MIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
UTRECHT EN GELDERLAND.
DRIE ONTMOETINGEN.
„Tweeërlei Kruis."
No. 104.
Woensdag 28 December 1887.
Zestiende Jaargang.
abonnementsprijs:
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
advertentien:
Bericht aan onze geachte Abonné's.
Veertig Centen.
BINNENLAND.
Feuilleton.
Jacht- en Reisavonturen
AMEBSFOORTSCHE CODBANT.
VOOR
Per 3 maanden 1.Franco per post door het geheele Rijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever A. M. SLOTHOUWER, Amersfoort.
Van 16 regels 0,40 iedere regel meer 6 Cent.
Advertentien viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Croote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Geheel oorspronkelijke Nederland-
sche Romans behooren nu eenmaal
tot de zeldzaamheden. Toch is het
ons mogelijk geworden zulk een
Roman onzen lezers als premie bij
den aanvang van het jaar 1888 aan
te bieden.
Wij hebben namelijk de hand ge
legd op het boeiend en aangrijpend
boek
Oorspronkelijke Roman
DOOR
MEVROUW SIEVÉ,
dat wij uitsluitend voor onze abon-
né's eD voor hen die zich nog op
onze courant wenschen te abonneeren
verkrijgbaar stellen voor slechts
In dit nummer is een advertentie
met bon geplaatst. Elk onzer abon-
né's binnen de stad beeft het recht
die te teekenen en aan ons bureau
met bijvoeging van 40 Centen in te
zenden. Buiten de stad tegen in
zending van een postwissel groot
55 Centen. Het Boek wordt 15
Januari a.s. aan alle inteekenaren
franco afgeleverd.
De Tweede Kamer is jl. Vrijdag
tot nadere bijeenroeping uiteengegaan.
Door den voorzitter is, op eene vraag
van den heer Mees, wanneer'het voorne
men was de Kamer weder bijeen te roe
pen, geantwoord, dat zulks waarschijnlijk
in den aanvang van Februari 1888 zou
geschieden.
Z. M. de Koning heeft wederom
de gewone jaarlijksche gift van f200
gezonden aan den buigemeoster van
Wageningen, om hiervoor arbeid te ver
schaffen aan werkloozen in die gemeente.
In de afgeloopen week werd reeds aan
een groot getal werkloozen aldaar arbeid
verschaft, door de bestaande commissie
voor werkverschaffing. Meer dan vijftig
personen verdienen een dagloon met
boomen vellen en tot kachelblokjes zagen,
alsmede met het maken van rietmatten
en het pluizen van touw tot breeuwwerk.
Het prinsesje wandelt en vertoont
zich eiken dag in het openbaar, ondanks
al hare drukke bezigheden, zoo leest men
in de Haagsche kroniek van het Ilbl.
Iemand, die het beter weten kan dan
de beste swel'ingelichte zijde" vertelde
vol geestdrift, boe er nu dagelijks 3 uur
aan den heer Gediking, het hoofd eener
Haagsche openbare school, worden afge
staan, orn het prinsesje dat deugdelijke
lager onderwijs te geven, dat gelukkig
de meeste onzer kinderen ontvangen.
Beter dan menig vorstelijk kind zal zij
onderricht worden in al die kundigheden,
die juist eene aanstaande vorstin meer
noodig heeft dan de massa, maar waarin
het ras der «gouverneurs" gemeenlijk
niet uitblinkt. De Haagsche stedemaagd
moge er trotsch op zijn. dat onze Koning,
met dat verstandig plan bezield, juist
dien leermeester uit de residentie koos.
De vruchten van dat onderwijs zullen
prinses en volk plukken. Doch zeker is
het, dat zelden met zulk een ernst en
verstand een koningskind zal zijn opge
leid als ons lief, eenig prinsesje.
De algemeene vergadering van het
«Genootschap ter bevordering der Natuur-,
Genees- en Heelkunde" te Amsterdam
heeft de volgende prijsvragen uilgeschre
ven
I. Het genootschap vraagt eene geschie
denis der Nederlamische geneeskunde en
der Nederl. geneeskundigen van den dood
van Boerhave tot aan de wet op het
hooger onderwijs van 1875. Gouden me
daille en f 300, te beantwoorden vóór 1
Januari '1890.
II. Het genootschap verlangt het aan
deel te zien aangewezen, dat de schei
kundigen in Frankrijk, in Engeland, in
Duitschland en in Nederland hebben ge
had in het tot algemeene erkenning
brengen van het systeem van Lavoisier,
met verklaring van het ten deze bestaand
verschil. Voor de beste en op zich zelf
bevredigende beantwoording dier vraag
biedt het genootschap zijne gouden me
daille en f 300 aan; te beantwoorden
vóór 1 Januari 1890.
De aanwerving van Heilsoldaten
door het sLeger des Heils" te Amsterdam,
neemt in den laatste tijd niet zoo sterk
toe als in den beginne.
Zelfs komt het voor dat er velen met
«paspoort" gaan. Hieronder zijn er, die
weder eene afzonderlijke godsdienstige
vereeniging hebben gevormd, wier ver
gaderingen gehouden worden in een
lokaal in de Von Zesenstraat. Deze secte
komt meer de doleerende nader. Onder
de leden zijn ook enkele onderofficieren.
(A. C.)
Men verneemt, dat bij de Expl.
maatschappij het voornemen bestaat, bet
loopen der iocaaltieinen tusschen Gorin-
chem en Dordrecht, die, naar bet schijnt,
niet datgene hebben opgeleverd, wat er
van was verwacht, met Januari a. s. te
doen ophouden. N. R. Ct,
De nieuwbenoemde officieren van
gezondheid zullen in het vervolg, onmid
dellijk na hunne benoeming, te Utrecht
een cursus volgen in de oorlogs-chirurgie,
den ambulancedienst, liet transport van
zieken en gewonden, de legerveipleging,
de administratieve reglementen enz.
't Is misschien wel de moeite waard
er melding van te maken, dat in de
gemeente Heeze (Noord-Brabant) een
kleermaker woont, W. Evers genaamd,
een man met een bouten been, die dage
lijks per tweewieler een Hink rijloertje
maakt. De man ziet vol ambitie verlan
gend naar een wielrijderswedstrijd uit en
hoopt wel een prijs te verdienen bij de
eerste gelegenheid, dat dergelijke wedstrijd
in die streken wordt gehouden. Wij
wenschen den man met het houten been
bij voorbaat veel succes.
Ook het Kon. Oudh. Genootschap
heeft zich tot de eigenaars van het
kasteel IJselstein gewend, om den verkoop
tot afbraak er van te ontraden. Het ge
nootschap ontving echter, naar ons mede
gedeeld wordt, ten antwoord, dat zoolang
dergelijke protesten tegen den afbraak
niet vergezeld gingen van een bod om
het kasteel te koopen, de zaak niets
verder kwam. De verkoop zal dus door
gaan. indien niet het rijk, de prov, Utrecht
of eene andere combinatie het gebouw
zelf koopt Hbl.
Te Apeldoorn overleed op G6 jarige
leeftijd de beer Smidt van Gelder, lid
van de bekende papierhandelaarsfirma
van Gelder Zonen te Amsterdam.
Te Apeldoorn meldde zich een per
soon bij de politie aao om nachtlogies;
toen hem dit verstrekt was, deelde hij
mede van Barneveld te zijn gekomen en
dat hij een poos vertoefd had in een
schapenschuur bij het kamp van Miliigen
en bij zijn vertrek dat gebouw in brand
bad gestoken, alleen om weder in de
gevangenis te komen. Een ingesteld on
derzoek bevestigde dit verbaal. De dader
is een 38-jarige Duitscher uit Oldenburg
en is eerst in Augustus uit de gevange
nis ontslagen, waar hij 5 jaar vertoefde
wegens diefstal van vee.
In de vergaderzaal der Tweede
Kamer moet eenige verandering worden
aangebracht, met het oog op de uitbrei
ding van het ledental tot 100. Besloten
is, tijdelijk 3 zitplaatsen aan te brengen.
De bedoeling is, aan de Kamer van hon
derd zelve gelegenheid te geven, te be
slissen of de inrichting der zaal definitief
zal gewijzigd worden. Ook bestaat het
plan, de koffiekamer opnieuw te verbou
wen.
Van de Veluwe schrijft men ons
«Hoewel bij het begin der jacht de
Veluwe goed van wild was voorzien, is
zulks thans nog met slechts enkele
plaatsen bet geval, waar in het geheel
niet gejaagd of slechts een enkele maal
in het jaar klopjacht gehouden wordt."
Generaal Guzman Blanco, gevol
machtigd minister van Venezuela bij
verschillende Europeesehe staten, is,
naar de Curagaosche Courant verneemt,
van plan naar Holland te gaan, om te
onderhandelen over de hervatting der
diplomatieke betrekkingen tusschen de
beide landen.
Blijkens mededeeling van den
Minister van Oorlog is de proef met
aankoopen van inlaridsche paarden reeds
in zooverre geslaagd, dat de noodige
paarden voor de veld- en lijdende artil
lerie daardoor zijn verkregen geworden.
Een oordeel over de geschiktheid der
aangekochte paarden durft de Minister
nog niet uitspreken.
Omtrent den diefstal van edelge
steenten, die te Amsterdam in eene
diamantslijperij heeft plaats gehad, wordt
gemeld, dat ontvreemd zijn 950 dia
manten. rozen en brillonten, alles onge
veer voor de helft afgewerkt, te zamen
een waarde vertegenwoordigende van 3
a 4000 gulden. De werklieden hadden
de diamanten van hunne patroons ia
bewerking ontvangen; de schade wordt
dus door ben geleden.
Een vader, wiens zoon ook onder de
bestolenen behoort, is van den schrik
plotseling gestorven. Het is niet in
t voordeel der dieven, dat de diamanten
half zijn afgewerkt; daaraan zijn ze her
kenbaar de gewoonte bestaat, een
half afgewerkte diamant niet te koopen,
tenzij de herkomst bekend is.
Knoeierijen!
In de laatste 10 jaren is de melkge
vende veestapel in Nederland met 10,000
stuks verminderd, terwijl de uitvoer van
boter met f3,000,000 vermeerderde.
Is het wonder, dat wij zoodoende ons
crediet hoe langer boe meer kwijt
taken; maar is het niet rechtvaardig
ook? {Rolt. Nbl.)
Jongelingen, die nog gaarne met
het begin van 1888 in dienst wenschen
te worden gesteld bij het instructie-
batailjon te Kampen, moeten zich vóór
11 Januari, tegen welken datum de eerste
opioeping geschiedt, bij den kommandant
van het batailjon aanmelden onder over
legging van de benoodigde stukken.
De vogelen des hemels, die onver
hoeds den bodem, in welken zij hun
voedsel moeten zoeken, hard bevioren
vonden, doen als sedeit jaren onder hen
gebruikelijk, door middel van de courant,
een beroep op de goedhartigheid van
stedelingen en buitenlui. Met wat krui
mels, tijdig en te rechter plaatse neer-
gestrooid, zijn zij geholpen voor welke
hnlp zij niet zullen nalaten in den aan
staanden zomer weder hunne erkente
lijkheid te betoonen.
De laatste van hen, die bij de ramp,
welke Leiden den 12den Januari 1807
ti of, onder de puinhoopen hebben gele
gen, doch tot de weinigen behoorde, die
gered werden, is thans ook heengegaan.
In den hoogen ouderdom toch van 95
DOOR
IWAN TURGHENEW.
3) In hetzelfde oogenblik laat zich een
stem achter de rots hooren»Passa
que'i colli!" Deze stem trok mij aan, en
herhaalde haar roep. Ik poogde te ver
geefs een spleet te zoeken in den lood
rechten granietmuur vPassa que'i colli
herhaalde de stem treurig. Wanhopend
wierp ik mij met de borst tegen de
harde rots en in mijne onmacht krabde
ik er mijn nagels op. Een donkere door
gang vertoonde zich eensklaps ik wilde
er binnenstormen. «Domme kerel
riep mij iemand toe, «ge moogt er niet
in ik zag Lukawitsch dreigend voor
mij staan en mij met den arm tegenhou
den. Ik zocht in mijn zakken; ik wilde
hem omkoopen, maar mijne zakken wa
ren ledig." «Lukawitsch," zeide ik
«laat mij binnen, ik zal je later beloo-
nen." «Ge bedriegt u, sennor,"
antwoordde Lukawitsch, en zijn gezicht
nam een zonderlinge uitdrukking aan;
«ik ben geen lijfeigene; ge ziet in mij
don Quichot de la Mancha, den wel be
kenden doolenden ridder. Geheel mijn
leven lang heb ik mijne Dulcinea gezocht,
maar ik kon ze niet vinden, even zoo
min zult gij de uwe bereiken
Passa que'i colliherhaalde ander
maal eene snikkende stem. «Uit den weg,
sennoi schreeuwde ik woedend, en
wilde mij op hem werpen maar de
lans van den ridder doorboorde mijn
hart. Ik viel doodelijk gekwetst neder.
Ik lag zoolang ik. was, bewegingloos,
toen zij met een lamp in de band na
derde, in de duisternis om zicli heen
zag en over mij heen boog. »'t Is dus de
krankzinnige!" zeide zij met een verach
tenden glimlach. «Hij, die weten wil,
wie ik ben!" De biandende olie der
lamp viel op de wonde van mijn hart.
«Psyche I" riep ik uit al mijne macht
en ontwaakte.
Ik bracht den geheelen nacht met zulke
droomen door. Den volgenden morgen
stond ik voor dag en dauw op. .Na mij
spoedig gekleed te hebben, nam ik mijn
geweer en begaf mij naar het heerenhuis.
Mijn ongeduld was zoo groot, dat het
nauwelijks schemerde toen ik er aan
kwam. De leeuweriken zongen om mij
heen, de kwartels riepen in de heggen
maar in het huis sliep nog alles. Zelfs
de hond snorkte aan zijn ketting. In
mijn angstige verwachting, ging ik op
het met dauw bevochtigde gras heen en
weer en keek naar de l3ge woning
wier muren het raadselachtige wezeri
omsloten. Plotseling knerpte de deur en
Lukawitsch verscheen op den drempel.
Zijn lang gezicht kwam rnij nog verdrie
tiger dan gewoonlijk voor. Hij was ver
wonderd mij te zien en wilde dadelijk
de deur weder sluiten.
«Vriend, lieve vriend!" riep ik drin
gend.
«Wat wilt ge hier?" antwoordde hij
met dolle stem.
«Zeg mij toch, ik bid je, men beweert,
dat uwe meesteres aangekomen is?"
Lukawitsch zweeg een oogenblik iZij
is aangekomen," zeide hij.
«Alleen
«Met hare zuster."
Hebben zij gisteren geen bezoek ont
vangen
«Neen."
En hij wilde de deur sluiten.
«Wacht een weinig doe mij dat
pleizier."
Lukawitsch hoestte en tilde van kou.
«Wat wilt ge toch van mij?" zeide
hij.
«Zeg mij, ik bid u, hoe oud is uw
meesteres?"
Lukewitsch zag mij achterdochtig aan.
«Hoe oud mijne meesteres is. Daar
weet ik niets van Zij kan zoo wal
in de veertig zijn."
«In de veertig? En haar zuster?"
«Niet veel minder!"
«Zoo waarlijk! Is zij fraai?"
«Wie? De zuster?"
«Ja, de zuster."
Lukawitsch glimlachte. «Ik weet niet
hoe zij anderen behaagt; mij komt zij
leelijk voor."
«Waarom?"
«Zij heeft geen fraaie gestalte en is
zeer mager."
«Waarlijk! En is er niemand anders
hier aangekomen?"
«Niemand. Wie zou nog hier komen?"
Maar 't kan niet zijn ik
«O, mijnheer, met u kan ik niet klaar
komen," antwoordde de oude man met
verdrietig gezicht. »'t is koud. Vaarwel?"
«Wacht, wacht! Hier is iets voor u"
En ik wilde hem een klein geldstukje
geven, dat ik reeds voor hem bestemd
had maar de deur werd heftig dichtge
slagen, zoodat ze tegen mijn hand stiet
en het geldstuk voor mijne voeten op
den grond rolde.
«Oude spitsboef!" dacht ik: «Don
Quichot de la Mancha! 't Schijnt dat men
u bevolen heeft te zwijgen; maar ge
zult mij niet verschalken."
Ik nam mij voor, dit geheim op te
helderen, hoewel ik niet goed wist hoe
te beginnen. Eindelijk besloot ik in het
dorp navraag te doen wien de bezitting
behoorde en wie er aangekomen was.
Vervolgens wilde ik daarheen terugkeeren
en niet rusten, voor dat ik het geheim
doorgrond zou hebben. Mijne onbekende
moet toch eindelijk uit het buis komen,
dacht ik, ik zal ze bij .het daglicht in
de nabijheid zien als eene levende vrouw
en niet als een spookachtige verschij
ning. Het dorp lag een werst ver, ik
liep met haastige schreden daarheen.
Een zonderlinge aandoening bewoog mij
en gaf mij moed; de versterkende mor
genlucht wekte mij weder op na de on
rustigheid van den nacht.
In het dorp vernam ik van twee
ren, die van het veld terug lyrien.
alles wat zij mij konden iy> droeg
Zoowel het landgoed als liet-'behoorde
den naam Michaelowskoofijoor, Anna
aan de weduwe van eefiad een onge-
Fedorowna Chlikof; 41agia Fedorowna
huwde zuster, dj/j, waren bejaaid en
Badruf heette; U„ |let huis schier nooit
rijk zij bewr/^jjg 0p reis. Zij hadden
en waren D