NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
UTRECHT EN GELDERLAND.
Zaterdag 15 Januari 1887.
Zestiende Jaargang.
abonnementsprijs:
-OENSDAG EN ZATERDAG.
advertentien:
Iets nieuws, iets goeds?
BINNENLAND.
Feuilleton.
MANUELA-
VOOR
Per 3 maanden 1.Eraneo per post door het gebeele Rijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever A. M. SLOTHOUWER, Amersfoort.
Van 1 6 regels 0,40 iedere regel meer 5 Cent.
Advertentien viern.aal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Daar zijn menschen, die het plan
tot oprichting van een kookschool
in Den Haag afkeuren, omdat zij
er niets in zien dan de nabootsing
van iets uitheemsch.
Wat dat betreft, oorspronkelijkheid
is onze sterkste zijdf niet. Meer en
meer komt de uitdrukking in zwang:
»In navolging van hetgeen in het
buitenland met goed gevolg is tot
stand gebracht." Voorgangers zijn
we slechts bij zeldzame uitzondering.
Maar is dat op zichzelf een kwaad
Hoe levendiger het internationaal
verkeer is, des te flauwer worden de
nationale onderscheidingen; de zeden
en gewoonten, gebruiken en kleeding
smelten samen in een soort van
volapük, vooral in de «beschaafde"
kringen. De heeren en dames te
Athene zien er precies uit als die
te Keulen en te Parijs. Wat heden
ergens als nieuw wordt in practijk
gebracht, om 't even of het is een
repeteer-geweer of een uit de verge
telheid der vorige eeuw te voorschijn
gehaalde dans, is morgen het gemeen
goed van allen.
Wezenlijk, als we nog erg lang
wachten met de oprichting van de
kookschool, dan zullen we liet ver
wijt van achterlijkheid niet kunnen
ontgaan. Londen, Parijs en Berlijn
hebben haar, Den Haag en Am
sterdam moeten wel volgen.
't Is iets eigenaardigs, dat ditmaal
de residentie, ondanks haar lager
bevolkingscijfer, voorgaat. Zouden de
Hagenaars lijner smaak hebben,
dit woord opgevat in zijn gastrono
mische beteekenis, dan de bewo
ners der hoofdstad, of kan het
hieraan liggen, dat de dames in Den
Haag minder tijd hebben om zich
met «de pot" bezig te houden,
dat daarom de klachten der heeren
over slecht toebereide spijzen zoo
hartroerend zijn geworden, dat er
naar een middel gezocht moet wor
den om in de bestaande leemte te
voorzien, en men om die reden met
beide handen aangrijpt wat het
buitenland ons ter navolging aanbiedt
Leve dan de
Wij zouden
willen geven
Haagsche kookschool
haast in overweging
haar «académie" te
noemen, in verband met de hooge
vlucht, die het onderwijs er onge
twijfeld nemen zal. Want er zal heel
wat physica en chemie, warenkennis
en boekhouden, mitsgaders de breede
lijst van hulpwetenschappen, als daar
zijn dierkunde, botanie en de voor
het begrijpen en uitwerken van
chemische formules onmisbare wis
kunde onderwezen moeten worden,
zal het resultaat aan de verwachtin
gen beantwoorden. Zelfs zal men de
vreemde talen niet geheel achterwege
de aanstaande
voedingsmiddelen
kunnen laten, om
bereidsters onzer
in staat te stellen, haar kennis te
verrijken niet hetgeen in den vreemde
over de vooi trelfelijkste aller kundig
heden en kunsten is en nog zal
worden geschreven.
Verder bespeuren we in het plan
dezer stichting de kiem eener niet
onbelangrijke sociale hervorming. In
een kookschool worden ook spijzen
toebereid, wellicht meer dan door
leeraars, leeraressen en leerlingen
zullen geconsumeerd worden,
voorondersteld altijd, dat zij het
werk hunner handen lusten zullen.
Welnu, het overschietende zal dienen,
om een goedkoope volksrestauratie
te oorzien. Breid dat stelSel een
weinig uit, en ge komt tot de ge
meenschappelijke maaltijden die op
het programma onzer Socialistische
Wereldverbeteraars een ruime plaats
innemen. Dan kan men er met ge
ringe moeite aan vastmaken een
moestuin voor de aankweeking der
beuoodigde groenten en vrachten,
(met tuinbouwschool); een veestal
met zuivel fabriek (en landbouwschool)
voor het bekomen van goed vleesch,
onvermengde melk, onvervalschte
boter en bruikbare kaas; mitsgaders
een kunstmatige kippenbroeierij, om
de kunst van eieren koken en hoen
ders braden practisch en met geschikt
materiëel te kunnen onderwijzen.
Waarlijk, de culinarische aca
démie, zooals wij voorstellen de
nieuwe inrichting te doopen, heeft
in de geschiedenis onzer maatschap
pelijke ontwikkeling een gewichtige
rol te vervullen
Welk een verschil!
Vroeger verbeeldde men zich, dat
de beste leerschool voor het koken
was moeders fornuis.
Er is een tijd geweest, dat zelfs
aanzienlijke dames zich niet schaam
den, persoonlijk deel te nemen aan,
en zeer stellig nauwlettend het oog
te laten gaan over den arbeid in de -
keuken. Als de voedingsmiddelen in
huis gebracht werden, moest de
huisvrouw, al was zij ook een dame -
van hoogen stand, ze inspecteeren
en niets van hetgeen er voorviel in
de kombuis of wat er aanwezig was
in de provisiekamer, ontging aan
haar blik. De dochters vonden het
zeer natuurlijk, dat zij, op den leeftijd j
gekomen dat het onderwijs niet meer
al haar tijd in beslag nam, zich
wijdden aan huiselijke werkzaamhe
den want, zoo leeraarde haar moe
der, wat zoudt ge u later moeten
schamen, als de meid er meer van
wist dan gij, en ge haar niet eens
kondt zeggen hoe het gedaan moest
worden.
Die ouderwetsclie manieren treft
men zelfs in den kleinen burgerstand
niet meer aan. De vrouwen hebben
andere bezigheden, een andere levens
taak: welke, dat zouden we niet
kunnen zeggen, maar in elk geval
schijnt die zooveel van haar krachten
te vergen, dat de keukenaangelegen
heden geen onderwerp van haar
aanhoudende zorg meer kunnen zijn.
Mocht gij in een onvriendelijke bui,
gewekt door het genot van een
slecht toebereid maal, die oude zeden
terugwenschen, dan loopt gij gevaar
beschuldigd te worden, dat gij er
zeer prozaïsche opvattingen op na
houdt, en misschien zal u wel de
gewetensvraag worden gedaan, of gij
wellicht van uw levensgezellin een
keukenslavin zoudt willen maken?
En gij buigt u voor den tijdgeest,
en trekt u, uit vrees voor iets ergers,
naar uw kamer terug om er in het
rooken eener sigaar de ellende van
een onmogelijke biefstuk te vergeten.
Maar die kookschool danJa,
ziet ge, daarmee verandert de zaak
geheel en al. Dat wordt nu een
quaestie van mode, een prettige
afwisseling in de eentonigheid van
visites en pianolessen. De jonge dames
zullen het aardig vinden} een cursus
bij te wonen in allerlei moois, en
van tijd tot tijd eens voor huishoud
stertje te spelenkrijgen zij dan na
verloop van een paar jaar een
diploma, na afgelegd eindexamen,
(theoretisch en practiscn?) dan be
staat er geen enkele reden meer
waarom haar galant er niet op zou
aandringen den dag van het huwelijk
niet langer uit te stellen.
Doch men wil ook voor meisjes,
die door eigen arbeid in haar onder
houd zullen moeten voorzien, de
gelegenheid openstellen otn tot be
kwame keukenmeiden te worden
opgeleid. Zeker een hoogst lolfelijk
streven, en ongetwijfeld ziet ieder
wiens verhemelte nog niet vereelt
is door de onbekwaamheid der tegen
woordige keukenprincessen, met ver
langen het oogenblik te gemoet,
waarop hij voor het eerst met de
heerlijke kostjes der kookschool-
élèves kennis zal maken.
Eindelijk nog moeten de meisjes
uit den werkmansstand aan die
school leeren, hoe ze voor weinig
geld, met geringe hulpmiddelen, een
smakelijk en gezond maal moeten
bereiden Eerlijk gezegd, houden
we over dit deel van het programma
ons hart vast, en zouden we haast
in de verzoeking komen, aan de
«moeders-pappot-methode" de voor
keur te geven. En zou wezenlijk, als
de moeders zich wat meer met de
opvoeding barer dochters konden
bemoeien,
wanneer de oude,
verstandige arbeidsverdeeling: vader
naar de werkplaats, moeder in het
huisgezin, bleef gehandhaafd, die
opleiding niet voldoende kunnen zijn?
We vragen slechts, in de hoop
een antwoord uit te lokken dat
eenigszins geruststellend is voor de
ingezetenen dier gemeenten, die
vooralsnog van de zegeningen
eener kookschool verstoken zullen
blijven.
[Iet afdeelings-veslag der Tweede
Kamer over liet wetsvoorstel Schaepman
betrekkelijk artikel 149 der grondwet is
verschenen. Verscheidene leden achten de
kans van aanneming gering omdat het
van een lid der rechterzijde uitgaat en
bovendien eene voor de meeste voor
standers der schoolwet onaannemelijke
bepaling bevat. Andere leden achtten
bovenal eene beslissing omtrent het kies
recht noodig. Eene derde categorie prees
de indiening als eene verdienstelijke daad.
Maar bij zeer velen bestond overwegend
bezwaar tegen den inhoud van het voor
stel, hetzij omdat zij daarin eene te ver
gaande strekking zagen, hetzij omdat^zij
liet onvoldoende vonden.
Naar men aan liet U. D. mededeelt,
worden door den Minister van Justitie
maatregelen genomen, om de Zigeuners,
die in den laatsten tijd ook weder over
onze grenzen willen binnenkomen, naar
hun land terug te voeren, en wel in een
spoorwegrijtuig 3e klasse, zoo mogelijk
rechtstreeks doorgaande naar Passau.
De Voorzitter der Eerste Kamer,
de heer van Eysinga, zal in het hotel
Paulez te s' flage de volgende week een
diner aanbieden aan de leden dier Kamer.
Aan burgemeester en Wethouders
van Leeuwarden is door den gemeente
raad een crediet van t 600 verleend, om
op den avond van den 70sten verjaaidag
van Z. M. den Koning van gemeentewege
een vuurwerk te doen afsteken.
EENE NOVELLE.
Vrij gevolgd naar het Ilaliaansch.
5.) Dan werd zij wel een weinig hoos,
noemde mij onzinnig en vermaande mij
met eenige waardigheid de grenzen der
vriendschap niet te overschrijden doch
zij onttiok zich niet aan mij en ik liet
haar maar praten. Waarheen dit leiden
moest... ik vraagde het mij niet af;
al het andere was verzonken en vergeten.
Ik leerde menschen kennen zonder dat
ik op hen lette, ik lette er zelfs niet op
dat men in de stad M. begon mij als
eene mogelijke «partij" te beschouwen
en de kennismaking met verschillende
dames aanbood phlegmatische, leelijke
handelsstadschen voor wie ik den neus
optrok en met desterneei verlangen haakte
naar de zoete stem van Manuela. Ik
arbeidde over dag als een kruier en toch
geloof ik niet ooit beter en geestigei
geschreven te hebben dan in dien tijd
menigmaal kwamen mij plotseling ideeën
in 't hootd, die ik als van eene vreemde
individualiteit ontving. Plotseling kwam
ik tot het besef uit welke mystieke oogen
ik dat alles gelezen had, zonder dat die
oogen een letter verlangden te lezen van
alles wat ik schreef. Dat is de ware en
onuitwischbare betoovering, niet het
andere wezen als voorwerp van bewon
dering voor zich te zien, maar het als
middel te gevoelen door 't welk alleen
men leeft en werkt, denkt en gevoelt.
Voor mij begon destijds de dag eerst
in den namiddag als ik, na volbrachten
arbeid, de stadspoort uitsnelde. Alles
concentreerde zich in Manuela en had
voor rnij slechts waarde in zooverre het
op haar betrekking had mijn denken,
voelen en hopen beperkte zich tot dien
tuin met de donkere geurige linden-
boomen.
«Es ist eine alte geschichte" viel ik
hem met het welbekende citaat in de
rede.
»Ja" zeide de oude man terwijl hij
met de hand over de oogen streek, eine
alte geschichte" en toch voel ik ze heden
noch in 't hart als ik terug denk aan
dien toestand van zaligheid. Een groote
hartstocht is ook eene eigenaardige zaak
waarde vriend; niet velen zijn in staat
dien te begrijpen. Duizenden gaan henen
zonder hem gekend te hebben, de weinigen
echter die hem hebben ondervonden
houden er eerbied voor. Het leven ver
krijgt plotseling eene zooveel hoogere
waarde, er ontwaken in 't binnenste
eensklaps zooveel bezielende machten,
dat men op 't vroegere bestaan terug
ziet als op een armzaligen droom. Alle
sterke krachten van den geest, de fantasie,
den wil, die in eene menschelijke ziel
verborgen zijn, dienen slechts oin 't vuur
des te feller te doen branden. Uit dezelfde
energie die dat vuur beteugelen wil,
komen nieuwe vlammen voort en om het
te dooven zoude men zich zelren moeten
vernietigen.
Terwijl hij zoo sprak zag hij op naar
den schemerenden hemel en ik lette op
het fijn besneden profiel en de nog steeds
zoo heldere oogen onder het niet zeer
gerimpelde voorhoofd. Er was niet vee!
verbeeldingskracht toe noodig om zich
den ouden Magnus van voor dertig
jaren voor te stellen en het zeer be
grijpelijk te vinden dat hij gevaarlijk
kon worden voor een vrouwenhart; vooral
wanneer de wachter van dat hart een
Gerard was.
«En de echtgenoot?" vraagde ik ein
delijk, «hoe bleef die onder dat alles?"
Zoo blind dat ik er later dikwijls over
verbaasd heb gestaan. Misschien was
het ook wel onverschilligheid. Wat kon
hem ook de ziel var. Manuela schelen,
daar hij die tocli niet begreep. Als zy voor
de huishouding zorgde deed zij voor hem
genoeg om op hare gemoedstemming te
letten kwam niet bij hem op.
Gerard had eene zeer vulgaire natuur,
vermoedelijk had hij reeds dikwijls be
rouw gevoeld over zijne passie voor het
exotische en zou met eene gewone burger
dochter veel meer naar zijn smaak ge
huwd zijn geweest. Een gesprek over de
stad en hare bewoners, waarnaar hij
met oplettendheid zou hebben geluisterd
en in hebben gedeeld, kori door de vol
komen afzondering van Manuela niet
gevoerd worden, en zoo ging alles zijn
gang steeds verder en verder.
Tot hiertoe heb ik u de geschiedenis ach
tereenvolgens verhaald, door den grooten
slag echter die mijn denkvermogen tiof
en hoofd en hart martelde is mij den
samenhang ontschoten zoodat mij van
hier af alleen afzonderlijke gebeui tenissen
in 't geheugen zijn gebleven.
Dit alles gebeurde zoo als ik reeds
zeide in den zomer van 't jaar 1847 en
niemand vermoedde iets van het hevige
politieke onweer, dat reeds in 'l volgende
jaar losbarste niettegenstaande allerlei
wolken eene verandering van de atmosfeer
voorspelden. Kunst en muziek, waardoor
liet volk zich den ellendigen polilieken
toestand vei bloemde, stonden hoog en
wij moesten toen een dier geruchtma
kende gebeurtenissen bèleven," die het
menschdom in groote spanning brengen,
om drie dagen later spoorloos vergeten
te zijn.
De meestberoemde klaviervirtuoos,
van dien lijd, kwam op zijne reis naar
de Alpen door onze stad en gaf een
concert, waarheen wij natuurlijk allen
gingen. Bij deze gelegenheid gebeurde
het, dat een onzer voornaamste katoen-
koningen zoo gelukkig was om eene zeer
vluchtige betrekking tot den afgod der
groote wereld, (ik geloof zij handelde
over een geleende parapluie) in herinne
ring te kunnen brengen. De parapluie
werd gebiuikt als steunpunt voor eene
uitnoodiging tot een plechtig dine en
een daaropvolgend tuinfeest, die tot
des uitnoodigers blijde verrassing werd
aangenomen, daar de gevierde uian om
andere redenen nog due dagen in onze
stad moest blijven en een groot viieud
van eene goede tafel was. Gij kunt u
geerie voorstelling maken vari de opge
wondenheid die dientengevolge in onze
niet zeer uilgebieide stad heerschte.
Wordt vervolgd.)