NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad UTRECHT EN GELDERLAND. EINDELIJK ONTDEKT. DE GELDKOFFER. No. 9. Woensdag 30 Januari 1889. Achttiende Jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. Aan onze Abonné's I Vijftig Centen. B Uit de Pers. BINNENLAND. Feuilleton. BMEBSFOOBTSCIE COBBAN!. VOOR abonnementsprijs: Per S maanden 1.Franco per post door het geheele Kijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever A. M. SLOTHOUWER, Amersfoort. advertentien: Van 16 regels -0,40; iedere regel meer 5 Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Tot 15 Februari a.s. wordt door ons de inteekening opengesteld op den prachtigen, rijk geïllustreerden Premie-Roman Deze premie zal ditmaal worden afge leverd, gebonden in keurig linnen stem- pelbandmet zwart en goud. In het gewone geval kost zulk een boek f3.—. Uitsluitend voor onze lezers stellen wij het verkrijgbaar voor slechts Gelieve zoo spoedig mogelijk achter staande BON uit te knippen en met bijvoeging van 50 centen aan ons Bureau in te zenden. Abonné's buiten de stad ontvangen het boek franco per post tegen inzending van een post wissel van 05 cent. egin Maart a.s. wordt deze premie aan alle inteekenaren verzonden. DE UITGEVER. De Standaard acht, nu het voor stel tot wijziging van enkele bepalingen in de wet van 1878 bij den Raad van State in onderzoek is, het oogenblik ge komen, om ook in de pers de bespre king van deze materie althans in te leiden. Wat de regeering vcor zal stellen, kan eerst bekend worden en onderwerp van discussie vormen, als het voorstel bij de Tweede Kamer zal zijn ingediend. Daar over volge de discussie derhalve eerst later. Thans kan alleen besproken wor den, welke eischen bij dit komend en met ongeduld verbeid ontwerp billijker wijze aan de regeering kunnen gesteld worden. Drie omstandigheden, de gebondenheid aan art, 194, de gebondenheid aan den feitelijken toestand van ons schoolwezen en de gebondenheid aan een zwakke meerderheid in de Staten-Generaal, ont nemen aan de regeering elke mogelijk heid, om met een doortastend voorstel te komen. Zulk een voorstel zou óf on grondwettig, óf onuitvoerbaar, óf niet verhefbaar tot wet zijn. Feitelijk mag derhalve van het Kabinet niet anders worden gevergd, dan dat het, zonder een oogenblik het goede be ginsel los te laten aanvankelijk zich be- pale tot een poging om het meest stui tende onrecht, dat thans heerschappij voert, en nog lange jaren zal moeten doorwerken, althans eenigermate te temperen. Op drieërlei mag aangedrongen 1. De regeering dient waarborgen te zoeken, dat niet langer de helft der natie, die niet van de openbare school gediend is, nog steeds gedwongen wordt, uit eigen beurs te betalen voor het school onderwijs van gegoede liberalistische familiën. (Billijke schoolgeldhelling). 2. De regeering dient bij manier van restitutie ons een deel terug te geven van wat we tegen allen eisch van billijk heid voor de school der liberalistische onverinogenden betalen, terwijl zij voor onze armen geen cent opbrengen. (Rijks vergoeding voor alle on- en minvermo genden, van wat richting ook). En 3. de regeering dient een weg te openen, waaidoor de opleiding van onze onderwijzers, vergeleken bij die der open bare onderwijzers, niet aan den armen Lazarus bij den rijken man doe denken. Met ve^l minder zal de regeering niet toekunnen, want voor dezen drieërlei eisch is de publieke consciëntie gewon nen. Voor minder dan dit minimum is de strijd aan de stembus niet gestreden, en een Kabinet dat hier veel onder bleef, zou eenvoudig den steun verliezen, dien het tot dusver bij ons volk vond. De Staats-Ct. bevat het volgende bericht omtrent den toestand van Z. M. den Koning Z, M. de Koning heeft de laatste nach ten goed doorgebrachtvolgens verklaring van professor Rosenstein en van de ge- neesheeren des Konings is de toestand der krachten van Z. M. bevredigend. De geringe verschijnselen van hartzwakte, die zich verleden week voordeden, zijn gelukkig weder geweken. Indien zich geen ongunstige verschijnselen voordoen, zal het eerstvolgende bulletin in de Staats-Ct. van 5 Febr. a.s. geplaatst worden. Uit Apeldoorn wordt nog ge schreven: »Zr. Ms. toestand is, niette genstaande de gunstig luidende bulletins, niet gunstiger. Z. M. verkeert in een staat van gevoelloosheid, vermoedelijk veroorzaakt door inspuitingen met morphi ne, noodig gemaakt door de onhoudbare pijnen. Gevoelloos voor alles, is Z M. alleen toegankelijk voor de stemmen van H. M. de Koningin en H. K. H. Prinses Wilhelmina. Gewichtige en onuitstelbare regeeringsstukken dan ook, worden door H. M. aan den Koning voorgelezen, en, zij het dan ook moeilijk, Z. M. teekent deze. Dr. Vinkhuyzen, die Zaterdag, en prof. Rosenstein, die Zondag kwam, zijn Zon dagavond weder vertrokken." HH. MM. de Kening en de Koningin hebben aan de weduwe van Pronk, die tijdens het in veilige haven brengen van de bark «De Melati" is omgekomen, eene gift van f40 doen toekomen. De minister van financiën heeft vastgesteld het plan der 330ste staats loterij waarvan de collecte op 20 Febr. a.s. wordt geopend ten kantore van den directeur. De trekking begint op '18 Maart en eindigt 8 Juni a.s. - De Noord-Brabantsche Maatschappij van Landbouw heeft wederom voor drie jongelieden de gelegenheid opengesteld om, onder leiding van den heer A. A. de Man paardenarts aan de Kon. militaire academie, een cursus te volgen in het practisch en theoretisch beslaan van paar den. Wijlen de heer O. Kleinjan, grond eigenaar te Roon, vermaakte bij testa mentaire beschikking f5000 aan de di aconie der Ned. Herv. gemeente aldaar, onder voorwaarde, dat de renten van dat kapitaal jaar lijks als extra hedeeling aan de armen der diaconie zouden worden uitgedeeld, in den vorm welke door diake nen het best werd geoordeeld. Dit jaar werd door hen eene uitdeeling gehouden van kleedingstukken eu andere goederen. Burgemeester en weth. van Leiden hebben aan den gemeenteraad aldaar voorgesteld, om met ingang van 1 Apiil a.s. den prijs van het gas te verminderen tot op 5 ct. per kubieken meter en de meterhuur per maand vast te stellen voor een 3, 5 en 10 lichtsmeter op f0 15, 20 lichtsmeter op f0.30, 30 lichtsmeter op ft 1.40, 50 lichtsmeter op f0.55, 60 lichtsmeter op f0.75, 80 lichtsmeter op f0.85, 100 lichtsmeter op f 1,150 lichts meter op f 1.20, 200 lichtsmeter op f2. Naar men verneemt zijn thans zoo wel door de Rhijnspoorweg- als door de Ooster-Stoomtrammaatschappij van de betrokken autoriteiten alle vergunningen verkregen, welke die maatschappijen be hoefden tot den aanleg van werken, om uitvoering te kunnen geven aan de voor eenigen tijd tusschen haar gesloten over eenkomst ter regeling van het weder zijdse!) verkeer over het station Zeist Driebergen. Van het bekomen dier ver gunningen was het definitief in werking treden der bedoelde overeenkomst afhan kelijk gesteld. Uit Wageningen meldt men De heer W. Pleij, uit Hannover, zal zich begin Februari alhier vestigen als adviseur in de Nederlandsche Heide-Maatschappij. De waarnemende directeur, de heer Tutein Nolthenius alhier, heeft reeds een aantal adviezen gegeven, terwijl vele andere nog op afdoening wachten. Het le nummer van het tijdschrift verschijnt begin Februari. Het aantal leden der Maatschappij nam de laatste weken belangrijk toe. De Prins-Hendrik-stichting te Eg- mond-aan-Zee heeft van de adelborsten van het Kon. Inst, van de Marine te Willemsoord eene gift van f300 ont vangen, door hen voor deze inrichting bijeengebracht. Dat de ontginning van heidegron den niet altijd zoo onvruchtbaar is, als velen hier ter lande nog immer meenen, maar wel degelijk rente kan opleveren, indien zij slechts met kennis van zaken geschied, blijkt uit de geschiedenis van het zoogenaamde Veen" bij Nijkerk. Een bekwaam en ondernemend man kocht daar (blijkens de N. R. Ct, van gisteren) in 1845 100 bunders (hectaren) heide, tegen negen gulden de bunder (hectare) en deed die bewerken, door haar in kleine gedeelten tegen zeer ge- geringen prijs aan werklieden te verhuren. Eenige jaren daarna kon de eigenaar driemaal den koopprijs bedingen en waren de huurders grootendeels eigenaars geworden terwijl de waarde van 45 tot 50 gld. per bunder, gaarne betaald werd. Vier jaar na den aanvang had de on dernemer reeds eene rente van 60 pet. van zijn ingestoken kapitaal en de be volking was van 300 tot 1000 zielen ge stegen. Thans vindt men een groot aan tal flinke woningen, lieve tuintjes, vrucht bare akkers en een tamelijk welvarende bevolking. Zouden de eigenaren der uitgestrekte heidevelden in onze provincie, o. a, te de Bildt. Soest, Soesterberg en Austerlitz niet eens eene proeve kunnen nemen met hetzelfde stelsel, zij het aanvankelijk ook op slechts kleine schaal? Bij ile commissaris van politie te Utrecht zijn bezorgd 27 stuks effecten bladen, ter waarde van 24,500 gulden en afkomstig van den bekenden diefstal bij den heer Bakker. Voor de overige 19 stuks effecten met couponbladen is aan den vinder of aanwijzer dezelfde beloo- ling (zijnde 1000 gulden) uitgeloofd. Het Kamerlid Domela Nieuwenhuis bezoekt thans verschillende plaatsen in zijn kiesdistrict Schoter land, om rekenschap te geren aan zijne kiezers omtrent het aandeel, dat hij dit jaar genomen heeft aan de werkzaamheden. Zaterdag sprak hij te Gorredijk. Op de vraag van den vooizitter of de vergadering tevreden was rnet de houding van den heer Domela Nieuwenhuis in de Kamer, antwoorde men met algemeen applaus. De sterkte van het Indische leger bestond op 31 December 1887 uit 1402 officipren en 32,290 onderofficieren en manschappen. Dit laatste cijfer wordt gesplitst in 14,607 Europeanen, 88 Afri kanen, 1876 Amboineezen en 15,719 ove rige inlanders. Het groote deel der mili tairen behoort tot het wapen der infan terie, en wel 25,529 manschappen. Op denzelfden datum bestond de zeemacht uit 26 schepen bemand met 3597 koppen. Een ware geschiedenis uit Thüringen, DOOK ANDRE HUGO. 4.!) »De brutale kerel heeft zijn vrienden getelegrafeerd, dat hij hun iets zou me debrengen en dat zij zich gereed moesten houden. Daar nu de diefstal op Fransch grondgebied zal worden gepleegd, is dubbele omzichtigheid noodzakelijk." Falkening gaf verlof tot het maken van alle onkosten die voor de te nemen maat regelen noodig zouden zijn. De commissaris van politie verwijderde zich. Na het in orde brengen zijner zaken in het logement, rolde de wagen met Arthur en zijn koffer naar het station. Hier werd de koffer onder eenige ver- wenschingen van de pakdragers weder uit den wagen naar den goederenwagen gebracht. Dit duurde lang genoeg dat de omstanders gelegenheid hadden den bij zonder zwaren koffer te beschouwen. Een oud heer van krijgshaftig voorkomen scheen er ook veel belang in te stellen, want hij kon er de oogen niet van af houden, totdat hij in den goederenwagen verdween; daarna volgde hij Arthur naar het expeditiekantoor om daar evenals deze een regu te halen. Arthur steeg in zijn coupé, de oude heer eveneens, nadat hij Arthur vluchtig had gegroet, en plaatste zich vlak tegenover hem. De klok had reeds voor de derde maal geluid, toen het portier werd opengetrokken en de reis gezel van gisteren naar binnen stoof. «Bijna had ik hem verzuimd zeide hij hoestende. «Ik heb, voor den duivel, te lang geslapen, mijnheer Falkening!" Ik had gisteravond een paar glazen wijn te veel gedronken en had vervloekte koppijn! En die ezel van een knecht laat mij ook liggen Arthur fronste het voorhoofd toen de ander zijn naam noemde en vroeg, met een scherpen blik op hem »U kent mijn naam?" Het scheen Arthur toe, dat die vraag zijn reisgezel een oogenblik in verlegen heid bracht, want het duurde eenige mi nuten voor hij kuchende antwoordde: >lk ken uw naam uit het vreemde- lingenboek van het hotel." »En uw naam was zoo ik mij niet bedrieg, 0 neen, u hebt mij uw naam nog niet genoemdu stelde u voor als een reiziger van de firma Hernegg zoon te Leopoldshutte." «Mijn naam is Ferdinand Wallner." De oude heer scheen zich om het ge sprek van de twee weinig of niet te be kommeren, want hij had zich terstond na zijn binnenkomst in den inhoud van een klein, in leer gebonden boek verdiept, zonder, naar het scheen, daaruit op te kijken. Eerst toen de vreemdeling zich als Ferdinand Wallner in hoedanigheid van reiziger voor Hernegg Cie. te Le opoldshutte voorstelde, keek. hg Wallner vorschend aan, maar zeer vluchtig, want terstond daarop richtten zich zijne oogen weder op het boek. Eerst toen het ge sprek op de politiek werd overgebracht, nam de oude heer er aan deel, terwijl hij zich aan beiden als de graanhandelaar Bauernfeld uit Oost-Pruisen voorstelde en daarop zich met zulk een levendigheid en vriendelijkheid in het gesprek mengde, dat dit geen oogenblik verflauwde. Toen het gesprek kwam op het doel van zijne reis, gaf hij te kennen van plan te zijn een pleizierreisje te inaken, zijn neef te Keulen aftehalen en dan zijn weg naar de hoofdstad van Frankrijk verder voort te zetten. Te Keulen werd de oude heer aan het station door een jongmensch ontvangen, in wien Arthur uit de wederzijdsche be groetingen, den neef van Bauernfeld her kende. Ook deze had iets militairs in zijne houding. Wallner was, zooals Arthur bemerkte, verdwenen. Ook Bauernfeld snelde naar het telegraafburee! met zijn neef, zoodat Arthur alleen bleef. Dit duurde echter niet lang, want Bauernfeld en diens neef kwamen spoedig terug en stegen bij Arthur in den wagen. Kort voor het vertrek van den trein kwam ook Wallner terug. De oude heer vertelde nu. nadat de trein in vollen loop was, veel over de militaire inrichting en de sterkte van het Pruisisch leger, waarbij hij zich deed kennen als een Pruisisch landweerofficier en ging toer. voort de vaderlandsliefde en de kiijgsda- den der Pruisen in het jaar dertien te vertellen, totdat hij bij een vrij levendig ge voerd gesprek op het nieuws van den dag oversprong dat door grappen en anecdotes werd afgewisseld totdat de avond aanbrak. Men was intusschen in de nabijheid der oude beroemde Fransche stad Maubeuge aangekomen. De trein hield op. «Cinq minutes d'arrètl" riep de con ducteur in de Fransche taal in de coupé. »Ik word slaperig als ik niet een kop koffie drink," zeide de landweerofficier. «Laten wij gezamenlijk koffie drinken, mij- neheeren I Willen we?" De aanwezigen vonden 't goed. In het volgend oogenblik stonden allen in de wacht kamer. De trein scheen niet al te vol geweest te zijn, want men kon zonder moeite het buffet bereiken. Wallner drong naar voren om de koffie in ontvangst te nemen; de landweerofficier bleef in zijne nabijheid, niettegenstaande Wallner herhaalde malen betuigde voor alles te zullen zorg dragen. Bauernfeld scheen een stijfkop te zijn, hoe beminnelijk hij zich ook voordeed, want hij bleef naast Wallner staan totdat de koffie gereed was. Ook toen Wallner de koffie naar een tafeltje bracht, week de landweerofficier niet van zijne zijde. Nauwelijks had hij de koffie nedergezet of vier jongelieden, schijnbaar zeer vroo- lijk gestemd, stormden de wachtzaal in en snelden op Wallner toe. «Hola, ouwe jongen! Wallner, wel ke rel! Gij hier?" riep de grootste dier jon gelui. «Dat treft heerlijk! Kom oude jon gen, laten wij een glas champagne drin ken Kom, kameraden, nu opgepast! Wallner is hier! Wallner, waarvan ik u nog straks vertelde!" Wallner ging gewillig mede naar liet

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1889 | | pagina 1