NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad UTRECHT EN GELDERLAND. DE GELDK0FFER. No. 27. Woensdag 3 April 1889. Achttiende jaargang. abonnementsprijs: VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. advertentien: BINNENLAND. Feuilleton. 4MERSF00RTSCHE COUBANT. VOOR Per 3 maanden ƒ1.Franco per post door het geheele Rijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever A. M. SLOTHOUWER, Amersfoort. Van 16 regels 0,40 iedere regel meer B Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Volgens bet olHciëelc bulletin blijft de toestand van Z. M. den Koning onveranderd, MoogHlde- zelve gebruikt nog altijd weinig voedsel en mist over bet alge meen de noodige rust. De hei tog van Nassau, opvolger van onzen Koning, als groot-hertog van Luxem burg, heeft zich van Weenen naar Frank fort begeven, om de gebeurtenissen al daar af te wachten. Hij had reeds eene ontmoeting met den Luxemburgschen minister van staat, Eyschen. De hertog blijft in de nabijheid van de Luxemburgsche grenzen, om onmid dellijk het regentschap over het groot hertogdom te aanvaarden in het waar schijnlijk geval, dat het in Nederland wordt ingesteld. Men oppert het plan om te Breda voor Prins Maurits een standbeeld op te richten, omdat het in 1890 driehonderd jaar geleden zal zijn, dat Breda door dien Prins op de Spanjaarden werd veroverd. De heer Willink Ketjen schrijft in de Familiebode o. a. «Gisteren heb ik een verhoor onder gaan bij den rechter-commissarisik was nl., zooals bekend is, beschuldigd in den loop der maand Januari aan den Minister van Koloniën de bedreiging te hebben toegevoegd, het Prinsesje te zullen doo- den. Van al mijne genoemde beschuldigin gen, die open, ridderlijk, tartend werden uitgesproken, heeft men geen notitie ge nomen en stelt nu in plaats daarvan een beschuldiging, zoo geheel in strijd met mijn sinds jaren aangenomen houding tegenover de machthebbers, dat zij reeds daardoor alleen wederlegd moest zijn in het oog van allen, die mijn zaak gevolgd hebben. Bij bovengemeld verhoor was een schrij ven van den heer Keuchenius aan den Minister van Justitie, gedateerd 6 Maart j.l. en hetgeen de aanklacht bevatte, welke tegen rnij is ingebracht. Van dit stuk heb ik geen inzage bekomen, doch las mij de rechter-commissaris enkel het slot der missive voor, waarin o. m. voorkomt, dat ik op de dagen in Januari hij mijn gesprek met den Minister, zóó ziedend was van toorn, dat hij, (Minister) zich de woorden, die ik had uitgesproken, niet juist meer herinnerde. De lezers van mijn Open Brief zullen opgemerkt hebben, dat de minister hier, om mijn gemoedstoestand te karakterisee- ren, hetzelfde woord «ziedend van toorn" gebruikte als ik, alleen met dit onderscheid, dat hij verklaarde niet juist te weten wat ik gezegd heb, terwijl ik ons gesprek in hoofdzaak in meerge- noemden Open Brief heb weergegeven. Het klinkt haast ongelooflijk, dat een Minister een dergelijke zware en onware beschuldiging durft inbrengen, twee maanden nadat dat feit zou plaatsgehad hebben, onder toevoeging eener verkla ring, die de geheele beschuldiging te niet doet. Nog eens dus beroep ik mij op het zoo dikwijls geprezen gezond verstand der Nederlanders en vraag hen niets meer dan hun oordeel te schorsen, tot de rechter in deze zaak zijn uitspraak zal hebben gedaan/' Te Tilburg is weder een geval van pokziekte voorgekomen, thans in het cen trum der stad. Dit is het elfde geval se dert 1 Januari jl. Voor de aanstaande poppenten- toonstelling van het Kinderziekenhuis te Utrecht is, naar wij vernemen, door den heer Begeer, directeur der zilverfabriek aldaar een medaille vervaardigd, waar van één exemplaar in verguld zilver, één in zilver en één in brons aan het dames comité zijn aangeboden om aan de drie fraaiste inzendingen te worden toegekend. Exemplaren in tin zullen op de tertoon stelling voor de bezoekers verkrijgbaar zijn. De teekening van beide zijden der medaille is smaakvol. Omtrent deze tentoonstelling, meldt het U. D. o. a. «Tot opluistering der tentoonstelling zal telijkertij'd een fancy-fair gehouden worden. Door de welwillende belanglooze medewerking van den heer A. J. J. Roos, zal de groote concertzaal van het Ge bouw voor Kunsten en wetenschappen keurig versierd worden. Het orkest wordt herschapen in eene Oostersche theetent, waarin drie theetafels, ieder door drie jonge demes bediend, hel dorstig publiek zullen laven. In de zaal verrijzen kios ken, waar andere jonge meisjes bekers champagne en glaasjes likeur aanbieden. Twee tafels worden gewijd aan den ver koop van bloemen; op eene andere wor den cacao en bonbons opgestapeld terwijl in een ander kraampje boekjes en loten verkocht worden. Eene vischkom, waarin men naar pakjes hengelen kan, zal de vroolijkheid verhoogen, daar het telkens misgrijpen der pakjes ongetwijfeld slof tot lachen zal geven. Langs de wanden der zaal worden de tafels geplaatst waarop de poppen zullen prijken. De meeste poppen dienen als prij zen voor de loterij, eenige andere, van prijsopgaven voorzien, kunnen gekocht worden. Tegen bijzonderen toegangsprijs wordt in een afzonderlijk kraampje eene com- pleete kraamkamer tentoongesteld. Men zal daar de jonggeborenebakei pop op haar kussen zien liggen in eene sierlijke doopjurk. De fraaie wieg zal naast haar prijken, en in en naast het welgevulde kindermandje de keurige luiermand uit gespreid liggen, van elk artikel zijn zes of meer stuks als met toovervingertjes genaaid. Een echt bakertje in kornet en zwart zijden japon zal echte kandeel in miniatuur kopjes schenken. Deze pracht- pop met hare luiermand is reeds voor f 100 verkocht. De tentoonstelling zal 9 April, te 1 uur, geopend zijn, tegen 50 cents entrée. Woensdag d.a.v., vóór 12 uur, zijn de kinderen der verschillende weeshuizen uitgenoodigd." Door directeuren der Vrije Univer siteit te Amsterdam is benoemd tot hoog leeraar bij de godgeleerde faculteit dr. H. Bavinkk, docent aan de Theologische School te Kampen. Men schrijf uit de veenkoloniën aan de Asser Cf.- «Dat thans in deze streken reeds eenige korpsen militairen zijn aangekomen voor en aleer er aanleiding tot rustverstoring is ontstaan, moge eenig opzien verwekken, doch is bij nader inzien velstrekt niet overbodig te achten. De toestand is hier sinds het vorige jaar, toen de werkstakin gen voor het eerst ontstonden, niet wei nig veranderd. Toen zag men daarin het middel om verbetering te brengen in be dorven toestanden, die te diep ingewor teld en door de wet niet te verdrijven waren, waartoe in de eerste plaats de gedwongen winkelneering gerekend moet worden. Toen zag men in, dat het op richten van coöperatieve winkelvereeni- gingen en andere middelen, zoo zij te rechter tijd waren aangewend, voor dit bederf had kunnen behoeden. Bijna overal werden toen de arbeiders in het onrecht hersteld. Doch de verdrukten zijn nu op hunne beurt vermetel gewor den. De sociaal-democraten, die steeds met opruiende taal optreden, zagen hier een gunstig arbeidsveld, en in korten tijd hebben zij er vorderingen gemaakt, waar- door de ontevredenheid dermate is opge wekt, dat velen wellicht te laat het ge not van de eenmaal met eere verdiende penningen zullen betreuren. Want welke middelen er al niet zijn aangewend om het socialisme te doen toenemen en on rust en verzet aan te kweeken in streken, waar langen tijd de meeste eendracht en samenwerking bestond, is ongeëvenaard in deze oorden. Den arbeiders heeft men wijs gemaakt, dat zij, door slechts hun naam te teekenen op een daarvoor aangeboden stuk, gewaarborg zijn tegen broodsgebrek in de dagen waar in liet gereedschap aan splinters geslagen en het veenwerk gestaakt zal zijn. Er wordt van een bond gesproken, die het geld maar voor het grijpen heeft en den langverdruklen arbeider voeden zal, die volhoudt in het verzet. De verveners zullen, door den nood gedrongen, moe ten betalen hetgeen de arbeiders eischen, omdat zij hunne kapitalen daarin hebben belegd, van welks opbrengsten de eigenaren een vet leven en de aibei- ders een ellendig bestaan hebben. Dat dit een en ander, na de veroveringen, die er ten vorigen jare werden gemaakt, tot uitbarstingen moet leiden, is licht te denken. Genoegzame teekenen van toe nemend socialisme zijn in deValther-en Weerdingervenen aanwezig en alleen het met kracht optreden tegen de ontwik kelde volgers van de gewelds-apostelen, die altijd rekenen, dat zij er niets bij verliezen, wel iets bij winnen, kan de onrustige bewegingen, zoo niet altijd ge heel voorkomen, dan toch zeker stuiten in hare vaart." In het café «Ponsen" te Dordrecht werd Zaterdag de jaarlijksche algemeene ver gadering van aandeelhouders der Le' ens- verzekering Mij. «Dordrecht gehouden, onder leiding van mr. H. A. Nebbens Sterling, commissaris-voorzitter. Vertegenwoordigd waren 335 aandeelen waarvoor 57 stemmen konden worden uitgebracht. Uit het verslag van directeuren blijkt, dat de vennootschap zich in toenemenden bloei verheugt. Er werden nieuwe ver zekeringen aangenomen tot een bedrag van ruim 2 millioen kapitaal en f7300. rente, terwijl de zuivere vooruitgang dien van het voorgaand jaar met ruim f400.000.kapitaal en f 4800.rente overtreft. De sterfte en dientengevolge ook de uitkeering bleef belangrijk lager dan verwacht werd en bedroeg voor de afdeeling Levensverzekering 63.9 pet., bedroeg voor de Arbeidersverzekering 95.9 pet. en voor de kinderverzekering 71-69 pet. van de uitkeering volgens de sterftetafel. De premie-reserve, die jaar lijks op dezelfde wijze wordt opgemaakt als de statuten slechts eens in de vijf jaren voorschrijven te doen, en die dooi den wiskundigen comnSissaris wordt na gezien, wijst een lager bedrag aan dan daarvoor aanwezig is, zoodat, indien de maatsch. ook dit jaar van buitengewone rampen verschoond blijft aan het eind van het ingetreden boekjaar, dat tevens een vijf-jarige periode sluit, na voldoende afschrijving op de verschillende hoofden nog eenig extra-dividend zal kunnen uit gekeerd worden De rekening en balans werden ovei- eenkomstig het praeadvies van commis sarissen met algemeene stemmen goed gekeurd en tot uitkeering van een voor- loopig dividend ad 5 pet. over het bedrag der storting besloten. De aftredende commissarissen Jhr. J. G. C. P. VrijtholT en prof. dr. W. Kap- teijn, werden met 53 en 55 van de 57 uitgebrachte stemmen herkozen en aan vaardden de benoeming. Aan het eind der vergadering wenschte de voorzitter nog te releveren dat, gaven ook de uitkomsten van een vorig jaar reden tot tevredenheid, de nu behaalde resultaten deze belangrijk overtroffen hebben. Bewijst dit succes de reden van bestaan der vennootschap, haar toene mende bloei is voorzeker te danken aan den ijver en de toeweiding van directeu ren, aan wien hij hier openlijk hulde brengt voor de wijze, waarop zij de zaak Een ware geschiedenis uit Thüringen, DOOR AKDRÉ HUGO. 51) Inwendig verheugd, willigde Verena zijn voorslag in, daar zij hoopte dat daardoor de droevige gedachten van Ar thur zouden verdwijnen. Haar toilet was spoedig gemaakt, zoo dat Verena na korten tijd eenvoudig, maar zeer smaakvol gekleed, bij Arthur terugkwam, en hem om den hals terwijl zij haar vochtig oog lang en doordrin gend op hem liet rusten, alsof zij zijne gevoelens uit den spiegel van zijn hart wilde l'ezen. Arthur drukte een kus op haar wan gen, maar niet met hetzelfde vuur, als vroeger. En toch bleef zij aan zijn hals hangen en fluisterde zij hem zacht, zeer zacht, iets toe, dat Arthur ternauwernood verstondeenige woorden slechts, die op iederen echtgenoot, die geen hart van steen heeft, nooit hunne werking missen. Na een korten, inwendigen strijd, trok hij zijne vrouw, die hem wegens het hem medegedeelde nu dierbaarder dan ooit zijn moest, tot zich en kuste haar en drukte haar aan zijn hart met zulk eene harts tochtelijke teederheid, dat hij alle andere denkbeelden voor het oogenblik liet va ren. De eerste acte van den Freischutz was geëindigd. Arthur had de loge verlaten. Reeds ving de tweede acte aan, Arthur was nog niet teruggekeerd. Verena's aan dacht werd door de afwezigheid van haar man grootendeels van de opera afgetrok ken. Volgen wij Arthur. In opgewonden stemming liep hij naar huis, om, zooals hij bij zichzelven zeide, door kennisname van den brieven over tuigd te worden, dat ze niets bevatten, wat de eer zijner vrouw kon schaden. Zonder met een woord het dienstmeisje toetespreken, dat hem de deur opende, nam hij haar het licht uit de hand en snelde naai de kamer van zijne vrouw. Zijn hart klopte heftiger, toen hij de deur achter zich had afgesloten en tegen over den kleinen schrijflessenaar van Ve rena stond, welke zulke gewichtige ge heimen bevate. De lessenaar was gesloten. Hij trachtte dien te openen met een zijner kleinere sleutels. Ja!... een daarvan paste in het slot. Arthur had nauwkeurig opgelet in welk hokje zij de brieven had bewaard. Hij opende het en het klein, met roodzijden lint omwonden, pakje lag voor hem. Nog eenmaal deed de stem van zijn beter ik zich hooreneen ijskoude rilling beving hem en het was hem alsof een stem in zijn binnenste hem toeriep: Ar thur, wat wilt gij doen? Zijt gij een man, wanneer gij, zonder uw vrouw te hooren, onbezonnen handelt en met geweld in in haar geheimen tracht te dringen als een dief? In het volgend oogenblik echter waren al die gedachten verdwenen. De nieuws gierigheid, opgewekt doorgeheime influis teringen, verkreeg de bovenhand. Arthur maakte het roodzijden lint, dat het kleine pakje samenhield, los. Zijn handen beefden en zijn polsen sloegen koortsachtig, toen hij het geopende pnket, zonder de brieven in de hand te nemen, weifelend op tafel neerlegde. Het was hem alsof eene ijskoude hand over zijn gloeiend voorhoofd streek om hem tot zich zeiven te brengen. Zoo die brieven afkomstig waren uit haar jeugd, uit den tijd toen hij Verena's hart niet het zijne kon noemen; zoo zij de ontboezemingen van een minnend hart behelsden, zoonls in den dichterlijken tijd der eerste liefde bij zoovele menschen het geval is?.... Daar gleed onder den druk van zijn hand eene photografie uit het pakje, Arthur stond als versteend. Flammarion had gesproken van een vollen zwarten baard en hier had de man, wiens beeld hij voor zich zag, ook niet zulk een baard? Arthur moest zich nederzetten zoo was hij geschokt. Den eenen brief na den anderen nam hij van den hoop af en las ze een voor een door. Toen hij den laat- sten had weggelegd en in den spiegel bover. Verena's schrijftafel zijn ontsteld en doodsbleek gelaat aanschouwde, slaakte hij een diepen zucht. Daarop hield hij zijn beide handen voor 't gezicht en dacht na over het schrikkelijke dat hij daareven in de brieven had gelezen. Dat was zeker het ergste verraad, ooit aan een mannenhart gepleegd. Al die vriendelijkheid, al die opofferende liefde, dat alles, wat hem zoo sterk aan de vrouw zijner keuze geketend had, was veinzerij, koel overleg geweest om hem, den echtgenoot, te misleiden. Arthur verviel in een staat van doffe besluiteloosheid. Dus had die gelukzaligheid, die hem was te beurt gevallen, hem geheel en al met blindheid geslagen ten opzichte van die arglistige, huichelachtige vrouw. Ach ter zijn rug, «wanneer hij op zijn bureau bezig was te arbeiden," zooals uit de met een W. onderteekende brieven bleek, hadden dan de geheime samenkomsten plaats gehad!... «Met voorkomenheid, vriendelijkheid en lieftalligheid, wiegt men het best een der brieven. Dat was dus die hartelijkheid, vriendelijkheid en lief talligheid van haar geweest. En al die brieven waren deels uit den tijd vóór zijn huwelijk, grootendeels echter dagtee- kenden zij uit den korten tijd sinds hij getrouwd was. Het hevig kloppen en branden van zijn hoofd nam eensklaps dermate toe, dat Arthur opsprong en zijne beide handen tegen zijn gloeiend voorhoofd drukte. Hij wierp de brieven ongeordend in den les senaar, bleef nog een oogenblik staren naar de photographie, maar hoeveel moeite hij zich gaf, hij kon daarin geen gelijkenis vinden met den eens dooi Ve rena met «William" aangesproken man of met een zijner andere bekenden. Daarop zette hij zijn hoed op en snelde, na den schrijflessenaar te hebben afgesloten, naar buiten in de vrije lucht, waar de sterren in altoosdurende pracht fonkelden. Hij wist niet hoe hij naar den schouwburg kwam, zoo waren zijne gedachten ver ward, en zoo pijnlijk waren de gevoelens

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1889 | | pagina 1