NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad UTRECHT EN GELDERLAND. N. I. Zestife.iub A013™* r MANUELA. Zaterdag I Januari 1887. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. Overgang. BINNENLAND. Feuilleton. _ICHELIiE te -nemens om op Miari 1887, TEUNIS «■d e AMERSFOORTSCHE COEBANT. VOOR abonnementsprijs: Per 3 maanden ƒ1.Franco per post door het gebeele Rijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever A. M. SLOTHOUWER, Amersfoort. advertentien: Van 16 regels 0,40 iedere regel meer B Cent. Advertentien viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Aan onze geabonneerden bui ten de gemeente wordt verzocht 't Abonnementsgeld vNieuwe Amers- foortsclie Courant" 4e kwartaal '1886, te willen overmaken in postzegels of per postwissel, vótfr 5 Januari 1887, zullende anders daarover met 10 cents verhooging per post worden beschikt. DE UITGEVER. IS geweest? op zichzelf, Een kort woord van herinnering aan het jaar, dat zoo aanstonds onherroepelijk tot het verleden zal behooren, van verwelkoming 'aan het jaar, welks eerste uurslagen, naar we hopen, weldra ons oor zullen bereiken, ziet daar het eenige, waarmede we thans onze lezers kunnen bezighouden. Voor al het andere wat we misschien te zeggen mochten hebben ontbreekt het thans aan belangstelling. En wie zou dit niet billijken? «Quaesties" zijn er genoeg, en ze worden druk genoeg besproken ook elk van ons zal, wanneer dit noodig is en op zijn weg ligt, er de noodige aandacht wel aan wijden. Maar de Oudejaarsavond is daarvoor totaal ongeschiktdan gaan we rustig nederzitten, en we bespreken met elkander de ervaringen van het jongst verleden en de verwachtingen voor de naaste toekomst. Hier ter plaatse kunnen we dat slechts doen ten aanzien van de dingen die ons gemeenschappelijk betreffen, die de verhouding raken waarin we tot elkander staan als ingezetenen van dezelfde gemeente, burgers van denzelfdeu Staat, leden van de maatschappij. En, om met het laatste te be- binnen, heeft 1886 heUzjina, toe gebracht tot verbetp*v..ig van sociale tf. ci)MiuuVh? Wie denkt nu niet onwillekeurig aan de ernstige verstoring van orde, waarvan in den zomer de de hoofdstad het tooneel Stond dit feit geheel zonder nauw verband te houden met de beweging die op maatschap pelijk gebied is waar te nemen, we zouden wel het gebeurde diep betreuren en deernis uitdrukken met de slachtoffers, maar in de oorzaak van dergelijke uitspatting, de aanleiding daargelaten, ligt reden tot bezorgdheid. Niet een zoodanige bezorgdheid, die ons doet sidderen van angst, maar zulk een, die ons1 noopt alle krachten in te spannen, ten einde langs den weg van gesta dige hervorming datgene te verkrij gen, wat noodig is om ook den minderbedeelde tot tevredenheid te kunnen opwekken zonder dat wij de beschuldiging van huichelarij behoe ven te duchten. De tijd snelt voort, de maanden voegen zich tot jaren; laat ons toch geen oogenblik verzui men te doen, wat in het belang van de maatschappelijke welvaart gedaan moet worden. Er openbaren zich teekens, die ons het einde van den crisis in han del en nijverheid doen hopen; de vraag naar producten neemt hier en daar toe, de arbeid vindt langzamer hand meer bezigheid. Moge het blij ken dat we ons niet vergissen, als wij de vooruitzichten voor 1887 iets gunstiger noemen dan zij een jaar vroeger warenWant inderdaad, als een breede schare onzer medeburgers honger lijdt door gebrek aan arbeid dan is het niet geheel onverklaarbaar, dat naar de stem die tot gematigd heid en geduld aanspoort, niet wordt geluisterd. De politieke vooruitgang van ons vaderland moge grooter hebben kun nen zijn, wejiebben tr-h^ 'iHACgètieel stjhgcsfadilV Tfïet jaar '86 vindt in de I annalen onzer geschiedenis zijn plaats voornamelijk aangewezen door de invoering van het nieuwe Strafwet boek; een gebeurtenis, waarvan nog weinige jaren geleden in de Tweede Kamer de gedachte aan de mogelijk heid met een algemeenen spotlach werd afgewezen. Ook mag niet onver meld blijven, dat maatregelen werden getroffen waardoor het mogelijk zal zijn een belangrijken nijverheidstak in Neerlandsch-Indië voor ondergang te behoeden. Daar staat, tegenover dit actief, ook een passief; de hoop, dat de herziening onzer Grondwet dit jaar zou tot stand komen, •werd niet vervuld; het blijvend meening- verschil over de quaestie van het onderwijs riep een crisis in het leven, die een ontbinding der Tweede Kamer ten gevolge had, waaruit een wijziging in de getalsverhouding der politieke partijen voortvloeide. Moge 1887 in dit opzicht gelukki ger zijn. Of zou misschien de oude Grondwet haar veertigjarigen leeftijd geheel ten einde moeten brengen? We hopen het niet! Maar wat we wèl hopen, is dat de band, die ons volken zijn Vorsten huis samenvoegt, dat jaar een nieuw versterking moge ondergaan door de algemeene deelneming aan de viering van 's Konings zeventigsten verjaardag. Onze Koning, op één na de oudste der Regeerende Vorsten, moge nog vele jaren de bewijzen ontvangen van de gehechtheid der Nederlandsche natie. In den kring onzer rustige gemeente vloeide de stroom van het openbaar leven kalm en ongestoord daarheen; ingrijpende gebeurtenissen hadden niet plaats. De mannen, door het welgegrond vertrouwen hunner mede burgers met de verzorging der publieke belangen belast, kweten zich getrouw van hun plicht; aan onzen dank vn°sren wij den wensch toe, dat zij geren vorm hersteld en voor verval Sehoed worde. Op den hierdoor inge slagen weg ga men met ijver voort; het uiterlijk aanzien onzer gemeente is geen te versmaden factor voor haar welvaart. Dat vooral die welvaart, en inzon derheid haar zedelijk welzijn, gewaar borgd wordt door de eensgezindheid der burgerij. Er zijn vraagstukken, over welke we niet eenstemmig den ken, en belangen, welker bestaans recht niet door allen in gelijke mate wordt erkend. Maar laat ons toch altijd pogen, een onvermijdelijk en zelfs noodzakelijk meeningverschil niet te doen aangroeien tot een bron van verdeeldheid, waardoor alle vooruitgang onmogelijk wordt ge maakt. In den boezem der groote natiën van Europa woeden hartstoch ten, die de vrees voor een geweld dadige uitbarsting lang niet hersen schimmig maken; en wanneer mis- "ns— ook in we te het jaar dat gaan voldoening mogen vjnuen hun gewaardeerden arbeid. schien de storm losbreekt, kan alleen datgene staande blijven wat sterk is. Onze kracht schuilt niet iu de eerste plaats in regimenten en ves tingen, maar kan in niets anders bestaan dan in eensgezindheid, nauwe aaneensluiting, kloekmoedige samen werking. Onze kerkelijke en politieke twisten brengen die in gevaar, en dreigen voor ons te worden een element van zwakheid, waardoor we buiten staat zullen zijn eenigen schok te weerstaan. Laat ons dit toch ernstig bedenken, en het jaar dat zijn naderende schre den reeds doet hooren, te gemoet gaan met het stellig verlangen om, met behoud van elke ons dierbare overtuiging, die ééne boven elke andere te handhaven, dat het Neder- gemoet landsche volk is een volk van broe- van derenAlleen onder deze voorwaarde I kunnen we de toekomst onbevreesd Als°ëën"mërkwlardig'feït'in Amers- a^ac]lten' wat zij °°k in haren foorts geschiedenis vermelden we de schoot voltooiing van een werk, waardoor een belangrijk overblijfsel van Mid- deleeuwsche bouwkunst in zijn vroe- verborgen houdt. Namens Z. M. den Koning is aan de drijvers bij de jacht, bij gelegenheid Tan het Kerstfeest op Het Loo gehouden, elk een ham uitgereikt. De Koning, de Koningin en het Prinsesje zijn van liet Loo in de residentie teruggekeerd. Graaf Schimmelpennink, grootmeester, de generaals Verspijck en Klerck, de Commissaris des Konings van Zuid-Holland en de burgemeester van 's-Hage complimenteerden aan het Rijn spoorstation HH. MM. In de Rijnstraat bewoog zich een talrijke menigte, die de vorstelijke personen met gejuich en hoera's begroette. De Ned. Sportclub zal vermoedelijk begin Januari aan den wedstrijd op schaatsen te Hamburg deelnemen met de Friesche rijders de Vries, Veninga, en Kingma. Waarschijnlijk zullen ook Paulsen en Hagen aan den strijd deelnemen, In het belang van hen, die gebruik wenscben te maken van de gelegenheid tot het doen overbrengen, per telegraaf, van nieuwjaarskaarten, herinneren wij, dat de Minister van waterstaat, handel en nijverheid, daaromtrent het volgende heeft bepaald Formulieren voor deze nieuwjaarskaar ten, voorzien van een stempelafdruk van het kantoor van afgifte, zijn gedurende de maand December bij alle Rijkstele graafkantoren verkrijgbaar tegen den prijs van tien cent. De op deze formu lieren geschreven nieuwjaarskaarten kun nen zonder verdere betaling of frankee ring, op 31 December 1886 en op 1 Ja nuari 1887 bij alle Rijkstelegraafkanto ren ter overseining worden aangeboden naar plaatsen waar Nederlandsche Rijks telegraaf- of telephoonkantoren zijn ge vestigd. Op een nieuwjaarskaart mag, behalve het adres, alleen den naam voorkomen van den afzender. Zij mag ten hoogste 10 woorden bevatten. De naam der plaats van afzending wordt ambtshalve medegeseind. De aflevering ter plaatse van bestem ming, ook van de op 31 December aan geboden kaarten, geschiedt, indien eenigs- EENE NOVELLE. Vrij gevolgd naar het Italiaansch. 1) Ik weet niet of bij een ander de her innering aan eene stad of een landschap ook gedurig met eene en dezelfde lokaliteit verbonden voor de gedachten treedt, al ware die een soort titelblad voor al het daar doorleefde en geziene. Zoo wekt bij mij de klank van den stadsnaam Napels, oogenblikkelijk de gedachte aan het donkere prieel van het terras der Villa Reale, waar men de branding der zee onder zich heeft, en in de verte, aan den horizon de schepen kan waarnemen; terwijl men nergens zoo heerlijk als in die koele schaduw ijseet, eene cigarette daarbij rookt, en na de hitte des daags langzamerhand weer begint te leven. Het tochtje naar die liefelijke plek, was mij, tijdens een tropisch heete maand Augustus, van welke ik de daguren op het Zoologisch Laboratorium doorbracht, met experimenteeren op allerlei zeedieren, visschen polypen, zoozeer tot gewoonte en verkwikking geworden, dat ik dikwijls na mijn diner, als het zes uur sloeg, de groote politieke dagbladen ter zijde legde, langzaam de kade afwandelde, aan Castel d'Ovo voorbij, tot aan den ingang der Villa Nazionale. Daar zat dan gewoonlijk, aan een afzonderlijk tafeitje, dicht bij de borst wering van het terras, reeds een kleinen kring van vreemdelingen, geleerden en kunstenaars (waaronder ook een poëet), in de koele schaduw bijeen. Dan werden er meestal theoretische disputen gehou den om 's Keizersbaard en over de hoogste gaven der menschen. eene soort con versatie in welke wij onovertroffen zijn. Met zulk een kapitaal van geest en ver nuft als op dergelijke avonden wordt verkwist door luidjes die den volgenden morgen niet weten hoe zij hun kleer makers-rekening moeten betalen, zou een fransch uitgever rijk kunnen worden; wij stellen ons echter tevreden met de herinnering aan zoo menigen onvergete- lijken avond, waarop dit of dat karak teristiek menschenhoofd beter sprak dan een gedrukt boek en de strijd der be grippen werd gestreden tot laat namidder- nacht. Zulk een slrijd, op genoemd terras, i is mij door 'tjgeen wat er op volgde, voor mijn gelleele leven onvergetelijk ge bleven. Wij spraken een langen tijd over het diepe verval van een onzer gemeen schappelijke bekenden, die in onze studie jaren ongetwijfeld Numero één onder ons was, wat vernuft en luimige invallen betrof en thans een totaal armoedig en tamelijk dubbelzinnig bestaan leidde. Dit gaf aanleiding tot een levendig dispuut over het oude onderwerpgedwongen aanleg en vrije wil. De Zuid-Duitschers van ons gezelschap betuigden eene grooteie tolerantie voor de slechte karaktertrekken van den be sproken persoon, dan de Noord-Duitschers. Zij konden eene zekere bewondering voor zijn geestesgaven niet verloochenen. «De grenzen zijn moeilijk te trekken" zoo besloot een medicus, die den onge lukkige vroeger van zeer nabij had ge kend zijn zeer scherpzinnig betoog over wat hij het noodlottige in een karakter noemde. «Maar geloof mij", zoo begon een piep jong doctortje uit Gottingen, die hier rustte op de lauweren zijner dissertatie en over alle mogelijke zaken benijdens waardig stellige inzichten had, «Geloof mij, dal is toch al heel eenvoudig; de grens is daar waar iemand mét of zon der wil eene oneerlijke of slechts onfat soenlijke handeling begaat. Met zulk een mensch gaat men dan, heel gewoon niet "in de schuld." meer om en hij zelf is daaf\l« me(, De oude Magnus een statig ir.^'!.: iia grijzen baard, ongeveer vijf en zesi.J jaren oud, die zich anders niet veel in het gesprek mengde, zeide zeer lakonisch: «Dan zult ge uw omgang aanmerkelijk moeten inkorten en u zeiven wellicht bij eene of andere gebeurtenis in uw leven daarvan moeten uitsluiten". «Meneer!" riep de dokter toornig. «Wees maar heel bedaard! De zaak is zeer eenvoudig. Als rnen publieke ver zamelingen besteelt, zoo als onze vriend de bibliornaan dan sluit zulks hem uit van gezellige kringen en kan men hem geen achting meer bewijzen. De diefstal is echter niet het eenige «onfatsoenlijke" wat een mensch begaan kan, en ik be weer dat in het leven van menig, zeer hoog aangeschreven persoon, herinnerin gen voortleven, die de bezitter tot duren prijs zoude willen vernietigen, als hij slechts kon, niettegenstaande hij de eenige is die er van weet. Als het op de uit drukking der gevoelens aankwam, och ja, dan waren wij allen zonder smet of blaam maar de personen zijn wel met den vingc aan te wijzen die niet, be stormd (Mor een bevigen langen krisis van hartstochten, dit of dat gedaan heb ben, wat ij, bij kalm oordeel, onrecht vaardig of onfatsoenlijk moeten noemen. Wij leven in een tijd van groote sociale huichelarij, anders had het gezegde waar lijk geen advocaat noodig gehad •,^>Nu ja!" riep eenderde, uic wat doen wat een anfjfh kan wel eens Uz»n moet die and'lier hindert; maar cia^i-scnam het te ze-'r maar een maag hebben ,^-Je ovjp verduwen. «Meneer riep y^de op zijne beurt, «dat is al eene zeer frivole uitdrukking. Men moet, terwijl men zoo handelt eene vaste overtuiging gevolgd zijn, dan vindt men later in dezelve troost, als men zijne zonde, of dolheid, of welken naam ge wilt kiezen, met een koel hoofd volko men begrijpt. Uit de maatschappij wordt men daarom nog niet gebannen." Met deze woorden stond hij plotseling op, greep mij bij den arm en zeide: «Gaat ge mede?"; eene schrede verder vervolgde bij: rik walg van die waan wijze, hedendaagsche jeugd, met haar oppervlakkig verstand. Dat verhoovaar- digt zich op haar deugd, die niets anders is dan gebrek aan verbeeldingskracht en onbekwaamheid tot hartstocht, en merkt daarbij niets van haar innerlijke ar moede Hij sprak snel en afgebroken, terwijl wij bet pad langs da zee volgden, ik was ten zeerste verwonderd over de plotselin ge opgewondenheid van der. anders zoo rustigen en philosofiesch vrolijken man

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1887 | | pagina 1