NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad UTRECHT EN GELDERLAND. Vervloekt en Verstooten. N. 63. Zaterdag 6 Augustus 1867. Zestiende Jaargang. abonnementsprijs: VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. advertentien: Een praatje over den mammon. Feuilleton. BINNENLAND. 4MEBSF00HTSC1E COURANT. VOOR Per 3 maanden 1.Franco per post door het geheele. "Rijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever A. M. SLOTHOUWER, Amersfoort. Van 1 6 regels 0,40 iedere regel meer 5 Cent. Advertentien viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. II (Slot.) Toen ongeveer in het midden dezer eeuw de toeneming der zilver productie sterke schommelingen ver oorzaakte in den prijs van dit edel metaal, of, wat hier hetzelfde beteekent, in de waardeverhouding tot goud, deden de gebreken van den dubbelen standaard zich weldra gevoelen; en ware niet kort daarna door de ontdekking van nieuwe delf- en waschplaatsen van goud ook dit wat ruimer toegevloeid, de on evenredigheid ware nog grooter ge worden. Op zuivere wetenschappelijke gron den aantoonen, welk van beide, goud of zilver, de meeste geschiktheid heeft om blijvend de rol van waar demeter te vervullen, is uiterst moeielijk, misschien onmogelijk men kan slechts de feiten laten spreken, en dan nog zou het gevaarlijk zijn, voor de toekomst veel vast te stellen. Immers, alles hangt in deze af van de productie, en onze kennis van den mineralen rijkdom onzer planeet is niet zóó uitgebreid, dat wij daar aan waarborgen zouden durven ont- leenen tegen verrassingen, voort spruitende uit de ontdekking van nieuwe vindplaatsen. In de Middel eeuwen, zegt men, was alles erg goedkoop, voor weinige zilverstukjes kocht men een koe. Die goedkoop heid bestaat slechts in de verbeelding van ons, kinderen van een geheel anderen tijd; er was een geringe hoeveelheid edel metaal, daarom had het zooveel boogere volstrekte waarde, hetgeen natuurlijk ook van invloed was op zijn betrekkelijke waarde, als ruilmiddel. Op dit oogenblik zijn verreweg de meeste beoefenaars der staathuis houdkunde van oordeel, dat alleen het goud voldoet aan de eischen, die men aan een standaardmuntme- taal moet stellen. De productie over treft het verbruik niet in zóó be langrijke mate, dat de volstrekte waarde er veel verandering door ondergaat. Is er wellicht zelfs een gestadige waardevermeerdering te bespeuren, dan openbaart zich deze alleen door een gelijkmatige daling van alle prijzen, wat opzichzelf geen groot kwaad is, en alleen het bezwaar heeft dat de waarde van schuldvor deringen is toegenomen. Iemand, die in 1880 duizend gulden leende om in 1887 terug te geven, moet aan kapi taal feitelijk meer betalen dan hij ontving, omdat dezelfde som thans een hoogere waarde vertegenwoordigt. Dat de gezamenlijke goudvoorraad op de geheele wereld niet groot ge noeg is, om te voorzien in de be hoeften van het verkeer, is een be zwaar tegen de algemeene vaststel ling van den enkelen gouden stan daard. Doch de uitbreiding, die het üank-crediet in den laatsten tijd verkreeg, is het voornaamste middel om deze moeielijkheid te overwinnen; indien slechts alle handeldrijvende volken een vaste regeling van haar muntstelsel op dezen grondslag wil den ondernemen, dan zouden zoowel de handel als de nijverheid daar wel bijvaren. Maar dan moet men ook con sequent zijn, en niet aan het zilver tegelijkertijd een waarde toekennen, die het niet bezit. Al kon, overeen komstig het verlangen van de Latijn- sche Unie, de muntvereeniging der volken, die den dubbelen standaard wenschen te handhaven, de waarde verhouding der beide metalen voor allen geldend verklaard worden, al dergelijke willekeurige bepalingen, met een fictie als uitgangspunt, be zwijken voor de wetenschappelijke critiek. Bij lage zilverprijzen zouden toch groote massa's in gangbare munt worden omgezet, heizij door particulieren, hetzij door de gouver nementen, terwijl men dan spoedig het goud uit de circulatie zou zien verdwijnen. De winsten, op die wijze 35) «Nu ja." zei de luitenant hierop, «uw vader bevindt zich er bij «Zeg hem dan vaarwel van wege zijn vervloekte, verstootene dochter Met deze woorden sprong het meisje over de brugleuning en wierp zich in den Weichsel. De luitenant, nog zeer jong en wien al de gruwelen, welke hij reeds gezien had, het hart nog niet hadden kunnen versteenen, slaakte een kreet, de soldaten, die dicht op hem volgden, hielden halt, zoo mede de gevangenen. «Een non, is in het water gesprongen!" ging het schielijk .van mond tot mond. »Redt haarriep de luitenant tot zijne soldaten maar er was reeds een jonkman, die den trein op eenigen afstand gevolgd was, in den stroom ge sprongen, wiens golven in den helderen maneschijn glinsterden en flikkerden. Een poos zag men den onbekende met den stroom worstelen daarop echter zwom hij met forsche armen naar den oever en spoedig zag men, dat hij het water zijn offer ontrukt had en Sara gelukkig door speculanten behaald, zijn verlie- i zen voor het groote publiek. Uit de erkenning van goud als eenig standaardmuntmetaal volgt natuurlijk, dat het zilver slechts dienen kan als pasmunt. Het in onderscheiden landen bestaande tijde lijk verbod van zilveraanmunting voor rekening van particulieren zou plaats moeten maken voor een stelsel, waarbij alleen de regeeringen zich het recht van zilveren voorbehieldeu. muntslag De groote gebreken, die de inter nationale muntregeling aankleven, worden algemeen gevoeld, en men ontveinst zich ook niet, dat handel en nijverheid werkelijk daaronder gebukt gaan. Doch over de middelen, om ze weg te nemen, is men het lang niet eens, of wel, men durft niet rondweg er voor uit te komen, dat éénheid van muntstandaard alleen het kwaad verhelpen kan. Hoe vaak er reeds is gepoogd, door verschil lende congressen, de grondslagen voor een muntconventie te leggen, het nationaal égoïsme der onder scheiden volken verhinderde steeds elke toenadering. Engeland en Duitschland hebben het zilver uitge- stooten, dat echter in de Britsche en Nederlandsche koloniën als betaal middel bij uitnemendheid fungeert. Frankrijk staat aan het hoofd der Latijnsche Unie, die overal den dubbelen standaard wil herstellen met vaste verhouding tusschen de waarde van het goud en die van het zilver. Amerika, Nederland, België namen in beginsel den gouden stan daard aan, doch aarzelden het zilver tot den rang van pasmunt terug te brengen; alleen is de aanmunting door particulieren niet geoorloofd. Gelijk men weet wordt dit stelsel zeer eigenaardig dat van den «hin kenden standaard" genoemd. Een internationale regeling zou van deze beginselen moeten uitgaan 1. Goud als standaard. 2. Zilver, als pasmunt; de verschillende munten zouden van nader overeen te komen zwaarte, afmetingen, gehalte en con- ventioneele waarde moeten zijn, om overal als wettig betaalmiddel te kunnen dienen; de practijk zou ze vanzelf wel hoofdzakelijk houden binnen de grenzen der landen, waar zij zijn geslagen. De omvang van den zilveren muntvoorraad voor ierier land, alsmede de jaarlijksche aan maak, zouden door internationale congressen van deskundigen geregeld moeten worden, afhankelijk van den goudvoorraad in circulatie of bij de openbare en met deze wettelijk ge lijkgestelde banken. Kapitaal en rente der nationale schulden zouden voor taan in goud uitgedrukt en uitbetaald moeten worden. Wij verwachten niet dat een logi sche en algemeene regeling op deze grondslagen, die aan alle onzekerheid een einde zou maken, spoedig zal tot stand komen; de économische belangen van heel de wereld wegen niet zwaar genoeg bij de regeeringen, om haar te nopen tot de vereischte samenwerking. Groote tnoeielijkheden zouden zich gewis voordoen, en de termijn, binnen welken de onder scheiden staten de ontmunting van het overtollig zilver zouden moeten hebben volbracht, moest in elk geval niet te beperkt genomen worden, onder voorbehoud natuurlijk van oogenblikkelijke staking der verdere aanmunting. Zelfs de groote finan- ciëele offers, die inzonderheid kleine staten zich zouden moeten getroosten om het doel te bereiken, zouden rijke vruchten dragen in het ver meerderd crediet, de zekerheid van handelsovereenkomsten en de verle vendiging van handelsbeweging en productieve nijverheid, die er het gevolg van zouden zijn. De Haagsche briefschrijvar der tZaanl. Ct." schrijft o. a. «Toch laat 't zich niet denken dat de tweede lezing van de nieuwe Grondwet geheel zou mislukken. Van de vaderlands liefde der nieuwe Kamers mag men ver wachten, dat ten minste de hoofdstukken, waarbij de dynastieke belangen zijn be trokken, zullen worden aangenomen. De gezondheidstoestand van onzen hoogbe jaarden Koning is wankelend. Al bestaat er ook voor de alarmeerende beschou wingen, in de laatste dagen in de bui- tenlandsche pers geleverd, geen grond, het is niettemin een feit, dat onze Koning lijdend is en onverwacht aan ons volk kan ontvallen, vroeger dan men niet slechts algemeen hoopt, maar ook gelooft. En in dat geval zou het onveranderd be houd van de grondwettige bepalingen op het stuk van de Erfopvolging, het Regent schap en de Voogdij des Konings in moeilijkheden kunnen brengen. Er zijn verschijnselen ik wil ze hier niet nader aantoonen die op de begeerlijkheid van Neêrland's kroon voor vele Vorsten wijzen. De omstandigheid, dat ons Koningspaar aan ons Vaderland een troonopvolgster schonk, is niet vol doende, om, bij twijfel over sommige bepalingen in onze Grondwet, verwikke lingen te voorkomen. Daarom moet, zoo spoedig als dit mogelijk is, aan alle dub belzinnigheid op dit stuk een einde ge maakt en voor de toekomst de troon der Oranje's tegen een successiesti ijd be schermd worden. Dien plicht zal de vertegenwoordiging niet verzaken. Doch is men eenmaal op den weg der herziening, dan gaat het toch bezwaarlijk de groote hervorming, waarop aller oogen gericht zijn, die van ons kiesrecht achterwege te laten. Daarom al valt bij de eerste lezing door de Eerste Kamer, hoofdstuk X weg, er is geen gevaar meer voor een misluk king van het geheele werk in tweede lezing." - Naar het Vad. verneemt, heeft de Nederlandsche regeering besloten deel te nemen aan de op het initiatief van het Britsche gouvernement te Londen te houden conferentie over de regeling aan land bracht. Baruch Levi stormde, trots zijne ketens op zijn ongelukkig kind toe. Men legde haar voorshands op den mantel van een soldaat en bedekte ze haar hoofd zonk ter zijde water en bloed vloeiden uit haar half open mond. De grijsaard begon bitter te weenen. Hoe gaarne zou hij zijn kind aan zijne borst verwarmd en alles met haar ge deeld hebben, hoe gaarne had hij zijn leven voor het hare gegeven Hij hief ze op aan zijne borst en liet haar hoofd aan zijn hart rusten hij streelde haar bleeke kille wangen, streek het natte haar van de slapen, riep haar met de zoetste namen. Dewbinsky stond diep bewogen naast hem. De luitenant liet den vader begaan, hem zelf stonden bijna de tranen in de oogen. Was het het flikkerend licht der lantaarns, die den jood nu deden geloo- ven dat het leven in zijn kind terug keerde? Want hij slaakte een vreugdekreet en drukte haar sterker aan zijn borst. Ja, het was geen misleiding, Sara kwam tot bewustzijn Baruch Levi drukte liet water uit haar haren, uit hare kleederen bedekte hare handen met de panden van zijn jas en bewasemde haar koud voorhoofd, om haar te verwarmen. De luitenant goot haar nu een weinig rum in, die hij in een veldflesch bij zich droeg. Eenige droppels van den sterken drank waren voldoende, om 's meisjes levensgeesten weder op te wekken. «Ach Godriep zij onsteld orn zich heen ziende, «waar ben ik?" «Bij uw vader riep Levi, «Mijn kind, mijn dierbare Sara, mijn eenig geliefd kind «O vader, dierbare vader!" riep zij. Een tranenstroom vloeide uit hare oogen, zij viel in zijne armen en bedekte zijne bleeke wangen met kussen. Tot nu had niemand den tijd gehad naar den redder van liet meisje om te zien, want allen waren te zeer met de ongelukkige zelf bezeg. Maar nu wendde graaf Dewbinsky zich om en vroeg: «Waar is de moedige, die met gevaar zijns levens, dit meisje gered heeft? Wat!" riep hij plotseling, toen hij den jongeling, die zijwaarts bij de groep stond, gewaar werd, «is het mogelijk, mijn trouwe Roman Makarewsky hoe komt ge hier De jongeling reikte den graaf de hand en zei trouwhartig«Ik wilde u nog eens zien u mijn trouwen krijgsmak ker, het laatst vaarwel zeggen." Doch nu meende de Russische officier dat aan het goede een einde moest komen. «Wij moeten weg," zeide hij ernstig, «ik mag mijne instructie niet te ver overtreden," Baruch Levi hielp zijn kind van den grond op. «Duizend maal dank," klonk Sara's stem tot Roman, «voor uw moedige, schoone daadGij hebt een verstootene dochter aan haar vader weder gegeven." Roman gevoelde een eigenaardige ge waarwording, toen hel bleeke, bevende meisje haar koude, smalle hand in de zijne legde, hij zag in hare groote don kere oogen en deze blik maakte hem inwendig zalig. Ook tot den luitenant wendde zich nu het meisje en dankte hem met aan doenlijke woorden voor zijne menschlie- vendheid. «Ach," eindigde zij, «kondt ge mij toch mijn armen vader weder geven I" «Dat ligt niet in mijn macht, «ant woordde de officier, «ga naar den Czaar te Petersburg hij kan uw vader be genadigen." «Duizendmaal dank voor dat woord I" riep met schitterende oogen de arme, «ja, naar den Czaar I moest ik bedelen om tot hem te komenMaar, vader, vóór wij scheiden," zeide zij met zachtte stem, «uw zegen." En zij zonk op hare kniën neder de grijze jood legde beide handen op haar hoofd, de naar Siberië verbannen vader zegende te middernacht op de openbare straat zijn arm ongelukkig kind. Nog eens wierp de rampzalige zich hartstochtelijk in zijne armen daarop zette zich de trein in beweging. Sara lag op hare knieën en oogde ze biddend na, tot de laatste man voor hare oogen verdwenen was. Toen richtte zij zich op. «Op naar Petersburg I" riep het in haar arm hart en zij volgde dezen roep. XX. Wij slaan de bezwaren over, die de verre reis van Sara bemoeielijkten, want zij overwon ze alle en deinsde voor geen vermoeienis, voor geen gevaar terug. En hare volharding werd beloond zij bereikte eindelijk de Czarenstad. Maar nieuwe hindernissen beproefden hier op nieuw den grooten moed van het door vele rampspoeden uitgeputte meisje. Het scheen bijna onmogelijk den keizer te genaken. Wordt vervolgd)

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1887 | | pagina 1