Gemengd Nieuws. Plaatselijke berichten. Provinciale berichten. BUITENLAND. Keizers-bijeenkomst niet van Petersburg is uitgegaan. «Onder beschaafde volkeren" zegt dat blad «is het gewoonte, dat de jongere Vorsten, bij het aanvaarden der Regeering, bezoeken brengen aan de oudere Vorsten van bevriende naburige Staten. Het beweren der Novoje Vremja, dat Duitschland ineer behoefte heeft aan toenadering dan Rusland, is een bewijs van hoogmoed en onwetendheid." Tevens spreekt dit blad de geruchten tegen, dat de Keizerir.-weduwe Victoria politieke stukken naar Engeland heeft laten brengen. Het blad noemt dergelijke geruchten laster en zegt, dat de ver spreiding daarvan door de Fransche bladen het politiek doorzicht der Fran- schen weinig eer aandoet. Dr. Mackenzie heeft zaterdag op het kasteel van Windsor eene audiëntie ge had bij de Koningin van Engeland welke hem heeft uitgenoodigd de ziektegeschie denis van wijlen keizer Frederik op te stellen, ten einde de onjuistheden in het geschrift der Duitsche doctoren aan te toonen, Het is intusschen nog twijfel achtig, of de Keizerin-weduwe daartoe hare toestemmig zal geven. Te Petersburg worden toebereidselen gemaakt om den Duitschen Keizer schit terend te ontvangen.. Er zal een vloot- en leger-wapenschouwing plaats hebben. Men berekent de kosten van ontvangst np ongeveer één millioen roebels Naar men uit Konstantinopel verneemt, veroorzaken aldaar de van de Turksche agenten in het buitenland ontvangen be richten over den uitslag van het plaats te hebben onderhoud van den Czaar met den Keizer van Duitschland, een gevoel van ongerustheid, De reserve-soldaten hebben bevel gekregen, niet meer met verlof te gaan. Niettegenstaande de stortregens namen ongeveer 10.000 personen Zondagmiddag deel aan de meeting in Hyde-paik te Londen, om te protesteeren tegen de Iersche regeeringspolitiek. Men veroordeel de Dillon's gevangeneming en weet der Regeering den dood van Mandeville. Wanordelijkheden kwamen niet voor. In de kerken in Ierland is een pause lijke encvkliek voorgelezen, gericht tot de Iersche bisschoppen. Daarin betreurt de Heilige Vader het ten zeerste dat er laatst zulk een storm losbarstte tegen zijn encykliek, waarin het plan de cam pagne en het boycotten werden veroor deeld. Hij zegt dat hij eerst na nauwge zet onderzoek tot afkeuring dezer zaken was gekomen. Een Weener blad beschouwt den toe stand van Prins Ferdinand Vorst van Bulgarije als ernstig bedreigd. De zaak Popoff heeft den vorm van een crisis aangenomen. Men staat voor het dilemna; Coburg of Stamboulofl'. Na eene beraadslaging, welke verschei- denen dagen geduurd heeft, verwierp het Huis van Vertegenwoordigers te Washing ton, met 120 tegen 102 stemmen, het voorstel om het artikel wol te schrappen van de lijst der goederen die in Amerika vrij mogen ingevoerd worden. Als datum voor het in kracht treden der bepaling betreffende den vrijdom van rechten voor wol is vastgesteld 1 October a. s. Het tarit f voor wollen goederen zal 1 Februari 1889 in werking treden. A Onze stadgenooten de heeren J. J. Knoppers en H. R. Struve hebben met goed gevolg het derde gedeelte van het Notarieel examen afgelegd en daardoor het radicaal van candidaat-Notaris ver worven. Zondag, 22 Juli, zal de Godsdienst oefening in de Remonstrantsche kerk alhier geleid worden door J. J. van Hille, predikant te Zaandam. Maandag werd door B. en W. ten raadhuize alhier aanbesteed, het maken van eenige bestratingen in waalklinkers, als: 1. voetpaden van de Varkensmarkt tot de Lieve Vrouwestraat, van de Varkens- markt tot de Scherbierstraat, van de Langegracht lot de Krominestraat, van de Stovestraat tot de Nieuwstraat, van de Zevenhuizen tot de Groenmarkt, van de Groenmarkt tot de Muurhuizen, van de St. Jansstraat tot de Groote St. Jans straat, en van de Weverssingel tot de Koningstraat. Minste inschrijver T. van Daal, voor f1390. 2. een nieuwe bestrating op de Beesten markt en plaatsing van nieuwe eiken houten palen; minste inschrijver T. van Daal voornoemd, voor f920; 3. een nieuwe bestrating op den Appel weg, minste inschrijver P. Boks, voor f525. De werken zijn den minsten inschrij vers, die allen alhier wonen, gegund. Aan J. G. A. Meeuwsen is vergun ning verleend, om op den 6. en 7. Augu- tus a.s., tijdens den van wege den Ne- derlandschen schulterijkader-Bond te hou den schietwedstrijd, sterken drank in het klein te verkoopen in een houten tent op het terrein »de Vlasakkers." Jan. Amersfoort gaat maar flink vooruit. Dat kan je wel zien aan het bouwen van nieuwe, en het verbouwen van oude wo ningen, zeggen ze. Piet. Ja, maar ze zeggen ook, dat Amersfoort achteruit gaat, omdat de koopprijs der huizen zoo laag is. J. Dat zal wel beter worden, als de nieuwe kazernes maar klaar zijn, zeggen ze. P. Ze zeggen ook, dat de stad daar niet beter van zal worden. J. Ze is toch zoo gunstig gelegen aan spoorwegen en een waterweg, die, zeggen ze, de helft goedkooper te bevaren is dan vroeger. P. Daar staat tegenover, zeggen ze, dat de stad sedert de vermindering van het vuur-, haven- en tongeld niet meer scheepvaart, maar wel minder inkomen heeft. J. Hoor eens, je kunt tegen alles wel wat inbrengen. P. Ik denk, dat het met het oordeelen van sommige menschen net gelegen is als met Crispijn «Nu zal er eens een kunststukje komen," zei hij, «en hij maakte een paar schoenen zonder zolen. Nijkerk. Bij het bestuur dezer ge meente is een schrijven ontvangen van den heer AJ. Krieger, Civiel-Ingenieur te Medemblik, daarbij mededeelende, dat hij van zijn voorgenomen plan moestaf- zien om den tramweg van het station Nijkerk naar de haven aldaar door de straten te leggen waartoe de Raad ver gunning had verleend, daar die straten voor normale spoorwegwijdte ongeschikt zijn, zoodat de tramweg nu om de stad zal gelegd worden. Deze zal uitsluitend gebezigd worden voor goederenvervoer, zoodat van rijden op Zondag geen sprake kan zijn, onwaar is het dan ook, dat de Raad aan de ver gunning de voorwaarde zouden hebben ver bonden, dat de tram op Zondag niet mag rijden, wijl dit al dadelijk voor bovenbe doeld gedeelte in het plan van den heer Krieger heeft gelegen. Vrijdag middag j.l. is op last der rechtbank te Zwolle derwaarts gevanke lijk overgebracht, YV. B. landbouwer, wonende te Nijkerk, die op Vrijdag 6 dezer in de buurtschap Holk onder deze ge- voor een op te richten speelbank, bleek het een publiek geheim, dat er te Sche- veningen toch gespeeld wordt en grof gespeeld ook. De Haagsche briefschrij ver van het U. D. schrijft daarover thans: «Als men zegt, dat geheel Schevenin- gen thans op de muziek der Philharmo- nische kapel drijft, dan rnoet er één uit zondering worden gemaakt: er is nog eene instelling, waarop storm en regen en kou in het geheel geen invloed uit oefenen, nl. de speelbank, welke onder den naam van «Club de Scheveningue" in een zijvleugel van het Kurhaus wordt gehouden, en waar dagelijks tot diep in den nacht de kaai ten worden gekeerd en het balletje in de roulette draait en het goud over de groene tafels stroomt. Ik heb de f20,000 niet disponibel, die men beschikbaar moet stellen om in dat heiligdom te worden geïntroduceerd, en de demon der speelzucht heeft mij ge lukkig nooit aangegrepen, zoodat ik niet uit aanschouwing spreken kan maar de verhalen, die rondgaan over de fortuinen, welke des nachts in die club worden verspeeld, zijn van dien aard, dat men het bijna zou gaan betreuren, dat de wet het oprichten van een openbare speelbank verbiedt, waar dan tenminste de controle der publieke opinie op de spelers zou worden uitgeoefend. Hoe het mogelijk is, dat zulk een clandestien speel huis onder de oogen der politie wordt geduld, verklaar ik echter niet te begrij pener wordt een zondeilinge lankmoe digheid mede betracht, of de heeren spe lers zijn buitengewoon goed bekend met de mazen der wet." Men schrijft uit Gorinchem aan de llaarl. Ct. «De werken aan de Keulsche Vaart alhier vorderen goed. Bijna al de wegen buiten de poorten zijn gedeeltelijk ver legd of verdwenen. De Kanselpoort is af gesloten en vervangen dooreen hulpweg, aanvangende aan de Warmoesstraat en uitloopende op eene hulpbrug over het Kanaal van Steenenhoek tegenover het stationsgebouw ook de Arkelpoort is afgesloten en vervangen door een om- gelegden weg langs den molen. De Noorder Steenenhoeksche Kanaaldijk en de stationsweg worden afgegraven en de oude kom van den Schelluinschen Vliet met hare wegen is vervangen door een nieuwen dijk langs het nieuwe gedeelte Steenhoeksche Kanaal en door eene nieuwe kom met andere wegen aan sluitende aan de bestaande van den Schelluinschen Vliet. In het Oude Kanaal is men druk aan het baggeren van den fundeeringput voor den grondduiker die uitgebaggerde grond wordt weder door twee elevators in depot gebracht. In den Zwaanpolder wordt de grond per spoor vervoerd en gestort in de Stadsgracht voor de nieuwe wallen en in de wiel voor den binnenberm tegen den Mer- wededijk. De werken aan de binnensluizen vorde ren mede goed, de stortebedden en talud- bekleedingen worden gelegd, de sluishoof- den zijn al zoover gevorderd dat men spoedig zal kunnen overgaan tot het in- hangen der deuren, die reeds eenigen tijd liggen te wachten op de overbrenging naar de plaats barer bestemming. Voor iemand die sinds een paar jaar Gorinchem niet heeft bezocht, zal het moeielijk val len zich den ouden toestand in het ge heugen te roepen. Verscheidene Fransche bladen mel den, dat graaf Herbert Bismark eenige dagen te Parijs zal komen en belast zal wezen met een belangrijke politieke zending, die het gevolg zal zijn van Keizer Wilhelm's bezoek aan den Czaar. De Nordd. Allg. Zeit. bevat omtrent ditzelfde bezoek een scherp artikel tegen de Petersburgsche Novoje Vremjawelke deed uitkomen, dat het voorstel tot de gaan liever naar de kranke. Zij had weder geijld en namen genoemd, en onder deze bij herhaling: Gustaaf en Mastboom. Toen Ewoud, nadat het onderhoud met zijn vriend geëndigd was, zich naar de kranke informeerde, vernam hij van Anne, welke namen Marie hooren liet, en vroeg of hij die kende. Hij antwoordde, dat zijn vriend, dien zij dezen middag had gezien, Karei Mastboom heette, maar dat hij geen Gustaaf of Gustaaf Mastboom kende. «Morgen," zoo eindigde hij, «komt Karei mij een bezoek geven, ik zal dan een nader onderzoek bij hem doen, want er schuilt iets achter, en het kan misschien voor Marie nuttig en voor ons geruststellend zijn, als wij den geheimziunigen sluijer, die over dit treu rige voorval schijnt gespreid te zijn, kun nen wegnemen." Het rijtuig dat de heer Kolfman en zijn zoon zou afhalen en tevens de ge neesmiddelen medebrengen, was aange komen. Van de laatsten werd haar ter stond iets toegediend. Weldra waren mevrouw Kolkman en hare dochter alleen bij de kranke en in eene vreemde woning achtergebleven. Nu had alles een nog veel treuriger aanzien. Beiden waren dan ook somber gestemd en stelden zich het ergste voor. »Als Marie hier eens moest sterven," fluisterde Anne. «Dit verhoede God En die arme ouders, zij weten nu niets van den treurigen toestand hunner doch ter »Ja, dit denkbeeld is akelig, maar laat ons liever gelooven en hopen zei mama, «zij beweegt zich en ontsluit hare oogen; stil, zij sluit ze wederzij zal gaan slapen...." En Marie lag weldra te sluimeren. Die sluimering ging in een diepen slaap over, en zij, die bij hare rustbank zaten, baden dat die slaap gezegend zou zijn. IV. DE KRANKE. Toen den volgenden morgen de heer Kolfman van den doctor vergezeld de ziekekamer binnentrad, mocht hij op zyne vraag: «Hoe gaat het Marie?" ten antwoord ontvangen: «zij heeft een rustigen nacht gehad, en wy gelooven, dat zij zich iets beter bevindt." De doctor, nadat hij haren toestand had on derzocht, bevestigde dit vermoeden. „Zou zij vervoerbaar zijn. doctor?" vroeg mevrouw Kolfman. «Daar durf ik niet bepaald toe stemmend op te antwoorden." «Dan zijn wij zeer teleurgesteld wij hadden zoo gehoopt dat dit zonder gevaar zou kunnen geschieden. Het is toch zoo droevig, hier in eene vreemde woning om zulke treurige redenen te moeten vertoeven. «Ik heb ook niet bepaald neen ge zegd, mevrouw; ofschoon ik toch liever zag, dat zij hier bleef." Maar de afstand is toch zoo groot niet; daarbij is het een heerlijk schoone dag. wij zullen alle mogelijke voorzorgen nemen, dat zij voor tocht en vermoeienis blijft gevrijwaard." «Dit is alles waar en ik vertrouw dit ten volle. Ook besef ik, dat het u veel waard zou wezen, met haar te huis te zijn, en ge u als het ware genoodzaakt ziet, iets te wagen, kom, laat het dan zoo zijn. De koets, waarmede wij zijn gekomen, is uitermate tot ons doel ge schikt. Gij, mevrouw! en ik, wij zullen bij de kranke in het rijtuig plaats nemen. Ewoud komt straks ook per as. Met hern kan mijnheer en uwe dochter dan voor uit rijden. Dit was overeenkomstig den wensch der geheele familie, en binnen een paar uren zien wij Marie op hare logeerkamer op haar rustbed nederliggen, dat zij den vorigen dag nog zoo gezond en blijde had verlaten. Alles is daar comfortable meente een geladen geweer heeft aan gelegd op den rijksveldwachter, opzichter der jacht cn visscherij H. Nijeboer. Nadat gemeld geweer tweemaal had gekitst, en W. B. ten derde male aan legde op Nijeboer, met de bedreiging «nu moet je er aan!" greep de jachtop ziener het geweer, hetwelk afging, zonder iemand te treffen. Genoemde W, B. is onderscheidene malen door Nijeboer bekeurd wegens jachtovertreding. Men schrijft uit Londen «Ik geloof niet dat het Heilsleger het ten uwent reeds zoover gebracht heeft, dat het zelf «Picnics" geeft. Nu, wat niet is, kan komen, wij leven snel tegen woordig. Om u evenwel eenigszins van een dergelijk feest iets te kunnen mede- deelen, ging ik er deze week een bij wonen in het Alexandra Palace. Een ontzaggelijke menigte was er op de been, men schat het aantal der bezoekers op meer dan 25,000 Men zag er mannen en vrouwen van allerlei leeftijd, bijna allen in opzichtige kleeren gekleed en dan, wat al verschillende volken. Hier den gestaarten zoon van het Hemel- sche Rijk, daar den neger in Europeesche kleederdracht; in mijne onmiddellijke nabijheid den getulbanden Arabier neen 't bleek mij bij nauwkeuriger op name een Indiaan te zijn, zijn landgenoot zag ik later barrevoets en zijn olijfkleu rige huid stak zeer af bij het lieve kopje der winkeljuflrouw uit Regent-Street, die naast hern stond. De familie Booth Zij mocht natuurlijk bij dit feest niet ont breken. Daar zag ik den generaal, den stichter van het Heilsleger. Ik hoorde hem spreken en bidden en ik moest, eerbied gevoelen voor dien grijsaard, die een partij vormde, wier invloed in de wereld niet te ont kennen valt. De generaal ziet er nog even krachtig uit als toen hij te Amster dam in de zaal op het Rapenburg optrad. Daar waren zijn kinderen Eva en Herbert Booth, die met evenveel gejuich overal werden ontvangen als hun vader I In het schip van het gebouw werd 's morgens een groot muziekfeest gege ven, waaraan muziekkorpsen uit alle deelen van het land hun medewerking verleenden. Ook commissionair Railton, die op zijn reis door Europa ook Nederland bezocht, werd herhaaldelijk toegejuicht, als hij vertelde van zijn reizen over het vaste land. >Wij zijn in Duitschland niet ge slagen," zeide hij, over dat land spre kende, «wel joeg men ons uit Berlijn, maar daarom hebben wij den strijd niet opgegeven, al is de strijd ook in Duitsch land het zwaarst." Noorwegen en Neder land noemde hij de landen, waarin het Leger de meeste gastvrijheid ondervond. Maar het meest indrukwekkende van de plechtigheid was voor mij, toen de troepen met hun banieren en muziek defileerden voorbij het rijtuig, waarin de generaal gezeten was vol eerbied gingen allen hem voorbij, en ik dacht weder, welke gedachten wel zouden omgaan in dien man, toen die menigte hem, den eenvoudigen prediker, zooveel eerbied, zooveel hulde betoonde. Zeker zal hij de voldoening gesmaakt hebben, dat hij niet voor niets zooveel jaren gewerkt had. Geen oogenblik heb ik mij dien dag verveeld en nooit heb ik een feest bijge woond, dat, trots de enorme opeenhoo- ping van menschen van allerlei rang en stand, zoo ordelijk van stapel liep als dit zomerfeest, deze pic nic van William Booth's trouwe onderdanen." Bij Jan van Liempt te Reuzel (N.-Bra- bant) is een zoo merkwaardige bloem te zien, dat het wel de moeite waard kan geacht worden daarvan met een enkel woord melding te maken. In 't begin van Mei schoten 15 takken ingericht. Er zal niets gespaard worden, om het treurige harer ziekte te verzachten. Zij behoeft slechts een' wensch te uiten, om hem vervuld te zien. «Hoe hebt gij het nu,Marie?,' vroeg Anne die alleen bij haar was gebleven, toen zij zag dat Marie moeite deed, om haar vriendelijk toe te lachen. «Ach!"zuchte zij, «ik ben zoo zwak! Maar iets beurt mij toch op, dat gij bij mij zijt. Ik zou door iemand liever, dan door u willen verpleegd worden I" «Wees gerust, ik zal niet van u weg gaan. Neem u maar zeer in acht en gij zult spoedig mijn bloeiende Marie weèr zijn." «Ach, Anne! mijn hoofd en mijn hart zijn zoo vol, ik ben zoo wonderlijk te moede. Het is, als of ik weder koorts gevoel. Ach, Anne I mijne ouders." «Ik bid u, Marie! houd u toch be daard, gij zult hen spoedig zien." Anne schelde nauwelijks of hare moeder was terstond bij haar. Zij fluisterde deze in het oor«Marie heeft om hare ouders gevraagdde koorts verheft zich weder. Laat papa nu terstond schrijven en laat nu ook dadelijk den doctor halen." Mevrouw Kolfman schudde treurig het hoofd en sloeg een meèwarigen blik op de kranke. Zij verliet terstond het ver trek, om aan het verzoek harer dochter uit den grond, die kringsgewijze zich in den vorm eener mand ontwikkelden en thans de hoogte van een meter bereikt hebben. Iu het midden is een stengel opgeschoten, iets mindep in omvang, en aan de zijden daarvan zoowel als op de buitenstengels zijn meer dan 150 andere loten gegroeid. Een tallooze menigte roode knopjes, die zich tot een blauw bloempje ontwikkelenveitoonen zich aan alle zijden. De plant heeft een middellijn van ruim een meter. En hoe die daar gekomen is? Men kan 't niet vermoeden. En hoe die plant heet? Niemand weet het te zeggen, niet tegenstaande reeds personen van heinde en ver zijn toegeloopen om ze te bezich tigen. Men noemt ze in het dorp de Wonderbloem. De eigenaar van den tuin heeft een planken schot om de plant gemankt en laat haar thans tegen beta ling van een dubbeltje zien. Uit Kaapstad wordt gemeld, dat de President Sir J. H. Brand Zaterdagavond is overleden. Door de politie te Maastricht zijn bij den bakker W. aldaar in beslag geno men 153 brooden, die van 1 tot 1.5 hectogram minder wogen dan het vast gestelde gewicht. Tegen dienzelfden bakker werd bij die gelegenheid proces verbaal opgemaakt wegens berooving van vrijheid. Hij had nl. de agenten van politie, die met de inbeslagneming der brooden waren belast, ingesloten. Uit Haarlem schrijft men «Zaterdagavond, omstreeks half tien, werd door de bewoners van de Boogaard straat en de Voldersgracht een formeele klopjacht gehouden op een mijnheer die in de eerstgenoemde straat een lade had gelicht. Aan de Zijlgracht kreeg men de delinquent te pakken. Na hem zoowat bont en blauw te hebben gesla gen, werd hij overgegeven aan twee agen ten van politie, die hem aan het bureau in de Zijlstraat deponeerden." In de koninklijke buskruid-fabriek te Wetleren (Oost-Vlaanderen) is men tegen woordig bezig eene nieuwe ontplofbare stof te vervaardigen, die «papier kruit" wordt genoemd en waarvan de uitvinding van groot belang moet wezen. Het nieuwe kruit moet dezelfde uitkomsten geven als het bekende Lebel-kruit. Zijne ballis- tieke waarde is veel grooter dan het tegenwoordig meest gebruikelijke buskruit; eene lading van 2'/2 gram geeft den ko gel van een geweer klein kaliber eene aanvankelijke snelheid van 600 meter. De terugstoot van het wapen is onbe duidend ook de rookontwikkeling is ge ring. Alleen met betrekking tot de ge wichtige vraag van de wijze waarop het bewaard moet worden, moet men nog meer ondervinding opdoen. Voor de rechtbank te Londen kwam onlangs de volgende zaak voor. Een dief had eene banknoot van 5 p. st. gestolen, en daarmede zijn slager betaald. Nu be hoorde stellig die banknoot, volgens de wet, aan den slager. Maar de dief krijgt berouw en steelt de banknoot nu weder van den slager, en geeft haar weer aan den eersten eigenaar terug. Aan wien behoort de banknoot nu? Na eene vrij lange beraadslaging is de uitspraak uit gesteld. Dat de koekkoek niet altijd hare eieren door andere vogels laat uitbroeden, wordt door Adolf Muller (een der schrijvers der Die Thiere der Heimath) inde Gartenlaube verzekerd. Hij heeft onlangste Hohenscheid gezien, dat een wijfjeskoekkoek van drie in haar nest aanwezige eieren één zelve uitbroedde en als eene zorgzame moeder het kleine vogeltje met groene rupsjes voerde. Tot dusverre werd algemeen ontkend, dat de koekkoek ooit zelf de ouderplichten vervulde. te voldoen. De twee vriendinnen waren weder al leen, maar nu niet, gelijk acht dagen te voren, 'oeiden gezond en in een vertrou welijk gesprek. Marie zou nu weder haar geheim openbaren, maar nu, zonder dat zij het wist, in afgebroken volzinnen. «Anne!" -- roept zij, nadat zij een kwartier langrustig wasgeweest, «Anne! zijt gij daar? Gij hebt hem gezien, niet waar? Een edel jongeling! Ik mag wel trotsch op hem zijn, vindt gij niet? Hij is niet meer dood de dooden staan weder op. O, hoe gelukkig ben ik nu! Hij zal nu wel spoedig hier zijn, maar zijne tante mag het niet weten, verstaat gij mij wel, Anne! Zijne tante mag het niet weten." «Houd u stil, Marie! ik bid het u; alles zal ten goede komen." Na eene poos zwijgens, roept zij, zich in haar bed oprichtende uit: «Ha! daar komt hij. Ik zie hein Gustaaf! Gustaaf I komt gij weder tot mij. Maar mijn God! Gustaaf wat zijt gij koud en bleek gij zijt dood." En zij'viel met een ziel- doorborenden kreet neder. Wordt Vervolgd t

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1888 | | pagina 2