MIEUVE
Nieuws- en Advertentieblad
UTRECHT en GELDERLAND.
KOUSOUMA.
verschijnt woensdag en zaterdag.
binnenland.
No. 8.
Zaterdag 28 Januari 1888.
Zeventiende Jaargang.
VOOR
abonnementsprijs:
Uitgever A. M. SLOTHOUWER, Amersfoort.
advertentien:
Landpacht.
F euilleton.
AMERSFOORTSCHECOD
Per 3 maanden 1.Franco per post door het geheele Kijk.
Afzonder Pij ke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Van 1 6 regels 0,40 iedere regel meer 5 Cent.
Adrertentiën viern.aal geplaatst worden slechts driemaal berekend,
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Van alle «quaesties", die in een
land de gemoederen in beweging
kannen brengen, zijn de zoogenaam
de agrarische misschien de las
tigste. Indien zij zich, in nauw-
omscbreven vorm, voordoen, is de
oplossing zeer inoeielijk; plicht is
het, ze intijds te ondervangen, door
voorgestelde verbeteringen in de
verhouding tusschen eigenaars en
huurders in ernstige overweging te
nemen.
Over het algemeen is de maat
schappelijke toestand der pachters
in die landen, waar groot grondbezit
regel is en splitsing der landelijke
eigendommen tot de zeldzaamheden
behoort, niet het gunstigst; de klooi
tusschen de beide klassen van be
langhebbenden is te diep en te wijd,
en wordt niet gedempt door de
handelingen van den tusschen persoon,
den rentmeester, die zicli slechts
gebonden acht door zijn geldelijke
verantwoordelijkheid. Verwaarloozing
van den grond, verarming van den
gebruiker, verzet en dwangmaatrege
len, kortom, de agrarische strijd,
zooals wij dien sinds lang zagen
woeden in Ierland en thans ook
aanschouwen in Noord-Schotland,
zijn van dit stelsel meestal het ge
volg. Ook in Rusland, in Oost-Pruisen,
en in Italië heeft uien nu en dan der
gelijke verwikkelingen.
Bij ons zijn de tot cultuur meest
geschikte gronden gewoonlijk in
kleine bezittingen verdeeldhet
tegendeel is zeldzaam. Ue meer uit
gebreide landgoederen zijn doorgaans
van minder goede hoedanigheid, en
zouden, om in bouw- of weiland
herschapen te worden, ontzaglijke
kosten vereischen, waarom zij in
den regel met bosschen zijn begroeid
In het voorbijgaan veroorlove men
ons een kleine opmerking; gedurende
de laatste maanden werden, in
onderscheiden deelen van Utrecht en
Gelderland, uitgestrekte partijen hout
voor rekening van Belgische mijn
eigenaars gekocht; men heeft dat
toegejuicht, dewijl het vellen en tot
het vervoer gereed maken velen
arbeiders brood geeft, maar let
men wel op de gevolgen, die een
zoo plotselinge ontwouding van ons
land kan hebben? Ging dat geleide
lijk, zoodat wat thans ontbloot wordt
opweegt tegen aanplantingen elders,
we zouden er vrede mede hebben
op de wijze, waarop men nu onze
mooie boschpartijen uitroeit, vreezen
we gevaren voor waterverdeeling en
klimaat, gezwegen nog van het leed,
door het verlies van natuurschoon
opgewekt.
Maar om tot ons onderwerp terug
te keeren, de verhouding tusschen
de kleinere landeigenaars en hun
pachters, we spreken van kleinere
in vergelijking met de kolossale
bezittingen van sommige Engelsche
heeren, is van veel vriendschap-
pelijker aard, er wordt met
wederzijdsche belangen meer rekening
gehouden. Het getal grondbezitters,
die met het oog op de lage prijzen
der producten vrijwillig aanzienlijke
pachtverminderingen toestónden, is
zeer groot.
Toch meenen we, dat in dagen
van malaise, gelijk we thans be
leven, en waarvan niemand den duur
kan bepalen, veel te zeggen is voor
een regeling van de landpacht, die
evenwicht houdt tusschen de rechten
van het kapitaal en die van den
arbeid. Zooals het tot dusver gaat,
is het eerste bij voorbaat tegen
schade gewaarborgd, geheel onaf
hankelijk van de resultaten van het
bedrijf; de pacht bedraagt een be
paalde som, die de eigenaar onder
alle omstandigheden kan eischen.
Menig pachter heeft van dit stelsel
de nadoelen ondervonden, als het
hem met den besten wil van de
wereld niet mogelijk was, in weer
wil van de uiterste krachtsinspanning,
iets meer te verdienen dan zijn huur
en het allernoodzakelijkst levensonder
houd ja, de voorbeelden zijn niet
zeldzaam, dat de boer, die zelf mid
delen bezat, die zag wegslinken, 't Is
zoo, daarop volgende huurovereen
komsten worden dan wel op lagere
voorwaarden vastgesteld, zoodat ook
wel degelijk de landeigenaar lijdt
onder den invloed der prijsvermin
deringen, maar de pachter is dan
toch aan liet kortste eind, omdat hij
gedurende een zeker aantal jaren
zijn verlies reeds beet heeft. Het
omgekeerde komt eveneens voor bij
een zoogenaamd rijzenden tijd, zooals
wij gekend hebben eenige jaren na
1870; dan is het de huurder die het
meest profiteert, omdat de pachtver-
hoogingen, die er het gevolg van
zijn, eerst opdagen na de behaalde
winsten. Doch al staat hier kans
tegen kans, de balans slaat toch
door in het nadeel van de partij die
het minst te, verliezen heeft; en in
elk geval, liet een zoowel als het
ander achten we niet billijk.
Waar twee factoren samenwerken
tot het verkrijgen van een resultaat,
moet ook elks aandeel iu de winsten
van de uitkomsten afhankelijk zijn.
Wij zouden alzoo wenschen de land
pachten evenredig te zien aan de
gemiddelde marktprijzen der produc
ten. Iets dergelijks wordt door de
crofters in Schotland verlangd,
waar zij spreken van een sliding
scale, hellende schaal.
Stel nu, men heeft met een eige
naar gecontracteerd voor tien jaar;
overeenkomsten voor korte termijnen
achten we om meer dan een reden
niet in het belang van den landbouw.
De wijze van cultuur wordt in de
voorwaarden zoo nauwkeurig moge
lijk vastgesteld, waarbij natuurlijk
ook gelet wordt op de eischen van
wisselbouw, op de bemesting, het
noodzakelijk onderhoud in de kosten
van verbetering. Ban kan, op grond
van vroegere ervaringen, de vermoe
delijke opbrengst van den oogst van
jaar tot jaar worden getaxeerd, en
in verband gebracht met de markt
prijzen; kan nu uitgemaakt worden,
hoeveel procent daarvan den land
heer en hoeveel den pachter ten
goede komt, dan is een billijke maat
staf van verdeeling gevonden. Gelukt
het den boer, door overleg en werk
zaamheid, de opbrengst te verhoogen,
dan zal hij, meenen we, gaarne zijn
landheer van dat voordeel mede
doen genieten, gelijk ook deze
bereid zal zijn, bij onvoorziene ram
pen den huurder te gemoet te
komen.
Er wordt gezocht naar middelen,
om te voorzien in den kwijnenden
toestand van den landbouw. Wij
hebben gemeend, een goed werk te
doen, door een middel, welks aan
wending we mogelijk achten, ter
bespreking aan te bevelen.
Z. M. de Koning zal waarschijnlijk
niet vóór het begin der volgende week
gehoor kunnen verleerien aan den huiten-
gewoon gezant, gevolmachtigd minister
van Siam, die voor eenige dagen te Am
sterdam is aangekomen.
Jhr. H. A. L. van Vessem, intendant
van het koninklijk paleis te Amsterdam,
belast met het beheer van het paleis te
's ilage en met dat van het Huis ten
Bosch, is door Z. M. den Koning benoemd
tot commandeur rnet de ster in de orde
van den Gouden Leeuw van Nassau.
Een van de onverantwcordelijkste
leemten in de kieswet is wel de vol
gende
«Op den dag van de vaststelling der
kiezerslijsten zendt de secretaris der ge
meente die aan de besturen van vvelda
digheid, welke ver plicht zijn binnen
veertien dagen aan den gemeenteraad
opgave te doen van alie personen, op die
lijst voorkomende, die in 't voorafgaande
jaar onderstand genoten hebben. Bedeel
den zijn namelijk niet kiesbevoegd. Maar
nu verzuimt de wet te zeggen, dat de
namen dier bedeelden van de kiezerslijsten
moeten worden verwijderd.
Immers als de lijsten eenmaal zijn
vastgesteld, kunnen de daarop voorko
mende namen alleen verwijdeid worden
in gevolge een gegrond bevonden reclame.
Er moet dus iemand gevonden worden,
die, bij wijze van reclame, verzoekt de
personen, wier namen door bedoelde be
sturen zijn opgegeven, van de lijsten te
schrappen. In den regel zal dat nu wel
gaan een lid van den Raad bijv. zal
zich daartoe licht leenen. Maar éèn ge
vaar mag men niet over het hoofd zien.
Wie er belang bij hebben, dat de be
deelden kiezer blijven, hebben liet middel
in de hand de reclame onmogelijk te
maken, door op hel allerlaatste oogenblik
voor liet verstrijken der 14 dagen of
als zij er een boete voor over hebben,
eerst na de 14 dagen de opgave dier
bedeelden in te dienen. Dan toch is, daar
de reclame aan den fatalen termijn van
'14 dagen gebonden is, de indiening der
reclame onmogelijk." (Fact.)
Uit Almeloo wordt gemeld dat bij
de gebr. Schollen bet werk weder is
aangevangen mei eene Kleine machine en
ongeveer 60 touwen, bediend door het
vaste personeel. De weikstakers zijn daar
door oniusliger.
Het bankiershuis Mozes Ezechiëls
en Zonen te Rotterdam beeft zijn be
talingen gestaakt. Het passief woidt op
ongeveer 3 ton geschat het actief zou
gering wezen.
Ten gevolge van de bemoeiingen
van den luitenant H. van Wicheren, ten
behoeve van het Indisch leger, hebben
Vrijdagochtend 14 jongelingen Assen ver
laten, om naar Harderwijk te vertrekken
en dienst te nemen bij het Indische le
ger. Uit Assen zijn 3, uit Rolde 4, uit
Vries 5 en uit Zuid-Laren 2 jongelieden.
De heer M. Bruning, vroeger te
Winterwijk weikzanm bij den aanleg der
Geldersch-Overijselsche Lokaalspoorwe
gen, thans chef van exploitatie bij den
Java-spoorweg is benoemd tot ingenieur
bij den Transvaalschen spoorweg, welke
benoeming door hem is aangenomen.
Het Vad. spreekt bet bericht tegen,
dat de heer Willink Ketjen den 9 Fe
bruari e. k. voor de rechtbank te 's Hage
zal terechtstaan wegens beleediging van
Javaansche Roman.
DOOR
MARIA BOGOR.
5) Op eens, alsof zij door een geheim
zinnige macht daartoe werd aangedreven,
stond zij op en verliet de sterfkamer.
Toen zij er later terugkwam, was het
reeds nacht geworden. Door het geopende
venster kon men de sterren zien flonke
ren. Geruimen tijd stond Nanni naar
het uitspansel te kijken en nu en dan
mompelde zij enkele onverstaanbare
woorden. Geen kreet, geen snik ontsnapte
aan haar geprangden boezem. In de
verte hoorde men het ruischen van
stroomend water, alsof het een stille
klacht, een geheimzinnige lijkgezang ware.
Eindelijk richtte de Indische zich over
eind. Zij maakte haar sarong, die zij bij
wijze van zak bijeengehouden bad, los
en een regen van bloemen viel voor
hare voeten neder. Zij stak een lamp
aan en zette die in een hoek der kamer,
opdat het licht niet te veel op het gelaat
der doode zou vallen. Daarop raapte zij
d_' bloemen stuk voor stuk op, versierde
daarmede het haar, den boezem en de
banden der afgestorvene en strooide de
overigen rond bet rustbed, waarop de
doode lag. Daarna hurkte zij naast het
ledekant neder en verroerde zich verder
niet.
Bij het aanbreken van den dageraad
was het wederom Nanni, die de moeder
van Margaretlia in baar kist legde, en
spoedig daarop bedekte de laatste schop
aarde, geworpen in den pas gedolven
kuil, baar, die nog zoo kort geleden als
een engel te midden der Jiaren zich bad
bewogen.
Ama stierf drie dagen na de barones.
Zoodra zijn vrouw gestorven was, vei liet
haar echtgenoot den kampong, en van
dat oogenblik af had Kousouma geen
andere nabestaande meer in de wereld
dan de oude Nanni.
Daar, bij die giaven, die twee geliefde
wezens omsloten, kwamen de man van
de wereld en de halfwilde Indische als
gelijken te zamen, zooals de natuur dat
in bare onverbiddelijke wetten heelt
bepaald. Hetzelfde, dat in hel hart van
Nanni, die haar dochter beweende,
omging, gevoelde ook de weduwnaar
wien God een aangebeden gade ontrukt
hadwaRneer men waarachtig liefheeft,
zijn er geen twee verschillende manieren
van lijden.
Op zekeren morgen liet de baron de
trouwe baboe bij zich ontbieden en
zeide«luister eens' aandachtig toe,
Nanni, want ik heb het een en ander
met je te bepraten. Zie nu eens niet in
mij uw lieer en meester, maar alleen
de vader van liet arme weesje."
Nanni keek hem met een ernstigen
blik aan, maar antwoordde niets.
«Ik stel veel vertrouwen in je, Nanni,
en daarom wenschte ik Margaretlia aan
je zorgen toe te vertiouwen; belooft ge
mij, dat ge als een moeder over baar
zult waken?"
«Zoolang de oude Nanni leeft, zal zij
nonna Margaretlia behandelen alsof bet
baar kind was. De oude Nanni zal haar
dag noch nacht verlaten, en iederen
avond, vóór zij naar bed gaat, zal Nanni
in stilte aan de doode vertellen, wal zij
met het kind gedaan heeft."
«Ik dank je, Nanni," zeide de baron
en stak haar de band toe.
Zij aarzelde een oogenblik en keek
hem met verbaasde blikken aan.
«Waarom geeft ge mij geen hand?"
vroeg bij op vriendelijkei: toon.
«Nanni is maar een arme baboe en
gij zijt een rijk heer; Nanni is klein en
gij zijt groot; Nanni moet u liefhebben
en u dienen, maar gij zijt veel meer
dan zij, en wanneer Nanni tot u spreekt,
weet zij dit zeer goed".
De Secretaris-Generaal drukte met
hartelijkheid de band, die de zijne niet
durfde aanraken.
»Ik zou in de gansche wereld niemand
weten te vinden, die zoo hoog bij mij
staat aangeschreven als gij, baboe, en
daarom druk ik de band, waaraan ik de
zorg voor mijn kind heb toevertrouwd;
met evenveel eerbied, alsof ik de hand
van een rajah drukte."
Een glans van edelen hoogmoed ver
helderde bet gelaat der oude Nanni.
«Moge Allah u zegenen, meester, gij
zijt even rechtvaardig als hij."
Nanni hield woord. Zij was in waar
heid een moeder voor Margaretlia, en
Kousouma en Margaretha groeiden sa
men op als twee zusters, zonder er een
oogenblik aan te denken, dat zij tegen
over de maatschappij als door een
afgrond van elkander gescheiden waien.
Zoo verliepen drie jaren. Het verdriet,
dat hem verteerde, alsmede een aanhou
dend en ingespannen werken ondermijn
den ten laatste de gezondheid van den
Secretaris-Generaal. Hij werd door een
dier sleepende koortsen aangetast, die,
zonder doodelijk te zijn, in de tropische
gewesten echter niet kunnen worden
onderdrukt, en waarvoor men tijdelijk
een gebeele verandering van klimaat en
afwisseling van bezigheden noodig heeft.
Zoo althans was de verklaring der ge-
neeslieeren. De baron was in de eerste
plaats vader, en hij verlangde nog wat
te blijven leven voor zijn kind.
Hij vroeg dus verlof aan en maakte
de noodige toebereidselen om naar
Europa te vertrekken. Zoodra alles be
paald was, deelde hij bet aari Nanni
mede. Dit was een harde slag voor de
oude vrouw.
„Nanni," zeide hij, om haar te troos
ten, «in Europa het» ik nog een moeder
en een paar zusters, die mijne kleine
Margaretha zullen liefhebben en die,
zoolang zij daar is, voor haar zullen
zorgen; en daarenboven over een jaar
komen wij samen terug. Maak je dus
niet ongerust. Zoolang ik afwezig ben,
zal het 't beste zijn, dat ge weder in
uw eigen hut gaat wonen, en ik zal
zorgen dat ge aan niets gebrek hebt. Ik
kan er op rekenen dat ge eiken dag
naar het graf van inijn vrouw zult gaan,
en er fiissche bloemen op zult neder-
leggen, nietwaar?"
»Ja, meester I"
Wordt vervolgd).