Gemengd Nieuws.
Offlcieele Publicatie.
Plaatselijke berichten.
Provinciale berichten.
vielen met bijlen een processie van
Protestanten aan. De politie moest tus-
schen beide komen. Er zijn tal van ge
wonden.
John Mandeville, een der Iersche leiders,
is te Mitchelstown overleden. Zijn vrien
den wijten zijn dood aan zijn lijden in
de gevangenis en zullen de Regeering
daarover in het Lagerhuis interpelleeren.
De Koning heeft bij een zilversmid te
Rome een krans besteld, samengesteld
uit takken van eikenloof met eikels van
zilver en goud. De krans is 40 centimeter
in doorsnede; waar de takken samen-
loopen in een knoop prijkt het geslacht
wapen Savoye met de woorden: rHum-
bert 1, Koning van Italië, aan zijn besten
vriend Frederik III, Keizer en Koning."
Op 27 Juli a. s. zal dè 900ste verjaar
dag van de bekeering van Rusland tot
het Christendom plechtig worden gevierd.
Die dag zal een algerneene Christelijke
feestdag zijn: in alle kerken zullen Te
Deum's gezongen worden en in alle gar
nizoenen zullen revues worden gehouden
over de troepen.
De stad Kieuw, waar het Christendom
bet eerst vasten voet kreeg, zal bij de
viering een groote rol spelen. Duizenden
uit alle oorden van Rusland zullen waar
schijnlijk derwaarts een bedevaart doen.
Men meld uit Constanlinopel. da'.
Zaterdagavond een bende van 45 roovers
het station Bellova. in Roemenië, overviel
Zij lichten den heer Laendeler, Oosten
rijker van geboorte, en Buider, mede
een Oostenrijker, en beide handelsagenten
op en behandelden hen zeer wreed.
Naar de Times uit Durban verneemt,
is de toestand in Zululand hoogst ernstig.
De meeste hoofden bij de Sint Lucie-baai
gorden het zwaard aan, aangemoedigd
door de nederlaag der Britten, en slechts
weinige vrijwilligers komen op de Brit-
sche proclamatie toesnellen, daar de
meeste beschikbare mannen in de goud
mijnen werken. Het heet, dat Dinizulu
blanke vrijwilligers heeft aangeworven.
Zaterdag jl. is aan de Utrechtsche
Academie tot Arts bevorderd de heer J.
C. Rolandus Hagedoorn, oud-Officier van
gezondheid der le klasse, alhier.
Bij koninkl. besluit van den 25 Juni
1888, no. 18, is aan de gemeente Amers
foort vrijstelling verleend van de ver
plichting tot oprichting eener burger
dagschool tot 1 Sept. 1891, onder be
paling dat aan de burgeravondschool met
tweejarigen cursus onderwijs zal worden
gegeven in de vakken genoemd onder
o. b, c, fg, li en k, in art. 13 der wet
op het middelb. onderwijs.
De heer YV. H. Meursing heeft bij
de Zondag te Scheveningen gehouden
wielerwedstrijd in den nationalen wed
strijd voor éénpersoons tweewielers (By-
cicle handicap) den len prijs behaald.
De afstand '/2 Eng. Mijl 804',j Meter
werd door hem afgelegd in 1 rnin. 20'4
sec.
Maandagmorgen is door B. en YV.
ten sladhuize aanbesteed: 1. het schoon
maken van het gebouw der hoogere bur
gerschool laagste inschrijver D. A. Stöver
voor f 129; verf- en schoonmaakwerken
aan de gebouwen der drie openbare lagere
scholen; laagste inschrijver N. van't Hof
voor f386; 3. het verven van des bui
tenomtrek van het ziekenhuis aan de
Koningstraat, laagste inschrijver G. YVou-
denberg voor f 80. De aannemers wonen
allen alhier. De werken zijn gegund.
De uitslag der toelatings-examens
aan het Gymnasium alhier was als volgt:
lste klasse: 10 kandidaten; toegelaten:
onvoorwaardelijk: E. van Gelder, E. Hingst,
P. YV. L. Numan, A. van den Berg, J.
B. Janssen van Rijssen, A. S. Bleekrode,
J. Tol, C. Deelder, K. YV. van Gorkom
en E. van der Noordaa.
2e kl.1 kandidaat: voorwaardelijk
toegelaten: YV. Lunsingh Tresling.
want hun stonden de tranen in de oogen
»Is er zwarigheid?" vroeg ik eenigzins
ontsteld. «Neen MaiieI" zeide papa, «maar
YVillem zendt ons eene zeer treurige
tijding. Hij is diep bedroefd' door den
dood van een zijner vrienden. Dit doet
hem hoog ernstig schrijven. Zijn brief
is vol gevoel. Lees maar eens." Toen gaf
papa mij den brief en, Annel nog kan
ik het mijzelven niet verklaren, dat ik niet
aan mijn hartvriend had gedacht. Ik nam
met geen ander gevoel den brief in de
hand dan met dat van deelneming in
de droefheid mijns broeders. Maar nauwe
lijks had ik een paar regels gelezen of
ik gaf een vreeselijken gil en viel be
wusteloos neder. Men vreesde dat hier
uit eene doodelijke ziekte voor mij zou
volgen; maar mijn gezond en krachtig
gestel kwam dien schok spoedig te hoven,
althans zoo scheen het. Ik werd niet
ziek, maar bleef somber en stil. Ik be
hoef het u niet te zeggen, Anne! dat
die brief voor mij de ontzettendste tijding
behelsde, die ik vernemen kon.... den
dood van hem, aan wien ik ip het ge
heim mijn hand en hart had verpand.
Een zenuw-ziekte had hem binnen wei
nige dagen als een offer des doods doen
vallen. Ach, kon ik nu ook maar sterven!"
Hier hield zij op, om den tranenvloed,
dien zij reeds lang met moeite had be
3e kl. 1 kandidaat; afgewezen.
5e kl.1 kandidaat; onvoorwaardelijk
toegelaten: H. 'sJacob.
Het eerste toelatings-examen voor
de Hoogere Burgerschool te Amersfoort,
werd, in tegenwoordigheid van de Com
missie van Toezicht, gehouden op Vrij
dag en Zaterdag, 6 en 7 Juli 1.1.
Tot de Ille klasse werden toegelaten:
C. Horsman en L. Tielenius KruijtholT.
Niet toegelaten werden drie aspiranten.
Tot de He klasse werd toegelaten: A.
de Groot Jz.
Niet toegelaten werden drie aspiranten.
Tot de Ie klasse werden toegelaten:
C. J. J. BusqueV A. J. A. Busquet, J R.
Diernont, A. de Froe, H. C. Frijlinck, O.
H. G. Gelderman, YV. A. H. Gelderman,
A. de Groot Cz., A. van Linden van den
Heuvell, J. Z. KerkholT, H. Kohlbriigge,
W. F. G. Kroon, E. J. Lagerweij, A. C.
0. R. Leinweber, G. G. de Neeling, O.
J. G. van der Sluijs, C. A. Stoové, YV.
A. Uylenberg, I. J. Y'alewink, YV. L.
Visser en E. J. van Vollenhoven.
Y'oorwaardelijk werden toegelaten: E.
Baak, A. Krudop en F. J. Timmler.
Niet toegelaten werd één aspirant.
Het tweede toelatings-examen zal plaats
hebben op Zaterdag en Maandag, 1 en 3
September a. s.
Zondag a. s. zal de Godsdienst
oefening bij de Vrije Ger. Gemeente, al
hier, op de gewone uren, worden geleid
door J. Stelman, Predikant bij genoemde
gemeente te De Lemmer.
Lijst van brieven geadresseerd aan
onbekenden, verzonden van het postkan
toor te Amersfoort over de le helft der
maand Juni 1888.
I. Mevr. Drabbe, 's-Gravenhage.
2. W. Blom,
Van Leusden.
Verzonden geweest naar België.
3. H. YViesers, Luik.
Naar Indië.
1. M. Fiöger, Weltevreden.
Wat bier eergisteren gebeurde.
Ik zat in mijne voorkamer, hoorde
op straal het gerinkel van brekend glas
en keek naar buiten. Daar stond een
kleine jongen te huilen. Twee, drie vrou
wen en een paar opgeschoten jongens
liepen naar hem toe, om te weten, wat
er gaande was. De kleine jongen had
voor zijne moeder een flesch azijn, geloof
ik, moeten halen, en daar lag nu de
flesch kapot en de azijn in de goot.
»Zeg", vroeg eene vrouw aan den
schreiende vvoor hoeveel moest je halen?"
De prijs werd genoemd maar door mij
niet verstaan. «Daar heb je een paar
centen", zei de vraagster. »Daar" zei
eene tweede, eene derde, eene vierde,
want het hoopje volk was steeds aan
gegroeid. iNu heb je al wat [de azijn
kost," riep eene stem. „Maar nu de
flesch nog" werd er geroepen, ,,die kost
vijf centen." ,,Daar," „daar", en de vijf
centen waren er ook. Met een dankbaar
gezicht liep de kleine jongen naar den
winkel terug, en zij die hem blijkbaar
niet van hun overvloed geholpen hadden
gingen tevreden huns weegs.
De mensch is niet alleen medelijdend,
maar ook hulpvaardig van nature, dacht
ik. jammer dat trotsch, gekwelde ijdel-
heid en dergelijke booze hartstochten
die goede natuur zoo vaak verkrachten.
Jan. De straatschenderijen van de lieve
jeugd hebben te dezer stede nog al groote
afmetingen.
Piet. Dat dunkt mij ook. Op 't vroegere
dwongen, lucht te geven. Ook Anne ween
de en schudde gedurig liet hoofd, als
wilde zij zeggen: »Gij hebt wel reden
om bedroefd te zijn, ik weet niet hoe u
te troosten." Zij bedwong echter spoedig
hare aandoeningen en sprak op een toon
vol teederheid en deernis:
xGij zijt ongelukkig, zeer ongelukkig,
Maiie! Mijn hart beklaagt u. Het ver
wondert mij nu niet meer, dat ik u zoo
veranderd zie. Uwe toekomst is vernietigd
en het verledene kwam u ook al op eenig
ofTer te staan. YY'ant, o die geheime
liefde moet u soms veel gekost hebben
en veel wenschen onbevredigd hebben
gelaten; maar gij hebt u die opofferingen
gaarne getroost, hopende dat de toekomst
u daarvoor rijke vergoeding zou geven.
En nul die hoop is in rook verdwenen,
het heeft dus Gode behaagd! Hij heeft
u den afgod van uw hart ontnomen, nu
is uw hart gebroken. Ja, gij zijt eene
zwaar beproefde! Gij hoort het Marie!
dat ik iets besef van uw lijden. Maar er
is toch nog hope, er is toch nog licht
op uw pad, toch nog vreugde voor uw
hart. Er is een wederzien in eene wereld,
waar geene scheiding meer is. Er is nog
vriendschap, die aan uwe zijde wil gaan
op uwen verderen levensweg. Er is eene
vertroosting der Schriften, een geloof in
Christus, dat doet berusten in hetgeen
Kalfsveld is een huisje voor ruim drie
vierden afgebioken en op muziek-avonden
ziet men wel eens, hoe jongeheertjes de
wandelaars op het benedenpad met steen
tjes gooien.
J. En kijk eens naar de gevels van
onbewoonde huizen. Soms ziet men er
alle ruiten ingeworpen.
P. 't Oude spreekwoord zegt: «Acht
is meet dan duizend.
J. Neen, nou vat ik je niet.
P. YVel, als er wat meer acht werd
gegeven op de baldadigheden der straat
jeugd, zouden duizend en meer ruiten
beveiligd worden tegen haar gooilust.
J. Jawel. Die vernielers van eens anders
goed moesten maar eens duchtig kennis
maken met de politie, dan zou er de
schrik wel onder komen.
P. En daarom moet er bedacht worden,
dat wie de gelegenheid niet van voren
aanpakt, er van achteren geen vat op
heeft.
Baarn. De vorige week zijn alhier
eenige militairen ingekwartierd geweest,
diedeschoone omstieken van ons dorp ver
kennen moesten. Voor eene van Eva's
dochters heeft het verblijf dier zonen van
Mars alhier een minder aangename her
innering achtergelaten. Toen zij name
lijk van den militair, met wien zij in-
tusschen kennis gemaakt had, afscheid
moest nemen, wilde zij hem een kistje
sigaren als souvenir meegeven. Zij had
zich reeds bij een bekende firma een
honderd sigaren op de goedkoopste ma
nier toegeëigend, toen de politie haar
trachtte in te halen om haar onder
't oog te brengen, dat zij nog betalen
moest. YY'el liet zij het kistje van
schrik? vallen, maar dit belette niet
dat zij in hechtenis genomen werd, om
hare eigendunkelijke daad voor den rech
ter te verantwoorden,
Dezer dagen worden op de nano-
nyme" wegen weder naambordjes ge
plaatst, die den talloozen bezoekers dezer
streken veel gerief zullen verschaffen.
Ook de oude naambordjes worden op
nieuw opgeschilderd, daar eenige minder
ooglijk waren gewoiden.
Het bekende paardenspel van Blanus
staat thans hier op de Brink en geeft
zijne voorstellingen voor een talrijk op
komend publiek.
Er zijn verschillende soorten van
taal. Men spreekt van dichterlijke taal
en dieventaal, van wereldtaal en bloe-
menlaal, van geboren taal en moedertaal.
Dat er ook een .eigenaardige taal der
opschriften en uithangborden bestaal,
heeft zeker ieder t a a I geleerde meer dan
eens ondervonden. Ook onze gemeente
kan daartoe hare brandstoffen leveren.
Zoo vinden wij o.a.vStalliouwerij",
li Hier wast en streikt men," Hier man
Geld men," vAbonnemente voor Haar
snijden en Sclieeren," vllier naaid en
stikt men." De laatste nieuwigheid vin
den wij bij eene akachgelsmedei ij" waar
men het opschrift leest: «HIER Y'ER-
KOOPT, VERHUURD EN REPAREERD
MEN VELOCIPEDES."
Het is wel amusant dergelijke studiën
te maken, maar het bedroeft aan den
anderen kant toch ook, onze schoone
moedertaal zoo mishandeld te zien. De
schilders der opschriften deden beter
eerst zich tot bevoegde zijde te wenden
voor zij hunne fantasie lieten werken.
In Parijs heerscht groot gebrek aan
water; de stad beschikt slechts over
130000 kubieke Meters welwater; 14000
huizen krijgen niet anders dan rivier
water, 23000 huizen hebben in 't geheel
geene waterleiding. Daarbij komt, dat in
een groot gedeelte der huizen, die met
God beschikt, een geloof, van hetwelk
kracht uitgaat, om de zwaarste lasten
te dragen en de felste slagen te ontvan
gen zonder te wankelen of te bezwijken,
een geloof, dat verder reikt dan tot het
graf, dat ons verzoent met ons lot, en
ons sterkt tot de vervulling van onze
moeielijkste plichten. Gij moet nu ver
geten hetgeen achter u is, en het leven
dat God u heeft gelaten, niet zoo somber
doorbrengen. Ik weet wel, gij kunt het
verledene niet uit uw geheugen wisschen,
maar dit behoort gij ook niet, gij moet
het slechts in zooverre vergeten, dat het
niet de overhand bij u hebbe en u niet
verhindere om aan het tegenwoordige
te denken en voor de toekomst te hopen.
Laat slechts het geloof in u leven en
werken, dat er Één is, die ons lot be
stuurt, en die ons langs eflen en oneffen
paden naar onze bestemming wil voeren,
en dat, als wij Zijne leidingen kinderlijk
volgen, eens de hemel ons juicheude en
dankende zal hooren belijden: God heeft
alles welgemaakt!"
«Gij spreekt naar mijn hart, Anne!
Zoo spreek ik ook eiken dag tot mij zelve,
en evenwelik vind geen troost; die
gaat verloren door het verwijt, dat ik
mij zeiven al dat leed had kunnen sparen;
dat ik het ten volle heb verdiend, want
dat ik buiten voorkennis mijner ouders
welwater voorzien worden, dit slechts ter
beschikking wordt gesteld van de huur
ders der bovenverdiepingen. Yrolgens de
berekening der stadsingenieurs, eischt het
regelmatig waterverbruik meer dan30000rt
kubieke meters binnen 24 uren. Om nu
een einde te maken aan den tegenwoor-
digen onhoudbaren toestand, zijn er twee
plannen ter beoordeeling aan de kamec
voorgelegd, volgens welke de stad het
geheele jaar door van eene voldoende
hoeveelheid drinkwater zou worden voor
zien Er zullen minstens8 jaren verloopen
voordat de plannen geheel zijn ten uit
voer gebracht. De kosten zouden 35 millioen
fres. bedragen.
Te weenen wordt eene merkwaardige
reis voorbereid. Een aantal geleerden in
verschillende takken der wetenschap,
Oostenrijksche marineofficieren en eenige
uitstekende leden der burgerlijke en
aristocratische maatschappij zijn voorne
mens eene wetenschappelijke reis te doen
naar het Noorden. Het plan bestaat, een
Noorweegsch jacht te huren en tot den
80n graad door te dringen. Spitsbergen,
Groenland, IJsland zullen bezocht en op
de terugreis ook Jan Mayensland aange
daan worden, waar YVeyprecht's observa
tiestation zich bevond. Studie en het
maken van natuurhistorische verzamelin
gen zijn het doel der reis. Een dokter
gaat ook mede; het aantal medereizigers
is op 30 bepaald en het bedrag der
kosten op 2000 fres voor elk.
Zoo vergaat de glans der wereld
Op een prachtigen Junidag van het
vorige jaar heerschte te Pai ijs eene groote
drukte. De geheele politiemacht was op
de been. De officieren der schutterij deden
dienst aan het Lyon-station. Op het per
ron was de politie aanwezig alles duidde
aan, dat een hooggeplaatst persoon ver
trekken zou. Een kostbaar tapijt was van
de fraaie wachtkamer gelegd tot den
gereedstaanden trein, waarvan een salon
wagen rijkelijk met bloemen versierd
was. Het was Grevy, President der Fran-
sche Republiek, die met de zijnen naar
het kasteel Mont-sous-Y'andry zou gaan,
om daar der. zomer door te brengen.
Een jaar later, weder den 3en Juni, op
hetzelfde uur in den morgen bevonden
zich zes personen op hetzelfde perron,
met valiezen en taschjes zich dringend
door de menigte reizigers. Een grijsaard,
twee vrouwen, een bleeke jonge man,
die aan de hand twee jonge meisjes
meetrok, gingen in den trein het
waren de heer Grevy met zijne vrouw
en dochter, zijn schoonzoon Wilson en
diens beide kindern.
Een politieagent te Sneck, die een
dronkaard van 't zuiverste ras wilde arres
teeren, werd daarin verhinderd door een
achttal woestelingen. Deze grepen den
agent aan en poogden hem over de
leuning eener brug in het water te wer
pen. Een der kerels ontrukte den man
zijn sabel, waarmee hij onder het gejoel
van eene groote menigte aan den haal
ging. Eenige heeren stonden dat spel
leuk aan te kijken. Toen de agent smee-
kend verzocht hem uit zijn neteligen toe
stand te redden, bekroop niemand der
vier de lust een hand tol redding uit te
steken.
Gelukkig dat twee andere personen
daarop toeschoten en aan dit schandaal
een einde maakten. Van deze zaak is
natuurlijk proces-verbaal opgemaakt en
zullen onze vier heeren in de eerste plaats
als getuigen moeten optreden.
Een 17jarig meisje uit Elzas was te
Avricourt in dienst. Uit Hagenau kreeg
zij bericht, dat haar moeder stervende
was en haar wenschte te zien. Zij ging
op reis zonder paspoort en werd niet
over de grens gelaten. Alle smeekbeden
bleven vruchtelooszij zond een telegram
aan de Keizerin van Duitschland en deze
gaf haar vergunning om zonder paspoort
door te reizen, maar toen het antwooord
kwam was het te laat. Bij hare aan
komst te Hagenau vond het jonge meisje
haar moeder reeds dood.
eene verbindtenis had aangegaan, en wel
met iemand, die, hoe goed en edel anders
ook, plechtig had beloofd aan eene, aan
wie hij de duurste verplichtingen had,
om zich van zoo iets te onthouden. O,
Anne! dat foltert mij meer dan al het
andere. Gij kent mij toch wel, ik heb
reeds menige teuge uit den lijdensbeker
moeten drinken en ik had ook leeren
zeggen: het geschiede! Maar hier heb
ik een zwaren strijd, waarbij ik ten
laatste nog zal bezwijken. Hier zie ik de
roede der kastijding voor het kwaad,
dat wij deden. Och, Anne! ik had hem
zijn verzoek moeten weigeren."
Eilieve! spreek zoo niet. Ik zal het
wel niet prijzen, ik geloof zelfs, dat
het beter ware geweest indien zoo iets
ware gebeurd, maar toch den steen der
veroordeeling op u te werpen, dit kan
en mag nog niemand. Er is veel ter uwer
verschooning bij te brengen; door hem,
die weet, wat maaksel wij zijn, die de
zwakheid van het menschelijk hart kent,
vooral bij jeugdige menschendie ook
weet dat uw beider liefde rein en zuiver
was, en dat ge over niets, ook voor Zijn
heilig en alziend oog, te blozen hebt....
neen Marie! laat varen dien kleingees-
tigen waan, gij zoudt den Algoede door
zulk een bekrompen geloof beleedigen.
Laat het varen, ik bid het u, en de rust
Gewroken. Hij bevond zich ver van
hier, om in de Indische wateren met zijn
krijgsmakkers de eer van 't vaderland
op te houden, en zij bleef alleen achter
inde eenvoudige wonnig, in een der ach
terbuurten van het Nieuwediep. Een
vriend kwam haar bezoeken in hare
veilatenheid, en deed haar aldra in zoo
verre den echtgenoot vergeten, dat zij
op al te goeden voet kwam met den
trouwen bezoeker.
't YVa3 voor de oude makkers van den
man, die in verre streken toefde, niet
verborgen gebleven hoe zij zich gedroeg
jegens hem, wien zij eenmaal trouw
had gezworen.
Janmaat trok in 't holle van den nacht
naar de woning, waar men de trouwe-
looze met haren vei leider dacht te vinden.
Een paar foische stooten waren vol
doende om de deur in te trappen en
voort trokken de matroosjes de woning
in. Gelukkig was het paar afwezig. Nu
werd alle woede op de levenlooze voor
werpen gekoeld en begon men al spoedig
het eene meubelstuk na het andere te
vernielen. Toen er niets meer te beder
ven viel trok Janmaat af, in het bewust
zijn een goede daad te hebben verricht.
Aan de gerechtigheid was voldaan. Men
had den bedrogen makker gewroken.
De Neue Preuss. Zeit. verhaalt de
volgende aardige geschiedenis voor wel
ker juistheid het blad wel niet instaat,
maar die toch niet een bloot verzinsel
kan wezen.
Prins Bismarck kwam dezer dagen in
het Marmeren Paleis om met Keizer
YY'ilhelm de gewone staatsbezigheden te
behandelen. De kanselier werd in's Keizers
kamer gelaten, maar moest een poosje
wachten, daar de Keizer eldcis bezig
was. In een der naburige kamers hoorde
Bismarck de kinderen spelen. De. kanse
lier ging daarheen en zag, dat de zes
jarige Kroonprins een orgel draaide, terwijl
zijne beide jongere broertjes er bij dans
ten. De kanselier werd met gejuich ont
vangen.
»Och toe, Prins Bismarck, riep een
Prinsje, dans eens met ons mede."
«Neen jongens" luidde het antwoord,
«daarvoor ben ik te oud, maar ik wil
wel zoolang het orgel draaien. Dan kan
prins Wilhelm met jelui meedansen."
De knapen waren ook met deze schik
king zeer tevreden. Vroolijk draaiden zij
nu met hun drieën in het rond, terwijl
prins Bismack lustig stond te draaien.
Juist op dit oogenblik kwam de Keizer
binnen. Wilhelm noodigde den kanselier
uit hem naar zijn vertrek te volgen en
voegde zijn grijzen raadsman schertsend
toe: »Lieber Fürst, gij zijt er wel vroeg
bij. Moet gij den jongen Kroonprins nu
al naar uw pijpen leeren dansen Dit is
reeds hët vierde geslacht, waaraan gij
uwe diensten wijdt."
Y'an andere zijde wordt het blad ver
zekerd. dat deze geschiedenis reeds plaats
had een paar weken voor de troonsbe
stijging des tegenwoordigen Keizers. Dat
doet echter niets ter zake.
Prins Alexander van Battenberg is
te Jugenheim met zijne equipage op eenen
bergweg van eene steilte naar beneden
gevallen. Hij wist zich te redden door
een boomstruik te grijpen, terwijl paard
eri wagen in de diepte verpletterd werden.
Y'olgens latere berichten schijnt het
ongeluk ernstige gevolgen te hebben.
Naar men nl. meldt, heeft de Prins door
den val zich den ruggegraad ernstig
bezeerd.
De BURGEMEESTER en WETHOU
DERS van AMERSFOORT,
Gezien art. 5 der wet tot regeling
van den kleinhandel in sterken drank en
tot beteugeling van openbare dronken
schap
zal wederkeeren in uw hart."
«Zou dat mogelijk zijn?"
«Gij zult het zien, dat het moge
lijk is, maar gij moet het uwe doen. Gij
hebt mij gezegd, dat die geliefde zulk
een gezond en helder geloof had.
YY'elnu, herinner u dan slechts, wat hij
u zeker meermalen over de teleurstellin
gen en verliezen van dit leven en van
het alwijze Godsbestuur zal beschreven
hebben, en als gij dit op uwe eigene
omstandigheden toepast, en houd mij
verzekert, dat mijne woorden dan zullen
instemmen met de zijne, en het zal u
dan zijn alsof hij bij de liefde, waarmede
gij hem eens hebt lief gehad en hem nu
nog beweent, uit zijn graf u nog smeekt,
om toch niet te treuren als ware er geen
hope meer. Ik heb u thans genoeg ge
zegd maar vergun mij dat ik u nog
een paar vragen doe, de eerste is;
«Hebben nwe ouders uw geheim niet
ontdekt, toen gij zoo hevig waart geschokt
bij het vernemen van zijnen dood?""
«En de tweede, althans als dit niet
te onbescheiden is: Hoe was de
naam van uwen vriend?""
Wordt vervolgd