Gemengd. Nieuws.
BUITENLAND.
Plaatselijke berichten.
Enkele toekomstige landverhuizers
uit Haarlemmermeer naar de Argentijn-
sche Republiek, besloten van hier eenige
rundei en naar hun nieuwe vaderland
mede te nemen, om op die wijze dadelijk
handelsbetrekkingen aan te knoopen, welke
natuurlijk tot groot voordeel kunnen ge
dijen. Ons vee is in Zuid-Ameiiku zeer
gewensoht en houdt zich uitmuntend in
den vreemde.
Uit Heemstede wordt geschreven
«Dat eene koe eenen haas vangt, is
zeker wel zeldzaam, maar wie heeft er
ooit gehoord dat een hond eenen zalm
vangt? Er, toch is dit hier gebeurd. Gis
teren bevond zich een konijnenvanger
met zijn honden in de duinen onder
Wester-Schouwen. Een zijner honden
missende, ging hij dien zoeken en vond
hem. met een zalm in den bek, aan het
strand. Het kostelijk dier schijnt door
den vloed zóó hoog op het strand te zijn
geworpen, dat terugzwemmen onmogelijk
werd. Het dier was in volmaakt goeden
staat en woog circa 30 pond.
Vrijdagnamiddag werd door werk
lieden in eene weide nabij de Romein-
sclie heirbaan van Tongeren en Gulick,
in de onmiddellijke nabijheid van het
Aambosch, een Romeinsch graf blootge
steld; men vond daarin eene urne en
twee vazen, in den vorm van kommetjes.
Toen men aldaar in 1877 den grond
omspitte, om brikken te hakken, dolven
de arbeiders eene hoeveelheid Romeinsch
aardewerk en munten van Nero, Octa-
vianus enz. op. De vondst wordt nog ten
raadhuize bewaard.
Door het aanhoudend opdelven van
Romeinsche oudheden wordt men meer
en meer versterkt in de geopperde ver
onderstelling, dat hier ter plaatse het
Coriovallum ot Cortovallum, vermeld in
de tafels van Peutinger en in het reis
boek van Antonius, gelegen heeft.
Alles blijft buitengewoon rustig in
Parijs. De Kamer van Afgevaardigden
vergaderde gisteren, en na eenige be
sluiten, waaronder het toestaan van 42
millioen francs voor verbetering der
haven van Cherbourg, werd de zitting
opgeheven. Ook de z'tting van den Senaat
was in hooge mate onbelangrijk.
Generaal Boulanger, die met overgroote
meerderheid werd gekozen, heeft aan
gekondigd, dat hij Donderdag zitting zal
nemen.
Gistermorgen heeft nog een zitting van
den ministerraad plaats gehad, maar van
hetgeen besproken werd, is niets bekend.
Wel loopt het gerucht, dat de invoering
van den scrutin d'arrondissement nu aan
de orde zal worden gesteld, maar met
zekerheid is hiervan niets te zeggen.
Wel schijnt het zeker, dat tengevolge
van een bespreking van Floquet met
Méline, den president der Kamer, een
interpellatie van den afgevaardigde de
Jouvencel over de maatregelen die de
regeering denkt te nemen om haar gezag
te doen eerbiedigen, tot Donderdag werd
uitgesteld. De president der Republiek
moet den verstandigen raad gegeven heb
ben om de overwinning van Boulanger
niet nog belangrijker te maken dooreen
ministeriëele crisis, die als gevolg er van
zou kunnen worden beschouwd.
De rechterzijde vergaderde hedenmor
gen en besloot een afwachtende houding
aan te nemen en gteu crisis uit te
lokken.
Het blijkt dat de heer Floquet geen
voornemen heeft een wetsontwerp in te
dienen tot bestrijding der Boulangistische
beweging of voor te stellen de verkiezin
gen vóór den bepaalden tijd te doen
plaats hebben. Heden zal het ontwerp
tot herstel van den scrutin d'arrondisse-
mct (enkelvoudige kiesdistricten) ter tafel
worden gebracht en Donderdag zal de
minister-president een rede houden over
de algemeene staatkunde van het ministerie.
buffet.
«Een echte Cliquot!" riep hij tot den
kellner in vlug en zuiver Fransch. «Van
de beste, oude jongen! Vurige wijn geeft
kracht en moed," voegde hij er in 't
Duitsch bij, terwijl hij zich tot zijne mak
kers keerde.
In een teug was de (lesch geleegd. De
vroolijke jongelui stormden weder naar
buiten. De landweeroflicier liet zijn neef,
die vrij stilzwijgend was, bij Arthur achter,
terwijl hij, zonder opzien te baren, de
jongelui volgde. Ook Wallner bleef in de
wachtkamer. Met opgeruimd gelaat keerde
hij naar het buffet terug, greep een tweede
op tafel staande flesch en vier glazen en
snelde er mede naar het tafeltje, waaraan
Arthur met den neef van den landweer
officier gezeten waren.
«Voortreffelijke Cliquot, waarde heeren
kom laten wij er eens spoedig een flesch
van opdrinken!" zeide hij, toen hij bij het
tafeltje gekomen was. «Wat drommel,
wat zat die kurk er stijf op! Daar
heb je 't al, daar breekt me reeds de
huik!" Hij keerde zijn rug naar zijn reis
gezellen, nam de flesch tusschen de knieën
haalde uit zijn zak een zakmes met kur
kentrekker en ontkurkte de flesch. Wall
ner schonk zijn glas vol en ledigde het
op de gelukkige reis. Terwijl hij dit deed,
1 ad zordpr dat Arthur het bemerkte.
Zondag is te Castlereagh, in Ierland,
een groote meeting gehouden, die door
ongeveer 10.000 personen is bijgewoond
De politie was op een dwaalspoor geleid.
O'Brien hield een rede, waarin hij zijn
gehoor aanmaande, om aan het plan dei-
liga getrouw te blijven.
Na de meeting verdween O'Brien. Doch
men verwacht hem heden voor het hof
te Waterford, om appèl aan te teekenen
tegen het vonnis te Garrick-on-Suir ge
wezen.
De aanleiding is gevonden der berich
ten, dat Emin-Pacha gevangene van den
Mahdi zou zijn. Een koopman, die van
Khartoem te Agig aankwam, heeft op
den I9en November den blanken gevan
gene die men voor Emin houdt, gezien.
Het was een Egyptisch officier, die een
copie van den brief aan Emin en een
copie van den brief aan Stanley bij zich
had. Hieruit meenden Osman Digna en
de Mahdi af te leiden dat Emin hun ge
vangene was.
De minister van oorlog, Stanhope, hield
gisteren te Brigg een redevoering, waar
in hij als zijn meening te kennen gaf,
dat een verschrikkelijke oorlog in Europa
wordt voorbereid. De minister rekent op
het beleid der Engelsche Staatslieden en
hoopt, dat Engeland buiten spel zal blij
ven. In elk geval is de minister van oor
deel, dat het Engeland's eerste plicht is
voor de verbetering van 's lands verde
digingsmiddelen zoowel te land 3ls ter
zee te zorgen.
De kruistocht, door kardinaal Lavigerie
tegen den slavenhandel in Afrika gepreekt,
en de oorlogshandelingen der Duitschers
op de kust van Zanzibar hebben den
Mohameddaanschen godsdienstzin wakker
geschud in de hooge kringen van Con-
stantinopel. Er wordt eene beweging op
touw gezet tegen deze anti-muzelmansche
ondernemingen. Zij zijn niet uit mensch-
lievende bedoelingen voortgesproten, meent
men, maar uit haat tegen Mohammed en
uit Christelijk fanatisme; terwijl mende
handelingen der Duitschers wijt aan het
voornemen om de Afrikaansche kustlan
den te beschaven, dat is te verchristelijken
en den godsdienst van den profeet te
ondermijnen. Deze wijze om den kruis
tocht tegen de slavernij te beschouwen
wint in regeeringskringen steeds meer
veld; men schijnt er het voornemen te
hebben de geheele Mohammedaansche
wereld tegen de ondernemingen van de
katholieke geestelijkheid op te zetten.
Aan de Times wordt uit Philadelphia
gemeld, dat 40,000,000 dollars ter be
schikking zullen worden gesteld tot het
uitrusten eener oorlogsmarine. Twee-en-
twintig schepen zijn reeds in aanbouw.
Zondag e. k., 3 Februari, zal de
Godsdienstoefening in de Remonstrant
sche kerk alhier geleid worden door Dr.
A. van der Meulen, predikant te
Haastrecht.
Heden (Woensdag) des avonds te
zes uren zal bij de Vrije Ger. Gemeente
gepredikt worden door den Heer Eige-
rnan, van Achterberg (bij Rhenen) en
Zondag 3 Februari op de gewone uren
dooi den Heer Uitenbroek, van Scheve-
ningen.
Maandagavond hield de Afdeeling
Amersfoort van het Nederlandsch werk
liedenverbond Patrimonium haar eerste
jaarvergadering welke zich kenmerkte
door een trouwe opkomst.
Uit het verslag van den Secretaiis
bleek, dat het ledental, 't welk bij de op
richting 41 bedroeg, tot 68 geklommen
was, terwijl nog 3 personen in die ver
gadering als leden werden voorgedragen.
De Penningmeester sloot zijn rekening
met een batig saldo van 21 cent; die
som, hoewel klein, getuigt toch dat het
beheer ann goede handen was toever
trouwt, indien men in aanmerking neemt
dat aan het oprichten eener Afdeeling
de flesch ter sluiks op den grond gezet
en liet hij er iets inglijden. Toen hij nu
de flesch weder opnam en de glazen der
anderen wilde vullen, trad de landweer
officier weder de zaal binnen, liep snel
naar hem toe en trok hem schijnbaar
voor een aardigheid aan het oor, zoodat
Wallner ter nauwemood tijd had de flesch
op den grond te zetten om de aardigheid
van den landweerofficier afteweren. Alsof
hij dol van vreugde was, draaide de laatste
eenige keeren om Wallner heen en stiet
daarbij zoo onhandig tegen de champag-
neflesch die op den grond stond, dat ze
omviel en de schuimende wijn over den
grond vloeide.
«Maar oom, wat scheelt u, zijt ge gek
geworden?"
«Volstrekt niet!" riep deze terwijl hij
Wallner losliet.
«Ge handelt toch precies alsof ge daar
even uit het dolhuis zijt gekomen!"
«Zwijg, neef! Ik verheug mij er over
weder eens het knallen van de champagne
te hooren."
«En te gelijkertijd de heerlijke champag
ne van mijnheer Wallner over den grond
te gieten."
«Ach, houd op met dat gezanik, Karei
Als wij te St. Quentin komen, tracteer
ik op een andere flesch Cliquot. Bovendien
geloof ik dat de champagne hier niet
vele kosten zijn verbonden, als druk
ken van reglementen, advertentie!), enz
De Penningmeester A P. F. Reeders. die,
volgens iooster, aan de beurt van aftre
ding was, weid dan ook met bijna al
gemeene stemmen herkozen; in de plaats
van C. J. van Gelder, 2den Penning
meester, die mede aan de beurt van af
treding was, werd gekozen J. C. van Es.
De Penningmeester van het Onder
steuningsfonds, een instelling 'door de
Afdeeling voor leden welke er aan wen-
schen deel te nemen, in het leven
geroepen, deed mededeeling dat sedert
het fonds was opgericht aan één lid 3
en aan één lid 2 «eken geldelijke on
derstand a 5.50 's weeks was verleend,
en zijn rekening sloot met een batig saldo
van f 47,64.
De h.h. J. Koppen, Penningmeester
en J. Bokhoven, Commissaris van ge
noemd Ondersteuningsfonds, die volgens
rooster moesten aftreden werden herkozen.
Tot Commissarissen van Advies wer
den herkozen de hh. G. J. van Lummel
en G. Wijnands.
Aangenomen werd een voorstel van
den Heer Koppen om art. 8 van het
Ondersteuningsfonds te wijzigen, zoodal
voortaan bij ovei lijden van een trekkend
lid zijne vrouw toten met de 13e week
de uitkeering ontvangt.
VERSLAG van den Staat der
draei sfoortsehe begrafenis-vereeni-
ging, uitgebracht ter algemeene ver
gadering van den 26. Januari 1889.
Een tijdvak van 12|/j jaar is er nu
juist verloopen sedert den dag waarop
bij koninklijk besluit van den 17. Juli
1876, no. 16, rechtspersoonlijkheid werd
verleend aan deze Vereeniging. Hadden
in den aanvang, zooals gewoonlijk bij de
oprichting van instellingen, ook wij met
bezwaren en moeielijkheden van ver
schillenden aard te kampen, volmondig
moet erkend worden dat ze allengs over
wonnen zijn, zoodal de goede naam der
Vereeniging als gevestigd is te beschou
wen. Welsprekend kunnen daarvan ge
tuigen eerstens het steeds toenemend
aantal leden, dat, alweder met 12 ver
meerderd, thans 302 sterk is, en ander
deels de begrafenissen, wier getal eene
verhooging van 14 heeft ondergaan in
1888. In dat jaar werden door de Ver
eeniging uitgevoerd 70 begrafenissen, naar
de klassen verdeeld als volgt
le klasse 14, waaronder 3 kinderen,
2e 10, 2
3e 9, 2
4e 19, 9
5e 18, 8
cijfers, vooral wat de le en 4e klasse
betreft, nimmer bereikt.
Geen enkele klacht van de leden is er
bij ons ingekomen, weshalve uwe com
missie zich overtuigd mag houdeu dat
het dienstdoend personeel, evenals de
Directeur, krachtdadig medewerkt tot
den zoozeer gewenschten goeden gang
van zaken.
Ten opzichte van den staat der geld
middelen zij aangestipt dat, alhoewel
geenerlei contributie voor het lidmaat
schap geheven wordt en zelfs een over
trek voor de hoeden der dragers in 1888
is aangeschaft, de rekening over het
afgeloopen jaar nochtans een vooideelig
saldo oplevert van f33.731/, van welk
bedrag f30,53'/, in de Amersf. spaarbank
is belegd.
In uwe laatstelijk gehouden vergade
ring werd op ons voorstel besloten zich
bij verzoekschrift tot den gemeenteraad
te wenden, met het doel eene verbeterde
bestrating van de Hellingstraat te erlan
gen. Daarop ontvingen wij bij brief van
heeren Burgemeester en Wethouders
dd. 3 Maart 1.1. no. 126, tot antwoord
dat het rekest, als betrekking hebbende
op eene zaak van «algemeen belang"
waarop bij de vaststelling der gemeente-
begrooting voor het jaar 1889 kon gelet
worden ter Secretarie was nederge-
legd. Laat ons de hoop voeden dat die
begrooting, waarop voor het onderhoud
van openbare werken een veel hooger
zuiver is.
Bij die woorden keken de Pruisische
landweerofficier en Wallner elkander aan.
Terwijl de trekken van den eerste onver
schilligheid aan den dag trachtten te leg
gen, getuigde de uitdrukking van Wallner's
gelaat dat hij onthutst was.
Arthur zag dit en bemerkte ook den
veelbeteekenden blik waarmede Bauern-
feld zijn neef aankeek. Hij werd onrus-
tig.
«Instijgen naar St. Quentin!" riep de
spoorwegbediende in de wachtkamer.
Onze vier reisgezellen snelden naar de
coupé terug.
Eenige seinen, het fluiten der locomo
tief, een ruk en het daaropvolgend geratel
der wielen, gevolgd door 't voorbij snellen
der groene en roode lichten duidden aan
dat de trein afreed.
Wallner scheen geraakt te zijn over het
gedrag van Bauernfeld, want hij dook in
een hoek, trok den mantelkraag op en
nam, ofschoon hij herhaaldelijk daartoe
uitgelokt was, verder geen deel aan het
levendig onderhoud.
«Duid het mij niet ten kwade, geëerde
vriend I" zeide Wallner tot Bauernfeld,
toen deze hem op nieuw aanspoorde,
weder aan 't gesprek deel te nemen. «Ik
ben zeer vermoeid en heb lust een dutje
te doen. Zoo ik mij niet vergis moeten
cijfer van uitgaven dan ten vorigen jare
is uitgetrokken, het gemeentebestuur zal
toelaten in den loop dezes janrs tegemoet
te komen aan de rechtmatige klachten
nopens den slechten toestand der be
strating van de Hellingstraat, welke de
éénige toegang is tot de algemeene be
graafplaats.
In diezelfde vergadering werd nog door u
de hepr H. W. de Heus tot bestuurslid
verkozen, in de plaats van Dr. K. II. J.
Koker, alstoen niet herkiesbaar.
Verdere mededeelingen hebben wij
U niet te doen, en brengen slechts in
herinnering dat de heer A. J. Hendriks
volgens den rooster aan de beurt van
aftreding is en thans door een ander lid
behoort te worden vervangen.
De Commissie van toezicht,
A. M. KOLLEWIJN Nz., Voorzitter.
J. C. LEINWEBER, Secretaris.
Amersfoort, 17 Januari 1889.
De door ons vermelde voordracht
van den Heer Kater, voorzitter van het
Ned. Werkliedenverbond Patrimonium"
zal naar wij nader vernemen, a.s. Maan
dagavond ten 7 uur in de lokalen van
den „Arend" gehouden worden.
Vergadering van den Raad der ge
meente Amersfoort op Vrijdag, den 1.
Februari 1889, des namiddags ten 7'/,
ure.
Punten van behandeling:
1. Voorstel van Burg. en Weth. tot het
aanleggen van eene verbindingsstraat met
het spoorwegstation, met 't rapport der
Commissie van onderzoek.
2. Voorstel van Burg. en Weth. ten
aanzien van «het Kalfsveld" met rapport
der Commissie van onderzoek.
3. Ontwerp-besluit tot vaststelling der
jaarwedde van mejuffrouw A. J. Proost,
benoemd onderwijzeres aan de Meisjes
school.
4. Rekest van J. van Doorn, betrek
kelijk het bouwen van woningen nabij
den Kleinen Koppel, met advies van
Burg. en Weth.
Het aantal couranten is weder met
een vermeerderd, thans met een vakblad
onder den naam De Landbouwervak
blad voor landbouw, veehouderij en bo-
terbereiding; het zal tweemalen in de
maand worden nitgegeven tegen den
prijs van 75 cents in de 6 maanden.
Het proefnummer dat voor ons ligt ziel
er niet alleen goed uif, maar bevat een
degelijken inhoud, geschikt voor den
kleinen landbouwer, die weinig of bijna
nooit een vakblad in handen krijgt om
dat die groote bladen en te duur en veel
tijds te geleerd voor hen zijn. Wij twij
felen niet of dit blaadje zal zijn weg
wel vinden. Moge het de drager zijn van
veel goeds dat de landbouwer, in onzen
tijd zoo noodig, ten nutte komt.
329ste STAATSLOTERIJ
Vijfde klasse, Derde week
Trekking van 29 Jan.
(975 loten.)
Ten kantore van den Collecteur te
Amersfoort zijn aan de navolgende num
mers te beurt gevallen
Prijs van f1500.
No. 1653.
Prijs van f 100.
No. 17623.
Prijzen van f 70.
1464, 1601, 1663, 5224, 7637, 7640,
8402, 8596, 10507, 11972, 17474,17584,
17616, 17819, 18026, 20272 en 20743.
Te zamen 19 prijzen.
Zonder prijs zijn uitgetrokken:
1403, 1460, 1491, 1624, 1629, 1637,
1678, 5221, 5235, 7615. 7618, 7622,
8435, 8487. 8550, 8582, 8585, 8587,
9222, 9267, 10893,11014,11965,11976,
11993, 11994, 17477, 17495, 17549,
17555, 17569, 17574, 17601, 17609,
17804, 17812, 17882, 18038, 20245,
20701, 20712 en 20741.
wij nog drie uur rijden tot St. Quentin,
van dezen tijd zal ik gebruik maken om
te slapen."
De schijnbaar onuitputtelijke bron van
spraakzaamheid bij Baurnfeld scheen nu
ook te zijn uitgeput, aithans hij praatte
al minder en minder en viel ten lange
laatste door slaap overmand in den hoek
tegenover Arthur, om zooals hij voorgaf,
het voorbeeld van mijnheer Wallner en
zijn lieven neef die al lang duchtig
snorkte te volgen.
Of de opwekkende eigenschappen der
koffie, of de zorg en angst voor het hem
toevertrouwde goed de oorzaak er van
waren, is ons onbekend. Zooveel is zeker
dat Arthur, niettegenstaande hij al zijn
best er voor deed, niet dadelijk het
voorbeeld zijner reisgezellen vermocht te
volgen. Wel sloot hij eenige keeren zijne
oogen, om ze echter even spoedig weder
te openen. En zonderling! telkens, als
hij de oogleden opsloeg, scheen het hem
toe dat de Pruisische landweerofficier hem
ter sluiks aanstaarde. Daarom nam hij
zich voor niet te zullen inslapen ten einde
elk oogenblik gereed te zijn. Desniette
genstaande viel ook hij na een poosjein
slaap en ontwaakte eerst, tegelijk met
zijne reisgenooten, toen de trein voor het
volgend station stilhield.
Wallner wreef zich de oogen uit en
Jan. Dat er rare menschen zijn, geef ik 0
je toe; maar wat zeg je wel van men
schen, die het hun wettig toekomende
geld niet willen ontvangen.
Piet. Neen, nu wil je me voor 't lap
je houden.
J. Eerlijk niet. In der tijd hebben
eenige gemeenteraadsleden te Tuil de 30
petdie het rijk van de traetementen der
openbare onderwijzers vergoedt, van de
ontvangsten op de gemeeutebegrooting
geschrapt.
P. Maar dat kan immers niet. Vol
gens de wet moet dat geld onder de in
komsten op de begrooting staan.
J. Dat zei de Burgemeester ook en
die heeft met de wethouders de begroo
ting, zooals ze was voorgesteld, aan Ge
deputeerden gezonden, die haar goed
keurden.
P. Dat moest ook wel.
J. Juist. Maar nu willen de gemeen
teraadsleden, die zich verbazen, dat de
gemeente tegen hun zin het rijkssubsidie
moet aannemen, zich tot de Tweede Ka
mer wenden.
P. Maar menschen, die zoo weinig
begrip hebben van wetten en van bestu
ren, moesten geen zitting hebben in den
gemeenteraad.
J. Dat zeg jij; maarzezijn toch wet
tig gekozen, en de volksstem
P. 't Is waar ook. Wij leven in een
tijd, dat de stem van een eenvoudig man,
die weet, dat hij zijn koeien en zijn ker-
seboomen net behandeld als zijn vader en
zijn grootvader dat deden, bij de verkie
zingen evenveel gewicht in de schaal legt
als die van een hoogleeraar en minister.
Noo eens: een teerhartige Gessler.
Naar een Duitsch blad mededeelt, moet
het onlangs verhaalde betreffende den
looneelspeler Klager zich eenigzins anders
toegedragen hebben. De zegsman heeft
het voorval meermalen uit den mond van
Kliiger^zelven gehoord, en wel als volgt:
Klager, die in Leipzig de lieveling van
de studenten was, zat op zekeren namiddag
met eenige rijke Kurlanders in het kof
fiehuis. Toen het tijd werd om naar den
schouwburg te gaan, wilden zijne vrienden
hem daarvan terughouden en toen de
niet meer nuchtere tooneelspeler zich niet
liet overhalen, bood een heer aan drie
manden champagne ten beste te geven,
als Klager om acht uur weer in het kof
fiehuis was.
Tot verbazing der drinkebroers zette
Kliiger er drie manden champagne tegen,
die hij zou betalen, als hij er te acht uur
niet was. Daar hij om dien tijd nog niet
door Teil doodgeschoten kon zijn, waren
allen nieuwsgierig hoe hij zich er uit zou
redden en vergezelden zij hem naar den
schouwburg.
Daar ging, zooals beschreven is, alles
goed tot aan het tooneel, waarin Teil,
op bevel van den landvoogd, zijn zoon den
appel van het hoofd moet schietenmaar
toen hij zeide: «Moet ik mijn kruisboog
richten op het hoofd van mijn kind?
Liever sterf ik," tiad Gessler op hem toe,
schudde den weerstrevenden Marder (die
de rol van Teil speelde) de hand en zeide
«Ik kan het je niet kwalijk nemen, Teil
ik deed het ook niet, als ik jou was;
laten we ons met elkaar verzoenen."
Natuurlijk moest het schermvallen. Klii
ger was te acht uur in het koffiehuis en
had zijne weddingschap gewonnenmaar
zijne betrekking aan den schouwburg te
Leipzig had hij verloren.
Proeve van onderdanigen briefstijl.
Gij zult het mij vergeven, dat ik het
waag, u te verzoeken, mij wel te willen
boog het hoofd buiten het portier zonder
te spreken.
Na eenige oogenblikken vernam men
een woest geschreeuw uit de voorste
wagens van den trein.
«Wallner Wallner! Waar is Wall
ner!" riepen verscheidene stemmen door
elkander.
«Hier is Wallner!" antwoordde de ge
roepene van uit de coupé.
«Er uit, Wallner, er uitwerd er thans
geroepen.
Een der conducteurs opende de coupé
en Wallner spiong er uit onder de brood
dronken jongelui.
«Leve la Cliquot!" schreeuwde hun
woordvoerder. «Mijnheer Wallner, nog
een Cliquot, oude jongen!"
Bauernfeld zag, toen hij zich buiten het
portier boog, hoe Wallner door het
schreeuwend troepje naar de wachtkamer
werd getrokken.
«Hij schijnt een vroolijke kerel te zijn
zeide Arthur, toen de landweerofficier
weder op zijn plaats was gaan zitten.
«Een allerbeste kerel merkte de neef
op.
(Wordt vervolgd.)