MIE U WE Nieuws- en Advertentieblad UTRECHT EN GELDERLAND. M Huijzer. Matroos le Klasse. No. 19. Woensdag 6 Maart 1889. Achttiende Jaargang. abonnementsprijs: VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. aovertentien: Zij, die zich met 1 April op dit blad abonneeren, ontvangen de voor dien datum ver schijnende nummers gratis. BINNENLAND. Feuilleton. AMEBSFOOBTSCHE COVBANT. VOOR Per 3 maanden 1.Franco per post door het eeheele Eijk. Afzondert ij ke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukkeu en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever A. M. SLOTHOUWER, Amersfoort. Van 1 6 regels 0,40 iedere regel meer 5 Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend* Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Men schrijft uit den Haag aan de Zutf. Ct.: De officiëele berichten luiden dagelijks dat de gezondheidstoestand van Z. M. den Konir.g onveranderd blijft, maar dat de krachten niet weer bijkomen en het lichaam zeer weinig voedsel tot zich neemt. Waarheid is, dat de toestand langzaam achteruit gaat, en dat geneesheeren van meening zijn, dat het zoo niet lang meer kan duren. Den 16. Februari heeft Z. M. het laatste regeeringsstuk geteekcod. Sinds dien tijd stapelen de besluiten en rapporten zich in het kabinet op. Er zijn reeds burgemeesters buiten functie ge komen, omdat zij niet tijdig zijn herbe noemd en ook tal van andere gewichtige en urgente zaken wachten op afdoening. Zoo wacht, naar is meegedeeld, ook de sluiting van een paar huwelijken op 's Konings handteekening. De regeering zal dus, als deze treurige toestand lang voortduurt, bijzondere maatregelen moe ten nemen, en ben ik goed ingelicht, dan is daarover tnssclien de regeeiing en den Raad van State reeds een correspondentie gevoerd. Tot de eerste werkzaamheden in de afdeelingen der Tweede Kamer zal be- hooren het onderzoek van de pensioen wetten voor burgelijke ambtenaren. Wij hebben een voor den Neder- landschen landbouw verblijdend beiicht mede te deelen. Eene quaestie, welke sedert jai en han gende was, is eindelijk, geheel in het belang van onze veehouders opgelost. Te rekenen van 1 Juni e. k. zal het Nederlandsch hoorn- en wolvee, hetwelk bij aankomst in Engeland onderwoipen was aan dadelijke slachting op de plaats van aankomst, weder geheel vrij op de Engelsche markt worden toegelaten. Zonder te miskennen hetgeen door voorgangers van den Heer Hartsen reeds tot hel vei krijgen van die uitkomst werd gedaan, mag toch wel worden gezegd dat de tegenwoordige Minister van Bui- tenlandsche Zaken een waar succes in deze zaak heeft behaald. De Neder landsche landbouw heeft re den van tevredenheid. Dagbl. v.'s-H. Dezer dagen is te Amsterdam over leden de heer Pronk, een der directeu ren van de buskruitfabriek te Muiden. Daardoor ontstaat de mogelijkheid, dat i voldaan wordt aan den meermalen uit- j gesproken wenscli, om bij de leiding van 1 deze inrichting, die met de hoogste de- j fensiebelangen des lands in zulk een 1 nauw verhand staat, niet uit te sluiten het militaire element. NB. Ct.) Men schrijft aan de Arnh. Ct.: «Dat de heeren der remonte-commissie i «hier niet willen knopen en lie.or noor het buitenland gaan, omdat reizen pret- 1 tig is", is, zooals terecht werd gezegd in uw blad van 25 Februari, de taal van ontevreden kooplieden. Het is toch be kend, dat er slechts zeer weinig officie ren ingenomen zijn met de opdracht, orn paarden in het buitenland aan te koo- pen, niet alleen om de verantwoordelijk heid, maar ook omdat de uitgaven altijd de beschikbaar gestelde reis- en verblijf kosten te boven gaan, wat natuui lijk ten laste komt van de commissie zelve. Eene andere vraag is, of de paarden fokkers hunnerzijds niet alle recht heb ben, zich er over te verbazen, dat van de vele aangevoerde paarden zoo goed als geene genade vindt in de oogen der remonte-commissie. In de laatste twintig jaar heeft de landbouwer het is on- noodig dat hier in het breede uiteen te zetten zich zeer veel kosten, moeiten en zorgen getroost, om het paardenras te verbeteren. Rijk en piovincie hebben de landbouwmaatschappijen en hare afdee lingen krachtig gesteund. Hengsten- en veulenkeuringer. zijn aan de orde van den dag; voor den aankoop van uitne mende hengsten besteedt men duizenden; stamboeken worden aangelegd, enz. Wanneer nu niettemin de paardenfok ker tot de ervaring komt, dat hij geen koop kan sluiten, wanneer de remonte- commissie zijne streek afreist, dan kan zijne ontevredenheid zeker althans voor den oppervlakkigen beoordeelaar gewettigd zijn. Zou het, om èn leek èn fokker beter in te lichten, niet gewenscht zijn, dat de remonte-commissie openlijk mededeelde op welke gronden zij de aangeboden paarden afkeurde? Men zal dan misschien tot de ontdekking komen, dat de eischen waaraan zij gebonden is, te hoog zijn gesteld. Het is toch een feit, dat voor buitenlandsche (voornamelijk Fransche) rekening wèl veel paarden bij onze boe ren worden opgekocht. Donderdag 7 Mrt. zal te Amster dam eene vergadering plaats hebben, bij eengeroepen door den heer H. M. Werker, tot stichting van een «"ranjebond tot afschaffing der conscriptie". De heer Willink Ketjen beklaagt zich in een adres aan den gemeenteraad vaza Ar.iclwrduury ÜV C IIIJ ajuliu\iiJv.irO bespied en achtervolgd wordt door recher cheurs der politie. Hij verzoekt den raad te moger. vernemen, waarom en op wiens last hij door de politie gevolgd wordt, waarbij de wet geschonden en zijn naam in opspraak gebracht wordt. De heer W. A. Scholten heeft aan het Groningsche gemeentebestuur aange boden een blijvend aandenken te schen ken aan de stad Groningen, als de dag zal zijn aangebroken, dat hij vijftig jaar in haar midden vertoeft. Dat aandenken zou bestaan in een overdekte markt, welke aan den Noordkant van den Turf- singel vóór de Bloemstraat zou geplaatst worden, en waar in de eers'e vier jaren geen steègeld zou mogen worden geheven. Hier zou dan de markt knnnen gehouden worden van boter en eieren, wild en ge vogelte, fruit en groenten enz. De kosten worden op vijftig- tot zeventigduizend gulden geraamd. Heden zijn de doleerende kerke- raadsleden en kerkvoogden uit Voorthuizen (gem. Barneveld) gedagvaard, om te ver schijnen voor de rechtbank te Utrecht. Volgens de dagvaarding wordt I 100 boete geëischt voor eiken dag na het beteeke- nen van het vonnis, dat de kei keraad het doen van rekening en verantwoording of de afgifte van het archief weigert. De Arnh. Ct. bevat den volgenden brief, dien een barer stadgeuooten uit Argentinië ontving: Rosario den 30 Jan. 1839. Waarde Zuster! Hot wordt hoog tijd, dat ik U eens het een en ander van onze lotgevallen! me dedeel, en toch moet ik nog aarzelen er aan te beginnen. Met korte woorden moet ik U melden, dat wij diep ongelukkig en laaghartig bedrogen zijn. Op reis hebben wij goed weer, maar slecht voedsel en slechte be handeling gehad, tengevolge waarvan onze drie jongste kinderen ziek zijn geworden, waarvan de twee jongste reeds zijn over leden en ik zelf lijd aan eene soort van cholerine, waardoor het mij onmogelijk is te wei ken. In Buenos-Ayres was het onmogelijk werk te krijgen, omdat men de taal niet -rrsiaai pn nl had it ook werk pekretrep. j had ik er toch geen woning kunnen krij gen, want daar moet men meer verwonen dan men verdient. Toen zijn wij naar hier vertrokken en ik heb hier werk gekregen bij een Duitschen patroon voor 2 dollar 60 centables per dag, maar wij zitten in een hok zonder kast, zonder haard, zonder stoel of tafel, zonder iets, 't is een waar varkenshok en dat kost 9 dollar per maand; alles is even duur, behalve vleesch: boter is haast niet te krijgen, melk is peperduur, brood is duur, eieren zijn duur, aardappelen oneetbaar, men weet niet wat te eten behalve rijst en soep. De rijst is goed, maai duur; koffie is duur, thee haast niet te betalen en zoo gaat het een na het ander. Kon ik nu maar werken, maar ik ben ziek. Daarbij moet ik tot de knieën door het water als het regent en dat doet 't bijna eiken dag, en als het dan weer iets drooger is, blijft men in de klei steken. Wat er nog van ons groeien moet mag de lieve God weten maar zóó beroerd als nu heb ik er nog nooit ingezeten. Vele van onze reisgenoo- ten zijn naar Bellafesta gegaan om land bouwer te worden, rnaar daar is het zoo heet en daar heerschen kwade koortsen, zoodat het te bezien staat of een van hen er het leven af zal brengen. Anderen Zijn I naar Rojo gegaan om tnaïs te plukken, ■naar wat zal dat geven voor een timmer man of draaier of schoenmaker? Ik ben op een meubelfabriek aangeland, die pas begint; als ik nu maar werken kan, dan is daar werk genoeg en al zijn dan de verdiensten niet dadelijk zoo hoog, ik sta dan toch altijd op het droge en behoef om den regen niet te verzuimen. Moge er na dezen tijd van beproeving een betere voor ons opdagen want zooals wij thans hier zitten is het bedroevend om te zien. Ieder Nederlander zij intusschen gewaar schuwd, niet naar hier te komen, want 'tis een bedriegerij op groote schaal en rooven en stelen, zelfs moorden is hier aan de orde van den dag. De redactie van de Arnh. Ct. voegt hier het volgende bij Wij willen volstrekt de partij niet op vatten van hen, die zoo slecht zoreen voor de landvel huizers, zoowel bij hun overtocht als na hunne aankomst. Wij hebben oprecht medelijden met de slacht offers. Eene zaak echter moeten wij op merken, dat zij die hun land verlaten om in anrlprp cIaoIo^ Aa<n oorw K,- toekomst te zoeken, zich niet moeten voorstellen, dat zij, in een luilekkerland worden verplaatst. Voor alle landverhui zers is de eerste tijd van hun verblijf in den vreemde een tijd van beproeving en tegenspoed, maar talloos zijn de voor heelden, dat zij, volhoudende en hun best doende, hun doel bereiken. Misschien en wij hopen het van harte zullen er later brieven volgen, die geheel anders luiden. De heer P. van Rijn, werktuigkun dige te Nijmegen heeft besloten zijn stoom- rijtuig in het buitenland te doen verloten. Hoewel ongaarne, heeft de uitvinder daartoe moeten overgaan, aangezien hij reeds een aanmerkelijk bedrag (pl. m. f3000) aan zijn kunstwerk ten koste legde en daarvoor tot heden toe geen passende kooper vond. Een onzer correspondenten in het Noord-Brabantsche, die weinig berichten inzendt, vroegen wij in een beleefd schrij ven, of er in zijne woonplaats of in de omstreken volstrekt niets meldenswaar digs voorvalt. Heden ontvingen wij volgend antwoord «Daar UEd. klaagt dat ik geen be lichten zeml, heb ik de eer u te berich ten: dat alhier bijna een groot ongeluk alsof zij zijn krachtigen arm om zich hetn voelt en zijn vioolijk: Vrouw, daar ben ik weeromverneemt. En in dat zelfde oogenblik staat in de baai van Vigo aan de Noordkust van Spanje de eerste officier van het SS, Con rad op het dek bij de fokkeschoot. Met ontbloot hoofd zien bemanning en passagiers naar een in zeildoek genaaid lijk dat cp een plank ligt, met de voeten over de reeling. Het gebruikelijk korte gebed wordt gedaan en plechtig klinkt daarna het: En zoo laten wij dan het stoffelijk over schot van Dirk Huijzer, matroos le klasse, over aan de zee en bevelen zijne ziel in de genade van God Amen Dan: Eén, twee, drie, in Gods naam! en 't lijk zinkt weg in liet onmetelijke graf. Juffrouw Huijzer is weduwe geworden, Jacob, Henkie en Richard hebben geen vader meer en zij weten liet niet. ze zijn allen ter ruste gegaan en vóór hij ging slapen heeft Jaapie nog rnet moeder de handjes gevouwen en gestameld: «Be waar mijn lieve va'tje Onze lieve Heer II. (16 Februari.) Ze had gehoord dat de Conrad Dunge- (11 Februari.) «En als vader weeromkomt gaan we allemaal uit rijën in een koets met levende schimmels er voor, hé Moe?" vraagt een allerliefst vierjarig ventje dat in de kamer, waar juffrouw Huijzer vlijtig zit te wer ken, ronddribbelt. «Ja Jaapie, dat zal 'n pret wezen!" «Komt ie gauw, moe?" «Zeker 1" «Hoe gauw?" «Over 'n dag of wat, neen ventje, ik kan je nu niet op m'n schoot zet ten 'k heb nog te veel te doen voor vader thuis komt." «Moeten we dan nog tweemaal slapen, moe?" Volgaarne nemen wij dit stuk, waarin men zeker de hand van den Heer J. van Maurik Jr. heeft herkend, over en verklaart zich de uitgever be reid, giften voor de Weduwe met hare 3 kinderen in ontvangst te nemen en over te maken. Nu misschien nog een paar nachtjes meer, ventje en dan mag je weer op vaders schouder zitten dat doe je toch zoo graag hè, kleine schelm! Ja! ja! jij weet wat goed, dat je vaders oogappel bent, oolijkert I" 't Kind ziet guitig naar zijn moeder op, zegt in zich zeiven: «levende schimmels en dan luider, terwijl hij aan moeders boezelaar trekt: «Zeg moessie, Henkie en Richard gaan toch ook mee?" „Zeker!" «U ook?" «Natuurlijk «En hoe kleejen we ons an, moe?" «Op z'n Zondagsch kind, en vader doet z'n gouwen en zilveren medalje an." «Die heeft ie van den Koning gekre gen; gaat de Koning ook mee?" «Wel neen kind; hoe kom je erbij?" «En va brengt 'n boel moois mee?" «Dat zul je eens zien kom! laat me nu met rust Jaapie ga daar 'n beetje spelen, maar zachtjes, anders wor den Henk en Richard wakker." De kleine jongen knikt en gaat stil in een hoekje zitten spelen, met een houten paardje, waaraan hij nu en dar. vertelt dat «Va thuiskomt, die lieve Va!" Henkie en Richard, knaapjes van twee en één jaar slapen rustig voort; ze zijn nog te jong om van hun vader te droo- rnen, anders deden zij het zeker, want vader is dol op zijn kinderen en wan neer hij aan wal js speelt hij er meè, evenals zij met hun speelgoed. De moeder werkt vlijtig verder aan het stukje kin dergoed dat zij onder handén heeft. Vóór haar op tafel ligt de laatste brief dien zij van haar man ontving. Ze neemt hem op en herleest de eenvoudige woor den, die zij al zoo dikwijls las. Zij ziet de spel- en taalfouten daarin niet; ze voelt alleen de innig warme liefde die er uit straalt 't verlangen naar vrouw en kinderen dat er uit spreekt. ^Spoedig hoop ik uw weer te zien innig geliefde vrouw, schrijft hij, ik heeft alle dage verlangst naar uw en de kindere morge verlaten wij Genua, nu kan ik gou bij uw zijn. Zoen Henkie en Riesard en vooral Jaapie en wees uwzelf lieve vrouw in geduchte duizentmaal gekust hou Jaapie thuis dat ik hem daadelijk zie als ik kom" enz. Wat houdt hij toch veel van dien jon gendenkt ze in zich zelf en zachtjes zucht ze «Jacob!". 't kind komt naast haar staan; ze kust zijn frissche roode lippen, zijn blond krul lend haar en eensklaps slaat ze harts tochtelijk de armen om hem heen. In gedachten ziet ze plotseling de mannelijke trekken van haar echtgenoot, 't is haar ness was gepasseerd een oud vriend was het mejuffrouw Huijzer komen zeggen; vroolijk had ze geantwoord «Dan kan Dirk overmorgen hier zijn" en nu was het overmorgen; haar hart popelde, ieder oogenblik kon hij voor haar staan. Ze dacht er over om hem met Jaapje van de boot te gaan halen, maar ze kon de andere kleinen nog niet alleen laten ze wist ook niet of de boot er reeds was. Straks zou zij gaan hooren eerst nog gauw den boel aan kant. Alles moet er frisch, vroolijk en prettig uitzien als va der komtdie kinderen inaken altijd zoo'n rommel en daar hoort ze voet stappen op de trap. Een blijde lach vliegt over haar gelaat Zou hij t reeds zijn? Ja! hij is liet zeker; haastig gooit ze haar schort af; nogmaals klinken de voetstappen, nu in 't portaal. Ze ijlt naai de deur maar blijft staan, want van buiten wordt er geklopt. oDat's dwaas" denkt ze, «dat doet liij nooit. Och! 'tzal een grapje van hem zijn hij zit immers altijd vol gekheid, die malle goeie vent." Gauw nog een blik in het kleine spiegeltje, een haastig gladstrijken van 't haar en dan roept ze lachend «Ja, jakomt d'r maar inik weet toch wel wie d'r is gekke ve 't woor be sterft haar op de lippen als de deur lang zaam woidt geopend en zij het. Meeke

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1889 | | pagina 1