Gemengd Nieuws.
Plaatselijke berichten.
Provinciale berichten.
BUITENLAND.
Keizers-bijeenkomst niet van Petersburg
is uitgegaan.
«Onder beschaafde volkeren" zegt
dat blad «is het gewoonte, dat de
jongere Vorsten, bij het aanvaarden der
Regeering, bezoeken brengen aan de
oudere Vorsten van bevriende naburige
Staten. Het beweren der Novoje Vremja,
dat Duitschland ineer behoefte heeft aan
toenadering dan Rusland, is een bewijs
van hoogmoed en onwetendheid."
Tevens spreekt dit blad de geruchten
tegen, dat de Keizerir.-weduwe Victoria
politieke stukken naar Engeland heeft
laten brengen. Het blad noemt dergelijke
geruchten laster en zegt, dat de ver
spreiding daarvan door de Fransche
bladen het politiek doorzicht der Fran-
schen weinig eer aandoet.
Dr. Mackenzie heeft zaterdag op het
kasteel van Windsor eene audiëntie ge
had bij de Koningin van Engeland welke
hem heeft uitgenoodigd de ziektegeschie
denis van wijlen keizer Frederik op te
stellen, ten einde de onjuistheden in
het geschrift der Duitsche doctoren aan
te toonen, Het is intusschen nog twijfel
achtig, of de Keizerin-weduwe daartoe
hare toestemmig zal geven.
Te Petersburg worden toebereidselen
gemaakt om den Duitschen Keizer schit
terend te ontvangen.. Er zal een vloot-
en leger-wapenschouwing plaats hebben.
Men berekent de kosten van ontvangst
np ongeveer één millioen roebels
Naar men uit Konstantinopel verneemt,
veroorzaken aldaar de van de Turksche
agenten in het buitenland ontvangen be
richten over den uitslag van het plaats
te hebben onderhoud van den Czaar met
den Keizer van Duitschland, een gevoel
van ongerustheid, De reserve-soldaten
hebben bevel gekregen, niet meer met
verlof te gaan.
Niettegenstaande de stortregens namen
ongeveer 10.000 personen Zondagmiddag
deel aan de meeting in Hyde-paik te
Londen, om te protesteeren tegen de
Iersche regeeringspolitiek. Men veroordeel
de Dillon's gevangeneming en weet der
Regeering den dood van Mandeville.
Wanordelijkheden kwamen niet voor.
In de kerken in Ierland is een pause
lijke encvkliek voorgelezen, gericht tot
de Iersche bisschoppen. Daarin betreurt
de Heilige Vader het ten zeerste dat er
laatst zulk een storm losbarstte tegen
zijn encykliek, waarin het plan de cam
pagne en het boycotten werden veroor
deeld. Hij zegt dat hij eerst na nauwge
zet onderzoek tot afkeuring dezer zaken
was gekomen.
Een Weener blad beschouwt den toe
stand van Prins Ferdinand Vorst van
Bulgarije als ernstig bedreigd. De zaak
Popoff heeft den vorm van een crisis
aangenomen. Men staat voor het dilemna;
Coburg of Stamboulofl'.
Na eene beraadslaging, welke verschei-
denen dagen geduurd heeft, verwierp het
Huis van Vertegenwoordigers te Washing
ton, met 120 tegen 102 stemmen, het
voorstel om het artikel wol te schrappen
van de lijst der goederen die in Amerika
vrij mogen ingevoerd worden. Als datum
voor het in kracht treden der bepaling
betreffende den vrijdom van rechten voor
wol is vastgesteld 1 October a. s. Het tarit f
voor wollen goederen zal 1 Februari 1889
in werking treden.
A
Onze stadgenooten de heeren J. J.
Knoppers en H. R. Struve hebben met
goed gevolg het derde gedeelte van het
Notarieel examen afgelegd en daardoor
het radicaal van candidaat-Notaris ver
worven.
Zondag, 22 Juli, zal de Godsdienst
oefening in de Remonstrantsche kerk
alhier geleid worden door J. J. van Hille,
predikant te Zaandam.
Maandag werd door B. en W. ten
raadhuize alhier aanbesteed, het maken
van eenige bestratingen in waalklinkers,
als:
1. voetpaden van de Varkensmarkt tot
de Lieve Vrouwestraat, van de Varkens-
markt tot de Scherbierstraat, van de
Langegracht lot de Krominestraat, van
de Stovestraat tot de Nieuwstraat, van
de Zevenhuizen tot de Groenmarkt, van
de Groenmarkt tot de Muurhuizen, van
de St. Jansstraat tot de Groote St. Jans
straat, en van de Weverssingel tot de
Koningstraat. Minste inschrijver T. van
Daal, voor f1390.
2. een nieuwe bestrating op de Beesten
markt en plaatsing van nieuwe eiken
houten palen; minste inschrijver T. van
Daal voornoemd, voor f920;
3. een nieuwe bestrating op den Appel
weg, minste inschrijver P. Boks, voor f525.
De werken zijn den minsten inschrij
vers, die allen alhier wonen, gegund.
Aan J. G. A. Meeuwsen is vergun
ning verleend, om op den 6. en 7. Augu-
tus a.s., tijdens den van wege den Ne-
derlandschen schulterijkader-Bond te hou
den schietwedstrijd, sterken drank in het
klein te verkoopen in een houten tent
op het terrein »de Vlasakkers."
Jan. Amersfoort gaat maar flink vooruit.
Dat kan je wel zien aan het bouwen van
nieuwe, en het verbouwen van oude wo
ningen, zeggen ze.
Piet. Ja, maar ze zeggen ook, dat
Amersfoort achteruit gaat, omdat de
koopprijs der huizen zoo laag is.
J. Dat zal wel beter worden, als de
nieuwe kazernes maar klaar zijn, zeggen
ze.
P. Ze zeggen ook, dat de stad daar
niet beter van zal worden.
J. Ze is toch zoo gunstig gelegen aan
spoorwegen en een waterweg, die, zeggen
ze, de helft goedkooper te bevaren is
dan vroeger.
P. Daar staat tegenover, zeggen ze,
dat de stad sedert de vermindering van
het vuur-, haven- en tongeld niet meer
scheepvaart, maar wel minder inkomen
heeft.
J. Hoor eens, je kunt tegen alles wel
wat inbrengen.
P. Ik denk, dat het met het oordeelen
van sommige menschen net gelegen is
als met Crispijn «Nu zal er eens een
kunststukje komen," zei hij, «en hij
maakte een paar schoenen zonder zolen.
Nijkerk. Bij het bestuur dezer ge
meente is een schrijven ontvangen van
den heer AJ. Krieger, Civiel-Ingenieur
te Medemblik, daarbij mededeelende, dat
hij van zijn voorgenomen plan moestaf-
zien om den tramweg van het station
Nijkerk naar de haven aldaar door de
straten te leggen waartoe de Raad ver
gunning had verleend, daar die straten
voor normale spoorwegwijdte ongeschikt
zijn, zoodat de tramweg nu om de stad
zal gelegd worden.
Deze zal uitsluitend gebezigd worden
voor goederenvervoer, zoodat van rijden
op Zondag geen sprake kan zijn, onwaar
is het dan ook, dat de Raad aan de ver
gunning de voorwaarde zouden hebben ver
bonden, dat de tram op Zondag niet mag
rijden, wijl dit al dadelijk voor bovenbe
doeld gedeelte in het plan van den heer
Krieger heeft gelegen.
Vrijdag middag j.l. is op last der
rechtbank te Zwolle derwaarts gevanke
lijk overgebracht, YV. B. landbouwer,
wonende te Nijkerk, die op Vrijdag 6 dezer
in de buurtschap Holk onder deze ge-
voor een op te richten speelbank, bleek
het een publiek geheim, dat er te Sche-
veningen toch gespeeld wordt en grof
gespeeld ook. De Haagsche briefschrij
ver van het U. D. schrijft daarover
thans:
«Als men zegt, dat geheel Schevenin-
gen thans op de muziek der Philharmo-
nische kapel drijft, dan rnoet er één uit
zondering worden gemaakt: er is nog
eene instelling, waarop storm en regen
en kou in het geheel geen invloed uit
oefenen, nl. de speelbank, welke onder
den naam van «Club de Scheveningue"
in een zijvleugel van het Kurhaus wordt
gehouden, en waar dagelijks tot diep in
den nacht de kaai ten worden gekeerd
en het balletje in de roulette draait en
het goud over de groene tafels stroomt.
Ik heb de f20,000 niet disponibel, die
men beschikbaar moet stellen om in dat
heiligdom te worden geïntroduceerd, en
de demon der speelzucht heeft mij ge
lukkig nooit aangegrepen, zoodat ik niet
uit aanschouwing spreken kan maar de
verhalen, die rondgaan over de fortuinen,
welke des nachts in die club worden
verspeeld, zijn van dien aard, dat men
het bijna zou gaan betreuren, dat de
wet het oprichten van een openbare
speelbank verbiedt, waar dan tenminste
de controle der publieke opinie op de
spelers zou worden uitgeoefend. Hoe het
mogelijk is, dat zulk een clandestien speel
huis onder de oogen der politie wordt
geduld, verklaar ik echter niet te begrij
pener wordt een zondeilinge lankmoe
digheid mede betracht, of de heeren spe
lers zijn buitengewoon goed bekend met
de mazen der wet."
Men schrijft uit Gorinchem aan de
llaarl. Ct.
«De werken aan de Keulsche Vaart
alhier vorderen goed. Bijna al de wegen
buiten de poorten zijn gedeeltelijk ver
legd of verdwenen. De Kanselpoort is af
gesloten en vervangen dooreen hulpweg,
aanvangende aan de Warmoesstraat en
uitloopende op eene hulpbrug over het
Kanaal van Steenenhoek tegenover het
stationsgebouw ook de Arkelpoort is
afgesloten en vervangen door een om-
gelegden weg langs den molen. De
Noorder Steenenhoeksche Kanaaldijk en
de stationsweg worden afgegraven en de
oude kom van den Schelluinschen Vliet
met hare wegen is vervangen door een
nieuwen dijk langs het nieuwe gedeelte
Steenhoeksche Kanaal en door eene
nieuwe kom met andere wegen aan
sluitende aan de bestaande van den
Schelluinschen Vliet. In het Oude Kanaal
is men druk aan het baggeren van den
fundeeringput voor den grondduiker die
uitgebaggerde grond wordt weder door
twee elevators in depot gebracht. In den
Zwaanpolder wordt de grond per spoor
vervoerd en gestort in de Stadsgracht
voor de nieuwe wallen en in de wiel
voor den binnenberm tegen den Mer-
wededijk.
De werken aan de binnensluizen vorde
ren mede goed, de stortebedden en talud-
bekleedingen worden gelegd, de sluishoof-
den zijn al zoover gevorderd dat men
spoedig zal kunnen overgaan tot het in-
hangen der deuren, die reeds eenigen tijd
liggen te wachten op de overbrenging
naar de plaats barer bestemming. Voor
iemand die sinds een paar jaar Gorinchem
niet heeft bezocht, zal het moeielijk val
len zich den ouden toestand in het ge
heugen te roepen.
Verscheidene Fransche bladen mel
den, dat graaf Herbert Bismark eenige
dagen te Parijs zal komen en belast zal
wezen met een belangrijke politieke
zending, die het gevolg zal zijn van
Keizer Wilhelm's bezoek aan den Czaar.
De Nordd. Allg. Zeit. bevat omtrent
ditzelfde bezoek een scherp artikel tegen
de Petersburgsche Novoje Vremjawelke
deed uitkomen, dat het voorstel tot de
gaan liever naar de kranke. Zij had
weder geijld en namen genoemd, en onder
deze bij herhaling: Gustaaf en Mastboom.
Toen Ewoud, nadat het onderhoud
met zijn vriend geëndigd was, zich naar
de kranke informeerde, vernam hij van
Anne, welke namen Marie hooren liet,
en vroeg of hij die kende. Hij antwoordde,
dat zijn vriend, dien zij dezen middag
had gezien, Karei Mastboom heette, maar
dat hij geen Gustaaf of Gustaaf Mastboom
kende. «Morgen," zoo eindigde hij,
«komt Karei mij een bezoek geven,
ik zal dan een nader onderzoek bij hem
doen, want er schuilt iets achter, en
het kan misschien voor Marie nuttig en
voor ons geruststellend zijn, als wij den
geheimziunigen sluijer, die over dit treu
rige voorval schijnt gespreid te zijn, kun
nen wegnemen."
Het rijtuig dat de heer Kolfman en
zijn zoon zou afhalen en tevens de ge
neesmiddelen medebrengen, was aange
komen. Van de laatsten werd haar ter
stond iets toegediend. Weldra waren
mevrouw Kolkman en hare dochter alleen
bij de kranke en in eene vreemde woning
achtergebleven. Nu had alles een nog
veel treuriger aanzien. Beiden waren dan
ook somber gestemd en stelden zich het
ergste voor.
»Als Marie hier eens moest sterven,"
fluisterde Anne. «Dit verhoede God
En die arme ouders, zij weten nu niets
van den treurigen toestand hunner doch
ter
»Ja, dit denkbeeld is akelig, maar
laat ons liever gelooven en hopen zei
mama, «zij beweegt zich en ontsluit
hare oogen; stil, zij sluit ze wederzij
zal gaan slapen...."
En Marie lag weldra te sluimeren. Die
sluimering ging in een diepen slaap over,
en zij, die bij hare rustbank zaten, baden
dat die slaap gezegend zou zijn.
IV.
DE KRANKE.
Toen den volgenden morgen de heer
Kolfman van den doctor vergezeld de
ziekekamer binnentrad, mocht hij op zyne
vraag: «Hoe gaat het Marie?" ten
antwoord ontvangen: «zij heeft een
rustigen nacht gehad, en wy gelooven,
dat zij zich iets beter bevindt." De
doctor, nadat hij haren toestand had on
derzocht, bevestigde dit vermoeden.
„Zou zij vervoerbaar zijn. doctor?"
vroeg mevrouw Kolfman.
«Daar durf ik niet bepaald toe
stemmend op te antwoorden."
«Dan zijn wij zeer teleurgesteld
wij hadden zoo gehoopt dat dit zonder
gevaar zou kunnen geschieden. Het is
toch zoo droevig, hier in eene vreemde
woning om zulke treurige redenen te
moeten vertoeven.
«Ik heb ook niet bepaald neen ge
zegd, mevrouw; ofschoon ik toch liever
zag, dat zij hier bleef."
Maar de afstand is toch zoo groot
niet; daarbij is het een heerlijk schoone
dag. wij zullen alle mogelijke voorzorgen
nemen, dat zij voor tocht en vermoeienis
blijft gevrijwaard."
«Dit is alles waar en ik vertrouw
dit ten volle. Ook besef ik, dat het u
veel waard zou wezen, met haar te huis
te zijn, en ge u als het ware genoodzaakt
ziet, iets te wagen, kom, laat het dan
zoo zijn. De koets, waarmede wij zijn
gekomen, is uitermate tot ons doel ge
schikt. Gij, mevrouw! en ik, wij zullen
bij de kranke in het rijtuig plaats nemen.
Ewoud komt straks ook per as. Met hern
kan mijnheer en uwe dochter dan voor
uit rijden.
Dit was overeenkomstig den wensch
der geheele familie, en binnen een paar
uren zien wij Marie op hare logeerkamer
op haar rustbed nederliggen, dat zij den
vorigen dag nog zoo gezond en blijde
had verlaten. Alles is daar comfortable
meente een geladen geweer heeft aan
gelegd op den rijksveldwachter, opzichter
der jacht cn visscherij H. Nijeboer.
Nadat gemeld geweer tweemaal had
gekitst, en W. B. ten derde male aan
legde op Nijeboer, met de bedreiging
«nu moet je er aan!" greep de jachtop
ziener het geweer, hetwelk afging, zonder
iemand te treffen.
Genoemde W, B. is onderscheidene
malen door Nijeboer bekeurd wegens
jachtovertreding.
Men schrijft uit Londen
«Ik geloof niet dat het Heilsleger het
ten uwent reeds zoover gebracht heeft,
dat het zelf «Picnics" geeft. Nu, wat
niet is, kan komen, wij leven snel tegen
woordig. Om u evenwel eenigszins van
een dergelijk feest iets te kunnen mede-
deelen, ging ik er deze week een bij
wonen in het Alexandra Palace. Een
ontzaggelijke menigte was er op de been,
men schat het aantal der bezoekers op
meer dan 25,000 Men zag er mannen
en vrouwen van allerlei leeftijd, bijna
allen in opzichtige kleeren gekleed en
dan, wat al verschillende volken.
Hier den gestaarten zoon van het Hemel-
sche Rijk, daar den neger in Europeesche
kleederdracht; in mijne onmiddellijke
nabijheid den getulbanden Arabier
neen 't bleek mij bij nauwkeuriger op
name een Indiaan te zijn, zijn landgenoot
zag ik later barrevoets en zijn olijfkleu
rige huid stak zeer af bij het lieve kopje
der winkeljuflrouw uit Regent-Street, die
naast hern stond. De familie Booth Zij
mocht natuurlijk bij dit feest niet ont
breken.
Daar zag ik den generaal, den stichter
van het Heilsleger. Ik hoorde hem spreken
en bidden en ik moest, eerbied gevoelen
voor dien grijsaard, die een partij vormde,
wier invloed in de wereld niet te ont
kennen valt. De generaal ziet er nog
even krachtig uit als toen hij te Amster
dam in de zaal op het Rapenburg optrad.
Daar waren zijn kinderen Eva en Herbert
Booth, die met evenveel gejuich overal
werden ontvangen als hun vader I
In het schip van het gebouw werd
's morgens een groot muziekfeest gege
ven, waaraan muziekkorpsen uit alle
deelen van het land hun medewerking
verleenden.
Ook commissionair Railton, die op zijn
reis door Europa ook Nederland bezocht,
werd herhaaldelijk toegejuicht, als hij
vertelde van zijn reizen over het vaste
land. >Wij zijn in Duitschland niet ge
slagen," zeide hij, over dat land spre
kende, «wel joeg men ons uit Berlijn,
maar daarom hebben wij den strijd niet
opgegeven, al is de strijd ook in Duitsch
land het zwaarst." Noorwegen en Neder
land noemde hij de landen, waarin het
Leger de meeste gastvrijheid ondervond.
Maar het meest indrukwekkende van
de plechtigheid was voor mij, toen de
troepen met hun banieren en muziek
defileerden voorbij het rijtuig, waarin de
generaal gezeten was vol eerbied gingen
allen hem voorbij, en ik dacht weder,
welke gedachten wel zouden omgaan
in dien man, toen die menigte hem, den
eenvoudigen prediker, zooveel eerbied,
zooveel hulde betoonde. Zeker zal hij de
voldoening gesmaakt hebben, dat hij niet
voor niets zooveel jaren gewerkt had.
Geen oogenblik heb ik mij dien dag
verveeld en nooit heb ik een feest bijge
woond, dat, trots de enorme opeenhoo-
ping van menschen van allerlei rang en
stand, zoo ordelijk van stapel liep als
dit zomerfeest, deze pic nic van William
Booth's trouwe onderdanen."
Bij Jan van Liempt te Reuzel (N.-Bra-
bant) is een zoo merkwaardige bloem te
zien, dat het wel de moeite waard kan
geacht worden daarvan met een enkel
woord melding te maken.
In 't begin van Mei schoten 15 takken
ingericht. Er zal niets gespaard worden,
om het treurige harer ziekte te verzachten.
Zij behoeft slechts een' wensch te uiten,
om hem vervuld te zien.
«Hoe hebt gij het nu,Marie?,' vroeg
Anne die alleen bij haar was gebleven,
toen zij zag dat Marie moeite deed, om
haar vriendelijk toe te lachen.
«Ach!"zuchte zij, «ik ben zoo
zwak! Maar iets beurt mij toch op, dat
gij bij mij zijt. Ik zou door iemand liever,
dan door u willen verpleegd worden I"
«Wees gerust, ik zal niet van u weg
gaan. Neem u maar zeer in acht en gij
zult spoedig mijn bloeiende Marie weèr
zijn."
«Ach, Anne! mijn hoofd en mijn
hart zijn zoo vol, ik ben zoo wonderlijk
te moede. Het is, als of ik weder koorts
gevoel. Ach, Anne I mijne ouders."
«Ik bid u, Marie! houd u toch be
daard, gij zult hen spoedig zien."
Anne schelde nauwelijks of hare moeder
was terstond bij haar. Zij fluisterde deze
in het oor«Marie heeft om hare ouders
gevraagdde koorts verheft zich weder.
Laat papa nu terstond schrijven en laat nu
ook dadelijk den doctor halen."
Mevrouw Kolfman schudde treurig het
hoofd en sloeg een meèwarigen blik op
de kranke. Zij verliet terstond het ver
trek, om aan het verzoek harer dochter
uit den grond, die kringsgewijze zich in
den vorm eener mand ontwikkelden en
thans de hoogte van een meter bereikt
hebben. Iu het midden is een stengel
opgeschoten, iets mindep in omvang, en
aan de zijden daarvan zoowel als op de
buitenstengels zijn meer dan 150 andere
loten gegroeid. Een tallooze menigte
roode knopjes, die zich tot een blauw
bloempje ontwikkelenveitoonen zich
aan alle zijden. De plant heeft een
middellijn van ruim een meter.
En hoe die daar gekomen is? Men
kan 't niet vermoeden.
En hoe die plant heet?
Niemand weet het te zeggen, niet
tegenstaande reeds personen van heinde
en ver zijn toegeloopen om ze te bezich
tigen. Men noemt ze in het dorp de
Wonderbloem. De eigenaar van den tuin
heeft een planken schot om de plant
gemankt en laat haar thans tegen beta
ling van een dubbeltje zien.
Uit Kaapstad wordt gemeld, dat de
President Sir J. H. Brand Zaterdagavond
is overleden.
Door de politie te Maastricht zijn bij
den bakker W. aldaar in beslag geno
men 153 brooden, die van 1 tot 1.5
hectogram minder wogen dan het vast
gestelde gewicht. Tegen dienzelfden
bakker werd bij die gelegenheid proces
verbaal opgemaakt wegens berooving van
vrijheid. Hij had nl. de agenten van
politie, die met de inbeslagneming der
brooden waren belast, ingesloten.
Uit Haarlem schrijft men
«Zaterdagavond, omstreeks half tien,
werd door de bewoners van de Boogaard
straat en de Voldersgracht een formeele
klopjacht gehouden op een mijnheer
die in de eerstgenoemde straat een lade
had gelicht. Aan de Zijlgracht kreeg
men de delinquent te pakken. Na hem
zoowat bont en blauw te hebben gesla
gen, werd hij overgegeven aan twee agen
ten van politie, die hem aan het bureau
in de Zijlstraat deponeerden."
In de koninklijke buskruid-fabriek te
Wetleren (Oost-Vlaanderen) is men tegen
woordig bezig eene nieuwe ontplofbare
stof te vervaardigen, die «papier kruit"
wordt genoemd en waarvan de uitvinding
van groot belang moet wezen. Het nieuwe
kruit moet dezelfde uitkomsten geven
als het bekende Lebel-kruit. Zijne ballis-
tieke waarde is veel grooter dan het
tegenwoordig meest gebruikelijke buskruit;
eene lading van 2'/2 gram geeft den ko
gel van een geweer klein kaliber eene
aanvankelijke snelheid van 600 meter.
De terugstoot van het wapen is onbe
duidend ook de rookontwikkeling is ge
ring. Alleen met betrekking tot de ge
wichtige vraag van de wijze waarop het
bewaard moet worden, moet men nog
meer ondervinding opdoen.
Voor de rechtbank te Londen kwam
onlangs de volgende zaak voor. Een dief
had eene banknoot van 5 p. st. gestolen,
en daarmede zijn slager betaald. Nu be
hoorde stellig die banknoot, volgens de
wet, aan den slager. Maar de dief krijgt
berouw en steelt de banknoot nu weder
van den slager, en geeft haar weer aan
den eersten eigenaar terug. Aan wien
behoort de banknoot nu? Na eene vrij
lange beraadslaging is de uitspraak uit
gesteld.
Dat de koekkoek niet altijd hare eieren
door andere vogels laat uitbroeden, wordt
door Adolf Muller (een der schrijvers der
Die Thiere der Heimath) inde Gartenlaube
verzekerd. Hij heeft onlangste Hohenscheid
gezien, dat een wijfjeskoekkoek van drie
in haar nest aanwezige eieren één zelve
uitbroedde en als eene zorgzame moeder
het kleine vogeltje met groene rupsjes
voerde.
Tot dusverre werd algemeen ontkend,
dat de koekkoek ooit zelf de ouderplichten
vervulde.
te voldoen.
De twee vriendinnen waren weder al
leen, maar nu niet, gelijk acht dagen te
voren, 'oeiden gezond en in een vertrou
welijk gesprek. Marie zou nu weder haar
geheim openbaren, maar nu, zonder dat
zij het wist, in afgebroken volzinnen.
«Anne!" -- roept zij, nadat zij een
kwartier langrustig wasgeweest, «Anne!
zijt gij daar? Gij hebt hem gezien, niet
waar? Een edel jongeling! Ik mag wel
trotsch op hem zijn, vindt gij niet? Hij
is niet meer dood de dooden staan weder
op. O, hoe gelukkig ben ik nu! Hij zal
nu wel spoedig hier zijn, maar zijne
tante mag het niet weten, verstaat gij
mij wel, Anne! Zijne tante mag het niet
weten."
«Houd u stil, Marie! ik bid het u;
alles zal ten goede komen."
Na eene poos zwijgens, roept zij, zich
in haar bed oprichtende uit: «Ha! daar
komt hij. Ik zie hein Gustaaf! Gustaaf I
komt gij weder tot mij. Maar mijn God!
Gustaaf wat zijt gij koud en bleek gij
zijt dood." En zij'viel met een ziel-
doorborenden kreet neder.
Wordt Vervolgd
t