NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
UTRECHT EN GELDERLAND.
No. 94.
Woensdag 23 November 1887.
Zestiende Jaargang.
VOOR
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
Uitgever A. M. SLOTHOUWER, Amersfoort.
BINNENLAND.
Feuilleton.
AMEBSFOORTSCHE GODBANT.
abonnementsprijs:
Por 3 maanden 1.Pranco per post door bet gebeele Kijk.
Afzonder!ijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
advertentien:
Van 16 regels 0,40 iedere regel meer 5 Cent.
Advertentien viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Crootc letters en vignetten naar plaatsniimte.
Bij het Ministerie van Oorlog is
een plan in bewerking, om ook in plaat
sen, waar geen garnizoen ligt, aan jon
gelieden van 1720 jaar, die scholen
of andere inrichtingen van onderwijs be
zoeken, de gelegenheid te geven zich in
den wapenhandel te oefenen, om hen
zoodoende in de gelegenheid te stellen
te kunnen deelen in de gunstige voor
waarden, die gesteld zijn voor miliciens,
welke kort na hunne indiensttreding een
zekeren graad van geoefendheid hebben
bekomen. Door een uitgebreide regeling
dezer aangelegenheid wil men trachten
in de toekomst de noodige reserve-
officieren en reserve-kader te vei krijgen.
De heer O. baron van Wassenaer
van Catwyck, de vorige week overleden,
was sedert het jaar 1866 lid van de
Tweede Kamer der Staten-Generaal voor
het hoofdkiesdistiiet Leiden. Hij stond
bij de anti-revolutionaire partij, waartoe
bij behoorde, in boog aanzien. Geruimen
tijd was hij voorzitter van bare parle
mentaire club; in de Kamer trad hij
soms in gewichtige omstandigheden als
haar woordvoerder op. Ook buiten den
kring zijner geestverwanten genoot de
lieer Van Wassenaer de achting, waarop
zijn eerlijk en rechtschapen karakter hem
aanspraak gaf.
De heer v. Wassenaer begon zijn loop
baan als officier der genie, en ofschoon
hij den dienst vroeg verliet, bleef hij
steeds veel belang stellen in de militaire
aangelegenheden. Aan den persoonlijken
dienst des Konings was hij lange jaren
verbonden. Aan het Hof bekleedde hij
belangrijke betrekkingen, zoo o. a. de
functiën van opper-ceremonieineester en
opper-stulmeesier.
Menig nuttig en vaderlandse!) weik
werd door den heer van Wassenaer ge
steund; zoo is hij o. a. lid geweest van
liet Barents-comilé.
Door de Zuiderzee visschers werd
in de laatste dagen veel sleephaiing ge
vangen, waai voor men ƒ3.90 a ƒ4 per
tal of 200 stuks ontving. Ook werden
veel garnalen gevangen, zoodat enkele
schuiten in een week ƒ100 verdienden,
hetwelk hun goed te stade kwam, na
vele weken bijna niets verdiend te hebben
De H. IJ. S. Maatsch: heeft^de
opening aangekondigd van de lijn Apel
doornDeventer, en Epe -Hnltem van
de Kon. Ned Loc. Spoorwegmaatschappij
op j.l. Maandag. Het station Deventer
is voorloopig alleen opengesteld voor
reizigers, bagage en bestelgoed. De eerste
trein vertrekt uit Deventer naar Apel
doorn 7.04 's morgens en de laatste
9.25 's avond*. De le trein van Apeldoorn
naar Deventer vertrekt 6.25 's morgens
en de laatste 8.12 's avopds
Door de heeren dr. Graftdijk en
J. G. Bouman te Giesendam worden,
geheel belangeloos, pogingen aangewend
tot liet oprichten van een fonds, waaruit
werklieden, bij ziekte, zich tegen betaling
van eene geiinge bijdrage, ondersleuning
kunnen verzekeren.
De hoofdcommissaris van politie
te 's-Gravenhage meent nogmaals te
moeten waarschuwen, dat men op zijne
hoede zij bij het aanknoopen van han
delsbetrekkingen met L. Timmermans en
H, F. J. Schoenmacher. beiden wonende
Hërnsterhuisstraal 177 te 's-Gravenhage
die veelal schrijven op advertentiën waaiin
iets te koop of ter overneming wordt
aangeboden; ook met Adiianus Alsem-
geest, die op gelijke wijze handelt eri
als adres opgeeft Hemstei huisstraat 177,
doch Zorgvlietstraat 167 woont.
Hoe gevaarlijk het is ondoordacht
bij open wonden allerlei huismiddeltjes
te gebruiken, bleek dezer dagen te
Hoornsterzwaag (Fr.). Zekere H. kreeg
een wonde aan de band, en oin deze
spoedig weer te doen beelen en zuiver
te houden, legde bij daarop een compres,
met terpentijn doorweekt. De gevolgen
bleven niet uit de arm zwol op, en de
geneeskundige, wiens hulp toen eindelijk
ingeroepen werd, verklaarde dat hier
bluedvergifiiging was.
Te Breda kwam dezer dagen een
troep Zigeuners, bestaande uit man,
vrouw en vier kinderen en met zich
voerende een beer, een tijgeitje, zeven
apen en een woonwagen, die de land
verhuizers bij gebrek aan paard zelf
moesten voorttrekken. De ongenoode
gasten werden met inbegrip van huis
en menageiie Zondagmiddag door de
Rijkspolitie naar Zuudeit gebracht, om
over de Belgische grenzen te worden
gezet.
De familie was ook vroeger naai
Amerika vei trokken, doch door de Ame-
likaansche regeeiing onmiddellijk scheep
gedaan mot bestemming naar Antwerpen,
van waar zij ons land trachten binnen
te komen. De hoofdman van den troep
gaf voor uit Turkije afkomstig te zijn
en Petro Georgewitz te lieeten.
Onder het opschrift «Een ge
woonte door den rechter ontdekt dpelt
het Ulr. Dgbl. mede, dat het op 1 Juni
door de Rechtbank te Otreclit werd ver
oordeeld tot betaling van f 50 boete aan
R. Hoitsuma Enuma, omdat bet blad de
eer van dien heer zou hebben gekrenkt
door overneming van bet bekende bericht
van het N v. cl. D.
De overweging van den rechter bij het
vonnis luidde
O, dat immers bij de algemeen tus-
schen de verschillende organen der dag
bladpers bestaande gewoonte om van
elkander belichten eij nieuwstijdingen
over te nemen, die aanhaling van initi
alen (onder het bericht stond N. v. d. D.)
«alleen,ten doel heeft om het overne
mende dagblad van de zijde van het blad.
waaruit is overgenomen, te vrijwaren
tegen de beschuldiging van plagiaat, maar
dat die aanhaling geenszins bewijst, dat
het ovei nemende dagblad de waarheid
van liet overgenomen bericht in twijfel
trektdat dit blad dan ook bij die over
neming van een bericht de betrouwbaar
heid daarvan niet laat ter verantwoording
van liet blad, waaruit hel is overgenomen,
maar integendeel eerst bedoeld blad door
een bericht zonder eenige bijvoeging dan
de bewuste initialen woordelijk in zijn
geheel over te nemen en alzoo te ver
spreiden, moei geacht worden zich met
den inhoud van het stuk volkomen te
hebben vereenigd en dat tot het zijne
gemaakt."
Het Ulr. Dgbl. nu wijst er den rechter
op dat vermelding der initialen eene ge
woonte in de pers is, voor een groot deel
oin te kennen te geven, dat men zich
riiet verantwoordelijk stelt voor den in
houd, maar dat een ander blad aldus
beweert, en liet vonnis door den Utrecht-
schen rechter gewezen, dus gegrond is
op een onjuiste meening en van belang
voor de gebeele pers.
Het blad is over het vonnis in appel
bij liet gerechtshof.
Met den helm geborpnMen
scluijft aan het D v. N.: Een gemeente
in de nabijheid der hoofdstad, op wel
ker slot in vroeger eeuwen de kern der
wetenschap bijeenkwam, is in duizend
vreezen voor de voorspelling van eene
met een helm geborene. Nadat sedert
jaren de stad Muiden van brand was
verschoond gebleven, werden voor onge
veer 5 weken een tweetal huizen in de
asch gelegd, terwijl ook deze week het
achterhuis van een herberg een prooi
der vlammen werd.
Onder het grootste deel der bewoners
heeft zich nu het gerucht verspreid, dat
de laatste brand reeds dagen te voren
«gezien" was door een meisje, wier on
feilbaarheid op liet punt van profetie
reeds dikwijls proefondervindelijk was
bewezen en dat kind heeft nu weder de
jobstijding verkondigd, dat, vóór het
einde dezes jaars, nog drie bralden bin
nen Muiden zullen plaats hebben! Zelfs
heeft de deern het huis aangewezen, dat
het eerst aan de beurt ligt; een huis,
staande in het voornaamste deel der ge
meente (Heerengracht tussclien het slot
en de Schutsluis) en omringd door win
kels en pakhuizen, die gevuld zijn met
brandbare stofien. Geen wonder, dat de
buren voor hunne panden bezorgd zijn.
Het is te hopen dat die goedgeloovi-
gen op 1 Januaii de overtuiging zullen
verkregen hebben dat dergelijke voor
zeggingen allen grond missen. Voor het
oogenblik is het den moriaan geschuurd
hen tot andere gedachten te brengen.
Steller dezes heelt althans bij tien a vijf
tien personen het geiuclit onderzochten
bij allen, helaas! een onwiikbaar geloof
in de onfeilbaai beid der profetes ge
vonden
Te Zetten bij Renkum. is nabij de
Heldring-gestichten het tweede nieuw
gebouwde opleidiugsliuis geopend en in
gebruik genomen. Ook het eerste oplei
dingshuis heeft een belangrijke uitbiei-
ding ondergaan. De beschikbare ruimte
is thans veel grooter dan ooit te voren,
zoodat weder eenige meisjes kunnen wor
den opgenomen.
Uit Bergen-op-Zoom schrijft men
De strenge vorst van de laatste dagen
heeft veel schade te weeg gebracht aan
de nog te velde slaande beetwortelen.
Ten gevolge van dien maken de land
bouwers groeten spoed met de verzen
ding, doch zijn er treinen en vaaituigen
te weinig, om naar behooren in het
vervoer te voorzien.
Dc „SelioHcn" gezonken.
Het stoomschip «W. A. Scholten,"
kapitein Taat, Zaterdag des ochtends te
7 uren, vari Rotterdam naar New-York
vertrokken, met 160 passagiers en 54
man equipage, is gisterenochtend bij
Dover gezonken door aanvaring. Onge
veer vijftig der opvarenden van do »W.
A. Schollen" zijn geied door liet Eng.
stoomschip «Ebro".
Volgens bij de Nederlandsch-Afrikaan-
sclie Stoomvaartmaatschappij ingekomen
bericht zijn gered: de passagiers L. Geu-
ken. Schatsneider, L. Streick, Barbera
Spatz, Maria llobelsbergfn. baron Kies,
Sara Zicherman, Caiolin Miller. Call Mil
ler, Calzelnic, Fred. Stepney, Sara Gold,
Maria Sielter, T Robinson, Voiulan, Fol-
strum, Contjaban, Binderman, II. Reich,
Brornholl', Albei t Hensler, Madelina Siniel,
Anna M. Konig, C. Freilich, Andierlha,
Juni Leverise, H. Pastoor, S. Willuse,
E. Siosky. S. Alpser, J. SchottiC. Sus-
carich, Cli. F. Miles, A C. Hainerton,
Bergstein, C. Appleby, Pekel, Schatsnei
der, F. Wilina, E. Francois, Reiter, J.
Gering, C. Teske, J Meijer;
en van de bemanning; tweede officier
Moritz. dokter Ayiné, bootsman Rotluie,
kwartiermeesters Nielson, Frangois, De
Bie; matrozen Driessuin, St ileman, We
genaar, De Voogd, Max, Douma; licht
matroos Den Outer; tusschondekswacht
Reekers; lampenist Zethoveneerste ma
chinist Edixlioventweede machinist
Merkelbach; olieman Heykoopstukers
Bredius, Sprengelmeyer, Felber, Jacob de
Vries; trernmeis Kilwinger, Link; ad
ministrateur Hulsinga; eerste hofmeester
Hennekamp; bedienden Stam, Barto,
Meijer, Zinsmeester; barbier Köuig; ma
gazijnmeester Clniske; eerste kok Cor
nells Kok; tweede kok Felinga; stooin-
kok Groen.
De masten van de «W. A. Scholten"
zijn zichtbaar met laag water, zuid-oost
van den Admiralitypier van Dover.
De lijken van den tweeden hofmeester
Eene
'J
geschiedenis uit den Fransch-
Pruisischen Ooi log
Uit het Duitsch door
W. W.
I.
Op de Kermis.
1) Te R. een lief dorpje in
Beiersch Zwaben was kermis. De forsclie
knapen draaiden hunne slanke meisjes
bij de klanken der muziek zoo geweldig
in de rondte, dat de haarvlechten en
kleeren vlogen en de aan den dans niet
deelnemenden duizelden.
Tot de wildste dansers behoorde
Frans, de zoon van den burgemeester,
een fraaie, llonde, hoog opgeschoten
jongeling, en 't was geen wonder, dat,
toen de muziek ophield, Frans met zijne
danseres, de blonde YValpurga, meer op
de naaste stoelen neervielen, dan zich
er op neerzetten.
Dat zag de zwarte Seppel, een woeste,
wilde knaap, op wiens hoed de hanenveer
steeds van voien opgestoken stond, 't
geen in de beeldspraak van liet gebergte:
«wilt ge vechten?" beleekent, en hij
zeide spottend en zoo luid, dat iedereen
in de zaal het hooren kon:
«Ik had waarachtig niet gedacht, dat
burgemeesters Frans zoo zwak op de
beenen was als dun bier dat niet alleen
uit de ton kan loopen bij ligt daar
als'een vlieg in de karnemelk!"
De meisjes en jongens lachten en
Frans sprong van zijn zitplaats op als
door een veer omboog geworpen.
«Luister, Seppel," antwoordde hij met
eene stem, die na den dollen dans haar
gebeele vastheid nog niet herkregen
bad luister, ik weet wat je ontbreekt,
de oude vechtlust is weder in je lijf
gevaren, maar geloof niet dat ik mijn
vader grieven, mijn vermaak verbitteren
en op de kermis vechten zal. Zoek een
ander, met wien ook geen fatsoenlijk
meisje dansen wil en die gelijk gij,
zonder meisje hier is, stort tegen zulk
een je gal uit, niet tegen rnij!"
Op zwarten Seppels pokdalig gezicht
vlamde bij deze woorden een gloeienden
toorn.
»Ha," riep bij, «verschuilt ge je weder
achter de meisjes en achter den rug van
mijnheer den burgemeester, lafhartige
knaap? Ge kunt van angst niet spreken
en je beenen knikken, als die van Mul-
lers ouden knol, als ge van vechten
hoort. Ja, een beetje op de viool krassen,
wat schermen en de meisjes mooi pralen,
dat kent ge, maar een degelijken jongpn
hebt ge nog nooit dicht onder de oogen
gezien. Ge zegt dat de mei-jes mij niet
lijden kunnen, wijl ik niet gelijk gij ze
't hof maak en als razend een flikker
kan slaan? Maar ik wil je toonen, dat
ge je vergist." En zwarte Seppel ging
stout op Walpurga toe, die nog altijd
op haar vorige plaats zat, en zeide:
«Niet waar, Purgi, ge danst den volgen
den dans met mij
Walpurga was zichtbaar in groote
verlegenheid. Zij zag Frans aan, die met
overelkander geslagen armen bij haar
stond, en vei wachtte waarschijnlijk hulp
van hern. Maar hij verroerde zich niet,
hoogmoedig en zeker van te overwinnen
immers hij kor, niet denken, dat het
meisje met zijn ruwen vijand zou willen
dansen. Harerzijds vreesde Walpurga de
kwade tong van zwarten Seppel en
hoopte misschien in hare onschuld, door
toegevendheid het noodlottig gevecht,
dat het feest dreigde te sloren het best
te verhoeden. Zij reikte derhalve Seppel
na een korte aarzeling de hand, daar
juist de muziek voor den volgenden dans
begon en de ondeugende knaap wierp
Frans een spottenden blik toe, voor dat
hij met haar voortholde.
Bij Frans kookte de toorn en steeg
hem gloeiend heet naar het hoofd. Hij
balde de vuisten en bad voor een oogpn-
blik een gewaarwoiding als moest hij
bet paar naijlen en beiden neerslaan,
maar bij hem zegevierde de betere opvoe
ding, bij verliet schijnbaar bedaard de
danszaal en keerde niet meer terug.
Walpurga gevoelde de beleediging, die
in het onverschillig heengaan van haar
minnaar lag des te dieper, daar zij
slechts met de beste bedoeling ter
wereld den dans aangenomen had.
«En mocht het met ons voor altijd
uit zijn," zeide zij trotsch tot hare
vriendin, «ik loop hem niet na uit de
danszaal, want 't is alleen zijn schuld,
dat ik met Seppel, dien leelijken kerel
gedanst heb bij had 't niet mogen
dulJen, zoo 'l hem gehinderd had."
't Was een wondorschoone Juli-avond.
De sterren schenen vriendelijk uit den
donkerblauwen hemel neder, de glim
wormen trokken tooverachtige kringen
cm geurige nachtviooltjes, de kikvorschen
kwaakten, de krekels schreeuwden, een
eenzame nachtegaal klaagde in het ge
boomte, als een poëet, die zijn tijd niet
begrepen en zijn levensdoel gemist heeft
en de knapen van K. gingen onder
de vensters vrijen.
Ook aan het venster der schoone
Walpurga werd zacht geklopt, en toen
zij zich behoedzaam vergewist had, dat
het noch de plagende rankenvinger der
slingerplanten was, die tegen den muur
van haars vaders huis opgroeiden, noch
de ruwe hand van zwarten Seppel,
opende zij en Frans stond buiten.
Hij maakte echter geen aanstalte, om
op den vensterrand en van daar in de
kamer te springen, zooals bij anders
wel deed.
«Gegroet met God, Purgi," zeide hij
koel, «Ik wilde slechts weten, hoe liet
sedert gisteren tussclien ons staat?"
Op dezen koelen toon was Walpurga,
die heden avond stellig een berouwvollen
minnaar verwacht had, dien zij gaarne
vergeven wilde, volstrekt niet voorbereid.
«Haha," dacht zij, «hij wil nog den ge
krenkte spelen, dan is hij recht bij mij
te huis," en zij richtte het spijtig hoofd
op en zeide kort: «Precies, zooals ge
wilt, ge moogt ook heden weer naar
huis gaan, als ge 't goed vindt; God
beware je?"
(Wordl vervolgd).