Gemengd Nieuws. Qfflcieele Publicatiën. Provinciale berichten. Ingezonden. tot paardenarts 2. kl. de paardenarts van de 3. kl. A. Frederikse, van dat perso neel alhier in garnizoen. Naar wij vernemen, zal het militair assaut, te geven door de 11e afdeeling van 't 1. regiment veld-artillerie, plaats hebben op Dinsdag en Woensdag den 22. en 23. Februari a. s. De huzaar v. A. van 't escadron ordonnancen, die, terwijl hij in het hos pitaal verpleegd weid, zich schuldig maakte aan diefstal ten nadeele van een zijner medevei pleegden, zal deswege vooi den krijgsraad terecht staan. Utr. Ct. Door het O. M. aan de Rechtbank te Utrecht, werden de navolgende straffen gevorderd tegen de navolgende personen: R. Z., A. T., A. G., en II. G., allen wonende te Amersfoort, bekl. van diefstal van geld ten nadeele vari den winkeliei J. A. S.. en de vierde bovendien diefstal van geld. ten nadeele van P. G., aldaai begaan, 2 eerste bekl, ieder 3 weken, de derde bekl. 6 weken en de vierde bekl. 4 maanden gevangenisstraf. H. G. mede wonende te Amersfoort, beklaagd van poging tot diefstal van geld ten nadeele van P. B., aldaar be gaan, 4 maanden gevangenisstraf. E. H., wonende te Woudenbeig, bekl. van inish. ran J. W., Iiuisvr. van W. v V., aldaar begaan, 8 dagen gevangenisstraf. J. de G. Azn., wonende te Spakenburg (gem. Bunschoten), bekl. van mishande ling van W. K. Bzn aldaar begaan, 5 dagen gevangenisstraf. M. d. J. wonende te Soest beklaagd van laster, jegens den gemeente-veld wachter, wegens een door dezen in de uitoefening zijner bediening gepleegd feit aldaar begaan, G weken gevangenisstraf. Als verdediger van bekl. trad op mr. N, F. Nooten, advocaat te Utrecht. Lijst van brieven geadresseerd aan on bekenden, verzonden van het postkantooi te Amersfoort, over de 2e helft der maand November 1886. Gei hard Ns. Vis, Ossendrecht. Wed. Gorlag, Purmerend. BRIEFKAARTEN. Wed. Bovelander, Amsterdam. Mej. A. Schrijver, Brief verzonden geweest naar België. Mme B. Gasonnier, Brussel. 323ste STAAT8-LOTE1UJ. VIJFDE KLASSE, VIERDE WEEK. Laatste trekking van 12 Fcbr. (100 loten.) Ten kantore van den Collecteur te Amersfoort is te beurt gevallen Prijs ran f TO. No. 10227 en 15594. Zonder prijs zijn uitgetrokken: 2387, 8739, 10215, 10302 16135 en 20559. Picter Botli. Wel foei! is dat me weer een manier van handelen't Schreit ten hemel! 't Is een schande! Jan van Oldenbarneveld. Zacht wat vrindje! Wat maak je je boos! Hebben ze je paraplu gestolen? P. Dat zie je wel beter. Neen 't is om dat gruis. J. Gruis? Wat voor gruis? P. Wel nu willen ze op Konings ver jaardag aan de behoeftigen gruis uit dee- len. J. Klontjes gruis om bij de rijst te eten? Ik had luidkeels kunnen schreien ge durende deze ontzetlende foltering. Ik wist wat de oorzaak was van haar dood. ik wist dat zij wanhopig was. Dit besef drukte mij zoo loodzwaai op het hart dat ik slechts moeielijk en even als een automaat de woorden kon uiten, die liet goede oudje verwachtte. Plotseling vergat zij hare klacht over Manuela, zij zag mij aan en vraagde of ik onwel was omdat ik zoo bleek zag. Dit oogenblik maakte ik mij ten nutte om aan de marteling te ontsnappen. Ik drukte de trouwe vriendin de hand, ver zocht haar Gerard van mij te groeten want ik kon niet op hem wachten en sloeg als een half bewustelooze den weg in naar de stad. Maar ik wist niet waarheen. Menschen te zien was mij onverdragelijk, door de kellners in het hotel wilde ik mij niet laten aangapen en zoo trad ik een der stille oude kerken binnen die in liet katholieke land den geheelen dag haar poorten openen voor bedroefden, en daar, in het donkerste hoekje, met het gelaal op de houten kerkbank geleund, zat ik te steunen van jammer. Het was mij alsof mijn hart zoude breken als ik dacht aan het arme radelooze kind, dut in blinden angst en wanhoop het pad des doods insloeg, waarvoor bare ziekontzet- P Loop heen! je maakt me nog dol ler. Neen steenkolengruis om er de stok- visch op te koken, en de inenschen heb ben niet eens kachels, en de Commissie moest toch weten, dat je geen gruis in den aschpot kunt stoken. Ik zal er eens een stukje in de courant over laten zetten. .7. Maar, als je vindt, dat de Commissie iets verkeerds doet, zou het dan niet beter zijn, je bezwaren aan een der leden mede te deelen? P. Neen in de courant. Dat maakt ineer effekt. Daar zijn ze bang voor. J. Nu, onderzoek dan maar goed, eer je begint, want ik kan je voor vast rneedeelen, dat er geen gruis wordt uitgereikt. P. Had ik dat maar eer geweten, dan had ik inij zoo boos niet behoeven te maken. J. Dat vind ik ook, en daarom ben ik zoo vrij, je den raad te geven, voor taan niet meer op een halfbakken ondei- zoek je toorn aan te blazen. P. De inrichting van het hedendaag- sche Staats- en Stadsbestuur is zoo veel beter dan in vioegeren tijd, en toch zijn de menschen even ontevreden als toen. J. Dat komt, omdat de menschen, uiciigclicn zijn gebleven. P. Hoe bedoel je dat? J. Wel de meeste menschen stellen eigen voordeel, aanzien en eer heel veel hooger dan het algemeen welzijn. P. Hoe heb ik het nou inet je; en ieder heeft de mond vol van 't algemeen welzij n J. Den mond, ja; maar 't hart niet. Let maar eens op, hoe zelfs bij gemeen teraden persoonlijke kwesties soms den doorslag geven, en hoe liet belang eener pailij boven dat van het algemeen wordt gesteld. P. 't ls waar ook. Soms wordt er door een clubje, opgeruid door den een of ander, een afspraak gemaakt, en dan houden de afsprekers zich daaraan, wat door dezen of genen ook in 't midden mag worden gebracht. Eene beraadslaging in de volle vergadering is dan vrij over bodig, want gemeenschappelijk overleg vervalt daarbij. J. Dat heb je goed opgemerkt. In zoo'n geval wordt wel eens vergeten dat men er zit om het algemeen welzijn te bevorderen en niet om zijn eigenliefde te streelen met te kunnen zeggen: «Wij hebben het er toch doorgehaald P. 't Is toch maar mooi, als je een eigen overtuiging hebt! J. Ja, maar 't is nog mooier, als je er ruiterlijk mee voor den dag durft te komen. P. Neen, nou weet ik het! Het aller mooiste is als je voor je overtuiging geen gronden hebt bij te brengen, en je tiljjft er dan toch bij. J. Juist! Wie dat kan is de rechte broeder. Utrecht. Bij het bestuur van het Museum van Kunstnijverheid alhier, di recteur de heer P. J. Houtzagers, bestaat het voornemen met Maait a.s. een cur sus te openen voor dames, in stijl- en ornameritleer en het teekenen, toegepast op het kunstnaaldwerk. Tot adjudant-onderofficier en ad ministrateur van het Militair hospitaal te Maasliichl, is bij beschikking van den Ministei van Oorlog benoemd, de sergeant- majoor M. A. Freiót van de 2e Com pagnie bospitaal-soldaten alhier. Nijkerk. De 70ste verjaardag van Z. M. den Koning zal O. a. in deze ge meente herdacht worden door een ont haal van al de schoolkinderen, zoo op de openbare-, bijzondere- als bewaarscholen; door eene uildeeling aan de minvermo genden van spek, boonen en brandstoffen; een optocht van de leei lingen dei teeken- scliool, bet bespelen van het carrillon en eene wapenschouwing over de schuilei ij; ting koesterde. In angst voor mij, ik mocht die gedachte niet behouden, zij zou mij krankzinnig hebben gemaakt. Lang, zeer lang, zat ik daar tusschen die stomme, gevoellooze heiligen beelden en voelde de geheele, ontzettende bitter heid van het zelfverwijt over iets waar voor nóch goddelijke nóch menschelijke hulp bestond. In dat uur kwam de vreesselijke eu zware last op mijne ziel, die er mijn halve leven lang niet van geweken is en al het andere van verstand en bestaan verpletterde. Ik was voortaan alleen met hel bewustzijn van mijne misdaad en moest het aanstaren als een spook dat niet verdwijnen wilde. Ik zeg u jong mensch, ei bestaat reeds hier beneden eene vergelding, eene ijzeren, onverbid delijke weegschaal, die zuiver weegt. Niemand weet hoe of het er in een bin nenste uitziet waarin zulk een geheim wordt omgedragen. Dagen lang, jaren lang en geen woord mag over de lippen komen, ofschoon de gedachten opbrui- schen en het bloed kookt! Sedert ik dat heb doorleefd, heh ik medelijden met eiken misdadiger dien gij anderen steeds geneigd zijt als een bijzondei soort mensch te beschouwen. Maar ge noeg; ik wil u niet ophouden met iels wat toch niet met woorden kan worden alsmede eerie uitvoering der Zangveree- niging «Door Oefening Grooter." Soest, 14 Februari. Hedenochtend omstreeks 9Vj ure is er brand ontstaan in een huis, door twee gezinnen be woond, ondanks de toegesnelde bi and- weer is het gebouw, wegens gebrek aan water, totaal afgebrand, de inboedels zijn grootendeels gered, menschenlevens zijn niet te betreuren; het gebouw en de inboedel van slechts één gezin waren tegen brandschade verzekerd de oorzaak is vooralsnog niet met zekerheid bekend. 15 Februari. Door den gemeenteraad is crediet verleend aan de hoofden zoowel van de openbare als bijzondere scholen alhier om de kinderen hunne school be zoekende, feestelijk te onthalen bij ge legenheid van den ÏOsten verjaardag van Z. M. onzen geëerbiedigden Koning en zal dien heugelijken dag alzoo ook te Soest niet onbemerkt voorbijgaan. In ons nummer van 12 Februari jl. werd slechts melding gemaakt van de openbare scholen. Klicncn. Heden Woensdag 16 Fe bruari, ten half acht, zal Justus' van Maurik Jr., van Amsterdam, van wege het departement te dezer stede van de «maatschappij tot nut van 't algemeen" eene voordracht houden. Zij, die buiten deze stad woonachtig zijn, hebben toe gang tegen 75 ets. entrée. Eenigen tijd geleden kwam de werk man John Jessop, te Nottingham in Engeland, met zijn kameraad Allcock overeen, om gezamenlijk het leven te verlaten. Beiden namen vergif in, met het gevolg dat Allcock stiei f, terwijl Jessop slechts zwaar ziek werd, en door spoedig aangewende geneeskundige hulp herstelde. De Engelsche wet zegt, dat als twee personen overeenkomen, gezamenlijk zelf moord te plegen, en een van beiden in zijn voornemen niet slaagt, hij nis moor denaar van den ander woidt beschouwd. Dientengevolge weid Jessop gearresteerd, voor den rechter gebracht en in de vorige week is hij nu daarvoor ter dood veroordeeld. Dezer dagen kreeg Utrecht een bezoek van een socialist, die het doel had eens propaganda te maken voor zijn zaak. Of de man den weg niet kende, of erg onbedreven was, zeker is 't, dat hij al heel ongelukkig terecht kwam in de zoogen. Oranjewijk. Hij babbelde er flink op los en een groot gehoor liet hem een tijdje vooi tpraten, maar toen inen bemerkte wat .voor vleesch men in den kuip had, draaitle het blaadje om en de sukkel mocht dankbaar zijn, dat hij nog levend kon ontkomen, want er bestond veel lust om hein te vermoorden. Het schijnt nu bijna zeker dat de moordaanslag, dip verleden week in de opera te San Francisco plaats had, ge richt was door een verwoeden anarchist, James Hodger, tegen den scliati ijken mijn eigenaar Elood, die in de stalles had plaats genomen en niet tegen Adeline Patti. Mijnheer de Redacteur! Het geschettpr van eeriige hoeren, die hier alles naar hunne hand schijnen te willen zetten begint een gioot deel der burgerij mooi te vervelen. Reeds lang hebben mij de vingers gejeukt en daarom verzoek ik u een plaatsje voorde volgende regelen. Nu heet het, dat de heer Van den Wall Bake in de gemeenteraadszitting niets krenkends heeft gezegd tegen Burgemees ter en Wethouders, oindat hij daarvoor in beschaving te hoog staat en omdat gezegd; ik wil u liever het einde mijner geschiedenis vertellen Dat ik het geen uur langer in M. kon uithouden, kunt ge wel begrijpen; ik wilde weder i.aar Parijs («rug maar kwam niet verder dan tot U. Daar werd ik ziek. Er was in den laatsten tijd te veel op mij aangestormd. Een bekende bracht mij naar het ziekenhuis en daar lag ik de eerstvolgende weken met zware hersenkoortsen. De liefdezuster die naast mijn bed zat toen ik eindelijk de oogen weder met bewustzijn opende, zeule mij dat ik zoo oproerig was geweest dal twee mannen mij hadden moeten vast houden. Professor G. had gioole moeite gehad om mij in het leven te houden Ik was er hem niet dankbaar voor, ik ware dat leven gaarne kwijt geweest, ik li ad het wel weg willen wei pen even als een vuil kleed, en nam mij zulks ook voor, voor den eersten den besten dag dat ik een pistool zoude kunnen hanteeren. Doch gedurende de zwakte lijd mijner reconvalescentie, gedurende ile lange dagen en weken van gedwongen stil liggen, kwam ik langzamerhand tot andere gedachten. Ik zag mijn levensloop aan met onpartijdigheid, alsof het die van een vreemde ware, en merkte toen de groote misstappen dip daarin voor kwamen. Ik zeg met opzet niet het «waar toch de anti-revolutionaire paitij «in tiet algemeen in den laatsten tijd «verweten is, dat zij de Rooinsche pai tij «naar de oogen ziet, het daar wel aller- «minst smadelijk is, zoo ditzelfde verwijt «tot een enkel lid in het bizonder ge- «richt wordt." Dit nu is aan de goegemeente zand in de oogen strooien. Ieder weet, dat het zien naar de oogen der Rooinsche partij niet tot de beginselen der anli-revoluti- onairen behoort, en dat, al trekken velen hunner eene lijn met haar op staat kundig gebied, daarom de anti-revolutio nairen nog niet de Roomsche partij naar de oogen zien. Maar bovendien heeft de heer Van den Wall Bake geheel andere woor den gebruikt, en die niet gesproken met aangeven dat B. en W. als voorstanders van een richting, één lijn trokken met de firma v. Werkhoven, maar dat zij particuliere belangen hooger stelden clan gemeentebelangen en dat wel, omdat zij dienaren waren. Hij heeft toch volgens het officiëele verslag gezegd, dat B. en W. zich maken tot den gehoorzamen dienaar van een bizondere instelling of persoon. Indien B. en W. dit deden, zouden zij niet volgens eed en plicht op de belangen der gemeente letten, en dat B. en W. in strijd met eed en plicht handelen heeft de heer Van den Wall Bake niet kunnen bewijzen; maar de aangehaalde woorden heeft hij gezegd. Nog erger. Toen de Burgemeester hem had geantwoord en uiteen gezet, hoe naar zijne meening door het voorstel van B. en W. de belangen der gemeente juist worden behartigd, heeft de heer v. d. W. Bake zijne woor den nog niet bewezen, maar eenvoudig verklaard dat hij ze bleef volhouden. De heer v. d. W. Bake bepaalde zich dus niet tot het bestrijden van het voorstel van B. en W., waartoe hij het volste recht had, maar hij zeide iets beltedi- gends tot den Burgemeester en dat recht heeft hij niet. Welk een schreeuwende tegenspraak is er tusschen de woorden van den heer v. d. W. Bake en het bewijs, dat de Bu.igeniee.-ler in dezelfde zitting gaf van zijn streven om Amersfoorts belangen te bevorderen. Had hij den Burgemeester in onze gemeente het openbaar onder wijs waarvan hij in beginsel geen voor stander is, willen benadeelen, dan zou hij de benoeming van den persoon, tegen wien hij zich zoo heftig heeft aangekant, juist hebben moeten bevorderen. Nu wordt er gezegd, dat de Burge meester den heer v. d. W Bake dan maar tot de orde had moeten roepen, als deze zulke beleedigende woorden geüiuikt. Maar indien dat eens gebeuld was, wat een geschreeuw over partijdig heid, over krenking van de vrijheid van het woord, over misbruik maken van zijn positie! Wat is dat voor eene hou ding. er den Burgemeester een grief van te maken, dat hij zich met redenen ver dedigt en niet door gebruik te maken van zijne macht om tol de orde te roe pen? Al zijn er sommige lieeren blind voor, een groot deel van de burgerij ziet maar al te goed in, dat zulk een houding ongepast is. Eindelijk schijnen sommige heeren met bezorgdheid de aanstaande verkiezin gen voor den gemeenteraad te gemoet te zien. Zij kunnen verzekerd zijn, dat de burgerij zonder eenige kiesmanoeuvres wel zal doen blijken, hoe zij over som mige raadsleden denkt. De heeren zullen over dit schrijven wel weer aan 't razen en schelden gaan en door allerlei praatjes de aandacht van de hoofdzaak zoeken afteleiden, maar er zal eens hartelijk om hun vruchteloos pogen gelachen worden door Uw dr. P. NATIONALE MILITIE. De BURGEMEESTER en WETHOU DERS van AMERSFOORT, Gezien de aanschrijving van den heer Commissaris des Konings in de provincie Utrecht van den 17 Januari 1887, No. 5 N. M. en S. (Provinciaalblad No. 6); Gelet op de artt 27 en 28 der wet van den 19. Augustus 1861 (Staatsblad No. 72), benevens artt. 20 en 21 van het koninklijk besluit d.d 8 Mei 1862 (Staatsblad No. 46) Doen te weten, dat de loting der in het vorig jaar voor de militie ingeschie- woord «zor.den," dit woord staat mij tegen en ik noem het een onding. Het booze is steeds een misstap; bewust of onbewust; elke misstap veroorzaakt stooring in 't eigen leven of in dat van andeieri eri die storingen zijn niet meer goed te maken, wijl men de gevolgen niet betekenen kan. Daaiom inoel de weder rechtelijke daad worden nagelaten. Hieiin ligt de geheele moraal. Ook voor hem die geen buvenaardsche wetten erkent. Hel is hard dat iemand deze ervaring moet maken ten koste van zijn geheele innerlijke bewustzijn maar dan blijft er ook slechts een reddingsmiddel detelaat erkende wet eerlijk en met al hare consequeiitiën aaiiteuemen en voortaan daurnaai te handelen. (Wordt vervolgd). venen, behoorende tot do lichting van 1887, in het gebouw AMICI1 IA, aan het Plantsoen, tusschen de Utrechtse he en Slijkpoorten alhier gelegen, zal ge schieden op Maaudug den 28. Februari 1887, aantevangen des voor- middags HALFTIEN. En voorts dat op Dinsdag den 22. en Woensdag den 23. Februari aanstaande, telkens van 's voormiddags 10 tot 1 uur des namiddags, door of van wege de lotelingen (gesteund door twee getuigen) bij den Burgemeester ten raad- huize aanvraag kan geschieden voor de getuigschriften, vermeld in de 2. en 3. zinsneden van art. 53 der wet, ter be koming van vrijstelling wegens broeder- dienst of op grond van te zijn eenige wettige zoon (zonder een of meer halve broeders te hebben); luidende voormeld art. 53 in zijn geheel als volgt: «Om vrijstelling wegens eigen militai- «ren dienst of dien van broeders te «verkrijgen, moet men overleggen een «paspoort of ander bewijs van ontslag, «of een uittreksel uit het stamboek, of «een bewijs van werkelijken dienst." «Ter bekoming van vrijstelling wegens «broederdienst moet men bovendien «overleggen een getuigschrift van den «Burgemeester, waaruit het getal zonen, «tot het gezin behoorende, blijkt." «Vrijstelling als eenige wettige zoon «wordt verleend op overlegging van een «getuigschrift van den Burgemeester, «waaruit blijkt dat men eenige wettige «zoon is." En art. 21 van aangehaald koninklijk besluit: «Het bewijsstuk, vermeld in de eerste «zinsnede van ait. 53 der wet, wordt ten «minste tien dagen vóór den dag (den «tweeden Maandag in Maait), waarop de teerste zitting van den Militieraad wordt «geopend, ingeleverd bij den Burgemees- «ter der gemeente, in welke de loteling, «die vrijstelling verlangt wegens eigen «militairen dienst of dien van eenen «broeder of broeders, voor de militie is «ingeschreven." AMERStooRT, den 16. Februari 1887. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, T. A. J. VAN ASCH VAN WIJCK. De Secretaris, W. L. SCHELTUS. De BURGEMEESTER en WETHOU DERS van AMERSFOORT doen te weten, dat in dit jaar de navolgende markten alhier gehouden worden Paardenmarkten Maandag 21 Maart, Donderdag 14 April, Zaterdag 20 Augustus en Maandag 17 October. Rundreentarkten Donderdag 7, 14, 21, 28 April, 5, 12, 26 Mei, en Dinsdag 18 October (Ossen- mark l.) Rundvee-, Schapen en Varkensuiarkt (Weekmarkt), lederen Vrijdag. Amersfoort, den 14. Februaii 1887, Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, T. A. J. VAN ASCH VAN WIJCK. De Secretaris, W. L. SCHELTUS. NATIONALE MILITIE. De BURGEMEESTER en WETHOU DERS van AMERSFOORT, Gezien de artt. 9 en 11 van het konin klijk besluit d.d. 17 December 1861 (Staatsblad No. 127) en de artt. 11 tot en met 14 der wet van den 19. Augus tus 1861 (Staatsblad No. 72); Roepen de ingezetenen, die verlangen als vrijwilligers bij de militie op te tre den, bij deze op, om zich daartoe bij hen ter Secretarie, op MAANDAG, den 21. FEBRUARI aanstaande, van 's voor- middags 10 tot I uur 's namiddags aan- tegeven, onder overlegging van de navol gende bewijsstukken: a. Het Getuigschrift vermeld in art. 11 der wet tot welks afgifte ter Secreta rie zal worden zitting gehouden op ZATERDAG, den 19. dezer maand, van 's voormiddags 10 tot 1 uur des namiddags b. Het bewijs van aan de verplichtingen ten aanzien van de Militie, voor zoover die te vervullen waren, te hebben vol daan. c. Het bewijs van ontslag en het getuig schrift, in art. 13 der wet vermeld, zoo de persoon wien het geldt, bij de zeemacht bij het leger hier te lande of bij het krijgsvolk in 's rijks over- zeesche bezittingen heeft gediend d. Wat een minderjarige aangaat, een bewijs van toestemming van den vader, moeder of voogd. Oin vrijwilliger bij de militie te zijn, moet men ongehuwd of kinderloos weduw naar en ingezeten wezen, voorts lichame lijk voor den dienst geschikt, ten minste 1,56 meter lang, op den 1. Januari van het jaar der optreding als vrijwilliger het 20ste jaar ingetreden en het 35ste jaar niet volbracht hebben, tot op het tijiistip der optreding aan zijne verplich tingen ten aanzien van de militie, voor zoover die te vervullen waren, voldaan en een goed zedelijk gedrag geleid hebben.

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1887 | | pagina 2