ilEVVE Nieuws- en Advertentieblad UTRECHT EN GELDERLAND. DE GELDK0FFER. No. 79. Woensdag 3 October 1888. Zeventiende Jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. BINNENLAND. Feuilleton. FOORTSCHE COURANT. VOOR abonnementsprijs: Per 3 maanden 1.Franco per post door het geheele Kijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever A. M. SLOTHOUWER, Amersfoort. advertentien: Van 16 regels 0,40 iedere regel meer B Cent. Advertentiën ttiern.aal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. De ondergeteekende, in de treurige noodzakelijkheid gebracht, aan Z. M.den Koning te verzoeken hein een eervol ont slag als HD. Commissaris in dit gewest te verleenen, roept heengaande aan alle zoowel in de hoofdstad als daarbuiten, gevestigde ingezetenen, een hartelijk vaar wel toe! Dankbaar voor de gedurenJe ruim zes jaren bij de vervulling zijner ambtsplich ten van alle zijden ondervondene onder steuning en medewerking, verlaat hij rnet diep gevoeld leedwezen, den eervollen werkkring, waai in hij zich geplaatst vond. Dat de beste wenschen voor het welzijn der provincie hem, bij hel brengen van dezen afscheidsgroet, bezielen, behoeft hij niet te verzekeren. Worden die wenschen vervuld, aan hare bestendige ontwikke ling en aan de welvaart harer ingezetenen, zal in de toekomst niets ontbreken Utrecht, 30 September '1S88. E. s'JACOB. Z. M. de Koning heeft naar aan leiding van een door het bestuur van het Aardrijkskundig Genootschap gedaan ver zoek, aan dat genootschap vergund voort aan den titel te voeren van «Kon. Ned. Aardrijkskundig Genootschap." Het onderzoek van de Staatsbe- grootings-ontwerpen zal morgen in de afdeelingen der Tweede Kamer aanvan gen. Aan de commissarissen des Konings in de onderscheidene provinciën is door den Minister van Binnenlandsche zaken verzocht, hem ten dienste van de Staats commissie voor de voorbereiding der regeling van den militairen dienstplicht, zoo spoedig mogelijk te doen toekomen eene opgaaf van het bedrag, volgens de door Gedeputeerde Staten vastgestelde rekeningen over 1886 uit de kassen der gemeenten ter zake van de Schutterij uitgegeven. De consul te Londen deelt mede, dat, wegens de slechte resultaten van den oogst, Engeland in het aanstaande seisoen eene groote hoeveelheid aardap pelen zal moeten invoeren. Op de Londensche markt wordt een aardappel van flinke grootte gevraagd, en de soort die als Magnum Bonum bekend staat, wordt vooral gewenscht in elk geval zal het natuurlijk veel van hoeda nigheid en grootte afhangen, of eene Nederlandsche soort hier goed kan ge plaatst worden. Naar hij verneemt, zoude op dit oogenhlik niet meer dan 55/- (ongeveer f33) kunnen worden verkregen voor Nederlandsche aaidappelen. Binnen eene maand zal die piijs waarschijnlijk tot 69/- a 65/- (f36 a f39) per ton stijgen, aangenomen natuurlijk dat de aanvoeren geschikt voor de markt zijn. St.-Ct De justitie te 's Gravenhage heeft proces-verbaal opgemaakt tegen den schutterij-officier en den student, die in de Scheveningsclie duinen hebben geduel leerd. De gevolgen der politiek Uit Opsterland schrijft men aan de Ass. Ct.: «Er is zeker geene verkiezing hij de jongste samenstelling der Kamer van Honderd geweest, waar de gemoederen zóó tegen elkander in het harnas zijn gejaagd als te Goriedijk. De liberale kiesvereeniging Orde en Recht is ont bonden, omdat ze te »rood" gekleurd werd. De liefliebberijtooneelvereeniging De Vriendenkring hield op een kring van vriendschappelijk samenzijn te wezen, omdat het „rood" dreigde de bovenhand te krijgen. De «rooden" daarentegen be dankten, om als iverkende leden mee te helpen aan eene voorstelling, welke goed beloofde te slagen. De jongelui-sociteit is reeds ontbonden en op die van ge trouwde lieden spookt het tusschenbëide zoo erg, dat de banen van rood, wit en blauw door de roode vlag zoodanig wor den gevlekt, en omgekeerd, dat men zich niet meer burgers van hetzelfde vader land waant, Overal en in elke bijeenkomst zit de politiek voor." Aan de overkapping van het Cen traalstation te Amsterdam wordt thans de laatste hand gelegd. Men is nog be zig den kap aan de westzijde van boven dicht te maken; wanneer dit is volbracht dan is deze reusachtige arbeid afgeloopen. Van verzakkingen geen spoor. Ook het plein voor het station is thans geheel geplaveid. De tijd zal dus niet meer zoo ver zijn, dat het nieuwe station voor den dienst zal worden opgeleverd. Het houten hulpstation, met al zijn ongemakken en gebreken, zal dan tot de geschiedenis be- hooren. Ook aan alle slechte dingen komt een einde. In Harderwijk is een adres ter teekening gelegd voor degenen die voort aan op Zondag door bemiddeling der postdienst niets meer wenschen te ont vangen. Het plan hiertoe is ontworpen door den raad der Ned. Ger. Kerk al daar. Naar aanleiding van een schrijven van de inspecteurs van liet staatstoezicht op krankzinnigen over de verpleging van Israëlitische krankzinnigen, kwamen Zon dag jl. te Amsterdam een 30tal notabele Israëlieten uit alle deelen des lands bij een, om te spreken over een plan tot oprichting van een centraal Israëlitisch krankzinnigengesticht. De vergadering werd gepresideerd door den heer S. W. Josephus Jitta. Na breedvoerige beraad slagingen werd in beginsel tot zoodani ge oprichting besloten. Er is een uit voerend comité van zeven leden, uit Am sterdam, Rotterdam en 's-Gravenliage be noemd. Verscheidene personen, die verhinderd waren op te komen, gaven schriftelijk blijk van hunne instemming met het geopperde plan. Door het hoofdbestuur van het Genootschap ter bevordering van den landbouw in Drente worden pogingen aangewend om de eerste boterfabriek, die thans in De Wijk in aanbouw is, weldra door eene tweede te doen volgen. Er zullen te Dalen gedachtenwisselingen plaats hebben over den bouw eener zoo danige fabriek aldaar of in de omstreken. Bij het bestuur der vereeniging tot ontwikkeling van militie-plichtigen te Den Helder hebben zich nu reeds 50 jongelieden aangemeld voor het deelnemen aan de vrijwillige oefeningen in den wapenhandel. Uit Neerbosch meldt men«De aardappelenoogst was voor de Weesin richting dit jaar niet gelukkig. De op brengst is meer dan de helft minder dan het vorige jaar. Aangezien elke middag 50 H.L. wordt gebruikt, zullen minstens 1000 H.L. moeten worden aangekocht. De groentenbouw is dit jaar zeer voor spoedig geweest; vooral de tuinboonen zijn zeer voordeelig uitgevallen 12 groote okshoofden heeft men er van kunnen inmaken en meer dan 140 H.L. 'er van kunnen verzamelen." Men schrijft uit Opheusden «Overal in de Betuwe is men druk bezig met het rooien van suikerbieten, Vooral naar de Arnhemsche suikerfabriek worden groote hoeveelheden vervoerd. De op brengst valt zeer tegen op vele plaatsen is die 1/3 minder dan in 1887. Men be steedt f10 a f 11 per 1000 KG." Onder den titel Uit het dagboek van keizer Frederik 187071 is te Am sterdam bij A. Róssing eene vertaling verschenen van de uittreksels uit dat dagboek, welke in de Deutsche Rundschau zijn bekend gemaakt. De meeste bladen hebben er stukken uit medegedeeldalle hebben van den indruk gewaagd, dien de aanteekeningen van den betreurden keizer in en buiten Duitschland hebben gemaakt. Wij kunnen derhalve volstaan met onze lezers er op te wijzen, dat zij nu in onze eigen taal die belangrijke aanteekeningen kunnen lezen hetgeen te meer waarde heeft, doordat de Duitsche Uitgaaf verboden en dus niet meer te verkrijgen is. De vorige week mocht het den heer H. B. te Barneveld gelukken in de Kootwijker bosschen een sneppenhoen te schieten, een vogel, welke in Duitschland en Frankrijk nu en dan wordt aange troffen. Het prachtige hoen is door hem opgezonden aan den directeur van Artis, die het in dank heeft aanvaard. Omtrent den ballon Excelsior, waarmede de heer Rodenhof Zaterdag middag uit den Parktuin te Amsterdam opsteeg, wordt uit Hattem geschreven Op eene hoogte van 800 ineter werd Amsterdam uit het gezicht verloren en tot 4 u. 10 m. zag de luchtreiziger niets anders dan wolken. De grootste hoogte, door den ballon bereikt, was 3400 meter, Bij Elburg kwam men weder boven land en dreef de ballon boven Oldenbroek en lieerde tot een half uur voor Wapen veld. Te 5 u. 45 m. geschiedde de daling op het landgoed Clare Stale van den heer G. F. Leliman. Alle mogelijke hulp werd verleend en het onthaal was aller hartelijkst. Het jongste nommer van het Phar- maceutisch Weekblad bevat een artikel van prof. H. Wefers Bettink te Utrecht over levertraan. Daarin legt hij een zeer gunstig getuigenis af omtrent een paar monsters, hem door den heer J. ten Doesschate te Zwolle verstrekt. «Door drongen van de wenschelijkheid, zuivere, onvervalschte levertraan te kunnen leveren, heeft zegt hij de heer Ten Does schate zich naar de plaats van voort brenging begeven, ten einde in persoon de bereiding te kunnen nagaan en zich dat product te doen leveren, dat aan alle eischen van zuiverheid zou kunnen vol doen." De heer B. geeft een uitvoeiig over zicht van eene methode, die hij bij zijn onderzoek gevolgd heeft en de daarbij verkregen resultaten en zegt ten slotte, «dat deze levertraan zich aanbeveelt door den smaak, alsook en in de voornaamste plaats door hare zuiverheid." Naar het orgaan van het Leger des ILeils meldt, zal al het geld dat in Neder land gecollecteerd wordt, voor een «Zelf- verloocheningsfonds" r.aar den generaal van het Leger worden gezonden met be paald verzoek het te gebruiken voor het maken van propaganda voor het Leger in Nederlandsch lndië, waartoe bijzondere plannen beraamd worden. De regeering der Transvaalsche Republiek heeft dezer dagen opnieuw eene oproeping tot de Nederlandsche telegraafambtenaren gedaan, van welke zij nog een tiental wenscht te engageeren. De bezoldiging bedraagt thans 250 pond sterling, of ongeveer f3000. Bij de op roeping is mededeeling gevoegd, dat de meesten der tot nu toe uitgezonden amb tenaren voor de hoofdlijnen onbruikbaar waren wegens mindere bedrevenheid in den toesteldienst en de kennis der Engel- sche taal. De aanmelding moet plaats vinden door het hoofdbestuur te 's-Hage. Over de drie kaartspelers, die Vrijdag te Zwolle werden gevat, deelt de Zw. Ct, mede, dat het waren personen, die op- Een ware geschiedenis uit Thüringen, door ASDRÉ HCGO. 10) «Zijn dan wel de bewoners van Ulm- hosen gevangen of gedood geworden, om dat het dorp in zulk een slechten reuk staat, zooals ge zegt «Dat nn juist niet. De bewoners zijn ten eerste geslepen kerels en bovendien hebben zij ook de noodige hoeveelheid moed. Maar wat spreek ik daar, dat zijn toch dingen, die voor u in het minst niet belangrijk zijn!" «Wel waarom niet?" antwoordde Ar thur, plotseling nadenkend wordende. «Vertel nog maar wat!" «Ja wat moet ik vertellen?" Arthur was om een antwoord verle gen. Er ontstond een pijnlijke pauze. De onvoorzichtige uiting van den jon gen boer had Arthur de gedachte doen ontstaan dat zijn geleider tot de smok kelaars behoorde. Het werd hem wat eng om het hart, dat hij zoo alleen wandelde met iemand die, zooal geen boosdoener dan toch een ontduiker was van de wet. Er kwam een gedachte bij hem op. Hij zag den naast hern stappenden boer wat scherper aan. Het schuine oog, de neèr- geslagen blik, en ook de onrust die zijn metgezel aan den dag legde, zeiden Ar thur genoeg. Zoo gingen beiden een eindweegs zwijgend naast elkander voort. «Er moet toch veel moed toe behooren," zeide Arthur om het pijnlijk zwijgen af te breken, «dezen sluikhandel te drijven of gebeurt dat in den nacht?" «Zeker, mijnheer I Men heeft een drei gend gevaar voor oogen I" «Ik zou toch wel zulk een moedigen borst willen leeren kennen," zeide Arthur, een stap dichter tredende naast zijti leids man. «Kunt gij rnij wellicht een moedigen man uit deze streek aanwijzen om een klein waagstuk uit te voeren?" De boer bedacht zich. «Mag ik weten, waarin dat waagstuk bestaat?" «Ik zou, zooals ik zeide, gaarne een moedigen borst willen leeren kennen, die voor niets terugdeinst. In het eerste oogenblik dacht ik aan u, omdat ik ver onderstelde. dat gij maar het was slechts eene veronderstelling, die ik liever niet zal uiten!" «Wat wilt gij daarmede zeggen, mijn heer?" vroeg de boer. «Spreek maar rond uit?" Arthur gevoelde dat hij nu niet meer op eene goede manier een ontwijkend antwoord kon geven; en bovendien dacht bij dat, zoo hij den jongen man zijn vermoedens vlak in 't gezicht zeide, hij wellicht zijn doel beter zou kunnen be reiken. «Ik dacht aan u, omdat ik vast over tuigd ben, dat gij evenzeer een smokkelaar en daarbij zeker niet een van de lafste zijt!" De boer bleef een oogenblik staan. liet antwoord van Arthur scheen hem te hebben verrast en nadenkend te hebben gemaakt. «Ik verlang geen antwoord tehooren!" liet Arthur er op volgen, toen hij bemerkte, dat hij juist geoordeeld had. «Antwoord mij alleen op mijne vraag: Wilt gij mijn last aannemen of niet?" Arthur's leidsman ademde vrijer. «Ik ben bereid, mijnheer!" «Kan ik morgen op u rekenen, als het noodig mocht zijn? Zoo ja. Geef mij de hand er op." De boer voldeed aan Arthur's verlan gen. «Afgedaan!" hernam zijn leidsman. «En heden nacht wordt er ook een strooptocht door u ondernomen?" «Hoe vermoedt gij dat, mijnheer!" «Gij waart toch reeds op weg, toen ik u voor uw huis aantrof!" De boer bleef een oogenblik staan en keek Arthur in het gelaat. Hij kon zich niet begrijpen, hoe deze dat had kunnen raden. Hij schudde het hoofd en ging toen zwijgend naast Arthur verder, totdat zij aan een kruisweg kwamen. «Van hier kunt gij Allhosen niet meer missen!" zeide de boer den weg aanwij zende, «Ge hebt nog een goed kwartier te loopen!" Arthur drukte hem een geldstuk in de hand. De boer beloofde Arthur zijn last, zoo het noodig mocht zijn, uittevoeren, toen ging hij zijwaarts, terwijl Arthur op den hem aangewezen weg voortging en na verloop van een half uur zijn kamer bereikte. Over den grond van het bosch van Ulmhosen werd een zwaar geladen hand wagen voortgetrokken, die diepe sporen in den zachten bodem achterliet. De per sonen die den wagen voorttrokken en vergezelden gingen even stilzwijgend voor waarts als zij die het lichte wagentje achter den handwagen voortkruiden. Van tijd tot tijd hoorde men alleen een diepen zucht of een zacht gefluister. Toen de beide wagens genaderd waren tot de open plek in het bosch dicht bij Wallman's huis, bleef de hoofdman van den troep plotseling stilstaan en deed een schellen kreet hooren als van een nachtuil. De vermomde gestalten liepen van den wagen weg naar de plaats waar de aan voerder stond en vormden een dichten kring om den man met het donker uit zicht er, den zwarten baard. Op dit oogenblik kwam de maan ge deeltelijk van achter de wolken te voor schijn en verlichte de plek. Rondom den aanvoerder stonden onge veer vijfentwintig krachtige gestalten met zwartgemaakte gezichten en handen. De schuw in 't rondziende oogen der mannen gaven aan hunne gelaatstrekken een zeer ongewone uitdrukking, daar het wit hun ner oogen in die zwarte gezichten te sterker uitkwam, toen ze door het heldere maanlicht werden beschenen. Hier moeten wij ons verdeelen fluis terde de aanvoerder, want ieder oogen blik kunnen onze vrienden van den kant van het landhuis komen. zij zullen mijn geroep wel hebben gehoord. en dan kameraden, dan frisch aan 't werk zijn de wapens gereed, voor 't geval dat wij handgemeen worden?" Tot antwoord op die vraag schitterden

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1888 | | pagina 1