hazen en patrijzen zijn er min
der. In de Betuwe wórdt nog bijna geen
wild aangetroffen.
Mr. De Kanter te Brielle heeft, vol
gens de Midd. Ct. ontslag genomen als
ambtenaar van den Burgerlijken stand,
omdat na 1 Sept., bij de invoering van
het nieuwe strafwetboek, de ambtenaar
van den burgerlijken stand met f 100
boete bedreigd wordt voor zaken, die hij
niet kan controleeren, als zijnde uitslui
tend secretariewerk.
De adspiranten voor de nieuwe
militaire school te Haarlem zijn aange
schreven zich 3 Sept. aan te melden, om
zoo noodig aan het examen deel te ne
men en voorts geneeskundig te worden
onderzocht.
Het bestuur der Zuiderzee-ver-
eeniging is bij kon. besluit van 16
Augustus jl. No. 30 als rechtspersoon
erkend. Eerstdaags zal eene circulaire
door Nederland worden verspreid, om
het doel der vereeniging algemeen bekend
te maken. Dit doel is in art. 2 der
statuten omschreven als: »het doen
instellen van een volledig en grondig
onderzoek of, en zoo ja, naar de wijze
waarop en de middelen waardoor, eene
afsluiting (mede ter voorbereiding eener
latere geleidelijke sdrooglegging) van de
geheele Zuiderzee, de Wadden: en de
Lauwerzee wenschelijk en uitvoerbaar is."
Hoofddeel is alzoohet onderzoek naar
eene betere beveiliging van Nederland
tegen zeegevaar door opheffing der vrije
gemeenschap tusschen de Noord- en
Zuiderzee. De plaats waar en de wijze
waarop deze het best zal kunnen worden
verkregen, zoomede de regeling van den
waterafvoer en de besparing op de
instandhouding en het onderhoud der
bestaande zeeweringen zullen daarbij
zeker ernstig moeten worden overwogen.
Daarnaast staat het scheppen der
gelegenheid tot geheele of gedeeltelijk
drooglegging. Hier zullen de aard en de
diepte van den bodem, voor zoover dit
nog niet geschied is, van het at te slui
ten water moeten worden onderzocht,
opdat ook te dien opzichte een betrouw
baar overzicht van het geheel kan wor
den verkregen.
Bij beide vraagstukken zullen de belan
gen van handel en scheepvaart, landbouw
en Nijverheid met zorg worden nagegaan.
Het bestuur stelt zich voor een goed
doorwerkt, op grondige studie en plaat
selijk in te stellen onderzoek steunend,
voorloopig ontwerp te verkrijgen, dat
NAAR HET DUITSOH
DOOR
3)
Een algemeene kreet van verwonde
ring klinkt uit aller mond, alle drie
wenschen hem met dit grootmoedig be
sluit geluk.
»Een vader, die zijn zoon waardig
is," zegt Brink en drukt hem harte
lijk de hand.
Na langer of korter gesprek trekt de
de oude, die zulke uitdrukkingen hoog
moedig maken, de buil voor den dag, en
betaalt met zichtbaar genoegen den ver
blijden uitgever twee honderd gulden als
eerste betaling.
sMaar wat helpt mij dat", roept
hij, plotseling weer treurig wordend,
ïals mijn arme jongen nu toch sterven
moet, een zoo groot man, en dan te moe
ten sterven."
Stel u gerust, mijn waarde", zegt
de dokter, nadat de boekhandelaar zich
verwijderd heeft, »in een uur is de
crisis over." Hij ziet op het stilstaande
horloge en drukt den oude dan weer
op den stoel neer, en neemt met Brink
vóór hem plaats. Beiden vertellen den
bedroefden vader de vreeselijkste dingen
van den onvermoeiden ijver zijns zoons,
hoe hij vaak heele nachten door studeerde,
hoe hij zwarte koffie heeft gedronken,
om maar wakker te blijven, hoe hij nog
maar een schaduw is, van wat hij vroe
ger was, enz. enz. Den goeden oude
komen de tranen in de oogen hij snikt
zoo roerend, dat het den beiden zondaars
zelf wee om het hart wordt.
Een hevig geklop op de deur schrikt
allen op.Brink, niets goeds verwachten
de, doet open, maar wie beschrijft zijn
schrik, als de pedel, de meest gevreesde
van alle akademische dienaars, binnen
treedt en den mond opent voor onheil
spellende woorden. Alles schijnt verloren,
want de beide studenten weten maar al
le goed, dat hij uit naam van deD Senaat
Jansen Jr. oproept om voor hem te ver
schijnen, wegens herhaalde schandalen en
andere dingen, in den verloopen nacht
begaan.
Thans geldt het tegenwoordigheid van
geest te toonen en Brink heeft die geluk
kig want vóór nog de pedel de bekende
woorden, sin naam van" enz.uit
spreekt roept Bl ink met donderende stem:
«Zacht spreken, spreekt zacht 1" en
eer de overblufte pedel zich herstelt
schuift Brink hem met een beleefd com
pliment voor de deur, volgt hem, en
neemt de bewuste mededeeling buiten in
ontvangst.
Zoo is dan het gevaar gelukkig afge
wend, doch thans worden de studenten
zelf bang, want de oude Jansen wil be
slist weten, wat de bode besteld heeft.
Hij stelt zich eerst tevreden met de
herhaalde verzekering van Brink, dat de
pedel een uitnoodiging voor het middag
eten bij der. Rector bracht, bij wien
Jansen's zoon zeer goed stond aange
schreven.
De tijd is genaderd, zegt de dokter,
de krisis is voorbij zien wij, of zij goed
of slecht afgeloopen is."
Hij loopt naar het bed en trekt lang
zaam het gordijn open, een plechtige
stilte volgt, ademloos wachten alle op de
besluitende uitspraak, de arme vader
met gevouwen handen en angstige blik
ken. Nog altijd zwijgt de dokter, wellicht
is het gevreesde gebeurd en durft hij het
den ouden Jansen niet zeggen. Deze wil
opspringen, naar Brink's krachtige hand
houdt hem terug; eindelijk draait de
dokter zich om, zijn oog glanst van
vreugde en hij spreekt slechts drie woor
den «Hij is gered
Als een pijl vliegt de oude naar het
bed, en drukt dan de nauwelijks her
stelde aan zijn borst en liefkoost hem.
Mijn arme jongen, wat heb ik mij
bang gemaakt, wat een geluk, o, hoe blij
zal moeder zijn.
Jansen, de student maakt de wonder
lijkste grimassen, hij wil ernstig schijnen,
maar heeft echter met een onderdrukt
lachen te kampen, zoodat zijne beide
handlangers, die zijne komische inspan
ning zien, zich hunne zakdoeken voor
den mond houden, om het niet uit te
barsten van lachen.
sMijn lieve vader," steunt de
jonge Jansen eindelijk, meer kan hij niet
uitbrengen, hij is oogenschijnlijk te zwak.
Na een uur zit het gansche gezelschap
bij een heerlijken maaltijd, dien de oude
Jansen uit een nabijgelegen hotel heeft
laten komen; nu en dan gljjdt een wel
behaaglijk trekje over zijn gelaat en vol
trots rust zijn blik op den zoon, die voor
zichtig in het bed gepakt aan tafel zit
en nog zoo zwak is, dat hij alleen maar
verlangt te drinken. Dikwijls klinken de
glaasjes en de vurigste toosten worden
ingesteld op den gelukkigen vader, den
genezen zoon, den bekwamen Arts, enz.
Blijmoedig verlaat de oude tegen den
avond de stad, zalig droomend van den
toekomstigen roem van zijn zoon, tot
wiens volkomen genezing hij eene aan
zienlijke som achtergelaten heeft, opdat
hij zich goed voede en nieuwe krachten
verzamelen zou.
Het beroemde werk is nog niet ver
schenenwel werkt Jansen ijverig en
met lust, maar het is nog niet aange
kondigd, en komt het van de pers, dan
zal het gewis wel prijken met een voor
rede van Lubertus, Jansen's trouwe
vriend.
EINDE.