miEUWE Nieuws- en Advertentieblad UTRECHT EN GELDERLAND. DE GELDK0FFER. No. 30. Zaterdag 13 April 1889. Achttiende jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. De vrijheid bedreigd? BINNENLAND. Feuilleton. 1SF001TSCIE COURANT. VOOR fgaamaa abonnementsprijs: Per S maanden ƒ1.Franco per post door het geheele Kijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken en berichten intezcnden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever A. M. SLOTHOUWER, Amersfoort. Van advertentien: 16 regels 0,40 iedere regel meer 5 Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend, Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Sommige bladen vinden het heel erg, dat de gemeenteraad van Leiden met algemeene stemmen op één na het voorstel aannam van Burgemees ter en Wethouders, om in de politie verordening deze bepaling te brengen »Het is verboden geschreven of gedrukte stukken, niet uitsluitend handelsberichten of bekendmakingen van verkoopingen of verhuringen be vattende, zonder vergunning van den Burgemeester, in het openbaar te venten, te verspreiden of te koop aan te bieden.-' Men is er verbaasd over, dat liberale mannen tot zoodanigen maatregel hebben kunnen besluiten, alleen omdat het luidkeels uitventen van zeker blad dat onder een rnooien naam een allesbehalve mooien in houd aanbiedt, een deel der bevol king zoo weinig naar den zin was, dat het op een hoogst ongepaste manier zijn ergenis daarover aan den dag legde. \Vij begrijpen van die verbazing bitter weinig. Ja, zeggen de voorstanders van hetgeen zij onbeperkte vrijheid van courantendebiet noemen, maar zoo kan de openbare verkoop van elk blad wel verboden worden, welks inhoud niet naar den zin van de meerderheid in een gemeenteraad is. Dergelijke gevolgtrekkingen maakt men weieens meer, en kent ze dan een groote bewijskracht toe. Doch bij zulke redeneeringen vallen gewoon lijk de beweeggronden weg, waarop alles aankomt. Vooreerst is in ons land de ver koop van bladen op straat geen on misbare bestaansvoorwaarde. Die ver koop is nog tamelijk beperkt. Een verbod kan dus aan bet debiet weinig nadeel toebrengen; de post. biedteen ruime gelegenheid tot verspreiding aan, en. bovendien staan nog allerlei andere middelen ter beschikking van hen die een courant willen bezorgen aan degenen die er van gediend zijn. Ton tweede zijn er in Nederland zeer weinig bladen, die den naam van schotschrift verdienen die bonen wat ons dierbaar is, die haat stoken tusschen burgers, die tot binnenland- schen oorlog aanzetten. De openbare aanbieding van bedoelde courant iiad niet plaats met het doel, om een groot getal exemplaren aan den man te brengen, want men wist vooruit, dat dit doel niet werd bereikt, daar de koopers heel gemakkelijk te tellen waren. Neen, het eenig streven was, opschudding te verwekken, de open bare meeningte tarten. Datdie meening zich op verschillende wijze uitte, hangt samen met het verschil in be schaving tusschen de klassen der bur gerij de meer ontwikkelde nam van het rondventen geen notitie, maar ruwere lui vonden beter, op luidruch tige en soms handtastelijke wijze te doen zien, dat het niet beviel. Men behoeft dat juist niet goed te keu ren, om voor het verzet der menigte verschoonende omstandigheden te vin den. Het bestuur eener gemeente is ver antwoordelijk voor de handhaving der rust. Bij wanordelijkheden moe ten zij het dikwijls ontgelden, die met het gerezen geschil niets te ma ken hebben, en zijn eenmaal de volks hartstochten opgewekt, dan weet men niet hoe ver de ongeregeldheden gaan kunnen. Het is gemakkelijk gezegd, dat de Overheid dan maar gewapen derhand moet optreden om de par tijen te scheideneen botsing heeft menigmaal zulke betreurenswaardige gevolgen voor hen die er aan deel nemen, dat preventieve maatregelen verreweg de voorkeur verdienen. Dat kan het best geschieden, door de aan leiding weg te nemen. Het is niets meer dan „principiën- reiterei", wanneer men bij dergelijke quaesties de vrijheid" in het debat brengt. Vrij te zijn is een heerlijk ding, wanneer men zich de vrijheid waardig maakt, en haar niet aan wendt om kwaad te doen. En het is kwaad, oproerige ge schriften langs de straten uit te gal men. Men speelt met vuur, zonder te denken aan de verwoestingen die het aanricht, of, zoo men er aan denkt, alleen om er zich bij voor baat in te verheugen. Wie de vrijheid wezenlijk iief heeft, en haar als een kostbaar goed van den Nederlandschen staatsburger waardeert, moet eischen, dat zij de perken der orde niet overschrijdt. Want juist waar dit geschiedt, wordt zij het ernstigst bedreigd. Wij ver heugen ons in het recht eener open hartige critiek over zaken van pu bliek belang; nergens wellicht kan men, mits de grenzen der betame lijkheid in acht nemende, zooveel zeggen en sshrijven als hier te lande. Wij achten het van het uiterst be lang dat dit altijd zoo blijven moge; daartoe is het noodig. dat de pers zich strenge eischen stelle. Beleedigende geschriften althans van de straat te weren, is de plicht van hen, die met de handhaving der orde zijn belastverzuimen zij dit, dan ontstaat gevaar dat lieden, die een straatrumoer een aangename af wisseling vinden, zelf de handen uit de mouwen steken om wat zij niet verlangen, te weren. Dat mag in geen geval. Het doen van eigen recht" kan in geen geregelde maatschappij worden geduld. Men zegt verder: Waarom niet liever een strafrechterlijke vervolging ingesteld tegen het bedoelde blad, indien dan de inhoud van dien aard is, dat hij de verontwaardiging wekt van het meerendeel der burgerij, zoo niet van allen? Vooreerst is dit niet de zaak van het gemeentebestuur, maar van het Staatsgezag, ot van de rechts-colleges in de gemeente waar het blad ver schijnt. De burgemeester zorgt al leen voor datgene, waarvoor hij ver antwoordelijk is, namelijk de open bare rust binnen het ressort van zijn bevoegdheid als hoofd van politie. Maar er is nog iets. Zij, die hun pen misbruiken tot het neerschrijven van volzinnen, waarvan ieder de kwet sende beteekenis terstond gevoelt, zorgen doorgaans wel zulke dubbel zinnige uitdrukkingen en toespelingen te bezigen, dat het moeielijk is hun een proces aan te doendat is een soort van slimheid, waartoe zeker ta lent noodig is, hetwelk wij hun niet benijden, oindat de vruchten van die handigheid" van geringe qualiteit zijn. Rond en open zeggen wat men meent, dat durft men niet; men houdt een achterdeurtje open, om desnoods te kunnen zeggen dat er heel iets anders is bedoeld dan wat er uit ge lezen wordt. Dat de maatregel, te Leiden in navolging van enkele andere gemeen ten genomen, ooit tot gevolg zal heb ben dat de openbare verkoop van bladen, die in gewone taal gewone zaken van algemeen belang hespre ken, wordt tegengehouden, zoo men dien verlangt, daarvoor behoeft men zich niet ongerust te maken. Neder- landsche wetgevers en bestuurders weten zeer goed waar de grenzen liggen tusschen een gepast gebruik en roekeloos misbruik van de vrij heid. De algemeene toestand van Z. M. den Koning schijnt werkelijk in de laatste dagen aanmerkelijk verbeterd, zoowel volgens officieele als niet-officieele berichten. De staat van onrust is veel minder, dikwijls dan vroeger, en duar- door is de slaap veel rustiger en ver kwikkender. De krachten nemen echter nog niet toe, wegens het weinig voedsel- verbruik. Men schrijft aan de Haarl. Ct. uit 's-Gravenhage Sedert en naarmate bij den Raad van State, waarnemende het koninklijk gezag, van het Kabinet des Konings de sedert Febr. 1.1. onafgedane regeeringszaken in j komen, is dat college dagelijks, uitgeno men den Zondag, veelal van elf tot vijf uren, zoowel in de afdeelingen als in den vollen raad met de afdoening dier zaken bezig. Dat daarbij de noodige voortvarend heid wordt in acht genomen, getuigt reeds aanvankelijk de Staats-courant der laatste dagen gezwegen van de vele zaken, die uit haren aard niet, of eerst later daarin worden afgekondigd. Diepene, welke eerlang tot het Regent schap zal worden geroepen, zal door de voorafgaande opruiming van dien aan zienlijken achterstand van zaken, belang rijk worden tegemoetgekomen in het ver vullen eener taak. welke anders wellicht te zwaar zou blijken te zijn. Evenals bij de vorige internationale tentoonstelling, zal ook bij de aanstaande het symphonie-orehest van hel Paleis van Volksvlijt, onder leiding van den heer J. M. Coenen op het terrein der tentoon stelling te Parijs gedurende de maand Mei concerten geven. Op 1 September e. k. kunnen bij de Rijkskweekscholen voor onderwijzers te 's Hertogenbosch, Haarlem, Middelburg, Deventer Groningen en Maastricht kwee- kelingen worden geplaatst. Zij moeten zelf in de kosten van huis vesting en verpleging voorzien. Onder wijs, boeken en leermiddelen worden hun van rijkswege kosteloos verstrekt. Zij, die voor plaatsing in aanmerking willen komen, moeten zich Yoor 15 Mei e. k. aanmelden bij den directeur der kweekschool, die zij wenschen te bezoe ken. Steunt een bericht van de Times op waarheid, zoo zou de Engelscbe regee ring het Lagerhuis aankondigen, dat zij het besluit intrekt, waarbij levende Hol- landsche runderen en schapen met Juni weder in Engeland zullen toegelaten wor den. Treuriger tijding zou er zeker voor onze veehouders moeielijk te bedenken zijn. Onze landgenoot, de heer Oor, beeldhouwer te Roermond, heeft den eersten prijs behaald bij den wedstrijd te Hannover, uitgeschreven voor een gotisch altaar in de kerk van Onze Lieve Vrouw, gesticht door den heer Windt- horst en waarvoor de Paus 50.000 fr. heeft gescnonken. Een ware geschiedenis uit Thüringen, DOOR AXDRÉ HUGO. 54) Ook het gerecht kon alleen de fei ten constateeren. Zoo verliepen er eenige dagen. De oude Falkening, had intusschen van zijn getrouwen knecht de mededeeling ont vangen dat, Verena's lijk volgens zijn wensch in een looden kist in het fami liegraf te Brwas bijgezet, zonder dat het deksel van die kist was vastge schroefd. Dit was namelijk een gebruik door de gestorven gade van Falkening ingevoerd toen tij haar eerste lieveling aan de enge wanden van de doodkist moest toever trouwen om niet de mogelijkheid te ver liezen met het stoffelijk overschot der afgestorvenen in gemeenschap te blij ven. Ook bij haar eigen dood had zij op de nakoming van dit gebruik aange drongen, zoodat de oude man, om den zonderlingen wensch van zijne gade op- tevolgen, bevolen had, ook dit gebruik in acht te namen bij de begrafenis van Verena. In Arthur's toestand was langzamer hand eene verandering gekomen. De ver warde beelden hadden opgehoudenin hun plaats was een dof gepeins getreden en Arthur had nog geen poging gedaan om zelfs een enkel woord metzijn vader te wisselen. Deze toestand had reeds een aantal dagen geduurd, toen Arthur plot seling begon te spreken. Waar is Verena? »vroeg hij kortaf na zijn ontwaken een der volgende dagen met zwakke, matte stem aan zijn vader. »Zij is weggevoerd 1" antwoordde de oude man. >Verena weggevoerd? Is dat waar, vader?" »Waarom zou ik u misleiden?" nis dan slechts alles een booze droom geweest «Zeker Arthur 1" Arthur wendde het hoofd naar den'an deren kant. Een oogenblik heerschte er stilzwijgen. »Neen, neenl" riep hij toen plotseling uit; ïGij wilt mij de waarheid verber gen ik heb niet gedroomd Verena de ontrouwe, is dood gestorven door de hand eens bedrzijn rechterhand bedekte krampachtig zijn hart en hij zonk achterover in de kussens. vWeet gij, vader, wie mij gestoken heeft?" ïOch, spreek daar niet over. Gij windt u onnoodig op!" «Weet gij het niet, vader?" »Ja, de moordenaar!" >Men is hem op het spoor 1" »Wie is het dan?" «Een ontvluchte gevangene?" herhaalde Arthur; dus heeft men geen vermoe den op op De oude man moest al zijn krachten inspannen om de hevige onrust in zijn binnenste, door die woorden te weeg ge bracht, zijn zoon niet te toonen. vArthur, ik smeek u, zwijg; gij zijt nog te zwak, om u zoo optewindenl" Arthur zweeg een poos, toen krabde hij heftig met den wijsvinger op het mid den van zijn voorhoofd. >Ziet gij hier op deze plaats niets?" vroeg hij zijn vader, naar het voorhoofd wijzende. nik zie niets, Arthur 1" »Maar men moet toch zien vNeen 1" jO, het brand als vuur als vuurder hel en vader Arthur greep krampachtig de arm zijns vaders! vvader het is toch slechts een kus maar de kus van den doode, van eene vermoorde .1" De oude man beefdehet vreeselijk vermoeden klom tot waarheid, tot vol komen waarheid. Hij boog zijn gelaat in de handen en weende. Op Aithur maakte dit den wonder baarsten indruk, want eenige oogenblik- ken zag hij zijn vader ontzet aan, maar legde zich toen neder in de kussens en voelde afwisselend zijn voorhoofd met zijn wijsvinger of drukte de saamgevouwen handen op het voorhoofd. De oude Falkening had sedert lang niet geweend. Des te overvloediger vloeiden nu de tranen, nu de eene ramp na de andere volgde die zijn moed, zijn ver trouwen deden wankelen. Zijn smart kende geene grenzen meer, nu hij de overtuiging had hekregen van des dokters vermoeden, dat Arthur krankzinnig was. Zonder zoon, zonder dochter, zonder lief hebbende gade, zonder een vriend ter we reld, dat was zijn lot; geen hart sloeg voor hem geen oog weende met hem geen ziel treurde met hem mede. En dat alles drukte hem nog meer nu hij de gedachte niet kon afweren dat al die slagen van het noodlot de welver diende straf waren voor een misdrijf, lang, zeer lang geleden door hem begaan. XXII. Eene mededeeling. Weder was een week voorbijgegaan. Arthur's lichamelijke genezing nam dag aan dag toe. De wonden waren niet doo- delijk geweest, daar het staal op een hard voorwerp in de jas, door Ar thur in dien akeligen nacht gedragen, was afgestooten en aldus een lichte wond had veroor zaakt. Erger was de toestand van Arthur's geest. Het vaste denkbeeld, eene pijnlijke plaats op het voorhoofd te hebben vei ontruste hem onophoudelijk. Telkens vroeg hij zijn vader ot deze de wond niet zag, en als deze ontkennend antwoordde, schudde de zoon het hoofd, alsof hij zulk een antwoord niet begreep. Het voorhoofd droeg alleen een roode plek, tengevolge van het voortdurend wrijven er tegen. Even dikwijls raad pleegde Arthur den spiegel. En den overigen tijd bracht de ongelukkige door in den leuningstoel aan het venster, zon der eenige aandacht te schenken aan het geen er rondom hem heen voorviel. Se dert de twee laatste dagen had hij zelfs opgehouden de gewone vragen aan zijn vader te doen en al de pogingen van den laatste om zijn zoon aan 't spreken te brengen, waren ijdel geweest. Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1889 | | pagina 1