Gemengd Nieuws. Offlcieele Publicatie. Plaatselijke berichten. Provinciale berichten. vielen met bijlen een processie van Protestanten aan. De politie moest tus- schen beide komen. Er zijn tal van ge wonden. John Mandeville, een der Iersche leiders, is te Mitchelstown overleden. Zijn vrien den wijten zijn dood aan zijn lijden in de gevangenis en zullen de Regeering daarover in het Lagerhuis interpelleeren. De Koning heeft bij een zilversmid te Rome een krans besteld, samengesteld uit takken van eikenloof met eikels van zilver en goud. De krans is 40 centimeter in doorsnede; waar de takken samen- loopen in een knoop prijkt het geslacht wapen Savoye met de woorden: rHum- bert 1, Koning van Italië, aan zijn besten vriend Frederik III, Keizer en Koning." Op 27 Juli a. s. zal dè 900ste verjaar dag van de bekeering van Rusland tot het Christendom plechtig worden gevierd. Die dag zal een algerneene Christelijke feestdag zijn: in alle kerken zullen Te Deum's gezongen worden en in alle gar nizoenen zullen revues worden gehouden over de troepen. De stad Kieuw, waar het Christendom bet eerst vasten voet kreeg, zal bij de viering een groote rol spelen. Duizenden uit alle oorden van Rusland zullen waar schijnlijk derwaarts een bedevaart doen. Men meld uit Constanlinopel. da'. Zaterdagavond een bende van 45 roovers het station Bellova. in Roemenië, overviel Zij lichten den heer Laendeler, Oosten rijker van geboorte, en Buider, mede een Oostenrijker, en beide handelsagenten op en behandelden hen zeer wreed. Naar de Times uit Durban verneemt, is de toestand in Zululand hoogst ernstig. De meeste hoofden bij de Sint Lucie-baai gorden het zwaard aan, aangemoedigd door de nederlaag der Britten, en slechts weinige vrijwilligers komen op de Brit- sche proclamatie toesnellen, daar de meeste beschikbare mannen in de goud mijnen werken. Het heet, dat Dinizulu blanke vrijwilligers heeft aangeworven. Zaterdag jl. is aan de Utrechtsche Academie tot Arts bevorderd de heer J. C. Rolandus Hagedoorn, oud-Officier van gezondheid der le klasse, alhier. Bij koninkl. besluit van den 25 Juni 1888, no. 18, is aan de gemeente Amers foort vrijstelling verleend van de ver plichting tot oprichting eener burger dagschool tot 1 Sept. 1891, onder be paling dat aan de burgeravondschool met tweejarigen cursus onderwijs zal worden gegeven in de vakken genoemd onder o. b, c, fg, li en k, in art. 13 der wet op het middelb. onderwijs. De heer YV. H. Meursing heeft bij de Zondag te Scheveningen gehouden wielerwedstrijd in den nationalen wed strijd voor éénpersoons tweewielers (By- cicle handicap) den len prijs behaald. De afstand '/2 Eng. Mijl 804',j Meter werd door hem afgelegd in 1 rnin. 20'4 sec. Maandagmorgen is door B. en YV. ten sladhuize aanbesteed: 1. het schoon maken van het gebouw der hoogere bur gerschool laagste inschrijver D. A. Stöver voor f 129; verf- en schoonmaakwerken aan de gebouwen der drie openbare lagere scholen; laagste inschrijver N. van't Hof voor f386; 3. het verven van des bui tenomtrek van het ziekenhuis aan de Koningstraat, laagste inschrijver G. YVou- denberg voor f 80. De aannemers wonen allen alhier. De werken zijn gegund. De uitslag der toelatings-examens aan het Gymnasium alhier was als volgt: lste klasse: 10 kandidaten; toegelaten: onvoorwaardelijk: E. van Gelder, E. Hingst, P. YV. L. Numan, A. van den Berg, J. B. Janssen van Rijssen, A. S. Bleekrode, J. Tol, C. Deelder, K. YV. van Gorkom en E. van der Noordaa. 2e kl.1 kandidaat: voorwaardelijk toegelaten: YV. Lunsingh Tresling. want hun stonden de tranen in de oogen »Is er zwarigheid?" vroeg ik eenigzins ontsteld. «Neen MaiieI" zeide papa, «maar YVillem zendt ons eene zeer treurige tijding. Hij is diep bedroefd' door den dood van een zijner vrienden. Dit doet hem hoog ernstig schrijven. Zijn brief is vol gevoel. Lees maar eens." Toen gaf papa mij den brief en, Annel nog kan ik het mijzelven niet verklaren, dat ik niet aan mijn hartvriend had gedacht. Ik nam met geen ander gevoel den brief in de hand dan met dat van deelneming in de droefheid mijns broeders. Maar nauwe lijks had ik een paar regels gelezen of ik gaf een vreeselijken gil en viel be wusteloos neder. Men vreesde dat hier uit eene doodelijke ziekte voor mij zou volgen; maar mijn gezond en krachtig gestel kwam dien schok spoedig te hoven, althans zoo scheen het. Ik werd niet ziek, maar bleef somber en stil. Ik be hoef het u niet te zeggen, Anne! dat die brief voor mij de ontzettendste tijding behelsde, die ik vernemen kon.... den dood van hem, aan wien ik ip het ge heim mijn hand en hart had verpand. Een zenuw-ziekte had hem binnen wei nige dagen als een offer des doods doen vallen. Ach, kon ik nu ook maar sterven!" Hier hield zij op, om den tranenvloed, dien zij reeds lang met moeite had be 3e kl. 1 kandidaat; afgewezen. 5e kl.1 kandidaat; onvoorwaardelijk toegelaten: H. 'sJacob. Het eerste toelatings-examen voor de Hoogere Burgerschool te Amersfoort, werd, in tegenwoordigheid van de Com missie van Toezicht, gehouden op Vrij dag en Zaterdag, 6 en 7 Juli 1.1. Tot de Ille klasse werden toegelaten: C. Horsman en L. Tielenius KruijtholT. Niet toegelaten werden drie aspiranten. Tot de He klasse werd toegelaten: A. de Groot Jz. Niet toegelaten werden drie aspiranten. Tot de Ie klasse werden toegelaten: C. J. J. BusqueV A. J. A. Busquet, J R. Diernont, A. de Froe, H. C. Frijlinck, O. H. G. Gelderman, YV. A. H. Gelderman, A. de Groot Cz., A. van Linden van den Heuvell, J. Z. KerkholT, H. Kohlbriigge, W. F. G. Kroon, E. J. Lagerweij, A. C. 0. R. Leinweber, G. G. de Neeling, O. J. G. van der Sluijs, C. A. Stoové, YV. A. Uylenberg, I. J. Y'alewink, YV. L. Visser en E. J. van Vollenhoven. Y'oorwaardelijk werden toegelaten: E. Baak, A. Krudop en F. J. Timmler. Niet toegelaten werd één aspirant. Het tweede toelatings-examen zal plaats hebben op Zaterdag en Maandag, 1 en 3 September a. s. Zondag a. s. zal de Godsdienst oefening bij de Vrije Ger. Gemeente, al hier, op de gewone uren, worden geleid door J. Stelman, Predikant bij genoemde gemeente te De Lemmer. Lijst van brieven geadresseerd aan onbekenden, verzonden van het postkan toor te Amersfoort over de le helft der maand Juni 1888. I. Mevr. Drabbe, 's-Gravenhage. 2. W. Blom, Van Leusden. Verzonden geweest naar België. 3. H. YViesers, Luik. Naar Indië. 1. M. Fiöger, Weltevreden. Wat bier eergisteren gebeurde. Ik zat in mijne voorkamer, hoorde op straal het gerinkel van brekend glas en keek naar buiten. Daar stond een kleine jongen te huilen. Twee, drie vrou wen en een paar opgeschoten jongens liepen naar hem toe, om te weten, wat er gaande was. De kleine jongen had voor zijne moeder een flesch azijn, geloof ik, moeten halen, en daar lag nu de flesch kapot en de azijn in de goot. »Zeg", vroeg eene vrouw aan den schreiende vvoor hoeveel moest je halen?" De prijs werd genoemd maar door mij niet verstaan. «Daar heb je een paar centen", zei de vraagster. »Daar" zei eene tweede, eene derde, eene vierde, want het hoopje volk was steeds aan gegroeid. iNu heb je al wat [de azijn kost," riep eene stem. „Maar nu de flesch nog" werd er geroepen, ,,die kost vijf centen." ,,Daar," „daar", en de vijf centen waren er ook. Met een dankbaar gezicht liep de kleine jongen naar den winkel terug, en zij die hem blijkbaar niet van hun overvloed geholpen hadden gingen tevreden huns weegs. De mensch is niet alleen medelijdend, maar ook hulpvaardig van nature, dacht ik. jammer dat trotsch, gekwelde ijdel- heid en dergelijke booze hartstochten die goede natuur zoo vaak verkrachten. Jan. De straatschenderijen van de lieve jeugd hebben te dezer stede nog al groote afmetingen. Piet. Dat dunkt mij ook. Op 't vroegere dwongen, lucht te geven. Ook Anne ween de en schudde gedurig liet hoofd, als wilde zij zeggen: »Gij hebt wel reden om bedroefd te zijn, ik weet niet hoe u te troosten." Zij bedwong echter spoedig hare aandoeningen en sprak op een toon vol teederheid en deernis: xGij zijt ongelukkig, zeer ongelukkig, Maiie! Mijn hart beklaagt u. Het ver wondert mij nu niet meer, dat ik u zoo veranderd zie. Uwe toekomst is vernietigd en het verledene kwam u ook al op eenig ofTer te staan. YY'ant, o die geheime liefde moet u soms veel gekost hebben en veel wenschen onbevredigd hebben gelaten; maar gij hebt u die opofferingen gaarne getroost, hopende dat de toekomst u daarvoor rijke vergoeding zou geven. En nul die hoop is in rook verdwenen, het heeft dus Gode behaagd! Hij heeft u den afgod van uw hart ontnomen, nu is uw hart gebroken. Ja, gij zijt eene zwaar beproefde! Gij hoort het Marie! dat ik iets besef van uw lijden. Maar er is toch nog hope, er is toch nog licht op uw pad, toch nog vreugde voor uw hart. Er is een wederzien in eene wereld, waar geene scheiding meer is. Er is nog vriendschap, die aan uwe zijde wil gaan op uwen verderen levensweg. Er is eene vertroosting der Schriften, een geloof in Christus, dat doet berusten in hetgeen Kalfsveld is een huisje voor ruim drie vierden afgebioken en op muziek-avonden ziet men wel eens, hoe jongeheertjes de wandelaars op het benedenpad met steen tjes gooien. J. En kijk eens naar de gevels van onbewoonde huizen. Soms ziet men er alle ruiten ingeworpen. P. 't Oude spreekwoord zegt: «Acht is meet dan duizend. J. Neen, nou vat ik je niet. P. YVel, als er wat meer acht werd gegeven op de baldadigheden der straat jeugd, zouden duizend en meer ruiten beveiligd worden tegen haar gooilust. J. Jawel. Die vernielers van eens anders goed moesten maar eens duchtig kennis maken met de politie, dan zou er de schrik wel onder komen. P. En daarom moet er bedacht worden, dat wie de gelegenheid niet van voren aanpakt, er van achteren geen vat op heeft. Baarn. De vorige week zijn alhier eenige militairen ingekwartierd geweest, diedeschoone omstieken van ons dorp ver kennen moesten. Voor eene van Eva's dochters heeft het verblijf dier zonen van Mars alhier een minder aangename her innering achtergelaten. Toen zij name lijk van den militair, met wien zij in- tusschen kennis gemaakt had, afscheid moest nemen, wilde zij hem een kistje sigaren als souvenir meegeven. Zij had zich reeds bij een bekende firma een honderd sigaren op de goedkoopste ma nier toegeëigend, toen de politie haar trachtte in te halen om haar onder 't oog te brengen, dat zij nog betalen moest. YY'el liet zij het kistje van schrik? vallen, maar dit belette niet dat zij in hechtenis genomen werd, om hare eigendunkelijke daad voor den rech ter te verantwoorden, Dezer dagen worden op de nano- nyme" wegen weder naambordjes ge plaatst, die den talloozen bezoekers dezer streken veel gerief zullen verschaffen. Ook de oude naambordjes worden op nieuw opgeschilderd, daar eenige minder ooglijk waren gewoiden. Het bekende paardenspel van Blanus staat thans hier op de Brink en geeft zijne voorstellingen voor een talrijk op komend publiek. Er zijn verschillende soorten van taal. Men spreekt van dichterlijke taal en dieventaal, van wereldtaal en bloe- menlaal, van geboren taal en moedertaal. Dat er ook een .eigenaardige taal der opschriften en uithangborden bestaal, heeft zeker ieder t a a I geleerde meer dan eens ondervonden. Ook onze gemeente kan daartoe hare brandstoffen leveren. Zoo vinden wij o.a.vStalliouwerij", li Hier wast en streikt men," Hier man Geld men," vAbonnemente voor Haar snijden en Sclieeren," vllier naaid en stikt men." De laatste nieuwigheid vin den wij bij eene akachgelsmedei ij" waar men het opschrift leest: «HIER Y'ER- KOOPT, VERHUURD EN REPAREERD MEN VELOCIPEDES." Het is wel amusant dergelijke studiën te maken, maar het bedroeft aan den anderen kant toch ook, onze schoone moedertaal zoo mishandeld te zien. De schilders der opschriften deden beter eerst zich tot bevoegde zijde te wenden voor zij hunne fantasie lieten werken. In Parijs heerscht groot gebrek aan water; de stad beschikt slechts over 130000 kubieke Meters welwater; 14000 huizen krijgen niet anders dan rivier water, 23000 huizen hebben in 't geheel geene waterleiding. Daarbij komt, dat in een groot gedeelte der huizen, die met God beschikt, een geloof, van hetwelk kracht uitgaat, om de zwaarste lasten te dragen en de felste slagen te ontvan gen zonder te wankelen of te bezwijken, een geloof, dat verder reikt dan tot het graf, dat ons verzoent met ons lot, en ons sterkt tot de vervulling van onze moeielijkste plichten. Gij moet nu ver geten hetgeen achter u is, en het leven dat God u heeft gelaten, niet zoo somber doorbrengen. Ik weet wel, gij kunt het verledene niet uit uw geheugen wisschen, maar dit behoort gij ook niet, gij moet het slechts in zooverre vergeten, dat het niet de overhand bij u hebbe en u niet verhindere om aan het tegenwoordige te denken en voor de toekomst te hopen. Laat slechts het geloof in u leven en werken, dat er Één is, die ons lot be stuurt, en die ons langs eflen en oneffen paden naar onze bestemming wil voeren, en dat, als wij Zijne leidingen kinderlijk volgen, eens de hemel ons juicheude en dankende zal hooren belijden: God heeft alles welgemaakt!" «Gij spreekt naar mijn hart, Anne! Zoo spreek ik ook eiken dag tot mij zelve, en evenwelik vind geen troost; die gaat verloren door het verwijt, dat ik mij zeiven al dat leed had kunnen sparen; dat ik het ten volle heb verdiend, want dat ik buiten voorkennis mijner ouders welwater voorzien worden, dit slechts ter beschikking wordt gesteld van de huur ders der bovenverdiepingen. Yrolgens de berekening der stadsingenieurs, eischt het regelmatig waterverbruik meer dan30000rt kubieke meters binnen 24 uren. Om nu een einde te maken aan den tegenwoor- digen onhoudbaren toestand, zijn er twee plannen ter beoordeeling aan de kamec voorgelegd, volgens welke de stad het geheele jaar door van eene voldoende hoeveelheid drinkwater zou worden voor zien Er zullen minstens8 jaren verloopen voordat de plannen geheel zijn ten uit voer gebracht. De kosten zouden 35 millioen fres. bedragen. Te weenen wordt eene merkwaardige reis voorbereid. Een aantal geleerden in verschillende takken der wetenschap, Oostenrijksche marineofficieren en eenige uitstekende leden der burgerlijke en aristocratische maatschappij zijn voorne mens eene wetenschappelijke reis te doen naar het Noorden. Het plan bestaat, een Noorweegsch jacht te huren en tot den 80n graad door te dringen. Spitsbergen, Groenland, IJsland zullen bezocht en op de terugreis ook Jan Mayensland aange daan worden, waar YVeyprecht's observa tiestation zich bevond. Studie en het maken van natuurhistorische verzamelin gen zijn het doel der reis. Een dokter gaat ook mede; het aantal medereizigers is op 30 bepaald en het bedrag der kosten op 2000 fres voor elk. Zoo vergaat de glans der wereld Op een prachtigen Junidag van het vorige jaar heerschte te Pai ijs eene groote drukte. De geheele politiemacht was op de been. De officieren der schutterij deden dienst aan het Lyon-station. Op het per ron was de politie aanwezig alles duidde aan, dat een hooggeplaatst persoon ver trekken zou. Een kostbaar tapijt was van de fraaie wachtkamer gelegd tot den gereedstaanden trein, waarvan een salon wagen rijkelijk met bloemen versierd was. Het was Grevy, President der Fran- sche Republiek, die met de zijnen naar het kasteel Mont-sous-Y'andry zou gaan, om daar der. zomer door te brengen. Een jaar later, weder den 3en Juni, op hetzelfde uur in den morgen bevonden zich zes personen op hetzelfde perron, met valiezen en taschjes zich dringend door de menigte reizigers. Een grijsaard, twee vrouwen, een bleeke jonge man, die aan de hand twee jonge meisjes meetrok, gingen in den trein het waren de heer Grevy met zijne vrouw en dochter, zijn schoonzoon Wilson en diens beide kindern. Een politieagent te Sneck, die een dronkaard van 't zuiverste ras wilde arres teeren, werd daarin verhinderd door een achttal woestelingen. Deze grepen den agent aan en poogden hem over de leuning eener brug in het water te wer pen. Een der kerels ontrukte den man zijn sabel, waarmee hij onder het gejoel van eene groote menigte aan den haal ging. Eenige heeren stonden dat spel leuk aan te kijken. Toen de agent smee- kend verzocht hem uit zijn neteligen toe stand te redden, bekroop niemand der vier de lust een hand tol redding uit te steken. Gelukkig dat twee andere personen daarop toeschoten en aan dit schandaal een einde maakten. Van deze zaak is natuurlijk proces-verbaal opgemaakt en zullen onze vier heeren in de eerste plaats als getuigen moeten optreden. Een 17jarig meisje uit Elzas was te Avricourt in dienst. Uit Hagenau kreeg zij bericht, dat haar moeder stervende was en haar wenschte te zien. Zij ging op reis zonder paspoort en werd niet over de grens gelaten. Alle smeekbeden bleven vruchtelooszij zond een telegram aan de Keizerin van Duitschland en deze gaf haar vergunning om zonder paspoort door te reizen, maar toen het antwooord kwam was het te laat. Bij hare aan komst te Hagenau vond het jonge meisje haar moeder reeds dood. eene verbindtenis had aangegaan, en wel met iemand, die, hoe goed en edel anders ook, plechtig had beloofd aan eene, aan wie hij de duurste verplichtingen had, om zich van zoo iets te onthouden. O, Anne! dat foltert mij meer dan al het andere. Gij kent mij toch wel, ik heb reeds menige teuge uit den lijdensbeker moeten drinken en ik had ook leeren zeggen: het geschiede! Maar hier heb ik een zwaren strijd, waarbij ik ten laatste nog zal bezwijken. Hier zie ik de roede der kastijding voor het kwaad, dat wij deden. Och, Anne! ik had hem zijn verzoek moeten weigeren." Eilieve! spreek zoo niet. Ik zal het wel niet prijzen, ik geloof zelfs, dat het beter ware geweest indien zoo iets ware gebeurd, maar toch den steen der veroordeeling op u te werpen, dit kan en mag nog niemand. Er is veel ter uwer verschooning bij te brengen; door hem, die weet, wat maaksel wij zijn, die de zwakheid van het menschelijk hart kent, vooral bij jeugdige menschendie ook weet dat uw beider liefde rein en zuiver was, en dat ge over niets, ook voor Zijn heilig en alziend oog, te blozen hebt.... neen Marie! laat varen dien kleingees- tigen waan, gij zoudt den Algoede door zulk een bekrompen geloof beleedigen. Laat het varen, ik bid het u, en de rust Gewroken. Hij bevond zich ver van hier, om in de Indische wateren met zijn krijgsmakkers de eer van 't vaderland op te houden, en zij bleef alleen achter inde eenvoudige wonnig, in een der ach terbuurten van het Nieuwediep. Een vriend kwam haar bezoeken in hare veilatenheid, en deed haar aldra in zoo verre den echtgenoot vergeten, dat zij op al te goeden voet kwam met den trouwen bezoeker. 't YVa3 voor de oude makkers van den man, die in verre streken toefde, niet verborgen gebleven hoe zij zich gedroeg jegens hem, wien zij eenmaal trouw had gezworen. Janmaat trok in 't holle van den nacht naar de woning, waar men de trouwe- looze met haren vei leider dacht te vinden. Een paar foische stooten waren vol doende om de deur in te trappen en voort trokken de matroosjes de woning in. Gelukkig was het paar afwezig. Nu werd alle woede op de levenlooze voor werpen gekoeld en begon men al spoedig het eene meubelstuk na het andere te vernielen. Toen er niets meer te beder ven viel trok Janmaat af, in het bewust zijn een goede daad te hebben verricht. Aan de gerechtigheid was voldaan. Men had den bedrogen makker gewroken. De Neue Preuss. Zeit. verhaalt de volgende aardige geschiedenis voor wel ker juistheid het blad wel niet instaat, maar die toch niet een bloot verzinsel kan wezen. Prins Bismarck kwam dezer dagen in het Marmeren Paleis om met Keizer YY'ilhelm de gewone staatsbezigheden te behandelen. De kanselier werd in's Keizers kamer gelaten, maar moest een poosje wachten, daar de Keizer eldcis bezig was. In een der naburige kamers hoorde Bismarck de kinderen spelen. De. kanse lier ging daarheen en zag, dat de zes jarige Kroonprins een orgel draaide, terwijl zijne beide jongere broertjes er bij dans ten. De kanselier werd met gejuich ont vangen. »Och toe, Prins Bismarck, riep een Prinsje, dans eens met ons mede." «Neen jongens" luidde het antwoord, «daarvoor ben ik te oud, maar ik wil wel zoolang het orgel draaien. Dan kan prins Wilhelm met jelui meedansen." De knapen waren ook met deze schik king zeer tevreden. Vroolijk draaiden zij nu met hun drieën in het rond, terwijl prins Bismack lustig stond te draaien. Juist op dit oogenblik kwam de Keizer binnen. Wilhelm noodigde den kanselier uit hem naar zijn vertrek te volgen en voegde zijn grijzen raadsman schertsend toe: »Lieber Fürst, gij zijt er wel vroeg bij. Moet gij den jongen Kroonprins nu al naar uw pijpen leeren dansen Dit is reeds hët vierde geslacht, waaraan gij uwe diensten wijdt." Y'an andere zijde wordt het blad ver zekerd. dat deze geschiedenis reeds plaats had een paar weken voor de troonsbe stijging des tegenwoordigen Keizers. Dat doet echter niets ter zake. Prins Alexander van Battenberg is te Jugenheim met zijne equipage op eenen bergweg van eene steilte naar beneden gevallen. Hij wist zich te redden door een boomstruik te grijpen, terwijl paard eri wagen in de diepte verpletterd werden. Y'olgens latere berichten schijnt het ongeluk ernstige gevolgen te hebben. Naar men nl. meldt, heeft de Prins door den val zich den ruggegraad ernstig bezeerd. De BURGEMEESTER en WETHOU DERS van AMERSFOORT, Gezien art. 5 der wet tot regeling van den kleinhandel in sterken drank en tot beteugeling van openbare dronken schap zal wederkeeren in uw hart." «Zou dat mogelijk zijn?" «Gij zult het zien, dat het moge lijk is, maar gij moet het uwe doen. Gij hebt mij gezegd, dat die geliefde zulk een gezond en helder geloof had. YY'elnu, herinner u dan slechts, wat hij u zeker meermalen over de teleurstellin gen en verliezen van dit leven en van het alwijze Godsbestuur zal beschreven hebben, en als gij dit op uwe eigene omstandigheden toepast, en houd mij verzekert, dat mijne woorden dan zullen instemmen met de zijne, en het zal u dan zijn alsof hij bij de liefde, waarmede gij hem eens hebt lief gehad en hem nu nog beweent, uit zijn graf u nog smeekt, om toch niet te treuren als ware er geen hope meer. Ik heb u thans genoeg ge zegd maar vergun mij dat ik u nog een paar vragen doe, de eerste is; «Hebben nwe ouders uw geheim niet ontdekt, toen gij zoo hevig waart geschokt bij het vernemen van zijnen dood?"" «En de tweede, althans als dit niet te onbescheiden is: Hoe was de naam van uwen vriend?"" Wordt vervolgd

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1888 | | pagina 2