NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
UTRECHT EN GELDERLAND.
Vervloekt en Verstooten.
N. 59.
Zaterdag 23 Juli 1887.
Zestiende Jaargang.
abonnementsprijs:
VERSCHIJNT WOENSDAG Ei\ ZATERDAG.
advertentien:
VOORLOOPIGr BERICHT.
Lise Fleiiron floor George Olmet,
Eoo onmisBare eigenschap.
F euiileton.
BINNENLAND.
AMERSFOOBTSCHE COURANT.
VOOR
Per 3 maanden 1.Franco per post door het gebeele Rijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken en berichten intekenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever A. M. SLOTHOUWER, Amersfoort.
Van 1 6 regels 0,40 iedere regel meer 5 Cent.
Advertentien viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Aangemoedigd door het succes met
liet onlangs bij deze courant gegeven
premiewerkConwaj7, Teruggeroepen,
heeft de uitgever besloten binnen
kort zijnen abonné's een minstens
even degelijk werk als premie aan
te bieden.
Deze roman, eene vertaling van
schrijver van de „Industrieël van Pont Avesnes,"
zal in het begin der volgende maand
verschijnen en tegen betaling van
slechts 50 cents, uitsluitend voor de
abonné's op de N. Amersf. Courant
verkrijgbaar zijn. Ditmaal zal de bon
niet in de Courant zelve worden af
gedrukt, maar kan deze van beden
af door eiken abonné aan 't Bureau
dezer Courant worden afgehaald.
Het gewijde voorschrift: »Weest
oprecht als de duiven en listig als
de slangen", is ten allen tijde en op
iedere plaats ernstige overweging
waard. Wat we nu en dan, elk in
zijn eigen kring, waarnemen, bewijst,
dat met dien gulden regel niet altijd
op voldoende wijze rekening wordt
gehouden.
We spreken hier niet van de
oprechtheid. Deze is, gelijk men weet,
overal in zoo bevredigende mate
aanwezig, dat welhaast de duiven
bij ons ter school kunnen gaan.
Doch van het andere artikel zijn
we over het algemeen schaars voor
zien. Wezenlijk, met al ons gezwets
over verstandelijke ontwikkeling en
verscherping van het waarnemings
vermogen, zijn we nog niet half
slim genoeg. Hoe zou hel anders
mogelijk kunnen zijn, dat eerlijke
lui zoo vaak op de grofste en plompste
en onnoozelste manier worden beet
genomen
Daar hebt ge mijnheer A, hande
laar in kaas enz. Drie maanden ge
leden ontving hij een bestelling van
honderd stuks Stolksche kazen, ter
gezamenlijk gewicht van p. m. 700
kilo, van de Commissionairs Visser
Co te H. Ilij, goeie kerel, verheugt
zich in het bezit van een nieuwen
klant, verzendt de waar in puikbes-
ten toestand, wacht drie maanden
vergeefs naar zijn geld, en verneemt
thans, dat er in II geen commis
sionairs zijn die Visser heeten, wel
een firma in koloniale waren met
name Wed. Visscher Zoon met ch,
die echter toevalligerwijze nooit van
zijn leven een bestelling kaas heeft
gedaan bij mijnheer A. Men gevoelt
waar het om te doen is geweest.
Had mijnheer A dadelijk, toen de
levering gevraagd werd, geïnformeerd
of er te H. een firma Visser was,
en of die soliede was, dan zou hij
waarschijnlijk een bevestigend ant
woord hebben bekomen, want op
dat verschil in spelling zou niemand
hebben gelet, en hij ware er toch
ingeloopen. Nu heeft liij zelfs dezen
allereenvoudigsten voorzorgsmaatre
gel niet genomen; de reeks zijner
nasporingen, ook met behulp der
politie, voortzettende, komt hij tot
de ontdekking, dat de kaas behoor
lijk in ontvangst is genomen, en wèl
door lui, die sedert met de Noorder
zon zijn vertrokken, na nog een
aantal andere leveranciers op nage
noeg gelijke wijze te hebben beet
gehad, om elders, gebruikmakende
van een splinternieuwen naam, hun
winstgevend bedrijf voort te zetten.
Over een poos zal hun kruikje, na
zoo dikwijls te water te zijn gegaan,
wel breken* en dan worden zij een
poos op kosten van den Staat, dat
is van de gezamenlijke belasting
schuldigen, gehuisvest en gevoed in
dien tusschentijd hebben zij gelegen
heid, om hun vruchtbaar brein op
nieuwe schelmstukken te spitsen.
31) Dat zou iels zijn, mompelde half
bevredigd de grootvorst, »maar het is
de vraag of de zaak gelukken zal
Wat nieuws is er overigens
De politiechef begon nu zijn regel
matig verslagGisteren werd bij een
jood, Jakob Low geheeten, van beroep
chemicus, eene kleine drukpers gevonden,
die diende om oproerige vlugschriften te
vervaardigen. Jakob Löw en zijn knecht
zijn in hechtenis genomen, maar willen
geen medeplichtigen aangeven. Hier is de
schriftelijke aangifte."
Konstantijn las die vluchtig, nam een
pen en schreef op den rand der aan-
klachte Jakob Löw en zijn knecht moeten
binnen vier en twintig uren gefusilleerd
worden na de executie verslag te doen.
«Wat is er verder vroeg vervolgens de
veldheer.
«De abdis van het nonnenklooster
St. Ursula heeft aangegeven, dat voor
eenigen tijd een jonge Poolsche te mid
dernacht onder bijzondere omstandig
heden in het klooster was gekomen zij
scheen krankzinnig en van haar vader
verstooten te zijn geworden."
»Wie is haar vader'? Behoort hij tot
de opstandelingen
«Het schijnt dat de abdis zulks tot
nog toe niet doorgrond heeft."
«Begeef u dan van avond zelf naar
het klooster," beval de grootvorst«zoek
het meisje uit te hooren, misschien ver
raad, zij ons in haren waanzin een of
ander gewichtig spoor reeds meer
malen hebben dergelijke ontmoetingen de
gunstigste resultaten geleverd. Wat is
er meer?"
«De bekende graaf Dewbinsky is gis
teren avond vergezeld van een jood, ge
naamd Baruch Levi hier aangekomen,"
voer de politiechef met zijn bericht voort.
»In het laatste beslissend gevecht, dat
tot de vernietiging der bende van Lan-
giewicz leidde, kommandeerde hij de
ruiterij en werd gekwetst. Op de reis
naar Warschau moest hij ten gevolge
van wondkoorst eenigen tijd in een boe
renhuis aan den straatweg een onder
komen zoeken. Wat het oogmerk zijner
komst a'hier is, kan men niet raden."
»Hij is een der hoofden van de samen
zwering riep Konstantijn levendig, «ik
wensch u geluk met deze vangst.want
natuurlijk," voegde hij er bij, «is de
graaf reeds door u in hechtenis geno
men
Den uitslag hunner overwegingen
zullen we later tot onze nieuwe
schade leeren kennen.
Vergissen wij ons niet, dan noemt
men die soort van industriëelen
flesschentrekkersen wie geregeld
en met aandacht de courant leest,
verneemt telkens nieuwe staaltjes
van hun schalksch vernuft. We heb
ben weieens hooren beweren, dat
het courantenlezen de mensclien niet
veel wijzer maakt, en waarlijk,
we zouden haast moeten aannemen
dat het zoo is. Want, hoe dikwijls
wordt niet de aandacht op soortge
lijke schelmstukken gevestigd, en
toch, telkens worden die waarschu
wingen in den wind geslagen. Hoe
zou het anders mogelijk zijn, dat
het vak van bedriegen zoo winstge
vend bleef? Week in week uit leest
men van winkeliers, hij wie goederen
op zicht worden gevraagd door
oplichters, en gewoonlijk gelukt de
aanslag; al geelt men een bediende
mee; dezen weten de schoften wel
onder een of' ander voorwendsel op
een afstand te laten terwijl zij zich
met het veroverde uit de voeten
makenwe vragen, hoe ter wereld
is dat toch mogelijk? Hoe grof en
in 't oog loopend de bedriegerij ook
is van de zoogenaamde kwartjesvin
ders, toch zijn er nog altijd boertjes
cn schippertjes die er zich door laten
lijmen, en argeloos een kaartje gaan
zitten spelen totdat hun beurs leeg
gepompt is. Is dan hun hersenkas
even slecht gevuld als deportemonnaie
na de operatie?
Dat toch de eerlijke lieden einde
lijk eens leeren, hun oogen en hun
denkvermogen te gebruiken. Houdt
men wel genoeg onder de aandacht
dat zij, die zich laten foppen, eigen
lijk de medeplichtigen zijn van de
bedriegers? Voorzeker, want door de
gemakkelijkheid, waarmee het kwaad
wordt verricht, vermeerdert men de
verleidelijkheid, en is men oorzaak,
dat het kwaad in omvang toeneemt,
doordien meerdere personen het
vaifer wijlen prins Frederik erfde, inden
aanstaanden herfst worden vergroot met
een reeks nieuwe appartementen. Als
men met die uitbouwing begint, zal het
zestig jaar geleden zijn, dat het Paviljoen
gesticht werd als het eerste der gebou
wen aan het strand, dat de grondslag
legde voor de tegenwoordige badplaats.
Zooals men weet, liet koning Willem I
het Paviljoen bouwen voor Hds. gemalin
koningin VVilhelmina. Op den 53. ver
jaardag van H. M., 18 Nov. 1827, werd
het Paviljoen voor 't eerst in gebruik
genomen. De Koning en de Koningin
gebruikten dien morgen het déjeuner
en het was bij die gelegenheid, dat Z. M.
het fraaie landhuis aan de koningin ten
geschenke aanhood. Dezer dagen in oude
papieren snulïelende, vonden wij dat
koning Willem I voor grond en gebouw
de soin vair f52,000 had betaald.
Het was dien dag een waar volksfeest
voor Scheveningen. Het dorp was gevlagd
en alle pinken manoeuvreerden voorbij
het Paviljoen de bemanningen voerden
bare stoutste evolutiën uit en vermeidden
zich op bet strand, waar jong en oud
zich aan het. dansvennank overgaf. Een
deputatie van Sclieveningsche meisjes bood
der jarige koningin een fraai geschenk
in schelpen aan.
Eerst het volgende jaar, Mei 1828,
werd het stedelijk badhuis geopend."
Prinses Dolgorouki, weduwe van
Czaar Alexander II, is te Scheveningen
aangekomen, waar de prinses eenigen
tijd zal vertoeven. Zij nam haar intrek
in het «Oranje-Hólel".
Prins en prinses Hendrik von Ook het centraalbestuur van het
aldeck-Pyrmont zijn Woensdagavond Algemeen Nederlandseh Werkliedenver-
met groot gevolg in de residentie aan- hond heeft een adres aan de eerste Kamer
gekomen, en hebben liun intrek genomen gericht in zake het onderwijs-artikel in
l n nnf 1a I a I I lan nnnnn DaaIavi l
de Grondwet.
keurige vak van flesschentrekker of
kwartjesvinder gaan beoefenen.
We moeten allen ons best doen,
om slimmer te worden dan de
oplichters. Er behoort een stelsel
van maatschappelijke verdediging te
worden toegepast, waartegen listige i
aanslagen afstuiten.
En vooral, onze winzucht moet
onze voorzichtigheid geen parten
spelen. Want dat is ook een van de
voorname oorzaken, dat zooveel
afzetterijen gelukken. Men vreest,
door te veel behoedzaamheid te doen
doorklinken, de gelegenheid om een
goed zaakje te doen, te verliezen, en
de overprikkelde begeerte wordt een
soort van verblinding.
Maar dan ook behoort ieder, "die
liet kwaad wil helpen uitroeien, en
zulks wenschen we allen, niet waar?
er genoegen mee te nemen dat een
koopman ook op ons, door en
door eerlijke en soliede personen,
alle maatregelen van voorzorg toe
past, die het belang der zaak ver-
eischt. Zelfs moesten wij geen inkoo-
pen willen doen bij handelaars, die
op dat punt wat al te gemakkelijk
zijn. Laat ons hen dwingen tot be
hoedzaamheid, het hun kwalijk nemen
als zij roekeloos zijn.
in het hotel Den ouden Doelen.
De prins en prinses Von Wied en J
kinderen zullen de maand Augustus te
Scheveningen komen doorbrengen op het
paviljoen.
Voor nachtverblijf, waartoe in het
Paviljoen geen gelegenheid bestaat, is de
in de onmiddelijke nabijheid aan den
Badhuisweg gelegen villa «Dulce Mare"
voor de vorstelijke familie gehuurd.
Het D. v. Z.-H. voegt hierbij.
«Zooals wij onlangs mededeelden, zal
liet Paviljoen, dat prinses Marie van haren
De «Köln. Volkszeit" meldt omtrent
den postdienst van Engeland naar het
vasteland van Europa bet volgende
«Wie gemeend had dat België alles zou
doen om een goede verbetering te bren
gen in dat deel van den postdienst dat
baar nog is overgebleven, heeft zich
deerlijk vergist. De trein, die 's avonds
de post te Verviers brengt, komt de
laatste dagen steeds te laat. Te late
aankomst van 00 a 70 minuten is niet
zeldzaam. Hoe moet het wel gaan in den
De politiechef boog en zei met ironl-
schen glimlach «De graaf en de jood
bevinden zicli reeds in verzekerde bewa
ring op de citalel."
De lezer ziet dat de Russische politie
goed onderricht en snel in het handelen
was. Geen wonder! Want er bestaat in
de geheele wereld geen staat, die meer
spionnen heeft en ze zoo goed betaalt
als Rusland. Komt een vreemde in een
of andere stad, dan kan hij overtuigd
zijn, dat al zijne stappen bespied en aan
de politie bekend worden. In het hotel,
in den schouwburg, in de aristocratische
huizen in de kerk, zelfs in zijne slaap
kamer is men voor Russische spionnen
niet veilig.
Toen de chef der politie BaroiT zijn
verslag ten einde had, verliet hij den
stadhouder, nadat deze hem nogmaals
op het gemoed had gedrukt, de non
in het Ursulinnen-klooster niet uit het
oog te verliezen.
Op zachte kussens lag de ziekelijke
priores van het Ursulinnen-klooster de
zwarte hoofdband en de teruggeslagen
sluier, die het haar verborgen, verrieden
toch het fraai gevormd voorhoofd om
de bleeke lippen trilde het pijnlijk en de
ingevallen wangen verhaalden van een
lang lijden door de fijne gordijnen der
hooge vensters schoot de laatste groet
van den avondzon binnen, en omgaf
de neerliggende gestalte met een glans
van heerlijkheid.
Een zacht kloppen stoorde in hare rust.
De politiechef trad binnen.
Reeds hier?" sprak de priores zwak
en hief zich een weinig van de kussens
op; „wat moet met de krankzinnige ge
schieden?"
«Zij blijft voorshands hier," zei de
beambte. «Hebt ge nog niet beproefd
van haar te vernemen, hoe baar vader
heet
«O ja hij heet Baruch Levi."
Als een bliksem vloog dit antwoord
door het brein van den politie-beambte;
hij nam zoo haastig mogelijk afscheid
en snelde voort. «Dat moet ik dadelijk
belichten," prevelde hij, «het is dus de
dochter van den met den graaf gevangen
genomen jood."
Sara, was bij haar volle bewustheid,
lag wakend op haar bed, de heldere
maneschijn viel in hare cel. Het beeld
van den verlosser op het ivoren krucifixs
scheen half weemoedig, half dreigend op
haar neer te zien zij voelde hare borst
bekneld, de lucht heet en drukkend.
Eene non zat bij haar en bad het
was hare bewaakster. Sara lag met ge-
sloten oogen, zonder te slapen, toen de
deur zacht geopend werd en de priores
binnen trad.
De bewaakster stond op en maakte
een diepe buiging.
«Hoe gaat het metde zieke?" vroeg de
binnengetredene.
«Zij slaapt, eerwaardige moeder," gaf
de non ten antwoord.
«Het is een treurige omstandigheid die
haar bier heelt gebracht," verklaarde
de priores „de politie houdt een waak
zaam oog op haar. De politie zeide nog
heden, dat een graaf vergezeld van een
ouden jood gisteren nacht gevangen is
genomen en ik twijfel er niet aan, dat
deze gevangene dezelfde graaf is van
wien zij in haar waanzin spreekt."
Sara, die deze woorden hoorde, voelde
het bloed in hare aderen bijna verstijven,
maar zij verroerde zich niet en deed
alsof zij sliep.
«Zijn de l'olen geslagen Is de op
stand gefnuikt?" vroeg de andere non,
een geboren Poolsche, haastig.
«Deels," gaf de priores ten antwoord.
WorJt ve/rvo/gili'