NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
UTRECHT EN GELDERLAND.
No. 45.
Woensdag 6 Juni 1888.
Zeventiende Jaargang.
abonnementsprijs:
VERSCHIJNT WOENSDAG M ZATERDAG.
advertentien:
BINNENLAND.
Feuilleton.
Wat W al te verton M om laar
te krïefl.
AMERSFOORTSCHE CODRANT.
VOOR
Per 3 maanden 1.Franco per post door het geheele Rijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken cn berichten iutezenden uiterlijk Dinsdag cn Vrijdag.
Uitgever A. M. SLOTHOUWER, Amersfoort.
Van 1 6 regels 0,10 iedere regel meer B Cent.
Advertentien viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
II. K. H. de Groothertogin van
Saksen heeft een aanzienlijke gift doen
toekennen aan de Prins Hendrik-stichting,
asyl voor den behoeftigen ouden zeeman
te Egmond aan Zee.
De lieer Van Marken heeft, blijkens
de Fabrieksbode, afwijzend beschikt op
bet verzoek der Afdeeling van den Bond
voor Algemeen Kies- en Stemrecht, tot
het houden in de Tent van eene open
bare vergadering, in welke, behalve de
heer Gerhard uit Amsterdam, als sprekers
zouden optreden de socialistische partij
hoofden Croll en Helsdingen. De heer
Van Marken heeft dit besluit genomen,
omdat hij «zich evenmin geroepen als
geneigd gevoelt akte van gastvrijheid te
verleenen aan de sociaal-democratie, die
de vergaderingen van genoemden bond
misbruikt, om op de bekende haar eigene
wijze strijd te voeren tegen de bestaande
maatschappelijke instellingen."
Een der groote plantenkassen van
het lustoord Soestdijk wordt afgebiokeri
en de inhoud aan het Koninklijk Zoölo
gisch Genootschap te Amsterdam door
Z. M. den Koning ten geschenke gege
ven. De kas bevat ongeveer duizend
tropische planten en gewassen.
De Zw. Ct. meldt liet volgende
omtrent de Vrijdag te Steenwijkerwold
gehouden vergadering der werkstakers.
Ongeveer 400 a 500 werkstakers waren
aanwezig Evenals de vorige maal schit
terde ook nu de sociale woordvoerder
door afwezigheid.
Om liet gemis van dien spreker te
vergoeden, verzamelde men zich aan
troepjes, om met elkander zijne belangen
te bespreken. Dit had ongeveer ander
half uur geduurd, toen een der grootste
raddraaiers uit de vergadering op een
stoel klom en der menigte mededeelde,
dat diegenen, welke lid wenschten te
worden van een werkliedenverbond, zich
onmiddellijk daartoe konden aanmelden.
Langen tijd duurde de stilte, die hier
op ontstond, totdat deze eindelijk ver
broken werd door een der aanwezigen,
die wel eens wilde weten welk doel en
strekking dat verbond zou hebben en de
voorwaarden, die daaraan verbonden
waren. Hierop werd te kennen gegeven,
dat, wat de voorwaarden aanging, die
later wel zouden medegedeeld worden en
rnen zich daarom niet behoefde te doen
afschrikken, om te komen teekenen,
want, wie later daarmede niet ingenomen
was, diens naam kon wel weder geroieerd
worden.
Het doel, dat men daarmede beoogde,
was eene weerstandsklasse op te richten,
om bij eventueele soortgelijke gevallen
als deze rnet nog meer succes hun ver
zet te kunnen doorzetten en niet door
gebrek.genoodzaakt te worden hetwelk
te hervatten. Het bedrag der wekelijksche
bijdrage varieert natuurlijk voor de ver
zekerde som, en beliep ten hoogste 10
cent.
Verscheiden personen meldden zich
daarop aan en onderteekenden eene
schriftuur. Dat hiermede een lieele tijd
heenging, zal wel geen betoog behoeven.
Toen men dan eindelijk daarmede klaar
was, werd door een ander leider der
vergadering medegedeeld, dat a. s. Maan
dag opnieuw bijeenkomst, of zooals hij
dat noemde opnieuw appèl zal gehouden
worden, ten einde te vernemen, of de
ververiers al dan niet van gedachten
waren veranderd om den eisch der ar
beiders toe te staan, waarop door den
burgemeester, die zich tusschen de
menigte bevond, de vraag gedaan werd,
of liet niet heter was, wanneer men
toch weder appél wenschte te houden, dit
Dinsdag te doen, daar het besluit der
veenbazen dan algemeen zou bekend
zijn. Na eenige discussie werd dit una
niem goedgekeurd. e
Staande de vergadering werd door
eenige arbeiders medegedeeld, dat ze liet
accoord met. hunne hazen reeds gevon
den hadden, dat zij nl. de gevraagde 20
cent verliooging per roede gekregen
hadden.
Orn dit te bevestigen toonden ze een
schriftelijk bewijs van hunne bazen aan
de leiders der vergadering, waarmede
deze verklaarden niet tevreden te kun
nen zijn, orndat de verklaring op onge
zegeld papier was gesteld. Verder werd
medegedeeld, dat elke veenbaas, die toe
geven wilde, daarvan door eene geze
gelde verklaring moest laten blijken.
Nog een derde voorstel ging uit de
vergadering op, nl. om, wanneer de veen
bazen op Maandag a.s. niet willen toe
geven, men hun eisch nog weer met 5
cent moest verhoogen. De burgemeester
ried hun dit ten sterkste af. en wel op
grond dat, wanneer eenmaal eene be
paalde loonsverhooging verlangd werd,
men zich daaraan moest houden, en daar
van daag niet wat bij, morgen weder
wat aflaten moest. Algemeen werd de
juistheid daarvan erkend, zoodat in dien
zin ook besloten werd.
Daarop werd de vergadering gesloten
en ging de menigte rustig uiteen.
Ook nu waren, evenals de vorige keer,
behalve de burgemeester, op liet terrein
aanwezig eene brigade rijks- en gemeente-
veldwacht, eenige infanteristen en de
geheele cavalleiie.
Men schrijft uit den Haag
Dank zij liet schoone weder mochten
Zondag èn de tentoonstelling in den Koe
kamp, èn het Kuihaus te Scheveningen,
waar rnatiné's worden gegeven, respecti-
velijk door de muziekcorpsen der schut
terij te Schiedam en te 's-Gravenhage,
zich in een druk bezoek verheugen,
Het hoofdbestuur van het Pensioen-
verbond heeft ook bij de tegenwoordige
regeering stappen gedaan, om eindelijk
eene wettelijke regeling te verkrijgen
waardoor hel lot van weduwen en wee
zen van ambtenaren verzekerd zal wor
den, en heeft de verzekering gekregen,
dat binnen betrekkelijk korten tijd eene
wet tot regeling van deze aangelegenheid
zal worden ingediend.
Naar aanleiding van het bericht,
dat onlangs in sommige bladen werd
opgenomen, dat de Soerensche bosschen
niet meer toegankelijk zouden zijn, meldt
men aan 't Hbl.Die meening steunt
eenvoudig op kwalijk begrepen bepalin
gen. Wat toch is het geval? Na de in
voering van het nieuwe wetboek van
strafrecht zijn op de voornaamste pun
ten boiden geplaatst niet het volgend
opschrift: «Verboden in de bosschen te
loopen, ingevolge artikel 461 van het
Nederlandsche wetboek van strafrecht."
Dat artikel 411 luidt: Hij, die, zonder
daartoe gerechtigd te zijn, over eens
anders grond, waarvan de toegang op
eene voor liern blijkbare wijze door den
rechthebbende is vei boden, loopt, rijdt
of vee laat loopen, wordt gestraft met
geldboete van ten hoogste vijftien gulden."
Nu dient men in de eerste plaats te
weten, dat behalve de hoofdwegen, een
aantal zijwegen en lanen bewandeld
mogen worden. Hier en daar vindt men
alleen bordjes met «verboden rijweg."
Voor stroopers in de eerste plaats be
vatten de borden een afschrikwekkend
opschrift. Wandelaars, die zich in 's Ko-
nings bosschen gedragen «gelijk zij in
hunne eigen bezittingen zouden doen,"
behoeven er zich heusch niet bezorgd
over te maken. De minzame groet, dien
men er van de Koningin en het prin
sesje ontvangt, bewijst genoegzaam, dat
het genot der heerlijke wandeling van
harte ook aan anderen wordt gegund.
Hetzelfde geldt voor de bosschen onder
Soestdijk en Baarn.
Men meldt uit Steenwijk aan de
Zw. Ct.
Het schijnt, dat sommige verveners
aan de arbeiders hooger loon hebben
geboden. De arbeiders wilden het niet
aannemen, na de vergadering van de
verveners, die zich onderling hebben ver
bonden, van welke vergadering echter
niets zekers bekend is, terwijl op ver
zoek om informaties ten antwoord is ver
kregen, dat men had besloten tot geheim
houding.
Misschen zal er een mouw worden
aangepast, dooi na afloop van het werk
een douceur te geven. Of de arbeid zal
worden hervat is nog moeilijk te zeggen,
doch zeker is het, dat veel ongedaan
blijft.
Vrijdagavond opende het «Leger
des Heils" zijn eersten veldtocht te Hoorn,
doch moest spoedig den aftocht blazen
en door een achterdeurtje op de vlucht
slaan. In Hoorn is men blijkbaar voor
alsnog niet van de Heilssoldaten gediend.
Hoofden van scholen en kinder
meisjes.
Het hoofd eener school te Utrecht, ont
ving dezer dagen het volgend briefje
«W.Heer.
Zou u rnij liet genoegen willen doen,
mij eenige aanwijzingen omtrent karakter
humeur en al of niet handigheid te
geven omtrent uw onlangs ontslagen
leerlingetje X.
Deze heeft zich bij ons als kindermeisje
aangediend.
Onder dankbetuiging voor uw moeite,
met achting. Uw. Dw. Dr.
N; N.
Drommels aardig gevonden van dien
meneer N. N., doch we vreezen, dat,
indien zijn voorbeeld navolging vond,
de hoofden van scholen er hartelijk voor
bedanken zouden om van hun leerinrich-
tingen een soort informatieburau te
maken.
En zij zouden wat groot gelijk hebben
ook
Blijkens het jaarverslag der weesin-
richting te Neeibosch is deze stichting
over het jaar 1887 weder belangrijk
uitgebreid, en wel door aankoop van
twee hectaren grond. Om echter een
geschikt terrein te vinden voor het
bouwen van een nieuw weeshuis, waar
van het plan reeds het voorgaande jaar
was ontworpen, was het noodig dat de
inrichting eigenares werd van een hosch,
voor zoover dit aan de noordzijde van
de inrichting was gelegen.
Door de hulp van een weezenvriend,
die hiervoor f 10,000 schonk, werd men
in staat gesteld, 2 hectaren boscligrond
aan te koopen en daarenboven nog 4
hectaren puik bouwland dat aan de
Zuidzijde liet terrein der inrichting be
grensde.
Toen men in het bezit was van dit
bosch, werd het hout er uitgekapt en
het geheele bosch uitgeroeid. In de maand
Februari va;i dat jaar is men begonnen
op die plaats met net bouwen van het
nieuwe weeshuis, welke inrichting thans
nagenoeg geheel is voltooid. Dit gebouw
is het grootste van alle weeshuizen, die
tot heden aldaar zijn gebouwd, en bevat
o. a. zes schoollokalen en vier slaapzalen,
en biedt ruimte aan om 200 ter verple
ging op te nemen. Bovendien is een nieuw
rioolstelsel aangelegd voor de afvoering
van het water bij de weeshuizen, dat
nu op 200 meter afstand in eene sloot
stroomt en verder kan wegvloeien. Alle
slooten bij de weeshuizen zijn thans ge
dempt, hetgeen van groot belang is voor
de gezondheid der bewoners. De inkom
sten 3an giften en legaten bedroegen
dit jaar f 123,332.71. Het saldo der
Uit het Engel sch,
DOOR
I.. J. S.
{Slot.)
5) «Juis-s-s-s, jui-s-s-s-tsi-tsi." Laat dat
gefluit toch jongen, en luister een oogen-
blik. Mevrouw wil haar hondje weer beter
hebben je weet wat het scheelt,"
«Ja."
«Dus weet je ook dat het minder voe
ding en meer beweging noodig heeft."
»Ja."
«Welnu, kan je je mond houden
»Ja."
«Hier is een kroon."
«Dank-je."
«Je geeft haar vandaag niets te eten
en als je in de loop van den dag in
den stal komt, laatje haar wat loopen.
Ik zal nu haar zelfs medeneir.en. Heb je
hier ook een halsband en een stuk koord
voor mij?"
Een oogenblik daaina bracht hij het
gevraagde en ook een stukje zeep.
«Een goed idee," zei ik, en niettegen
staande de tranen en smeekingen van
de patient, werd de zeep op de juiste
plaats acngebracht. Toen nam ik de
mooie Flora in mijn armen en droeg
haar liefkozend door den tuin, totdat ik
buiten het gezicht van het buis was. Ik
zette haar neer, deed haar den halsband
niet het koord aan en noodigde haar uit
om voorltewaggelen zij weigerde echter
en ik gaf een ruk aan het koord, maar
zonder gevolg; hangen was haar onver
schillig, maar zij verzette zich tegen elke
beweging. Ik herinnerde mij toen, dat
het beter is iemand te overtuigen, dan
geweld te gebrnikenik nam dus de
zweep uit den zak van mijn jachtbuis.
Enfin, ik zal het verdere tooneel maar
met een sluier bedekken. Het zij vol
doende, dat ik nadat zij wat op gewan
deld had, haar van haar halsband ont
deed, en haar in mijn armen weder naar
den stal terugdioeg.
«Ik zag u van uit mijn raam, Flora
dragen dat was werkelijk vriendelijk van
u," zeide Lady Potts, toen ik de kamer
twee minuten vóór achten binnentrad
om te ontbijten; en haar oogen waren
nog welsprekender dan haar lippen.
Precies op den bepaalden tijd vertrok
de kolonel met mij en eenige anderen
jagers benevens vier honden van huis.
Wij begaven ons onder eene gloeiende
zon naar het naastgelegen stoppelveld,
dat wij doorkruistende jagers aan het
hoofd, ik ter linker, de kolonel ter rech -
ter zijde; doch daar er geen vogel te
zien was, kwamen wij tot aan de ande re
zijde zonder ons aan bloedvergieten te
hebben schuldig gemaakt.
Zoodra wij echter liet tweede stoppel
veld genaderd waren, bleef een der bon
ken aan mijne zijde pal staan. Mijn beide
hanen overhalende, sloop ik stilletjes
voort, toen ik plotseling voetstappen
hoorde aankomen en men mij hijgende
en fluisterende toe riep «houd op, houd
op." Ik hield op, en de kolonel nam een
voudig de plaats voor mij in. 'tWas eene
zware beproeving: maar Sara mocht ik
niet ter wille van een schot verliezen.
Voort vlogen de vogels; pifpaf schoot
het geweer van Sir George, duidelijk
merkbaar wel een el boven hen uit.
«Pas op Thomas, want ik heb den
oude flink getroffen."
Wanneer dit zoo was, dan droeg de
oude de straf als een ware held, want
hij gaf geen enkel teeken dat hij gewond
was, toen hij met zijn familie verderop
vloog.
«Ik mis altijd rnijn eerste schot, bromde
de kolonel, terwijl hij opnieuw laadde."
Het schot op de volgende vlucht kwam
hem eer lijk toe, en nadat zij weder opge
jaagd was, zond hij hen even als te voren
eenige onschadelijke hagels achter na.
Twee achterblijvers echter, die te jong
of te zwak waren, waren, verschrikt door
het schot, naar mijne zijde uitgeweken,
en ofschoon ik volstrekt geen goed jager
ben, schoot ik hen beiden neder.
«Loop naar den duivel; rnoetjij op mijn
gewonde vogels schieten," bulderde sir
George mij woedend toe.
«Uw gewonde vogels."
«Wel zeker, mijn gewonde vogelshet
beste schot dat ik ooit deed; met iederen
loop een. Zelfs kon je ze niet treffen; is
het zoo niet Thomas?"
«Het was een eerlijk schot mijnheer,"
zeide Thomas tegen mij,
«Hoort ge liet mijnheer, hoort ge wat
Thomas zegt?"
«Ik zeg u, gij zijt een jaloersch jager,
en ik haat een jaloersch jager als de hel."
«Maar mijnheer George, «zeide ik ern
stig," gij vergist u; ik dacht dat liet
overige gedeelte der vlucht onder mijn
schot was en daarom trachte ik te mik
ken."
«Ah, dus ge geeft toe dat deze vogels
van mij zijn."
«Ja zeker."
«Zoo, dat is wat anders; neem ze
dan maar op Thomas."
Thomas was juist verdiept in het vast
binden van zijn schoen, want toen hij
opkeek, was zijn gezicht vuurrood, waar
schijnlijk van liet bukken.
De volgende maal schoot de kolonel
waarlijk een paar vogels, waardoor hij
in zulk een goede luim kwam, dat hij
geen aanspraak op de mijne meer maakte.
Op die wijze ging het voort, tot het tijd
was om te ontbijten. Daar de vogels
tam en zwak waren, hadden wij een
aardige voorraad gekregen: de kolonel
mikte om de twee a drie minuten, en
ik bracht hem voortdurend eenige van
mijn slachtoffers als de zijne aan.
In den namiddag ging het mij wat
voordeeliger, de vogels waren meer ver
spreid en de kolonel was onder den in
vloed der zon en van den port wat min
der bij de hand. Eindelijk zeide hij zelfs
dat hij er genoeg van bad; wierp zich
op een schaduwrijk plekje neer, stak een
sigaar op, en toen ik later inet Thomas
kwam om hem te halen, lag hij in diepe
rust.
Na den eten bemerkte ik dat mevrouw
Potts een groote voorliefde voor den tafel
dans hadeerst draaide ik een hoed en
daarna een klein tafeltje met behulp van
haar en Sara's vingers in de rondte, en
uitte al dien tijd mijne veibazing, dak