BUITENLAND.
Plaatselijke berichten.
Provinciale berichten.
het vraagstuk in zijn geheel overziet en
omvat. Op het gebruik, dat van zoodanig
voorloopig ontwerp zal gemaakt worden,
meent het bestuur thans niet te moeten
vooruitloopen. Zeker is het onmisbaar te
achten voor elke latere uitvoering, in
welke richting ook.
Zal echter de Zuiderzee-Vereeniging
haar doel inderdaad bereiken, dan moet
hare zaak werkelijk volkzaak worden,
en daarom richt het bestuur zich tot
breeder kring met de uitnoodiging om
lid te worden van genoemde vereeniging,
tegen eene jaarlijksche contributie van
vijf gulden, terwijl ook nu reeds bijdra
gen in eenserkentelijk worden aangenomen.
De daaruit voortvloeiende middelen
zullen in de eerste plaats worden aange
wend om aan eene commissie van des
kundigen op te dragen: het maken eener
nauwkeurige raming van kosten van
onderzoek, die als betrouwbare grondslag
zal kunnen dienen voor het aan provin
ciale en plaatselijke besturen, waterschap
pen, corporatién en eindelijk aan de
regeering te richten verzoek, om deze
Nederlandsche vereeniging te steunen.
Van goed ingelichte zijde vernemen
wij dat Multatuli bezig is met het schrij
ven van het 2e deel zijner Minnebrieven
en de voortzetting der Woutergeschie
denis.
Bij de maatschappij vElsevier" te Rot
terdam moet, naar wordt medegedeeld,
oen register op de Ideën ter perse zijn,
wat de bezitters van Multatuli's werken
zeker welkom zal wezen.
In de Zevenwolden hebben in de
laatste warme dagen de bijen het koste
lijk gemaakt, vooral door het puren uit
de heidebloem. Vele korven beginnen
zwaar te worden, zoodat er zijn die 70
tot 80 halve K. G. wegen. Het is geen
zeldzaamheid dat ze tegenwoordig met 6
a 7 halve K. G. per dag aanwinnen.
Houden wij nog eenigen tijd dit warme
weder, dan wordt het nog een gunstig
honigjaar, hoe slecht het voor 14 dagen
ook nog stond.
Maandagmiddag werden verschei
dene ingezetenen van Purmerend veront
rust door een hond, die vele kenteeke-
nen van dolheid vertoonde. Met veel in
spanning gelukte het den eigenaar den
hond aan een boom vast te binden, die
daarop met een paar geweerschoten werd
afgemaakt. Uit een onderzoek, onmidde-
lijk door den Rijksveearts Lampe inge
steld, bleek, dat hier van geen honds
dolheid sprake was. Intusschen is de
doode hond toch later op last der politie
tot verder onderzoek naar Alkmaar op
gezonden.
Omtrent de brand van het Kurhaus
te Scheveningen outleenen wij onderstaand
uitvoerig bericht aan 't N. v. d. D.
Een zware ramp heeft heden (Woensdag)
voormiddag de badplaats Scheveningen ge-
trollen. liet fraaie Kurhaus, verleden jaar
pas voltooid en door landgenoot en vreem
deling geroemd, is eene prooi der vlammen
geworden. De brand moet het eorst ontstaan
zijn in een der logeerkamers, No. 88, cn
wel door het omvallen van eene spirituslamp.
De dienstbode, in het vertrek aanwezig, liep
verschrikt weg, in plaats van torstond alle
pogingen tot blusschen aan te wenden, en
de heer die de kamer bewoonde, bevond zich
toevallig in een aangrenzende slaapkamer.
In ongelooflijk korten tijd breidde de vlam
zich uit tot de andere vertrekken. Gelukkig
waren op het uur, waarop de brand uitbrak,
ongeveer 9 Va uur, de mee9te logé's aan het
strand of aan het ontbijt, zoodat op de
alarmkreten de gasten spoedig de vertrekken
verlieten, na zooveel mogelijk nog gered te
hebben wat zij konden. Trouwens de directie
en het personeel van het Badhuis, eveneens
de commissaris van politie, de lieer Vernée,
doorliepen spoedig het geheele gebouw om
te onderzoeken, of er soms nog personen in
de vertrekken waren achtergebleven. Geluk
kig hoeft, voor zoover bekend, geen enkel
mensch een ongeluk gekregen.
Het vuur tastte weldra ook de groote
middenzaal aan, on te 10 uren stortte het
hooge koepeldak in, waarna het vuur zich
meer in de zijvleugels verspreiddo, waar de
brandweer, die, gelijk men weet, in de on
middellijke nabijheid een post heeft, ook met
behulp van den uit het dorp en Den Haag
oritbodon bijstand, zich inspande het vuur
te blusschen.
Het was een diep bedroevende, maar toch
indrukwekkende aanblik toen de vlammen
uit het hooge gebouw sloegen, en vooral
toen de zware rookwolken van alle kanten
dank zij de windstilte kalm omhoog
rezen naar het wolkeuloos azuur, torwijl de
gloeiende zon de omhoog stijgende dampen
tintte en kleurde. Gelukkig liepen de aan-
grenzonde gebouwen van het Galerie-hotel
geen gevaar, terwijl de open ruimton aan
voor- en achterzijde hot brandende gebouw
voldoende afzonderden.
Op de eerste berichten, door telephoon en
telegraaf naar Den Haag overgebracht, spoed
den zich natuurlijk al de autoriteiten naar
het bedreigde punt, terwijl mede vele Hage
naars de trams bestormdon, dm getuigen te
zijn van het onheil en nog een blik te slaan
op hot gebouw, waarin zij juist in de laatsto
weken zidko heerlijke uren hadden doorge
bracht. Daarentegen zag men een ware volks
verhuizing van de logo's. Van den eersten
schrik bekomen, trachtten zij met bagage en
wat zij konden vinden, per rijtuig of tram
eeu goed onderkomen te zoekeu in een der
Uaagsche hotels.
De politie nam dadelijk maatregelen om
alle goederen, die uit het gebouw werden
geborgen, voorloopig in bewaring te nemen.
Aan het telegraafkantoor te Scheveningen,
nl. in het dorp (daar de beambten aau het
post- en telegraafkantoor in het Kurhaus
zelf spoedig genoodzaakt waren de wijk te
nemen naar het hoofdbureau in de Keizer
straat) had men het in een oogwenk over
weldigend druk. Schier alle vreemdelingen
telegrapheerden om hunne betrekkingen ge
nist te stellen.
Zijn er alzoo geen persoonlijke rampen te
betreuren, de inaterieele schade is natuurlijk
zeer aanzienlijk, maar van nog grooter
beteekenis is het verlies van dit middelpunt
van het verkeer juict op dit oogenblik, in
dezen warmen nazomer, die met schier
onweerstaanbaren drang de vreemdelingen
naar de zee voert. Van de geestkracht der
directie van het Kurhaus is het echter te
verwachten, dat zij alles zal aanwenden, om
met de haar ten dienste staande middelen
het seizoen ten einde te brengen.
De volgende bijzonderheden omtrent het
afbranden van het Kurhaus te Schevenin
gen, zijn nog op het terrein van het onheil
zelf ingewonnen of waargenomen.
Aan het zeefrout hadden de vlammen, die
uit alle vensteropeningen naar buiten dron
gen, meer dan een meter lengte.
De zijvleugels geraakten omstreeks half
elf uren in vlam. De hitte van het vuur
was zoo groot, dat het bijna onmogelijk was
het terras te betreden.
Toch waagden zich later honderden hulp
vaardige personen uit het publiek, dat zich
langs den straatweg aan zee verdrong, om
ten minste van het terras alle brandstof,
zooals de houten stoelen en tafeltjes te ver
wijderen.
De politie moest die lieden hun goed
werk doen staken uit vrees voor ongelukken,
dio dreigden door het omvallen van muren
en steenklompen, welke telkens met donde
rend geweld naar beneden stortten.
Aan de voorzijde woedden de vlammen
hot felst; zij verhieven zich gelijkmatig door
de windstilte. Later, toen de wind meer uit
het zuidwesten woei, richtten de vlammen
vooral in den noordervleugel zware verwoes
tingen aan.
Het water, dat uit alle brandbluschmid-
delen op de ziedende massa gericht werd,
geleek een druppel in de zee.
Op het terras, waar de knetterende vlam
men alles deden warrelen, hield de Neder
landsche driekleur, boven den muziektempel
geheschen, stand. Later werd de vlag door
eeu paar soldateu ongeschonden gered.
Uit de zijvleugels en de galerijwinkels
werd het grootste gedeelte van den inboedel
buiten in veiligheid gebracht.
Het was een indrukwekkend gezicht, uit
alle vensters de vlammen eon uitweg te
zien zoeken. Nu en dan werd de voortgang
gestuit, wanneer een gedeelte van het gebouw
iu puin viel. Wij zagen de muren van den
in asch gelegden linkervleugel invallen, op
het oogenblik dat op een nabij gelegen
zinken dak negen personen, onder wie het
raadslid baron van Pallandt, met vele col
lega's op het terrein aanwezig, groot gevaar
liepen onder de steenen te worden bedolven.
Gelukkig wisten allen nog bij tijds zich te
bergen.
Inmiddels was men reeds druk bezig, het
door een strook gronds van het Kurhaus
gescheiden Hotel Garni mot brandzeilen
te dekken en nat te houdeu, voor zoover
dit laatste mogelijk was, omdat de waterlei
ding onder deze omstandigheden de meeste
drukking gaf voor de brandkranen.
De Groothertog van Saksen Weimarwiens
adjudant den brand van nabij gadesloeg
bleef in het Hotel Garni cn had alleen last
gegeven, zijne reiskoffers te pakken, tot ver
voer waarvan fouragewagens uit Konings
stallen gereed stonden door de zorgen van
Zr. Ms. stalmeester, baron van Heemstra.
De Burgemeester, die heden met verlof
zou gaan, was druk in de weer om ten
miuste te zorgendat de vlammen niet naar
andere inrichtingen oversloegen. Men zag
hem op de gevaarlijkste punten, dicht bij de
steeds breeder wordende vlammen.
Te II uren zag men van het middenge
deelte niets dan de muren.
Tot dusver heeft men niet vernomen, dat
persoonlijke ongelukken te betrouren zijn.
De laatsten die uit het brandende gebouw
gered werdenwaren do kinderen van prof.
Mannstadt, den directeur der Kurhaus-kapel.
Men verhaalde dat de kostbare verzamoling
muziekinstrumenten, toebehooreude aan de
ledon van het orkest, voor vernietiging be
waard is.
De meeste logeergasten, en onder dezen
velen, die hun toilet maakten, werden ver
schrikt door het geroep van brand. Zij gingen
even kijken, en toen volgde een algemeen
sauve qui peut. Vandaar dat geen iu-
wononden zijn omgekomen.
Des te meer is er aan have en goed ver
loren, die eene prooi der vlammen zijn ge
worden.
Vaneen Duitsch schrijver, in het Kurhaus
gelogeerd, is de geheele inboedel verbrand.
Daaronder behoorde een manuscript, waaraan
hij reods ongeveer 4 jaren arbeidde, en dat
hij ter voltooiing had medegenomen op zijne
reis naar Scheveningen.
Tocu te 9'/j uur het zinken koepeldak
bezweek, een witten rook omhoog zendende,
was or maar een straal water aanwozig om
de vlammen te dooven.
De snelheid waarmede het vuur links en
rechts een uitweg zocht was ongelooflijk.
Tot eigen dekking werd de brandspuit
aan het station van de stoomtram in werking
gebracht en werd de overdekking besprceid.
De rook verduisterde het zonlicht, dat als
een vuurroode bol op den onmetelijken
vuuroven neerblikte.
Te half twaalf uren werd ook het pavil
joen naast de oude Kurzaal aangetast.
Alle pogingen tot blussching werden nu,
daar aan het badhuisgebouw zelf niets meer
te redden viel, gericht op de beide zijvleu
gels. De overdekte gangen naar dio gebou
wen werden zooveel mogelijk omvergehaald,
nadat de spuitgasten tot op het laatste
oogenblik het zinken dak stonden te be
sproeien, in levensgevaarlijken toestand. Aan
de landzijde waren inmiddels de vlammen
naar het sousterrein gedaald, zoodat tegen
12 uur ook daar de braud in hevigheid
toenam.
Het was op dit uur, dat de brandklok
te 's-IIage het noodsein begon te geven.
Vele oflicieren van het garnizoen en met
verlof alhier, boden hunne hulp aan bij de
handhaving der orde.
Op den middag was het Kurhaus reeds
bijna met den grond gelijk gemaakt, en kon
men aan de landzijde de zee reeds onder
scheiden.
Een later bericht meldt
Wat bij den brand in hot Kurhaus wordt
gered, wordt in de kapel achter het gebouw
bewaard.
Geld en kantoorboeken van de maatschap
pij Zeebad moeten door den bureaulist gered
zijntrouwens de vleugel, waarin de buree-
len gevestigd zijn vatte eerst het laatste
vlam.
Een voorstel van de overheid, om het
overschot van het schoone gebouw te doen
omverschieten, moet door de directie zijn
afgewezen.
De consuls van Frankrijk en Spanje waren
op het terrein om, zoo noodig, de belangen
der vreemde badgasten te behartigen.
Kamer No. 88, waar de brand uitbarstte,
grensde aan de lift. Wellicht dat de trekking
ran de lucht juist oorzaak werd van de 'spoe
dige verbreiding van den brand. Dat er van
waarde verloren ging, kan blijken uit het ver
haal dat eene Duitsche familie, die op no. 66
en 67 logeerde en terstond het Hotel Garni
betrok, den opperbrandmeester een aanzien
lijke som bood om 4 koffers te redden uit
hare vertrekken, welke een vermogen van
4 ton zouden bevatten. Toch werd nog veel
door hulpvaardigen gered, ofschoon er streng
toezicht noodig was dat er niet gestulen werd.
Behalve de militaire wachten deden 50 man
van de troepen, die aan de manoeuvres deel
namen, en de schutterij met de politie dienst,
evenals de brandweer van ('lingendaal.
Het telegraafkantoor in het Kurhaus is
te 2 uren tijdelijk overgebracht naar de villa
Jeannette.
Ten 2 '/a uur vergaderdeu de autoriteiten
in de villa Insulinde. De officier van justitie
Mr. Van der Kemp en de subst.-officier Mr.
Hulshof waren op het terrein.
Naar wij vernemen, i9 het Kurhaus te
Scheveningen thans verzekerd bij de Union
Beige te Antwerpen, de gebouwen voor
f800,000, a 75 ceuts per f 1000. en de
inboedel voor f400,000, a fl per f1000.
Nader wordt ons gemeld van 1 dezer
Hedenmiddag toen het gevaar geweken
was, leverden de overblijfselen van het
Scheveningsche Kurhaus eeu diep treurigen
aanblik. Het nieuwe gebouw is totaal uit
gebrand, geen enkele binnenmuur is blijven
staan. Slechts de buitenmuren vertoonen nog
de lijnen, maar hier en daar is het gebouw
letterlijk geheel en al een puinhoop. Nog
droeviger wordt het schouwspel als men in
de rondte langs het terras en op de gras
vlakte achter het gebouw het huisraad, de
meubelen en andere voorwerpen ziet opge
stapeld, trouw bewaakt door schutters of
eigenaars, terwijl de Evangelische Kapel eeu
schuilplaats bood aan vele andere zaken die
behouden zijn. Een kamp gelijkt de breede
ruimte, te meer toen in den middag 500
schutters kwamen aangemarcheerd, om voor
de bezitting gedurende avond en nacht te
wakeu. Wat er ook gered zij, oneindig
meer is verloren. Van de kostbare verzame
ling instrumenten van de leden van Mann-
stadts kupel is bitter weinig meer over;
gelukkig had de aauvoerder al de instrumen
ten en goederen zijner muzikanten te Berlijn
doen verzekeren, zoodat zij geen belangrijke
finaucieele schade zullen lijden. Doch met
zeer vele badgasten is het oueindig erger
gestejder zijn er die alles verloren hebben.
Niettegenstaande het onheil in den ochtend
plaats had, heeft het- toch nog zeer veel
moeite gekost alle menschenlevens te redden.
Zoo zag de commissaris van politie, de Heer
Vernée, die zich dezen dag letterlijk geen
rust gunde, zich verplicht bij zijn wandeling
door het brandende gebouw op de derde
verdieping, bepaald te vechten met een
drietal Duitschers, die van geen heengaan
wilden weten. F-en was dermate van de
wijs, dat hij eischte eerst do hotelrekening
te voldoen. Met geweld moest de Heer
Vernée den man naar beneden sleuven en
eerst toen viel de man op de knieën en
dankte den Commissaris die zijn leven had
gered. Vele Duitschers vertrokken met den
namiddagtreinanderen namen in naburige
hotels en in Den Haag hun iutrek. Den
geheelen dag werden inlichtingen gevraagd
omtrent verwanten en de politie-commissaris
wees hen,'{trots al do drukte, den weg. Het
baden is uiettemiu geregeld doorgegaan en
zelfs ondernam de lnchtschipper Latteman,
ofschoon eerst een paar uur later, zijn tocht
door het luchtruim. Ver ging hij echter niet.
Wellicht was ook hij onder den indruk van
de droevige omgeving. Van „Seinpost,,
steeg hij omhoog, om, na eenige oogenblik-
ken in de ruimte te hebben gezweefd, in
de zoogenaamde renbaan weer neer te dalen.
Den geheelen namiddag stroomden de meu-
schen naar het strand om de puinhoopeu te
bekijken. Men verhaalt en indien het
waar is, is het zeker karakteristiek dat
toen hedenochtend tijdens het onheil een
paar vreemdelingen het terras opvlogen om
te redden wat zij konden, de portier hun
den doorgang weigerde, tenzij zij eerst hun
abonnementskaart toonden. Die man bleef
dus wel tot het laatst toe op zijn post,
dien hij helaas 1 vooreerst niet meer zal
behoeven .e vervullen.
Gedurende de werkzaamheden van de
brandwoer hebben twee ongevallen plaats
gehad, gelukkig niet met ernstigen afloop.
Een jager werd door een vallende glasruit
aan zijn hand verwond en verbonden door
den officier van gezondheid, die bij de com
missie van proefneming was, wier leden,
officieren, onder leiding van majoor In den
Beton, allen mogelijken bijstand boden.
Ook is een spuitgast licht gewond.
Grooter ongerustheid verwekte het feit,
dat een politiedienaar, die bij de blussching
medewerkte, tot hedenmiddag vermist werd.
Van verschillende kanten werden goede
diensteu aangeboden. O.a. had baron Van
Briemen te Clingendaal, de tot dat buiten
goed behoorende brandspuit met een bedie
ning van 8 man naar het terrein opgezon
den. De Heer Van Brienen voorzag hen van
de noodige mondbehoeften.
Ook de winkels in de galerij langs het
Kurhaus zijn uitgebrand, ofschoon de meeste
artikelen nog bij tijds op straat gebracht
konden worden.
Het plein van gazons aan de landzijde
bood den aanblik van een markt, zoovele
goederen lagen daar opgestapeld.
Dc geheele voorraad eetwaren uit de keu
ken werd op het gras neergelegd en met
servetten bedekt.
Algemeen is de windverandering op het
oogenblik dat de galeriegebouwen en naast
gelegen hotels gevaar liepen, met vreugde
begroet. Zoodra de wind in het westen liep
en de vlammeu zich van de tot dusver on
aangetast gebleven gebouwen afwendden, was
men meer gerustgesteld.
Des middags te 3 uren was men den
brand meester.
De stoomspuit en acht slangenwagens zijn
nog op het terrein, dat door de schutterij
wordt afgezet.
Tegen den avond sloegen uit de puin
hoopeu van het Kurhaus op verschillende
plekken nog de vlammen uit. Aanhoudend
werd de smeulende massa door flinke water
stralen nat gehouden. Den ganschen nacht
bleven acht stralen het vuur, waar het zich
vertoonde, bespuiten.
De schutterij bleef tot elf uren geconsig
neerd, waarna de nachtpolitie haar taak
overnam.
De Minister van Justitie vertoonde zich
tegen half acht op het terrein. Do overige
autoriteiten, die den geheelen dag tegen
woordig waren, bleven ook tot laat in den
avond.
Dat met de terugkeer van Vorst
Alexander in Bulgarije alles nog lang niet
in het reine is, maar integendeel spoe
dig weer een nieuwe catastrophe te wach
ten is, zal eenieder duidelijk zijn na de le
zing van onderstaande tusschen den grooten
en den kleinen Alexander gevoerde cor
respondentie. Vorst Alexander seinde nl.
aan den Czaar:
ïSirel Nu ik de regeering over mijn
land weer heb aanvaard, waag ik het
Uwe Majesteit mijn eerbiedigen dank te
betuigen, dat Uw vertegenwoordiger te
Roestschoek door zijne officieele aanwe
zigheid bij mijn ontvangst aan de Bul-
gaarsche bevolking heelt getoond, dat de
keizerlijke regeering de tegen mijn per
soon gerichte revolutionaire handelwijze
niet kan goedkeuren. Te gelijkertijd ver
oorloof ik mij Uwe Majesteit mijn op
rechten dank te betuigen voor het zen
den van generaal prins Dolgoroecki als
buitengewoon afgezant. Terwijl ik de
wettige macht weer in handen neem, is
het mijn eerste werk om Uwe Majesteit
de verzekering te geven, dat ik het ern
stige voornemen heb om elk mogelijk
offer te brengen, ten einde de edele be
doelingen van Uwa Majesteit te kunnen
ondersteunen, welke moeten strekken om
Bulgarije te verlossen uit de ernstige
crisis, welke het tegenwoordig beleeft.
Ik verzoek Uwe Majesteit prins Dolgo-
rucki te machtigen om zich rechtstreeks
en zoo spoedig mogelijk met mij in be
trekking te stellen. Het zal mij een voor
recht zijn u het zekere bewijs te geven
mijner onveranderlijke gehechtheid aan
uw persoon. Het monarchische beginsel
heeft mij genoopt om den wettigen toe
stand in Bulgarije en Oost-Rumelië te
herstellen. Daar Rusland mij de kroon
heeft gegeven, ben ik bereid, deze weder
in handen van Ruslands souverein terug
te geven."
De Czaar antwoordde: ïlk heb het
telegram van Uwe Hoogheid ontvangen.
Ik kan uw terugkeer naar Bulgarije niet
goedkeuren, daar ik voorzie, dat hij be
denkelijke gevolgen zal hebben voor het
land, dat reeds zoo zwaar is beproefd.
De zending van prins Dolgoroecki is over
bodig geworden. Ik zal mij onthouden
van elke tusschenkomst in den bedroe-
venden staat van zaken, waaraan Bul[
garije weer ten prooi is, zoolang gij daar
zult blijven. Uwe Hoogheid zal nu zelf
kunnen beoordeelen, wat -u te doen staat.
Ik behoud mij het recht voor om te be
oordeelen, wat de heilige gedachtenis aan
mijn vader, de belangen van Rusland en
de viede in het oosten mij gebieden."
Wat Alexander nu doen zal? De Duit
sche en de Engelsche pers zijn er het
ditmaal wel eens over, dat 's Vorsten
positie zoo al niet onhoudbaar dan toch
op den duur onhoudbaar is geworJen en
het aftreden van den Vorst, gevolgd door
eene Russische tusschenkomst in Bul
garije, thans schier onvermijdelijk is.
De tijd zal echter leeren hoe vorst Alexan
der er over denkt.
Het Engelsche Lagerhuis verwierp Don
derdag na eene levendige discussie van
twee dagen, met 225 tegen 128 stemmen
Sextons amendement op het adres van
antwoord, dat daarop bij eerste lezing
werd aangenomen. Parnell verlangde ver
daging der tweede lezing tot Vrijdag.
Labouchère ondersteunde dit voorstel,
omdat Churchill zijne rede over Belfast
nog niet had verdedigd. Hij wilde hem
nu door een afzonderlijk amendement bij
de tweede lezing als verstoorder van den
vrede brandmerken. Parnells voorstel
werd met 228 tegen 121 stemmen ver
worpen.
In Cochin-China hebben weder Chris
tenvervolgingen plaats gehad. Ongeveer
50 werden vermoord. Geheele dorpen
werden verbrand en vernield, naar het
heet ten gevolge van onvoorzichtige han
delingen van Engelsche en Amerikaar.-
sche protestantsche zendelingen.
De heer A. M. Tromp van Holst,
majoor-kommandant der dienstdoende
schutterij alhier, neemt deel aan de fort
manoeuvres, die van 2 tot 9 September
gehouden worden.
Van een benoeming van den heer
H. Vogel, als surnumerair ten postkan
tore alhier, door een der bladen alhier
vermeld, is niets bekend. Wel is iemand
van dien naam als zoodanig aangesteld
aan het postkantoor te Amerongen.
De commissaris des Konings in deze
provincie, de heer mr. F. II. s'Jacob, be
zocht Woensdagmiddag onze gemeente
en confereerde met de heeren W. A.
Croockewit en W. F. N. van Rootselaar,
die met hem de commissie van toezicht
uitmaken op de restauratie van de Kop
pelpoort, ten stadhuize. In die conferen
tie werd er op aangedrongen, dat het Rijk
een aanvang maakt met de uitkeering
der subsidie, die in de kosten van res
tauratie is toegezegd, omdat die restau
ratie zoo goed als volbracht kan worden
beschouwd, uitgezonderd eenige kleinig
heden, waartoe op een bezending oude
steenen wordt gewacht, die door het rijk
voor maanden geleden reeds is toege
zegd, doch waarvan nog niets wordt be
speurd. Men zal ook bij dien debiteur
om althans gedeeltelijke uitbetaling van
de subsidie aankloppen.
Aan het examen voor den Artillerie
cursus te Delft is deelgenomen door 39
candidaten, nadat 10 candidaten waren
afgekeurd.
Onder de 17 geplaatsten behooren de
heeren: F. T. M. Bücker, H. Donker en
J. W. F. Bothof, oud-leerlingen der
Hoogere Burgerschool alhier, die in Juli 11.
het diploma van wei-afgelegd eind-examen
te LUrecht ontvingen.
Op den Infanterie-cursus te Haarlem
werd geplaatst de heer J. C. van Eyber-
gen, eveneens oud-leerling van de 5e kl.
der genoemde school.
Bij een schoolfeest te Nieuwer-
Amstel stelde de feestcommissie aan elk
der hoofden van scholen een bedrag ter
hand geëvenredigd aan bet aantal kin
deren, om daarmede naar eigen inzien
de zaak te regelen en uit te voeren.
Een voorbeeld, dat navolging verdient.
Een kindje van den trompetter B.,
is in een onbewaakt oogenblik in't water
geraakt in de Westsingelgracht, en werd
door zekeren van N., werkman bij de
gemeente-reiniging, die er met een schuit
voorbij voer gered.
Hoogland. De ziekte onder de var
kens vertoont zich op verscheidene hoeven,
en meestal daar, waar men volstrekt geen
voorzorgsmaatregelen neemt. Men meent
hier, dat men met vijf ets. zoogenaamd
duivelsdrek den stal een jaar lang kan
zuiver houden, waardoor men minder
kans beloopt, het verlies van varkens te
betreuren.
Aanbeveling verdient, in het voe
der enkele malen een weinig bloem van
zwavel te doen, dat reukeloos en smake
loos is en gunstig werkt. Elders wordt
het gebruik van zout aanbevolen.
De rietdekker L. alhier, viel Woens
dagmiddag alhier van eene schuur, waar
bij hij zich vrij ernstig verwondde. Hij
werd per rijtuig naar zijn woning ver
voerd.
Baarn. Door wijlen mejuffr. S. J.
Petersen Nobbe is aan de diaconie der