NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad UTRECHT EN GELDERLAND. USE FLEURON Voor Bregenz. Een advies over k Tjiomas-zaat N. 79. Zaterdag I October 1887. Zestiende Jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. Georges Ohnet, BINNENLAND. F euilleton. -J FOORT VOOR abonnementsprijs: Per 3 maanden 1.Franco per post door het peheele. Rijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever A. M. SLOTHOUWER, Amersfoort. advertentien: Van 1 6 regels O,-10 iedere regel meer 5 Cent. Advertentien viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Croote letters en vignetten naar plaatsruimte. Abonné'ft op onze courant in bot bezit van eene bon op het preauie- werlt kunnen tegen inlevering «laar van bovengenoemd werk aan ons buream afhalen. »Hct Vaderland" van 23 September bevat een hoogst belangrijk artikel over deze quaestie van de hand des Utrechtschen Iloogleeraars J. De Louter. In korte trekken gaat de uitste kende rechtsgeleerde na, wat de Tweede Kamer op den 24en Juni bewogen heeft tot haar conclusie over het besluit tot verbanning der heeren De Sturler en Sol, en welke verplichtingen zoowel voor haar als voor de Regeering uit dit votum voortvloeien. Gelijk men zicli herin neren zal, was dit votum tweeledig vooreerst werd het vertrouwen uit gesproken, dat bedoeld besluit niet langer gehandhaafd blijve dan met het oog op de daarbij betrokken toestanden dringend noodig mocht zijn; ten tweede de wenschelijkheid, om door nadere voorschriften de waarborgen, in art. 48 van bet «Reglement op bet beleid der Regee- ring van Neerlandsch-Indië" neder- gelegd weer te verzekeren. Intusschen is nog niets geschied, hetzij om aan dat vertrouwen te gemoet te komen, hetzij aan dien i wenscli gevolg te geven. Nog altijd j is den genoemden heeren het verblijf in het Buitenzorgsche ontzegd, en geen voorstel tot herziening van artikel 48 van het Regeeringsregle- ment heeft nog de volksvertegen woordiging bereikt. Het feit, dat de Grondwetsherziening alles primeert, kan zells niet als verzachtende omstandigheid geldener zijn belan gen, die onmiddellijk behartigd, grieven, die aanstonds weggenomen moeten worden, op stralfe van ver mindering van het prestige der Regeering, verzwakking van het ge loof aan de rechtvaardigheid der mannen, die in hoogheid zijn gezeten. Het is dan ook te hopen, dat bij de behandeling der Indische begrooting de gelegenheid, 0111 inlichtingen te vragen, niet verwaarloosd worde; het publiek heeft recht te vernemen, of werkelijk de toestand op en nabij het land Tjioinas den terugkeer der- genen,die door velen worden be schouwd als slachtoffers van ambte lijken willekeur, vooralsnog onmoge lijk maakt; de vertegenwoordiging is zelfs verplicht te eisehen, dat van haar wenschen nota wordt genomen, en te weten waarom dit tot heden niet is geschied. Dat een na lang debat uitgesproken votum der Kamer door de Regeering eenvoudig wordt ter zijde gelegd, is in strijd met den geest der constitutioneele instellingen. Doch de Hoogleeraar blijft bij deze quaestie op zichzelve niet stilstaan lnj dringt door tot den grond van bet conflict, en wijst op de onhoud bare betrekking, waarin de particu liere landen staan tot het gouverne ment. En inderdaad, die te besten digen zou geen verstandige politiek zijn. Souvereine rechten zijn door verkoop afgestaan aan bijzondere personendat geschiedde in veelbe wogen tijden, onder het gouverneur- generaalschap van Daendels en in de dagen van het Engelsch tusschen- bestuur. De eigenaar heeft het recht van belastingheffing in natura en in arbeid, het recht tot benoeming van politie-personeel, het een en ander wel onder contröle van bet opper bestuur, maar toch iri mindering van de souvereine rechten, door dat bestuur uitgeoefend. Het kan niet anders, of zulks moet tot geschillen, tot botsingen zelfs leidenen van deze is dan gewoonlijk de inlander de dupe, betzij hij zich inderdaad te beklagen heeft over de eischen, die de landheer hem stelt, hetzij hij ten onrechte meent verongelijkt te worden, en, in dien waan versterkt door de houding der regeeringsamb- tenaren, met wrevel in het gemoed op middelen peinst om zich recht te verschaffen. Wanneer men overtuigd is, voort te gaan in een verkeerde richting, al werd die sinds een groot aantal jaren bewandeld, dan is het zaak, aan terugkeer te denken. Dat is de meening van prof. De Louter. Hij spreekt den wensch uit, dat de Regeering met den eigenaar van Tjiomas een overeenkomst trachte aan te gaan, die tot terugkeer van dat land onder het, algemeene recht kan leiden. Over de grondslagen waarop een zoodanig verdrag moet rusten, en de wederzijdsclie voor waarden, geeft de schrijver eenige practische denkbeelden aan, waarbij met de wederzijdsclie eischen van billijkheid streng rekening is gehouden. Niet alleen verdient dit denkbeeld ondersteuning, maar ook een meer algemeene toepassing. Het voortbe staan van kleine staatjes in den staat, is een anomalie; het herinnert aan het leenstelsel, waarmede het een treilende overeenkomst heeft. Ware l deze inrichting uit de historische ontwikkeling van Java te verklaren, dan nog zou het tijd worden, er een eind aan te makenhoeveel te meer, nu die totaal vreemde loot slechts toevalligerwijze op den boom der Indische instellingen werd geënt. Wat prof. De Louter thans ver langt voor Tjiomas, zouden we wenschen voor alle particuliere lan derijen een zorgvuldig onderzoek naar de winsten, die zij den eigenaars onder gewone omstandigheden ople veren, en afkoop daarvan, hetzij in eens, hetzij door annuiteitenzelfs zouden we een speciale leening voor dat doel, onder waarborg van den Nëderlandschen Staat, alleszins ge rechtvaardigd achten. Op die wijze zou dan, naar de woorden van prof. De Louter, »de gezonde toestand worden hersteld, waarin de privaat-eigendom met zijne rechtsgevolgen zich terugtrekt binnen de natuurlijke grenzen der privaatrechtelijke verhoudingen en de uitoefening van politie en fiscaal gezag uitsluitend berust in de handen van den staat en zijne dienaren." Onlangs hebben wij gemeld, dat Z. M. de Koning het vooi nemen heeft een gedeelte van het a. s. voorjaar in hel Zuiden te gaan doorbrengen. Dit plan is, naar wij vernemen, reeds in zoover tot uilvoering gekomen, dat op 's Konings last door den adjudant en particulier-secretaris, kapitein De Ranitz, dezer dagen aan het meer van Gerieve eene fiaaie villa is gehuurd en nog andere beschikkingen zijn genomen voor het verblijf der Koninklijke familie aldaar, in het begin van het volgend jaar. (Dagblad.) De afdeelingen der Tweede Kamer hebben liet onderzoek over de Grond wetsvoorstellen reeds geëindigd. Tot rap porteurs over deze ontwerpen zijn be noemd, de heeren van der Schrieck, Van Ossenbruggen, Gleichman, De Beaufort en Schaepman. In het verband met de vragen, in de Tweede Kamer door den heer A. van Dedern gesteld, over hetgeen de legee ring voornemens is te doen in de quaestie der botervalsching, en het antwoord daaiop doer den minister van binnen- landsche zaken gegeven, vernemen wij, dat reeds sedert eenige weken een om werp van wet gereed is, waarbij maat regelen worden vastgesteld oin bedreg in den boterhandel tegen te gaan. Dat ontwerp gaat lang zoo ver niet als.de commissie van advies voor de landbouw zaken heeft voorgesteld. De fabricage van kunstboter, of de handel in dat artikel, wordt niet aan belemmerende bepalingen onderworpen, maar alleen wordt gewaakt, dat geen kunstboter worde verkocht voor natuurboter o. a. door voorschriften te geven voor de ver pakking van kunstboter, en door de eischen dat bij het voorhanden hebben van kunstboter in winkels de naam van het artikel duidelijk worde aangewezen, zoodat de kooper zich in den aard daar van niet kunne vergissen. Het ontwei p is. na in het departe ment van justitie te zijn bewerkt, op gezonden naar dat van waterstaat. De kiesveieeniging «Hoogezand» heeft met algemeene stemmen tot can-* i didaat voor het lidmaatschap der Tweede j Kamer gekozen mr. J. W. .1. baron de I Vos van Steenwijk. Nadat bekend was geworden, dat rnr. De Vos van Steenwijk zich weder be schikbaar stelde, .heeft ook de kiesver- eeniging aSappemeer", te Sappemeer, hem met algemeene stemmen tot haren candidaat benoemd. Wegens liet gure en ongunstige weder heeft de hoofdcommissie der Ten toonstelling van Voedingsmiddelen be sloten, geen avondconcerten meer te geven. De Tentoonstelling wordt gesloten Zor.dag IC October. Tot de sluiting zul len et dagelijks ophtendconcerten gege- ven worden, bij gunstig weder op het marktplein, hij ongunstig weder in het gebouw der Tentoonstelling. In plaats van October a. s, zal, naar wij uit goede bron vernemen, de opening van het lokaalspoor Medem- blik Hoorn waaischijnlijk op 17 October a. s. plaats hebben, maar officieel is deze mededeeling niet. Het werk gaat best vooruit, zoodat na eenige dagen de baan geheel in orde zal zijn. De aanleg lokt nienigen wandelaar tot een kijkje uit en de hoop wordt daarin gezien van een bron van welvaart voor de gemeente Medemblik, althans zeker van betere communicatie mei het groote spoorwegnet. Uit Diemen meldt men dd. 28 September aan de A'. R. Ct.: Dezen nacht is eene der gewichtigste aanslui tingen der Vechtwaterleiding, die onder de rails door van de Rijnspoor aari den Een verhaal uit den Dertigjarigen Oorlog. NAAR HERMANN LINGG. 13) «Genoeg!" antwoordde Wrange), «breng haar mijn bevel over, binnen den kortst mogelijken tijd het slot en het leger te verlaten. Heltmann moet ook zeei streng bewaakt worden. Laat twee man hem geregeld volgen." Falkenburg boog. «Waarom talmt gij nog?" «Hebt ge nog iets?" «Een verzoek Excellentie. Het is mijn vurigst verlangen. «Goed, Goed! Ga eerst mijn bevel aan de markiezin overbrengen, dan zal ik hooren wat ge hebt. Dit zeggende ging Wrangel heen. Toen Falkenburg alleen was,' gaf hij aan zijne verbazing lucht. «Hoe is het mogelijkZij zoude ver wijderd worden, schandelijk weggejaagd, en ik ik de overbrenger van het bevel zijn? Hoe moetik dat volbrengen? Het moet haar vreeselijk treffen. Zal zij gehoorzamen?" Ternauwernooil had hij de kaïner verlaten, of hij zag den jongen Wrangel op hem toetreden. Eene ontmoeting was nauwelijks te vei mijden en toch was deze hem op 't oogenblik meer onge- wenscht dan ooit. Hij wilde uitwijken; maar Wrangel hield hem staande. «Gij ontwijkt mij? O! ik vermoed dat er bij mijn vader een bevel moet worden bewerkt, dat ik niet denk te gehoorzamen. Het zou al te schandelijk zijr. 1" Falkenburg zeide op kalmen toon «Ik geloof dat wij eiken post dien uw vader ons opdraagt voor eervol moeten houden." «Ik hooide dat hij mij het kommando, om de vesting te bestormen, wilde afne men «En ik wil hem juist verzoeken het aan mij op te dragen." »Ha!" riep Wrangel toornig, «dus dan hebt gij deelgenomen aan het complot tegen mij? Ik weet dat tegen mij ge werkt werd «Tegen u hoe dat?" «Hij heeft de eer van zijn zoon op zulk eene wijze uitgedaagd, dat ik mij van lal beid zoude moeten beschuldigen, als ik het kommando gedurende de be storming der vesting van mij af liet nemen. Wie mij hierin in den weg treedt beschouw ik als een vijand mijner eer." «Gij herinnert mij," zeide Falkenburg, «dat er tusschen ons nog eerie zaak op de punt van den degen zit." Wrangel zweeg en zag somber voor zichtoen zeide hij Wij waren zoo lang trouwe vrienden en wapenbroeders, laten wij de beslissing van ons geschil aan de wapens van den vijand laten Een van zijn kogels lis wellicht de dood van een van ons!" «Goeden ieder van ons zoeke dien dood." «Geef mij de hand!" zeide Wrangel. «Hier hebt gij ze." «En met deze band neern ik ook uw aanspraak op het kommando. Laat aan 1 mij de eer van den dag?" «Ik gaf mijne belofte aan haar, aan Marfisa." «Ha! Moest ge haar beloven devesting te zullen bestormen, en mij zocht zij daar van af te brengen; mij wilde zij voor zich houden. Gij «Zoudt in den dood gestuurd worden," zeide Falkenburg. «Zoo is het." «Zij is eene valsche vrouw, die iedereen medesleurtriep de jonge Wrangel. «Ja zij heeft u bedrogen." «Misschien ons beide" zeide Falken burg. Dus ook gij kent hare toovei kracht. Gelukte het haar ook u in hare macht te krijgen?" «Ik wees haar af!" zeide Wrangel. «Zoude ik verraad plegen aan u? Zouden wij dienstbaar gemaakt worden aan hare intriges! Dat nimmer!" Falkenburg greep zijne hand. «Gij bemint freule Montfort?" Mijne dweeperij voor die hemelsche veischijning weid eiken dag grooter. «Nu dan," zeide Falkenburg, «bestorm de vesting, verwerf de geliefde als den eersten prijs der zegepraal. Ik zal de troep koinmandeereri die de vesting rond trekt. Heb ik de hoogte genomen, dan zal een drievoudig salvo en een vuurpijl u het teeken geven tot den aanval, zoo nernen wij gemeenschappelijk de verovering op ons." «Daaraan herken ik weder mijn trou wen vriend", riep Wrangel. «Zonder eenigen wangunst geeft gij mij den voorrang! Alles wat tusschen ons voorviel moet vergeten zjjn. Als uw salvo mij toespreekt, zal ik niet deri donder van mijn geschut antwoorden." «Reken mij dezen vriendschapsdienst niet te hoog aan, ik laat u het eervolst, maar ook liet gevaarlijkst aandeel," zeide Falkenburg en halfluid voegde hij er bij: «O Marfisa wat hebt gij mij bedrogen." «Laten wij aan God denken," zeide W i angel, en aan orize ki ijgsmansplicht. Als wij vallenwelnu, gedekt met eere en koele aarde zullen wij zeker rusten. Hel beste is. ja mijn vader heeft gelijk. Een nieuwe tijd breekt aan, zeide hij en legde de hand op Falkenburgs' schouder. «Een tijd van vrede. Wat moeten wij dan beginnen? Het beste is. als de laatste van een harden tijd te vallen, dan zijn loem te overleven. Adieu!" «Adieu 1" De jonge mannen zeiden elkander vaarwel en beiden begaven zich naar hunne posten. Op hetzelfde oogenblik, dat Falkenburg de ruime slotplaats op kwam, werden de groote vleugeldeuren geopend en een rijk versierde koets, met vier paarden bespannen, rolde binnen. Een eskorte Zweedsche ruiters en twee bedienden, iri de livrei der Montfoits, dienden tot geleide. De luilers stegen af, de dienaais openden het portier en Falkenburg zag gravin Montfort. (Wordt vervolgd

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1887 | | pagina 1