Gemengd. Nieuws. BUITENLAND. Plaatselijke berichten. Enkele toekomstige landverhuizers uit Haarlemmermeer naar de Argentijn- sche Republiek, besloten van hier eenige rundei en naar hun nieuwe vaderland mede te nemen, om op die wijze dadelijk handelsbetrekkingen aan te knoopen, welke natuurlijk tot groot voordeel kunnen ge dijen. Ons vee is in Zuid-Ameiiku zeer gewensoht en houdt zich uitmuntend in den vreemde. Uit Heemstede wordt geschreven «Dat eene koe eenen haas vangt, is zeker wel zeldzaam, maar wie heeft er ooit gehoord dat een hond eenen zalm vangt? Er, toch is dit hier gebeurd. Gis teren bevond zich een konijnenvanger met zijn honden in de duinen onder Wester-Schouwen. Een zijner honden missende, ging hij dien zoeken en vond hem. met een zalm in den bek, aan het strand. Het kostelijk dier schijnt door den vloed zóó hoog op het strand te zijn geworpen, dat terugzwemmen onmogelijk werd. Het dier was in volmaakt goeden staat en woog circa 30 pond. Vrijdagnamiddag werd door werk lieden in eene weide nabij de Romein- sclie heirbaan van Tongeren en Gulick, in de onmiddellijke nabijheid van het Aambosch, een Romeinsch graf blootge steld; men vond daarin eene urne en twee vazen, in den vorm van kommetjes. Toen men aldaar in 1877 den grond omspitte, om brikken te hakken, dolven de arbeiders eene hoeveelheid Romeinsch aardewerk en munten van Nero, Octa- vianus enz. op. De vondst wordt nog ten raadhuize bewaard. Door het aanhoudend opdelven van Romeinsche oudheden wordt men meer en meer versterkt in de geopperde ver onderstelling, dat hier ter plaatse het Coriovallum ot Cortovallum, vermeld in de tafels van Peutinger en in het reis boek van Antonius, gelegen heeft. Alles blijft buitengewoon rustig in Parijs. De Kamer van Afgevaardigden vergaderde gisteren, en na eenige be sluiten, waaronder het toestaan van 42 millioen francs voor verbetering der haven van Cherbourg, werd de zitting opgeheven. Ook de z'tting van den Senaat was in hooge mate onbelangrijk. Generaal Boulanger, die met overgroote meerderheid werd gekozen, heeft aan gekondigd, dat hij Donderdag zitting zal nemen. Gistermorgen heeft nog een zitting van den ministerraad plaats gehad, maar van hetgeen besproken werd, is niets bekend. Wel loopt het gerucht, dat de invoering van den scrutin d'arrondissement nu aan de orde zal worden gesteld, maar met zekerheid is hiervan niets te zeggen. Wel schijnt het zeker, dat tengevolge van een bespreking van Floquet met Méline, den president der Kamer, een interpellatie van den afgevaardigde de Jouvencel over de maatregelen die de regeering denkt te nemen om haar gezag te doen eerbiedigen, tot Donderdag werd uitgesteld. De president der Republiek moet den verstandigen raad gegeven heb ben om de overwinning van Boulanger niet nog belangrijker te maken dooreen ministeriëele crisis, die als gevolg er van zou kunnen worden beschouwd. De rechterzijde vergaderde hedenmor gen en besloot een afwachtende houding aan te nemen en gteu crisis uit te lokken. Het blijkt dat de heer Floquet geen voornemen heeft een wetsontwerp in te dienen tot bestrijding der Boulangistische beweging of voor te stellen de verkiezin gen vóór den bepaalden tijd te doen plaats hebben. Heden zal het ontwerp tot herstel van den scrutin d'arrondisse- mct (enkelvoudige kiesdistricten) ter tafel worden gebracht en Donderdag zal de minister-president een rede houden over de algemeene staatkunde van het ministerie. buffet. «Een echte Cliquot!" riep hij tot den kellner in vlug en zuiver Fransch. «Van de beste, oude jongen! Vurige wijn geeft kracht en moed," voegde hij er in 't Duitsch bij, terwijl hij zich tot zijne mak kers keerde. In een teug was de (lesch geleegd. De vroolijke jongelui stormden weder naar buiten. De landweeroflicier liet zijn neef, die vrij stilzwijgend was, bij Arthur achter, terwijl hij, zonder opzien te baren, de jongelui volgde. Ook Wallner bleef in de wachtkamer. Met opgeruimd gelaat keerde hij naar het buffet terug, greep een tweede op tafel staande flesch en vier glazen en snelde er mede naar het tafeltje, waaraan Arthur met den neef van den landweer officier gezeten waren. «Voortreffelijke Cliquot, waarde heeren kom laten wij er eens spoedig een flesch van opdrinken!" zeide hij, toen hij bij het tafeltje gekomen was. «Wat drommel, wat zat die kurk er stijf op! Daar heb je 't al, daar breekt me reeds de huik!" Hij keerde zijn rug naar zijn reis gezellen, nam de flesch tusschen de knieën haalde uit zijn zak een zakmes met kur kentrekker en ontkurkte de flesch. Wall ner schonk zijn glas vol en ledigde het op de gelukkige reis. Terwijl hij dit deed, 1 ad zordpr dat Arthur het bemerkte. Zondag is te Castlereagh, in Ierland, een groote meeting gehouden, die door ongeveer 10.000 personen is bijgewoond De politie was op een dwaalspoor geleid. O'Brien hield een rede, waarin hij zijn gehoor aanmaande, om aan het plan dei- liga getrouw te blijven. Na de meeting verdween O'Brien. Doch men verwacht hem heden voor het hof te Waterford, om appèl aan te teekenen tegen het vonnis te Garrick-on-Suir ge wezen. De aanleiding is gevonden der berich ten, dat Emin-Pacha gevangene van den Mahdi zou zijn. Een koopman, die van Khartoem te Agig aankwam, heeft op den I9en November den blanken gevan gene die men voor Emin houdt, gezien. Het was een Egyptisch officier, die een copie van den brief aan Emin en een copie van den brief aan Stanley bij zich had. Hieruit meenden Osman Digna en de Mahdi af te leiden dat Emin hun ge vangene was. De minister van oorlog, Stanhope, hield gisteren te Brigg een redevoering, waar in hij als zijn meening te kennen gaf, dat een verschrikkelijke oorlog in Europa wordt voorbereid. De minister rekent op het beleid der Engelsche Staatslieden en hoopt, dat Engeland buiten spel zal blij ven. In elk geval is de minister van oor deel, dat het Engeland's eerste plicht is voor de verbetering van 's lands verde digingsmiddelen zoowel te land 3ls ter zee te zorgen. De kruistocht, door kardinaal Lavigerie tegen den slavenhandel in Afrika gepreekt, en de oorlogshandelingen der Duitschers op de kust van Zanzibar hebben den Mohameddaanschen godsdienstzin wakker geschud in de hooge kringen van Con- stantinopel. Er wordt eene beweging op touw gezet tegen deze anti-muzelmansche ondernemingen. Zij zijn niet uit mensch- lievende bedoelingen voortgesproten, meent men, maar uit haat tegen Mohammed en uit Christelijk fanatisme; terwijl mende handelingen der Duitschers wijt aan het voornemen om de Afrikaansche kustlan den te beschaven, dat is te verchristelijken en den godsdienst van den profeet te ondermijnen. Deze wijze om den kruis tocht tegen de slavernij te beschouwen wint in regeeringskringen steeds meer veld; men schijnt er het voornemen te hebben de geheele Mohammedaansche wereld tegen de ondernemingen van de katholieke geestelijkheid op te zetten. Aan de Times wordt uit Philadelphia gemeld, dat 40,000,000 dollars ter be schikking zullen worden gesteld tot het uitrusten eener oorlogsmarine. Twee-en- twintig schepen zijn reeds in aanbouw. Zondag e. k., 3 Februari, zal de Godsdienstoefening in de Remonstrant sche kerk alhier geleid worden door Dr. A. van der Meulen, predikant te Haastrecht. Heden (Woensdag) des avonds te zes uren zal bij de Vrije Ger. Gemeente gepredikt worden door den Heer Eige- rnan, van Achterberg (bij Rhenen) en Zondag 3 Februari op de gewone uren dooi den Heer Uitenbroek, van Scheve- ningen. Maandagavond hield de Afdeeling Amersfoort van het Nederlandsch werk liedenverbond Patrimonium haar eerste jaarvergadering welke zich kenmerkte door een trouwe opkomst. Uit het verslag van den Secretaiis bleek, dat het ledental, 't welk bij de op richting 41 bedroeg, tot 68 geklommen was, terwijl nog 3 personen in die ver gadering als leden werden voorgedragen. De Penningmeester sloot zijn rekening met een batig saldo van 21 cent; die som, hoewel klein, getuigt toch dat het beheer ann goede handen was toever trouwt, indien men in aanmerking neemt dat aan het oprichten eener Afdeeling de flesch ter sluiks op den grond gezet en liet hij er iets inglijden. Toen hij nu de flesch weder opnam en de glazen der anderen wilde vullen, trad de landweer officier weder de zaal binnen, liep snel naar hem toe en trok hem schijnbaar voor een aardigheid aan het oor, zoodat Wallner ter nauwemood tijd had de flesch op den grond te zetten om de aardigheid van den landweerofficier afteweren. Alsof hij dol van vreugde was, draaide de laatste eenige keeren om Wallner heen en stiet daarbij zoo onhandig tegen de champag- neflesch die op den grond stond, dat ze omviel en de schuimende wijn over den grond vloeide. «Maar oom, wat scheelt u, zijt ge gek geworden?" «Volstrekt niet!" riep deze terwijl hij Wallner losliet. «Ge handelt toch precies alsof ge daar even uit het dolhuis zijt gekomen!" «Zwijg, neef! Ik verheug mij er over weder eens het knallen van de champagne te hooren." «En te gelijkertijd de heerlijke champag ne van mijnheer Wallner over den grond te gieten." «Ach, houd op met dat gezanik, Karei Als wij te St. Quentin komen, tracteer ik op een andere flesch Cliquot. Bovendien geloof ik dat de champagne hier niet vele kosten zijn verbonden, als druk ken van reglementen, advertentie!), enz De Penningmeester A P. F. Reeders. die, volgens iooster, aan de beurt van aftre ding was, weid dan ook met bijna al gemeene stemmen herkozen; in de plaats van C. J. van Gelder, 2den Penning meester, die mede aan de beurt van af treding was, werd gekozen J. C. van Es. De Penningmeester van het Onder steuningsfonds, een instelling 'door de Afdeeling voor leden welke er aan wen- schen deel te nemen, in het leven geroepen, deed mededeeling dat sedert het fonds was opgericht aan één lid 3 en aan één lid 2 «eken geldelijke on derstand a 5.50 's weeks was verleend, en zijn rekening sloot met een batig saldo van f 47,64. De h.h. J. Koppen, Penningmeester en J. Bokhoven, Commissaris van ge noemd Ondersteuningsfonds, die volgens rooster moesten aftreden werden herkozen. Tot Commissarissen van Advies wer den herkozen de hh. G. J. van Lummel en G. Wijnands. Aangenomen werd een voorstel van den Heer Koppen om art. 8 van het Ondersteuningsfonds te wijzigen, zoodal voortaan bij ovei lijden van een trekkend lid zijne vrouw toten met de 13e week de uitkeering ontvangt. VERSLAG van den Staat der draei sfoortsehe begrafenis-vereeni- ging, uitgebracht ter algemeene ver gadering van den 26. Januari 1889. Een tijdvak van 12|/j jaar is er nu juist verloopen sedert den dag waarop bij koninklijk besluit van den 17. Juli 1876, no. 16, rechtspersoonlijkheid werd verleend aan deze Vereeniging. Hadden in den aanvang, zooals gewoonlijk bij de oprichting van instellingen, ook wij met bezwaren en moeielijkheden van ver schillenden aard te kampen, volmondig moet erkend worden dat ze allengs over wonnen zijn, zoodal de goede naam der Vereeniging als gevestigd is te beschou wen. Welsprekend kunnen daarvan ge tuigen eerstens het steeds toenemend aantal leden, dat, alweder met 12 ver meerderd, thans 302 sterk is, en ander deels de begrafenissen, wier getal eene verhooging van 14 heeft ondergaan in 1888. In dat jaar werden door de Ver eeniging uitgevoerd 70 begrafenissen, naar de klassen verdeeld als volgt le klasse 14, waaronder 3 kinderen, 2e 10, 2 3e 9, 2 4e 19, 9 5e 18, 8 cijfers, vooral wat de le en 4e klasse betreft, nimmer bereikt. Geen enkele klacht van de leden is er bij ons ingekomen, weshalve uwe com missie zich overtuigd mag houdeu dat het dienstdoend personeel, evenals de Directeur, krachtdadig medewerkt tot den zoozeer gewenschten goeden gang van zaken. Ten opzichte van den staat der geld middelen zij aangestipt dat, alhoewel geenerlei contributie voor het lidmaat schap geheven wordt en zelfs een over trek voor de hoeden der dragers in 1888 is aangeschaft, de rekening over het afgeloopen jaar nochtans een vooideelig saldo oplevert van f33.731/, van welk bedrag f30,53'/, in de Amersf. spaarbank is belegd. In uwe laatstelijk gehouden vergade ring werd op ons voorstel besloten zich bij verzoekschrift tot den gemeenteraad te wenden, met het doel eene verbeterde bestrating van de Hellingstraat te erlan gen. Daarop ontvingen wij bij brief van heeren Burgemeester en Wethouders dd. 3 Maart 1.1. no. 126, tot antwoord dat het rekest, als betrekking hebbende op eene zaak van «algemeen belang" waarop bij de vaststelling der gemeente- begrooting voor het jaar 1889 kon gelet worden ter Secretarie was nederge- legd. Laat ons de hoop voeden dat die begrooting, waarop voor het onderhoud van openbare werken een veel hooger zuiver is. Bij die woorden keken de Pruisische landweerofficier en Wallner elkander aan. Terwijl de trekken van den eerste onver schilligheid aan den dag trachtten te leg gen, getuigde de uitdrukking van Wallner's gelaat dat hij onthutst was. Arthur zag dit en bemerkte ook den veelbeteekenden blik waarmede Bauern- feld zijn neef aankeek. Hij werd onrus- tig. «Instijgen naar St. Quentin!" riep de spoorwegbediende in de wachtkamer. Onze vier reisgezellen snelden naar de coupé terug. Eenige seinen, het fluiten der locomo tief, een ruk en het daaropvolgend geratel der wielen, gevolgd door 't voorbij snellen der groene en roode lichten duidden aan dat de trein afreed. Wallner scheen geraakt te zijn over het gedrag van Bauernfeld, want hij dook in een hoek, trok den mantelkraag op en nam, ofschoon hij herhaaldelijk daartoe uitgelokt was, verder geen deel aan het levendig onderhoud. «Duid het mij niet ten kwade, geëerde vriend I" zeide Wallner tot Bauernfeld, toen deze hem op nieuw aanspoorde, weder aan 't gesprek deel te nemen. «Ik ben zeer vermoeid en heb lust een dutje te doen. Zoo ik mij niet vergis moeten cijfer van uitgaven dan ten vorigen jare is uitgetrokken, het gemeentebestuur zal toelaten in den loop dezes janrs tegemoet te komen aan de rechtmatige klachten nopens den slechten toestand der be strating van de Hellingstraat, welke de éénige toegang is tot de algemeene be graafplaats. In diezelfde vergadering werd nog door u de hepr H. W. de Heus tot bestuurslid verkozen, in de plaats van Dr. K. II. J. Koker, alstoen niet herkiesbaar. Verdere mededeelingen hebben wij U niet te doen, en brengen slechts in herinnering dat de heer A. J. Hendriks volgens den rooster aan de beurt van aftreding is en thans door een ander lid behoort te worden vervangen. De Commissie van toezicht, A. M. KOLLEWIJN Nz., Voorzitter. J. C. LEINWEBER, Secretaris. Amersfoort, 17 Januari 1889. De door ons vermelde voordracht van den Heer Kater, voorzitter van het Ned. Werkliedenverbond Patrimonium" zal naar wij nader vernemen, a.s. Maan dagavond ten 7 uur in de lokalen van den „Arend" gehouden worden. Vergadering van den Raad der ge meente Amersfoort op Vrijdag, den 1. Februari 1889, des namiddags ten 7'/, ure. Punten van behandeling: 1. Voorstel van Burg. en Weth. tot het aanleggen van eene verbindingsstraat met het spoorwegstation, met 't rapport der Commissie van onderzoek. 2. Voorstel van Burg. en Weth. ten aanzien van «het Kalfsveld" met rapport der Commissie van onderzoek. 3. Ontwerp-besluit tot vaststelling der jaarwedde van mejuffrouw A. J. Proost, benoemd onderwijzeres aan de Meisjes school. 4. Rekest van J. van Doorn, betrek kelijk het bouwen van woningen nabij den Kleinen Koppel, met advies van Burg. en Weth. Het aantal couranten is weder met een vermeerderd, thans met een vakblad onder den naam De Landbouwervak blad voor landbouw, veehouderij en bo- terbereiding; het zal tweemalen in de maand worden nitgegeven tegen den prijs van 75 cents in de 6 maanden. Het proefnummer dat voor ons ligt ziel er niet alleen goed uif, maar bevat een degelijken inhoud, geschikt voor den kleinen landbouwer, die weinig of bijna nooit een vakblad in handen krijgt om dat die groote bladen en te duur en veel tijds te geleerd voor hen zijn. Wij twij felen niet of dit blaadje zal zijn weg wel vinden. Moge het de drager zijn van veel goeds dat de landbouwer, in onzen tijd zoo noodig, ten nutte komt. 329ste STAATSLOTERIJ Vijfde klasse, Derde week Trekking van 29 Jan. (975 loten.) Ten kantore van den Collecteur te Amersfoort zijn aan de navolgende num mers te beurt gevallen Prijs van f1500. No. 1653. Prijs van f 100. No. 17623. Prijzen van f 70. 1464, 1601, 1663, 5224, 7637, 7640, 8402, 8596, 10507, 11972, 17474,17584, 17616, 17819, 18026, 20272 en 20743. Te zamen 19 prijzen. Zonder prijs zijn uitgetrokken: 1403, 1460, 1491, 1624, 1629, 1637, 1678, 5221, 5235, 7615. 7618, 7622, 8435, 8487. 8550, 8582, 8585, 8587, 9222, 9267, 10893,11014,11965,11976, 11993, 11994, 17477, 17495, 17549, 17555, 17569, 17574, 17601, 17609, 17804, 17812, 17882, 18038, 20245, 20701, 20712 en 20741. wij nog drie uur rijden tot St. Quentin, van dezen tijd zal ik gebruik maken om te slapen." De schijnbaar onuitputtelijke bron van spraakzaamheid bij Baurnfeld scheen nu ook te zijn uitgeput, aithans hij praatte al minder en minder en viel ten lange laatste door slaap overmand in den hoek tegenover Arthur, om zooals hij voorgaf, het voorbeeld van mijnheer Wallner en zijn lieven neef die al lang duchtig snorkte te volgen. Of de opwekkende eigenschappen der koffie, of de zorg en angst voor het hem toevertrouwde goed de oorzaak er van waren, is ons onbekend. Zooveel is zeker dat Arthur, niettegenstaande hij al zijn best er voor deed, niet dadelijk het voorbeeld zijner reisgezellen vermocht te volgen. Wel sloot hij eenige keeren zijne oogen, om ze echter even spoedig weder te openen. En zonderling! telkens, als hij de oogleden opsloeg, scheen het hem toe dat de Pruisische landweerofficier hem ter sluiks aanstaarde. Daarom nam hij zich voor niet te zullen inslapen ten einde elk oogenblik gereed te zijn. Desniette genstaande viel ook hij na een poosjein slaap en ontwaakte eerst, tegelijk met zijne reisgenooten, toen de trein voor het volgend station stilhield. Wallner wreef zich de oogen uit en Jan. Dat er rare menschen zijn, geef ik 0 je toe; maar wat zeg je wel van men schen, die het hun wettig toekomende geld niet willen ontvangen. Piet. Neen, nu wil je me voor 't lap je houden. J. Eerlijk niet. In der tijd hebben eenige gemeenteraadsleden te Tuil de 30 petdie het rijk van de traetementen der openbare onderwijzers vergoedt, van de ontvangsten op de gemeeutebegrooting geschrapt. P. Maar dat kan immers niet. Vol gens de wet moet dat geld onder de in komsten op de begrooting staan. J. Dat zei de Burgemeester ook en die heeft met de wethouders de begroo ting, zooals ze was voorgesteld, aan Ge deputeerden gezonden, die haar goed keurden. P. Dat moest ook wel. J. Juist. Maar nu willen de gemeen teraadsleden, die zich verbazen, dat de gemeente tegen hun zin het rijkssubsidie moet aannemen, zich tot de Tweede Ka mer wenden. P. Maar menschen, die zoo weinig begrip hebben van wetten en van bestu ren, moesten geen zitting hebben in den gemeenteraad. J. Dat zeg jij; maarzezijn toch wet tig gekozen, en de volksstem P. 't Is waar ook. Wij leven in een tijd, dat de stem van een eenvoudig man, die weet, dat hij zijn koeien en zijn ker- seboomen net behandeld als zijn vader en zijn grootvader dat deden, bij de verkie zingen evenveel gewicht in de schaal legt als die van een hoogleeraar en minister. Noo eens: een teerhartige Gessler. Naar een Duitsch blad mededeelt, moet het onlangs verhaalde betreffende den looneelspeler Klager zich eenigzins anders toegedragen hebben. De zegsman heeft het voorval meermalen uit den mond van Kliiger^zelven gehoord, en wel als volgt: Klager, die in Leipzig de lieveling van de studenten was, zat op zekeren namiddag met eenige rijke Kurlanders in het kof fiehuis. Toen het tijd werd om naar den schouwburg te gaan, wilden zijne vrienden hem daarvan terughouden en toen de niet meer nuchtere tooneelspeler zich niet liet overhalen, bood een heer aan drie manden champagne ten beste te geven, als Klager om acht uur weer in het kof fiehuis was. Tot verbazing der drinkebroers zette Kliiger er drie manden champagne tegen, die hij zou betalen, als hij er te acht uur niet was. Daar hij om dien tijd nog niet door Teil doodgeschoten kon zijn, waren allen nieuwsgierig hoe hij zich er uit zou redden en vergezelden zij hem naar den schouwburg. Daar ging, zooals beschreven is, alles goed tot aan het tooneel, waarin Teil, op bevel van den landvoogd, zijn zoon den appel van het hoofd moet schietenmaar toen hij zeide: «Moet ik mijn kruisboog richten op het hoofd van mijn kind? Liever sterf ik," tiad Gessler op hem toe, schudde den weerstrevenden Marder (die de rol van Teil speelde) de hand en zeide «Ik kan het je niet kwalijk nemen, Teil ik deed het ook niet, als ik jou was; laten we ons met elkaar verzoenen." Natuurlijk moest het schermvallen. Klii ger was te acht uur in het koffiehuis en had zijne weddingschap gewonnenmaar zijne betrekking aan den schouwburg te Leipzig had hij verloren. Proeve van onderdanigen briefstijl. Gij zult het mij vergeven, dat ik het waag, u te verzoeken, mij wel te willen boog het hoofd buiten het portier zonder te spreken. Na eenige oogenblikken vernam men een woest geschreeuw uit de voorste wagens van den trein. «Wallner Wallner! Waar is Wall ner!" riepen verscheidene stemmen door elkander. «Hier is Wallner!" antwoordde de ge roepene van uit de coupé. «Er uit, Wallner, er uitwerd er thans geroepen. Een der conducteurs opende de coupé en Wallner spiong er uit onder de brood dronken jongelui. «Leve la Cliquot!" schreeuwde hun woordvoerder. «Mijnheer Wallner, nog een Cliquot, oude jongen!" Bauernfeld zag, toen hij zich buiten het portier boog, hoe Wallner door het schreeuwend troepje naar de wachtkamer werd getrokken. «Hij schijnt een vroolijke kerel te zijn zeide Arthur, toen de landweerofficier weder op zijn plaats was gaan zitten. «Een allerbeste kerel merkte de neef op. (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1889 | | pagina 2