NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
UTRECHT EN GELDERLAND.
Veryloekt en Verstooten.
N. 45.
Zaterdag 4 Juni 1887.
Zestiende Jaargang.
TERUGGEROEPEN
Belgische toestanden.
VOOR
abonnementsprijs:
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
Uitgever A. M. SLOTHOUWER, Amersfoort.
advertentien:
F euillet on.
BINNENLAND.
AMEBSFOO
COURANT.
Per 3 maanden ƒ1.Franco per post door Let geheele Rijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Van 1 C regels 0,40 iedere regel meer 5 Cent.
Advertentien viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Enkele directiën van groote bladen,
stellen nu en dan hunne abonnenten
in de gelegenheid, tegen uiterst lagen
prijs, een of ander nuttig boekwerk
te verkrijgen. Voor bladen van min
der kolossale oplagen, valt het moeie-
lijk met even goed succes dergelijke
aanbiedingen te doen. Niettemin wil
len wij, in bet belang onzer Courant,
ondernemen wat wij kunnen, zij het
dan ook met eenige opoffering onzer
zijds. Wij bieden onzen lezers daarom
aan, het beroemde werk van
voor den geringen prijs van
"Veertig* Centen.
In dit nummer is een advertentie
met BOK geplaatst. Elk onzer
abonné's binnen de stad heeft het
recht die te teekenen en aan ons
bureau met bijvoeging van 40 centen
in te zenden. Buiten de stad tegen
inzending van een postwissel groot
55 centen. Het boek wordt 15 Juni a.s.
aan alle inteekenaren franco afgele
verd. Ook voor hen, die zich met
'1 Juli op ons blad willen abonneeren,
is deze premie verkrijgbaar.
De herhaalde troebelen, waarvan
België het tooneel is, doen onwille
keurig de vraag rijzen, hoe het toch
komt, dat daar de rust telkens wordt
verstoord, terwijl bij ons volk,
welks toestand met dien van het
Belgische onderscheiden punten van
overeenstemming aanbiedt, inbreuken
op de maatschappelijke rust tot de
groote zeldzaamheden behooren.
Die vraag verliest niets van haar
belangrijkheid door het feit, dat het
tijdig, krachtig en gematigd optreden
van de militaire macht de uitbreiding
der ongeregeldheden over het geheele
gevreesde
land verhinderd en de
tooneelen van wraakoefening belet
heeft. Ook een gouvernement put
leering uit de geschiedenis; en de
nog versche herinnering aan het
gebeurde van verleden jaar, toen
men er niet vroeg genoeg bij was
om de woestelingen te beteugelen,
hetgeen brandstichting en gewelde
narij mogelijk maakte, heeft thans
haar uitwerking niet gemist.
Wanneer wij daar van woestelin
gen spreken, is het niet om de
mijnwerkers, glasblazers en ijzersmel
ters van Charleroi en van Luik in
een ongunstig daglicht te stellen.
Van nature zijn het eenvoudige,
goedhartige menschen. Maar met
hun ontwikkeling is het treurig ge
steld. Daar zijn er een massa onder,
die lezen noch schrijven kunnen, en,
zooal, dan hebben ze die sleutels
tot kennis niet genoegzaam in hun
macht, om er een gepast gebruik
van te maken. We zijn er zeker
van, dat van de tien mijnwerkers
er minstens zes zijn, die het beruchte
boekje van Defuisseaux evengoed
omgekeerd als recht voor zich zouden
kunnen leggen. Doch wanneer er
een troepje van die lieden om een
confrater heen zitten, die hun de
vragen en antwoorden uit den
«Catechismus van het volk" voorleest,
en er dan op zijn manier een kleine
toelichting bijvoegt, ja, dan zijn
zij zonder veel moeite tot gisting te
brengen, omdat de klank der groote
woorden, waarvan zij de beteekenis
maar half begrijpen, indruk op hen
maakt. Hun gezichtskring is zeer
beperkt, en van toestanden buiten
hun vak weten zij niets, omdat zij
niet lezen; zij die het wèl doen be
palen zich tot de goedkoope radicale
blaadjes, hatelijk van toon en giftig
van redeneering, in slecht Fransch.
Wie in 1872 en '73 het kolenbek-
17 Verheugd kuste Roman, voor Dewbins-
kv het verhinderen kon, diens rok, en
nu verhaalde hij wat hij op zijne wande
ling gehoord had, hoe veel troepen hier
en ginds staan moesten en in welke
richting zij marcheerden.
Toen na eenige dagen de graaf zich
beter gevoelde, was het eerste wat<tiij
deed, eenige regels aan zijn trouwen Iwan
te schrijven, en voor Anka een briefje,
hoe zeer ook weinige woorden bevatten
de, er bij in te sluiten. Hierop riep hij
een zijner trouwe manschappen tot zich,
voorzag hem van het noodige geld en
zond hem met den brief naar Dubrovica.
Het kasteel, waarin graaf Dewbinsky
nu zijn intrek had genomen, of beter
gezegd, dat hij bezet hield, was op oude
Poolsche wijze met een ringmuur omge
ven, en veertig moedige mannen konden
het wel een geruimen tijd tegen een
sterkeren vijand verdedigen. Het dorp,
als men het zoo noemen wilde, bestond
eigenlijk slechts uit vuile houten hutten.
De jodenherberg was het eenige van steen
gebouwde huis. Daar heersehte sedert de
aankomst der opstandelingen een groote
bedrijvigheid, vooral 's avonds ging
het er vroolijk toe de boeren in hun
ne ruige schaapspelzen, dronken broeder
schap rnet de opstandelingen. Dagelijks
werd gedronken, dikwerf zelfs gedanst
tot de morgen grauwde. Het best hierbij
bevond zich Mozes Teweles, de kastelein,
een broeder van Aron Teweles, die met
Sara zou huwen.
Achter de schenktafel zat Mozes met
zijn sluw gezicht en zijn langen baard,
met'.gluipende blikken zijn geld tellende
of brandewijn inschenkende voor de lus
tige drinkers,
Het was een onstuimige nachtde wind
huilde en brulde in den schoorsteen en
wierp de zwarte droppels tegen de kleine
vensters der herberg. Plotseling werd het
gejoel der drinkers en buiten den storm,
door het ratelen van een wagen overstemd;
die over de hobbelige straat van het dorp
rolde en voor de herberg stil hield. De
deur werd geopend en twee in natte
zware mantels gehulde gestalten traden
binnen nauwelijks had Mozes Teweles
ze gezien, of hij sprong overeind om de
aangekomenen te begroeten. Het waren
Baruch Levi en Aron Teweles, die van
hunne reis terugkeerende, in de herberg
afstapten, tot hunne paarden gevoederd
zouden zijn.
ken van Charleroi bezocht, kon in
bijna elke woning aan den wand
een zeer goed infanteriegewecr zien
hangen. De
trompladers
vangen, en
genoeg geweest,
n'g had toen de
door achterladers ver
men was onvoorzichtig
om de afgekeurde
geweren voor één iranc per stuk te
koop te stellen. De mijnwerkers
hadden die gelegenheid niet onge
bruikt gelaten, te meer omdat zij
toen, dank zij den voorbeeldeloozen
bloei van de kolen- en de ijzerindus
trie, goed bij kas. waren.
Iloogere idealen, dan eens één of
meer dagen «en ribote" te gaan,
kent men daar schier niet. De hoo-
gere standen vinden dat zelfs goed
werklieden, die af en toe eens «in
de lorem" zijn, worden gewoonlijk,
als zij weer platzak zijn, onderworpen
genoeg bevonden om er alles mede
te doen. Het stoffelijk bezit, vooral
wanneer het dooi' eigen vlijt en
krachtsinspanning is verkregen, maakt
onafhankelijk, wekt gevoel van eigen
waarde en ofschoon het tegelijker
tijd de lieden zal weerhouden, tot
geweldenarij hun toevlucht te nemen
om herstel van grieven te zoeken,
zal het niettemin voor het bestaan
dier grieven de oogen niet doen
sluiten. Er is wel genoeg misbruik
gemaakt van de
waarmede de
geen oogenblik die een
gemakkelijkheid,
arbeidersbevolking al
daar geleid kon worden de onder
zoekingen der enquête-commissie
hebben dingen aan het licht gebracht,
waaraan men hier te lande nooit
zou hebben durven denken. We
noemen slechts de gedwongen inkoo-
pen van levensbehoeften bij werkge
vers en meesterknechts, de verhuring
van krotterige arbeidershutjes, de
betalingen op lange termijnen.
En zoo zijn we weer tot ons uit
gangspunt gekomen; het antwoord
op de daar gestelde vraag gaven
we reeds in hoofdtrekken.
Ook bij onze werkliedenklasse is
waar te nemen; wij aar
beweging,
zelen echter
gezonde, levenwekkende te noemen.
Is er een tijd geweest, dat men hier
getracht heeft de onzinnigheden
van de buitenlandsche sociaal-demo
cratie navolging te doen vinden,
zoodra men het gezwets door daden
verving is er een reactie gekomen
van evenmin onberispelijk allooi,
en 't was uit. De eigenlijk gezegde
arbeidersbeweging heeft met dat
alles niets te maken gehad en ging
rustig haren gang. De algemeene
vergadering van het werkliedenver
bond, gedurende de Pinksterdagen
te Amsterdam gehouden, heeft op
nieuw het bewijs geleverd, dat die
beweging een waardig karakter bezit.
Nu worden er wel, in het programma
van gezegd verbond, wenschen uit
gedrukt die velen, buiten dien kring
staande, niet deelenmaar is dat
reiden aan de intellectueele vorming
van den Belgischen fabriekarbeider.
Vraagt men, wie de ware schul
digen zijn, dan antwoorden wij Niet
die werkstakende arbeiders, die als
schapen, zij het dan ook als erg
woelige schapen, de leiders volgen
en evenals kwajongens met dynamiet
en revolvers spelen; ook niet in de
eerste plaats die opruiers, wier taal
geen ingang zou vinden als er in
hoofd en hart van de toehoorders
wat meer weerstandsvermogen aan
wezig wasook niet de clericale
bewindslieden, die eenvoudig, door
het voortbestaan der onwetendheid
in de hand te werken, hun politiek
programma volgenmaar het zijn
de liberalen, die sterk konden zijn
en leiding konden geven aan het
staatsbestuur, indien zij niet, door
hun kibbelarijen, hun eigen krachten
niet het geval met elke partij Ieder i verlamden zonder daardoor hun zede
van
ook
van haar vraagt méér, dan op het
oogenblik bereikt kan worden, maar
houdt toch vast aau haar ideaal, in
afwachting dat het moge gelukken,
dat voor meerderen begeerlijk te
maken, of, naar gelang van omstan
digheden, misschien door in overleg I stand, maar
te treden met andere partijen of, dat hij, door
zich op deze of gene wijze haar steun
te verzekeren, het doel zoo dicht
mogelijk te naderen.
Aan de zedelijke en verstandelijke
ontwikkeling van de arbeidersbevol
king in de rumoerige districten van
België is van hoogerhand zeer weinig
gedaan; de voormalige clericale
ministeriën bekommerden zich daar
over niet, en toen de liberalen voor
korten tijd aan het bewind kwamen
hebben zij met overdreven ijver ge
tracht het verzuimde goed te maken.
Doch weldra kregen de verschillende
lijke verantwoordelijkheid voor het
volkswelzijn te verminderen.
De Nederlandsche werkman, die
van ouder tot ouder de zegeningen
goed
naar verbetering van
onderwijs genoot, streeft
zijn toe-
liberale groepen het met elkander
aan den stok, hetgeen den clericalen
bij de verkiezingen een verpletterende
overmacht bezorgde, en het
tegenwoordig Kabinet heeft weer
alles omver gehaald wat strekken
kon om een betere toekomst te be
llet is hem duidelijk
geweld te plegen, de
bereiking van zijn doel ver achter
uit zou schuiven. Hij heeft denken
geleerd, en weet dus dat elke sociale
verbetering slechts de vrucht kan
zijn van een vriendschappelijke sa
menwerking der verschillende maat
schappelijke klassen.
Ons onderwijs is onze voornaamste
sociale kracht. Moge noch de wet
gever, noch liet uitvoerend gezag
dit ooit
vergeten.
Naar de N. R. Cl. verneemt, is de
terugkeer van HH. MM. den Koning en Ko
ningin uit Wildungen op 29 Juni e. k.,
vastgesteld.
HH. MM. zullen, na de terugkeer uit
Wildungen, op liet lustslot Soestdijk ver
blijf houden.
«Alles vol gasten," zei Aron tot zijn
broeder, «dan moet ge goede zaken doen."
«Wat, goede zaken gaf de joden
kastelein ten antwoord, «de eene betaalt,
de andere niet, en wanneer ik het overige
krijg weet God
Maar sinds wanneer zijn hier de op
standelingen
Mozes verhaalde nu hoe de Polen
aangekomen en den jongen graaf Dew
binsky gewond naar het kasteel gebracht
hadden.
Baruch, zoowel als Aron luisterden
verwonderd. Dus de jonge graaf, die
in Dubrovica gevangen was, bevind zich
hier.
Toen de boeren en de opstandelingen
zich van lieverleden verwijderd hadden,
traden de drie joden dichter bijeen en
begonnen zacht een gesprek in de
Hebreeuwsche taal.
«Met wie houdt ge het vroeg Aron
zijn broeder, «met de Russen of met de
Polen
«Wonder Gods welk een vraag 1" riep
Mozes «de Rus vertreedt den jood, de
Dool ook, vertreden doet hem iedere
Gojim." Met wien ik het houd?
Ik houd het met de Russen als zij be
talen Ik houd het met de Polen als
zij betalen 1 En des kasteleins mager
gezicht met de diep liggende oogen, met
den boosaardig verwrongen mond boog
zich geheel tot zijne gasten. «Wanneer
beide partijen betalen, houd ik het met
beiden," fluisterde hij.
Aron grinnikte en reikte Mozes de
hand.
«Recht zoo zij hij eindelijk, «precies
zóó denk ik zoo wij een zaak kunnen
maken, moeten wij toetasten, dat is het
beste van de geheele slemassel
Baruch Levi zweeg; hem had de ver
standhouding van beiden en hunne opinie
weinig bevallen. Hij betaalde wat hij
met zijn reisgezel verteerd had en
spoorde tot liet vertrek aan. Mozes maakte
hierop de paarden los, hielp den boer, die de
twee reizende joden tot voerman diende,
inspannen, en daarop rolde de wagen
met Baruch en Aron naar Bubrovica.
De kastelein sloot nu zijn huis en tel
de het heden ontvangen geld. Hij
glimlachte stil voor zich, want hij was
met de ontvangst tevreden.
In het kasteel echter was alles nog op
de been. De opstandelingen hadden op
de binnenplaats een wachtvuur ontstoken,
de kosymeri (zeizermannen) zongen hun
ne droefgeestige nationale liederen, ter
wijl de afgemeten zware tred van den
in den gang heen en weer gaanden schild
wacht in de verte hoorbaar was. Daar
bijna elk oogenblik nieuwe vrijwilligers
zich hij Dewbinsky aandienden, zoo ston
den er nu niet meer veertig maar bijna
tweehonderd man onder zijn kommando.
De legioenen der opstandelingen snel
den van alle kanten en einden van Po
len toe. De militaire macht der Russen
was in Polen veel te gering, om de op
roerlingen voor het oogenblik krachtig
tegen te kunnen gaan. Van Petersburg
werden wel bestendig nieuwe regimen
ten afgezonden, maar de opstandelingen
waren overal en nergens. De opstand be
stond uit twee groote afdeelingen, van
welke de eene Larjgiewicz, de andere
Mieroslavski kommandeerde. Uit Polen
en Oostenrijksch Gallicie stroomde alles
wat Pool heette en de wapens kon dra
gen toe, om zich hij de muiters aan te
sluiten. Te Gcow had Kurovski zich zelfs
volkomen verschanst en trotseerde al de
aanvallen der stormloopende Russen. In
de bosschen werden groote werkplaatsen
opgericht, zeizen gesmeed, kogels gego
ten. Uit de dapperste en bekwaamste
manschappen koos een der opperhoofden
en aanvoerders, een geboren Franschman,
Rochehrun, geheeten, eenige honderd man,
en deze voerden den naam van zouaves
de la mort.
Wordt vervolgt.