BUITENLAND. Plaatselijke berichten. Provinciale berichten. het vraagstuk in zijn geheel overziet en omvat. Op het gebruik, dat van zoodanig voorloopig ontwerp zal gemaakt worden, meent het bestuur thans niet te moeten vooruitloopen. Zeker is het onmisbaar te achten voor elke latere uitvoering, in welke richting ook. Zal echter de Zuiderzee-Vereeniging haar doel inderdaad bereiken, dan moet hare zaak werkelijk volkzaak worden, en daarom richt het bestuur zich tot breeder kring met de uitnoodiging om lid te worden van genoemde vereeniging, tegen eene jaarlijksche contributie van vijf gulden, terwijl ook nu reeds bijdra gen in eenserkentelijk worden aangenomen. De daaruit voortvloeiende middelen zullen in de eerste plaats worden aange wend om aan eene commissie van des kundigen op te dragen: het maken eener nauwkeurige raming van kosten van onderzoek, die als betrouwbare grondslag zal kunnen dienen voor het aan provin ciale en plaatselijke besturen, waterschap pen, corporatién en eindelijk aan de regeering te richten verzoek, om deze Nederlandsche vereeniging te steunen. Van goed ingelichte zijde vernemen wij dat Multatuli bezig is met het schrij ven van het 2e deel zijner Minnebrieven en de voortzetting der Woutergeschie denis. Bij de maatschappij vElsevier" te Rot terdam moet, naar wordt medegedeeld, oen register op de Ideën ter perse zijn, wat de bezitters van Multatuli's werken zeker welkom zal wezen. In de Zevenwolden hebben in de laatste warme dagen de bijen het koste lijk gemaakt, vooral door het puren uit de heidebloem. Vele korven beginnen zwaar te worden, zoodat er zijn die 70 tot 80 halve K. G. wegen. Het is geen zeldzaamheid dat ze tegenwoordig met 6 a 7 halve K. G. per dag aanwinnen. Houden wij nog eenigen tijd dit warme weder, dan wordt het nog een gunstig honigjaar, hoe slecht het voor 14 dagen ook nog stond. Maandagmiddag werden verschei dene ingezetenen van Purmerend veront rust door een hond, die vele kenteeke- nen van dolheid vertoonde. Met veel in spanning gelukte het den eigenaar den hond aan een boom vast te binden, die daarop met een paar geweerschoten werd afgemaakt. Uit een onderzoek, onmidde- lijk door den Rijksveearts Lampe inge steld, bleek, dat hier van geen honds dolheid sprake was. Intusschen is de doode hond toch later op last der politie tot verder onderzoek naar Alkmaar op gezonden. Omtrent de brand van het Kurhaus te Scheveningen outleenen wij onderstaand uitvoerig bericht aan 't N. v. d. D. Een zware ramp heeft heden (Woensdag) voormiddag de badplaats Scheveningen ge- trollen. liet fraaie Kurhaus, verleden jaar pas voltooid en door landgenoot en vreem deling geroemd, is eene prooi der vlammen geworden. De brand moet het eorst ontstaan zijn in een der logeerkamers, No. 88, cn wel door het omvallen van eene spirituslamp. De dienstbode, in het vertrek aanwezig, liep verschrikt weg, in plaats van torstond alle pogingen tot blusschen aan te wenden, en de heer die de kamer bewoonde, bevond zich toevallig in een aangrenzende slaapkamer. In ongelooflijk korten tijd breidde de vlam zich uit tot de andere vertrekken. Gelukkig waren op het uur, waarop de brand uitbrak, ongeveer 9 Va uur, de mee9te logé's aan het strand of aan het ontbijt, zoodat op de alarmkreten de gasten spoedig de vertrekken verlieten, na zooveel mogelijk nog gered te hebben wat zij konden. Trouwens de directie en het personeel van het Badhuis, eveneens de commissaris van politie, de lieer Vernée, doorliepen spoedig het geheele gebouw om te onderzoeken, of er soms nog personen in de vertrekken waren achtergebleven. Geluk kig hoeft, voor zoover bekend, geen enkel mensch een ongeluk gekregen. Het vuur tastte weldra ook de groote middenzaal aan, on te 10 uren stortte het hooge koepeldak in, waarna het vuur zich meer in de zijvleugels verspreiddo, waar de brandweer, die, gelijk men weet, in de on middellijke nabijheid een post heeft, ook met behulp van den uit het dorp en Den Haag oritbodon bijstand, zich inspande het vuur te blusschen. Het was een diep bedroevende, maar toch indrukwekkende aanblik toen de vlammen uit het hooge gebouw sloegen, en vooral toen de zware rookwolken van alle kanten dank zij de windstilte kalm omhoog rezen naar het wolkeuloos azuur, torwijl de gloeiende zon de omhoog stijgende dampen tintte en kleurde. Gelukkig liepen de aan- grenzonde gebouwen van het Galerie-hotel geen gevaar, terwijl de open ruimton aan voor- en achterzijde hot brandende gebouw voldoende afzonderden. Op de eerste berichten, door telephoon en telegraaf naar Den Haag overgebracht, spoed den zich natuurlijk al de autoriteiten naar het bedreigde punt, terwijl mede vele Hage naars de trams bestormdon, dm getuigen te zijn van het onheil en nog een blik te slaan op hot gebouw, waarin zij juist in de laatsto weken zidko heerlijke uren hadden doorge bracht. Daarentegen zag men een ware volks verhuizing van de logo's. Van den eersten schrik bekomen, trachtten zij met bagage en wat zij konden vinden, per rijtuig of tram eeu goed onderkomen te zoekeu in een der Uaagsche hotels. De politie nam dadelijk maatregelen om alle goederen, die uit het gebouw werden geborgen, voorloopig in bewaring te nemen. Aan het telegraafkantoor te Scheveningen, nl. in het dorp (daar de beambten aau het post- en telegraafkantoor in het Kurhaus zelf spoedig genoodzaakt waren de wijk te nemen naar het hoofdbureau in de Keizer straat) had men het in een oogwenk over weldigend druk. Schier alle vreemdelingen telegrapheerden om hunne betrekkingen ge nist te stellen. Zijn er alzoo geen persoonlijke rampen te betreuren, de inaterieele schade is natuurlijk zeer aanzienlijk, maar van nog grooter beteekenis is het verlies van dit middelpunt van het verkeer juict op dit oogenblik, in dezen warmen nazomer, die met schier onweerstaanbaren drang de vreemdelingen naar de zee voert. Van de geestkracht der directie van het Kurhaus is het echter te verwachten, dat zij alles zal aanwenden, om met de haar ten dienste staande middelen het seizoen ten einde te brengen. De volgende bijzonderheden omtrent het afbranden van het Kurhaus te Schevenin gen, zijn nog op het terrein van het onheil zelf ingewonnen of waargenomen. Aan het zeefrout hadden de vlammen, die uit alle vensteropeningen naar buiten dron gen, meer dan een meter lengte. De zijvleugels geraakten omstreeks half elf uren in vlam. De hitte van het vuur was zoo groot, dat het bijna onmogelijk was het terras te betreden. Toch waagden zich later honderden hulp vaardige personen uit het publiek, dat zich langs den straatweg aan zee verdrong, om ten minste van het terras alle brandstof, zooals de houten stoelen en tafeltjes te ver wijderen. De politie moest die lieden hun goed werk doen staken uit vrees voor ongelukken, dio dreigden door het omvallen van muren en steenklompen, welke telkens met donde rend geweld naar beneden stortten. Aan de voorzijde woedden de vlammen hot felst; zij verhieven zich gelijkmatig door de windstilte. Later, toen de wind meer uit het zuidwesten woei, richtten de vlammen vooral in den noordervleugel zware verwoes tingen aan. Het water, dat uit alle brandbluschmid- delen op de ziedende massa gericht werd, geleek een druppel in de zee. Op het terras, waar de knetterende vlam men alles deden warrelen, hield de Neder landsche driekleur, boven den muziektempel geheschen, stand. Later werd de vlag door eeu paar soldateu ongeschonden gered. Uit de zijvleugels en de galerijwinkels werd het grootste gedeelte van den inboedel buiten in veiligheid gebracht. Het was een indrukwekkend gezicht, uit alle vensters de vlammen eon uitweg te zien zoeken. Nu en dan werd de voortgang gestuit, wanneer een gedeelte van het gebouw iu puin viel. Wij zagen de muren van den in asch gelegden linkervleugel invallen, op het oogenblik dat op een nabij gelegen zinken dak negen personen, onder wie het raadslid baron van Pallandt, met vele col lega's op het terrein aanwezig, groot gevaar liepen onder de steenen te worden bedolven. Gelukkig wisten allen nog bij tijds zich te bergen. Inmiddels was men reeds druk bezig, het door een strook gronds van het Kurhaus gescheiden Hotel Garni mot brandzeilen te dekken en nat te houdeu, voor zoover dit laatste mogelijk was, omdat de waterlei ding onder deze omstandigheden de meeste drukking gaf voor de brandkranen. De Groothertog van Saksen Weimarwiens adjudant den brand van nabij gadesloeg bleef in het Hotel Garni cn had alleen last gegeven, zijne reiskoffers te pakken, tot ver voer waarvan fouragewagens uit Konings stallen gereed stonden door de zorgen van Zr. Ms. stalmeester, baron van Heemstra. De Burgemeester, die heden met verlof zou gaan, was druk in de weer om ten miuste te zorgendat de vlammen niet naar andere inrichtingen oversloegen. Men zag hem op de gevaarlijkste punten, dicht bij de steeds breeder wordende vlammen. Te II uren zag men van het middenge deelte niets dan de muren. Tot dusver heeft men niet vernomen, dat persoonlijke ongelukken te betrouren zijn. De laatsten die uit het brandende gebouw gered werdenwaren do kinderen van prof. Mannstadt, den directeur der Kurhaus-kapel. Men verhaalde dat de kostbare verzamoling muziekinstrumenten, toebehooreude aan de ledon van het orkest, voor vernietiging be waard is. De meeste logeergasten, en onder dezen velen, die hun toilet maakten, werden ver schrikt door het geroep van brand. Zij gingen even kijken, en toen volgde een algemeen sauve qui peut. Vandaar dat geen iu- wononden zijn omgekomen. Des te meer is er aan have en goed ver loren, die eene prooi der vlammen zijn ge worden. Vaneen Duitsch schrijver, in het Kurhaus gelogeerd, is de geheele inboedel verbrand. Daaronder behoorde een manuscript, waaraan hij reods ongeveer 4 jaren arbeidde, en dat hij ter voltooiing had medegenomen op zijne reis naar Scheveningen. Tocu te 9'/j uur het zinken koepeldak bezweek, een witten rook omhoog zendende, was or maar een straal water aanwozig om de vlammen te dooven. De snelheid waarmede het vuur links en rechts een uitweg zocht was ongelooflijk. Tot eigen dekking werd de brandspuit aan het station van de stoomtram in werking gebracht en werd de overdekking besprceid. De rook verduisterde het zonlicht, dat als een vuurroode bol op den onmetelijken vuuroven neerblikte. Te half twaalf uren werd ook het pavil joen naast de oude Kurzaal aangetast. Alle pogingen tot blussching werden nu, daar aan het badhuisgebouw zelf niets meer te redden viel, gericht op de beide zijvleu gels. De overdekte gangen naar dio gebou wen werden zooveel mogelijk omvergehaald, nadat de spuitgasten tot op het laatste oogenblik het zinken dak stonden te be sproeien, in levensgevaarlijken toestand. Aan de landzijde waren inmiddels de vlammen naar het sousterrein gedaald, zoodat tegen 12 uur ook daar de braud in hevigheid toenam. Het was op dit uur, dat de brandklok te 's-IIage het noodsein begon te geven. Vele oflicieren van het garnizoen en met verlof alhier, boden hunne hulp aan bij de handhaving der orde. Op den middag was het Kurhaus reeds bijna met den grond gelijk gemaakt, en kon men aan de landzijde de zee reeds onder scheiden. Een later bericht meldt Wat bij den brand in hot Kurhaus wordt gered, wordt in de kapel achter het gebouw bewaard. Geld en kantoorboeken van de maatschap pij Zeebad moeten door den bureaulist gered zijntrouwens de vleugel, waarin de buree- len gevestigd zijn vatte eerst het laatste vlam. Een voorstel van de overheid, om het overschot van het schoone gebouw te doen omverschieten, moet door de directie zijn afgewezen. De consuls van Frankrijk en Spanje waren op het terrein om, zoo noodig, de belangen der vreemde badgasten te behartigen. Kamer No. 88, waar de brand uitbarstte, grensde aan de lift. Wellicht dat de trekking ran de lucht juist oorzaak werd van de 'spoe dige verbreiding van den brand. Dat er van waarde verloren ging, kan blijken uit het ver haal dat eene Duitsche familie, die op no. 66 en 67 logeerde en terstond het Hotel Garni betrok, den opperbrandmeester een aanzien lijke som bood om 4 koffers te redden uit hare vertrekken, welke een vermogen van 4 ton zouden bevatten. Toch werd nog veel door hulpvaardigen gered, ofschoon er streng toezicht noodig was dat er niet gestulen werd. Behalve de militaire wachten deden 50 man van de troepen, die aan de manoeuvres deel namen, en de schutterij met de politie dienst, evenals de brandweer van ('lingendaal. Het telegraafkantoor in het Kurhaus is te 2 uren tijdelijk overgebracht naar de villa Jeannette. Ten 2 '/a uur vergaderdeu de autoriteiten in de villa Insulinde. De officier van justitie Mr. Van der Kemp en de subst.-officier Mr. Hulshof waren op het terrein. Naar wij vernemen, i9 het Kurhaus te Scheveningen thans verzekerd bij de Union Beige te Antwerpen, de gebouwen voor f800,000, a 75 ceuts per f 1000. en de inboedel voor f400,000, a fl per f1000. Nader wordt ons gemeld van 1 dezer Hedenmiddag toen het gevaar geweken was, leverden de overblijfselen van het Scheveningsche Kurhaus eeu diep treurigen aanblik. Het nieuwe gebouw is totaal uit gebrand, geen enkele binnenmuur is blijven staan. Slechts de buitenmuren vertoonen nog de lijnen, maar hier en daar is het gebouw letterlijk geheel en al een puinhoop. Nog droeviger wordt het schouwspel als men in de rondte langs het terras en op de gras vlakte achter het gebouw het huisraad, de meubelen en andere voorwerpen ziet opge stapeld, trouw bewaakt door schutters of eigenaars, terwijl de Evangelische Kapel eeu schuilplaats bood aan vele andere zaken die behouden zijn. Een kamp gelijkt de breede ruimte, te meer toen in den middag 500 schutters kwamen aangemarcheerd, om voor de bezitting gedurende avond en nacht te wakeu. Wat er ook gered zij, oneindig meer is verloren. Van de kostbare verzame ling instrumenten van de leden van Mann- stadts kupel is bitter weinig meer over; gelukkig had de aauvoerder al de instrumen ten en goederen zijner muzikanten te Berlijn doen verzekeren, zoodat zij geen belangrijke finaucieele schade zullen lijden. Doch met zeer vele badgasten is het oueindig erger gestejder zijn er die alles verloren hebben. Niettegenstaande het onheil in den ochtend plaats had, heeft het- toch nog zeer veel moeite gekost alle menschenlevens te redden. Zoo zag de commissaris van politie, de Heer Vernée, die zich dezen dag letterlijk geen rust gunde, zich verplicht bij zijn wandeling door het brandende gebouw op de derde verdieping, bepaald te vechten met een drietal Duitschers, die van geen heengaan wilden weten. F-en was dermate van de wijs, dat hij eischte eerst do hotelrekening te voldoen. Met geweld moest de Heer Vernée den man naar beneden sleuven en eerst toen viel de man op de knieën en dankte den Commissaris die zijn leven had gered. Vele Duitschers vertrokken met den namiddagtreinanderen namen in naburige hotels en in Den Haag hun iutrek. Den geheelen dag werden inlichtingen gevraagd omtrent verwanten en de politie-commissaris wees hen,'{trots al do drukte, den weg. Het baden is uiettemiu geregeld doorgegaan en zelfs ondernam de lnchtschipper Latteman, ofschoon eerst een paar uur later, zijn tocht door het luchtruim. Ver ging hij echter niet. Wellicht was ook hij onder den indruk van de droevige omgeving. Van „Seinpost,, steeg hij omhoog, om, na eenige oogenblik- ken in de ruimte te hebben gezweefd, in de zoogenaamde renbaan weer neer te dalen. Den geheelen namiddag stroomden de meu- schen naar het strand om de puinhoopeu te bekijken. Men verhaalt en indien het waar is, is het zeker karakteristiek dat toen hedenochtend tijdens het onheil een paar vreemdelingen het terras opvlogen om te redden wat zij konden, de portier hun den doorgang weigerde, tenzij zij eerst hun abonnementskaart toonden. Die man bleef dus wel tot het laatst toe op zijn post, dien hij helaas 1 vooreerst niet meer zal behoeven .e vervullen. Gedurende de werkzaamheden van de brandwoer hebben twee ongevallen plaats gehad, gelukkig niet met ernstigen afloop. Een jager werd door een vallende glasruit aan zijn hand verwond en verbonden door den officier van gezondheid, die bij de com missie van proefneming was, wier leden, officieren, onder leiding van majoor In den Beton, allen mogelijken bijstand boden. Ook is een spuitgast licht gewond. Grooter ongerustheid verwekte het feit, dat een politiedienaar, die bij de blussching medewerkte, tot hedenmiddag vermist werd. Van verschillende kanten werden goede diensteu aangeboden. O.a. had baron Van Briemen te Clingendaal, de tot dat buiten goed behoorende brandspuit met een bedie ning van 8 man naar het terrein opgezon den. De Heer Van Brienen voorzag hen van de noodige mondbehoeften. Ook de winkels in de galerij langs het Kurhaus zijn uitgebrand, ofschoon de meeste artikelen nog bij tijds op straat gebracht konden worden. Het plein van gazons aan de landzijde bood den aanblik van een markt, zoovele goederen lagen daar opgestapeld. Dc geheele voorraad eetwaren uit de keu ken werd op het gras neergelegd en met servetten bedekt. Algemeen is de windverandering op het oogenblik dat de galeriegebouwen en naast gelegen hotels gevaar liepen, met vreugde begroet. Zoodra de wind in het westen liep en de vlammeu zich van de tot dusver on aangetast gebleven gebouwen afwendden, was men meer gerustgesteld. Des middags te 3 uren was men den brand meester. De stoomspuit en acht slangenwagens zijn nog op het terrein, dat door de schutterij wordt afgezet. Tegen den avond sloegen uit de puin hoopeu van het Kurhaus op verschillende plekken nog de vlammen uit. Aanhoudend werd de smeulende massa door flinke water stralen nat gehouden. Den ganschen nacht bleven acht stralen het vuur, waar het zich vertoonde, bespuiten. De schutterij bleef tot elf uren geconsig neerd, waarna de nachtpolitie haar taak overnam. De Minister van Justitie vertoonde zich tegen half acht op het terrein. Do overige autoriteiten, die den geheelen dag tegen woordig waren, bleven ook tot laat in den avond. Dat met de terugkeer van Vorst Alexander in Bulgarije alles nog lang niet in het reine is, maar integendeel spoe dig weer een nieuwe catastrophe te wach ten is, zal eenieder duidelijk zijn na de le zing van onderstaande tusschen den grooten en den kleinen Alexander gevoerde cor respondentie. Vorst Alexander seinde nl. aan den Czaar: ïSirel Nu ik de regeering over mijn land weer heb aanvaard, waag ik het Uwe Majesteit mijn eerbiedigen dank te betuigen, dat Uw vertegenwoordiger te Roestschoek door zijne officieele aanwe zigheid bij mijn ontvangst aan de Bul- gaarsche bevolking heelt getoond, dat de keizerlijke regeering de tegen mijn per soon gerichte revolutionaire handelwijze niet kan goedkeuren. Te gelijkertijd ver oorloof ik mij Uwe Majesteit mijn op rechten dank te betuigen voor het zen den van generaal prins Dolgoroecki als buitengewoon afgezant. Terwijl ik de wettige macht weer in handen neem, is het mijn eerste werk om Uwe Majesteit de verzekering te geven, dat ik het ern stige voornemen heb om elk mogelijk offer te brengen, ten einde de edele be doelingen van Uwa Majesteit te kunnen ondersteunen, welke moeten strekken om Bulgarije te verlossen uit de ernstige crisis, welke het tegenwoordig beleeft. Ik verzoek Uwe Majesteit prins Dolgo- rucki te machtigen om zich rechtstreeks en zoo spoedig mogelijk met mij in be trekking te stellen. Het zal mij een voor recht zijn u het zekere bewijs te geven mijner onveranderlijke gehechtheid aan uw persoon. Het monarchische beginsel heeft mij genoopt om den wettigen toe stand in Bulgarije en Oost-Rumelië te herstellen. Daar Rusland mij de kroon heeft gegeven, ben ik bereid, deze weder in handen van Ruslands souverein terug te geven." De Czaar antwoordde: ïlk heb het telegram van Uwe Hoogheid ontvangen. Ik kan uw terugkeer naar Bulgarije niet goedkeuren, daar ik voorzie, dat hij be denkelijke gevolgen zal hebben voor het land, dat reeds zoo zwaar is beproefd. De zending van prins Dolgoroecki is over bodig geworden. Ik zal mij onthouden van elke tusschenkomst in den bedroe- venden staat van zaken, waaraan Bul[ garije weer ten prooi is, zoolang gij daar zult blijven. Uwe Hoogheid zal nu zelf kunnen beoordeelen, wat -u te doen staat. Ik behoud mij het recht voor om te be oordeelen, wat de heilige gedachtenis aan mijn vader, de belangen van Rusland en de viede in het oosten mij gebieden." Wat Alexander nu doen zal? De Duit sche en de Engelsche pers zijn er het ditmaal wel eens over, dat 's Vorsten positie zoo al niet onhoudbaar dan toch op den duur onhoudbaar is geworJen en het aftreden van den Vorst, gevolgd door eene Russische tusschenkomst in Bul garije, thans schier onvermijdelijk is. De tijd zal echter leeren hoe vorst Alexan der er over denkt. Het Engelsche Lagerhuis verwierp Don derdag na eene levendige discussie van twee dagen, met 225 tegen 128 stemmen Sextons amendement op het adres van antwoord, dat daarop bij eerste lezing werd aangenomen. Parnell verlangde ver daging der tweede lezing tot Vrijdag. Labouchère ondersteunde dit voorstel, omdat Churchill zijne rede over Belfast nog niet had verdedigd. Hij wilde hem nu door een afzonderlijk amendement bij de tweede lezing als verstoorder van den vrede brandmerken. Parnells voorstel werd met 228 tegen 121 stemmen ver worpen. In Cochin-China hebben weder Chris tenvervolgingen plaats gehad. Ongeveer 50 werden vermoord. Geheele dorpen werden verbrand en vernield, naar het heet ten gevolge van onvoorzichtige han delingen van Engelsche en Amerikaar.- sche protestantsche zendelingen. De heer A. M. Tromp van Holst, majoor-kommandant der dienstdoende schutterij alhier, neemt deel aan de fort manoeuvres, die van 2 tot 9 September gehouden worden. Van een benoeming van den heer H. Vogel, als surnumerair ten postkan tore alhier, door een der bladen alhier vermeld, is niets bekend. Wel is iemand van dien naam als zoodanig aangesteld aan het postkantoor te Amerongen. De commissaris des Konings in deze provincie, de heer mr. F. II. s'Jacob, be zocht Woensdagmiddag onze gemeente en confereerde met de heeren W. A. Croockewit en W. F. N. van Rootselaar, die met hem de commissie van toezicht uitmaken op de restauratie van de Kop pelpoort, ten stadhuize. In die conferen tie werd er op aangedrongen, dat het Rijk een aanvang maakt met de uitkeering der subsidie, die in de kosten van res tauratie is toegezegd, omdat die restau ratie zoo goed als volbracht kan worden beschouwd, uitgezonderd eenige kleinig heden, waartoe op een bezending oude steenen wordt gewacht, die door het rijk voor maanden geleden reeds is toege zegd, doch waarvan nog niets wordt be speurd. Men zal ook bij dien debiteur om althans gedeeltelijke uitbetaling van de subsidie aankloppen. Aan het examen voor den Artillerie cursus te Delft is deelgenomen door 39 candidaten, nadat 10 candidaten waren afgekeurd. Onder de 17 geplaatsten behooren de heeren: F. T. M. Bücker, H. Donker en J. W. F. Bothof, oud-leerlingen der Hoogere Burgerschool alhier, die in Juli 11. het diploma van wei-afgelegd eind-examen te LUrecht ontvingen. Op den Infanterie-cursus te Haarlem werd geplaatst de heer J. C. van Eyber- gen, eveneens oud-leerling van de 5e kl. der genoemde school. Bij een schoolfeest te Nieuwer- Amstel stelde de feestcommissie aan elk der hoofden van scholen een bedrag ter hand geëvenredigd aan bet aantal kin deren, om daarmede naar eigen inzien de zaak te regelen en uit te voeren. Een voorbeeld, dat navolging verdient. Een kindje van den trompetter B., is in een onbewaakt oogenblik in't water geraakt in de Westsingelgracht, en werd door zekeren van N., werkman bij de gemeente-reiniging, die er met een schuit voorbij voer gered. Hoogland. De ziekte onder de var kens vertoont zich op verscheidene hoeven, en meestal daar, waar men volstrekt geen voorzorgsmaatregelen neemt. Men meent hier, dat men met vijf ets. zoogenaamd duivelsdrek den stal een jaar lang kan zuiver houden, waardoor men minder kans beloopt, het verlies van varkens te betreuren. Aanbeveling verdient, in het voe der enkele malen een weinig bloem van zwavel te doen, dat reukeloos en smake loos is en gunstig werkt. Elders wordt het gebruik van zout aanbevolen. De rietdekker L. alhier, viel Woens dagmiddag alhier van eene schuur, waar bij hij zich vrij ernstig verwondde. Hij werd per rijtuig naar zijn woning ver voerd. Baarn. Door wijlen mejuffr. S. J. Petersen Nobbe is aan de diaconie der

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1886 | | pagina 2