NIEUWE
Nieuws* en Advertentieblad
ÖE ERFGOEDBEÏITTER
UTRECHT EN GELDERLAND.
No. 63.
Woensdag 7 Augustus 1889.
Achttiende jaargang.
abonnementsprijs:
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
advertentien:
BINNENLAND.
Feuilleton.
AMERSFOOHTSCHE COURANT.
VOOR
Eer 3 maanden 1.Franco per post door het geheele Kijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever A. M. SLOTHOUWER, Amersfoort.
Van 16 regels 0,40 iedere regel meer 5 Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Van de viering van den verjaar
dag van H. M. de Koningin meldt men
uit Apeldoorn.
H. M. ontving Vrijdag middag ten 2
ure in tegenwoordigheid der prinses mr.
J. A. van Hasselt, burgemeester der ge
meente Apeldoorn, in audiëntie, ter aan
bieding van het gelukwenschings-adi es
der ingezetenen.
De burgemeester was in ambtsgewaad.
Na H. M. in gepaste bewoordingen
de hulde der ingezetenen te hebben over
gebracht, overhandigde de heer van Has
selt het keurig bewerkte en gebonden
album aan H. M., welke dit aannam en
inzag. H. M. betuigde den burgemeester
hoogst gevoelig te zijn voor deze hulde,
en droeg Z. E. A. op, den ingezetenen
Hds. oprechten dank te betuigen voor
dit bewijs van belangstelling.
De matinee was druk bezocht; ten 3
ure passeerde H. M. de Koningin met het
prinsesje in open rijtuig het terrein, waar
de matinée gegeven werd.
Ook het concert had een zeer druk be
zoek, ook door velen van elders. De mu
ziek voldeed uitstekend, zoowel 's morgens
als 's avonds. Het vuurwerk, dat voor het
paleis werd ontstoken, was prachtig en
deed den vervaardiger, de firma Ruijsch,
alle eer aan.
HH. MM. en de prinses, benevens de
kinderen, die dien avond bij de prinses
genoodigd waren, zagen allen uit het'pa-
leis het schitterend schouwspel aan, dat van
daar vooral schoon moet geweest zijn,
als de groote massa menschen nu en
dan door verschillend gekleurd bengaalsch
vuur verlicht werd.
H. M. de Koningin heeft van haren
gemaal op haar verjaarfeest een met twee
prachtige Hongaarsche goudvossen bespan
nen rijtuig ten geschenke ontvangen.
H. K. H. Prinses Sophie van Sak
sen Weimar heeft aan de commissie voor
de noodlijdenden op Curacao f500 geschon
ken en prins Albert van Pruisen /ÏOOO.
Met de verbouwing en de daardoor
te verwachten verbetering van het gerechts
hof te Amsterdam zal, volgens de Amst. Ct.,
nu spoedig in werkelijkheid aangevangen
worden. Bij de a. s. begrooting van justitie
zal de voordracht inkomen. Men berekent,
dat voor den geheelen verbouw en het
plaatsen van een gebouw voor de ver
schillende kantongerechten, op een ter
rein nabij de cellulaire gevangenis, te
zamen vijf ton gouds zal worden uitge
trokken.
Uit de handelingen van den genees
kundigen raad voor Gelderland blijkt dat
de meisjes, werkzaam in de lucifers-fa
briek te Apeldoorn, des nachts een onder
komen vinden in eene schuur, waar haar
eene legerstede wordt verstrekt tegen 10
cent per week. Die som is niet hoog,
maar de legersteden zijn er mede in ver
houding. De schuur is 5 meter lang en
4.60 meter breed. Daarin zijn twee bed
steden en negen houten kribben.
Thans slapen daarin 28, in den afge-
loopen winter sliepen er 36 meisjes. In
het laatste geval bevatten acht slaapplaat
sen drie en drie vier meisjes. Thans
liggen in zes slaapplaatsen drie en in
vijf twee meisjes.
Is het niet, zegt de Arnlx. Ct., of de
meisjes worden beschouwd als lucifers,
waarvan ook de doosjes gevuld worden
tot er geen meer bij kan?
Zondag werd in Breda de 2de al-
gemeene vergadering gehouden van den
Neder!. Bond van Oud-Onderofficieren,
onder voorzitterschap van den heer J. B.
Meere.
Breda met zijn groot garnizoen, waar
tusschen militairen en burgers de beste
harmonie heerscht, had er zich een feest
van gemaakt, om de oud-onderofficieren
feestelijk te ontvangen.
Uit talrijke huizen wapperde de drie
kleur.
De vereeniging van actief dienende on
derofficieren met haar voorzitter, den adj.-
onderof. de Groot, en haar eere voorzit
ter, den kapt.-adj. Hardenberg, bevonden
zich aan het station om de verschillende
afdeelingen te ontvangen, waarbij zich
een deputatie van den Belgischen Bond
had aangesloten en zich ook eenige on
derofficieren van het Belgische leger be
vonden.
Na aankomst van de verschillende af
deelingen, werd een optocht geformeerd
met de verschillende vaandels en trok
men, begeleid door de muziek van het
6e reg. infanterie en Breda's muziekkorps
«Vlijt en Volharding," door de stad naar
het vergaderlokaal in het Hotel Hof van
Holland.
Daar had een hartelijke verwelkoming
plaats en werden de meest warme toe
spraken gehouden, getuigende van instem
ming met het doel van den Bond om den
muur, tusschen leger en burgers opge
trokken, omver te halen.
Tusschen de oud- en actief dienende
onderofficieren en de Hollandsche en Bel
gische broeders werden de vriendschaps
banden nauwer toegehaald of nieuwe ge
vlochten.
Vooral de woorden van verbroedering
tusschen Noord en Zuid lokte, ondanks
de warmte in de propvolle zaal, de meest
geestdriftvolle toejuichingen uit.
Nog voorde vergadering werd geopend,
werd een afdeeling Breda van den Bond
gesticht.
Uit het verslag van den algemeenen
secretaris, den heer J. L. A. Issels te
Utrecht, bleek, dat de Bond in bloeienden
toestand verkeerde.
Afdeelingen zijn thans gevestigd te
Amsterdam, 's-Hage, Delft, Leiden, Rot
terdam, Haarlem, Nijmegen, Utrecht,
Arnhem, 's-Bosch en Breda.
Het aantal leden bedroeg op 15 Juli jl.
436 leden, 243 militaire donateurs, 232
burger-donateurs, 39 dames donatrices en
26 beschermers.
Het verslag maakte met genoegen
melding van de kameraadschappelijke ver
houding van de leden onderling en werd
besloten met een «leve de Koning! leve
het vaderland!" waarmede de aanwezi
gen van harte instemden.
Ofschoon de commissie tot nazien van
de rekening en verantwoording over het
jaar 1888, adviseerde die rekening nog
niet goed te keuren, omdat daarvoor de
noodige inlichtingen ontbraken, werd op
voorstel van den Amsterdamschen afge
vaardigde gehoord den penningmeester,
die rekening goedgekeurd.
Een statuten-wijziging werd uitgesteld
tot een volgend jaar.
De heeren J. B. Meere en J. G. A. Sa-
raber werden als hoofdbestuurders her
benoemd de waarnemende algemeene
secretaris I. L. A. Issels in die betrekking
gehandhaafd en de heer I. M. de Groot,
te Utrecht, lot lid van het hoofdbestuur
gekozen.
Na sluiting der vergadering, werd in
het locaal een diner gehouden, waaraan
een 150 personen, ook eenige dames,
deelnamen.
Alvorens de sluizen der welsprekend
heid weder werden opengezet door den
voorzitter, wat veel van het diner moest
goedmaken, kreeg de heer Khiel, uit
's-Hage, het woord, orn op welsprekende
wijze hulde te brengen aan de nagedach
tenis van de in Atjeh gesneuvelde krijgs
makkers. Met een zwjjgend opstaan werd
met deze hulde ingestemd.
Na afloop van het diner, werd op het
a la giomo verlichte Valkenberg den gas
ten een concert aangeboden van de Bre-
dasche schutterij, onder leiding van den
heer Kriens, maakten de generaal en
verdere hoofdofficieren van het garnizoen
hun opwachting bij de oud-onderofficieren
en bracht men een gezelligen avond door.
Maandag bracht men een bezoek aan
de fraaie omstreken van Breda en aan
verschillende militaire inrichtingen.
Over de joviale en kameraadschappe
lijke ontvangst, zoowel van de zijde van
het garnizoen als van de burgerij, was
bij de oud-onderofficieren maar éen roep
evenals bij de Belgische broeders.
Te beginnen met het jaar 1890
zullen de rechten wegens verkoop van
sterken drank in 't klein in een aantal
gemeenten een belangrijke verhooging
ondergaan. Volgens het derde lid van
art. 6 der drankwet en de gemeentelij
ke verordeningen op de opheffing mag
de belasting van 1 Mei 1890 tot 30 April
1895 niet minder bedragen dan f20 voor
elke localiteit, terwijl thans, sedert 1885
met een minimum van f 15 kon worden
volstaan.
Enkele gemeentekassen zullen misschien
bierdoor worden gebaat. De mogelijkheid
bestaat echter, dat eenige kleine kroegen
te niet gaan. In deze maand hebben de
gemeentebesturen te beslissen, welke ra
ming in de begrooting den Raad behoort
te worden aangeboden.
Te 's-Hage ontvangen officieele be
richten uit Atjeh melden, dat in den nacht
van 25 Juli Kotta Pohama (een onzer
uiterste forten) ernstig rnet kanonvuur
door Atjehers is beschoten.
Onze troepen zijn 26 Juli uitgerukt tot
vernieling van het vijandelijk geschut.
Een kanon werd vernield, de overige
vuurmonden zijn door den vijand wegge
voerd. Wij namen de versterking in Tjade
Kedioeroean waar de vijand hardnekkig
stand hield, en vonden ongeveer 30 lij
ken. Onzerzijds sneuvelden de kapitein
van den generalen staf W. T. N. von
Geusau, 1. luit. infanterie Fr. J. T. Veer
man, 1. luit genie N. N. Hageman en
18 minderen, terwijl gewond werden 4
officieren en 87 minderen.
Het gedrag onzer troepen was schitte
rend.
Het Vad. deelt omtrent dit telegram
mede, dat het reeds Vrijdagmorgen bij
het Departement van Koloniën ontvangen
werd. Om de feestvreugde ter gelegen
heid van den verjaardag der Koningin
niet te verstoren, maar tevens om voor
af de hier te lande woonachtige betrek
kingen van de in het telegram als gesneu
veld opgegeven officieren van het treurig
feit in kennis te stellen, schortte de Mi
nister van Koloniën de publiekmaking
tot zaterdagavond op.
Kotta Pohama ligt aan de uiterste
noordelijke grens van AtjehTjade Ked-
joeroean ligt er schuin tegenover, door
een breed moeras daarvan gescheiden,
en is door kreupelhout gedekt. Daardoor
alleen laat het zich verklaren, dat men
te Kotta Pohama van de toebereidselen
totden vijandelijken aanval niets heeft ge
merkt. Overigens verneemt het Vaddat
naar 't gevoelen der Regeering de alge
meene toestand van Atjeh, ofschoon on
verwacht door dezen uitval verstoord, steeds
bevredigender wordt, zoodat de Minister
van Koloniën zich vleit, eerlang aan de Sta-
ten-Generaal de noodige voorstellen te
kunnen doen, om tot eene volledige paci
ficatie te geraken.
In den ouderdom van 84 jaren is
den 27 Juli te Voorchoten overleden de
heer J. B. Telar van Elven, de gunstig
bekende in de schilderswereld.
Aan het departement van binnen-
landsche zaken is men, volgens den Haag-
schen kroniekschrijver der N. Gr. Ct.,
gereed met een voordracht tot splitsing
der meervoudige in enkele kiesdistricten.
Dit ontwerp gaat nu dezer dagen naar
den Raad van State en zal onder de
eerste voorstellen behooren, die in de
zitting 1889—90 zullen worden ingediend.
De eerstvolgende vergadering van
EEN VERHAAL
DOOR
GÜSTAAF MEKITit.
15) Hij had daar een poosje gezeten met
gesloten oogen geheel aan zijn gedachten
overgegeven, toen, eene vrouwelijke enge
lengedaante, door een stralenden licht
glans omgeven, waarin hij het beeld
van Bertha herkende, hem voorbij
zweefde. De bladeren en stengels der
planten ruischten, als door den adem
van een zefir bewogen, en bogen zich
groetend lot elkander over de bloemen-
kelken en knoppen knikten en verspreid
den de zoetste geuren in 'trond. En
boven het hoofd van Hans hief een nach
tegaal zijn lied aan en schitterende glim
wormen wemelden tusschen 't groen. Ver
gezeld van Pauline trad Bertha het tuin
huis binnen.
»0, heerlijk!" riep Bertha uit. nik zou
hier wel den nacht willen doorbrengen
tusschen die zoete bedwelmende geuren."
»Dat ben ik geheel met u eens," ant
woordde Pauline, »maar ge ontwijkt al
door mij te antwoorden. Ik zeide u daar
zoo even, dat ge uw spel met den armen,
verliefden Hans te ver drijft, 't Is toch
wreed iemand die 't goed met u voorheeft
met hoop te vleien, die ge ch niet van
plan zijt te vervullen. Ik 6 u, Bertha,
dat als ge niet ophoudt met uw valsch
spel, ik onzen neef daarvoor zal waar
schuwen."
»Wat doe ik dan dat u zoo tegen mij
doet uitvaren, Pauline?" antwoordde
Bcrtha. »Heb ik Hans al met een enkel
woord hoop gegeven, dat ik liefde voor
hem gevoel? Als hij zich daarmede vleit
is 't zijn eigen schuld, niet de mijne,
't Geeft mij eenige afwisseling in ons een
tonig buitenleven, in zulk een steenen
beeld leven te hebben gebracht en een
hart sneller te doen kloppen, dat in den
beginne zoo hard en zoo koud als marmer
was. Hans is een vlinder, die zich gemak
kelijk door mij liet vangen en dien ik,
nadat ik hem voor een poosje tusschen
mijn vingers heb laten spartelen, weer
laat wegvliegen."
«Nadat hij tusschen uw vingers het
onherstelbare sieraad van zijn heerlijke
kleurenpracht heeft verloren," merkte
Pauline aan. »En denkt ge er niet aan,
dat uw coquetterie jegens Hans de jaloezie
van uw aangebeden Arno eindelijk moet
opwekken?"
«Des te beter!" lachte Bertha. »IJver-
zucht is onafscheidelijk van liefde, ja zij
vermeerdert die nog. Wellicht wordt Arno
daardoor spoediger tot eene beslissende
verklaring genoopt, waarop ik al zoo lang
heb gewacht."
Het zal niet moeielijk vallen zich een
denkbeeld te maken van de gevoelens,
die het binnenste van den luisteraar be
stormden. Hij voelde hoe iedere droppel
bloed uit zijn gelaat verdween, hij voelde
eene ijzige koude door al zijn aderen
een onbeschrijfelijke afkeer voor zulk eene
huichelarij, die met de heiligste gevoelens
den spot dreef, rees in hem op; ja als
hij op dat oogenblik in staat was geweest
te spreken, zou hij zich tegenover zulk
een valschheid niet hebben kunnen in
houden. Langzamerhand verkeerde zijn
woede echter in diepen weemoed, dat in
zulk een bekoorlijk lichaam zulk een ver
dorven ziel kon wonen. Eensklaps ver
dween de schoone Bertha voor zijn ver
beelding, en de leelijke met de toege
knepen oogen, den spotachtig afhangen
den mond en den misvormden haarkogel
stond hem voor den geest.
Nadat de beide meisjes het tuinhuis
padden verlaten, waggelde ook Hans als
een beschonkene naar buiten. Een menigte
plannen doorkruisten zijn brein in den
slapeloos doorgebrachten nacht. In 't eerst
wilde hij onmiddellijk zijn betrekking
opgeven en Durrenstein verlaten. Daar
tegen verzette zich echter de gedachte
dat dan al zijn werk, waaraan hij zoo
veel moeite en zorg had besteed, vergeefs
zou zijn geweest, dat hij de daarvan te
verwachten vruchten niet zien noch ge
nieten zou, en dat hij ook door het op
geven van eene gedurig winstgevender
betrekking niet alleen zich zeiven, maar
ook zijn vader in groote verlegenheid
brengen zou. Daarbij kwam nog het me
delijden met den braven Willner en zijn
bruid. De ontrouwe en bedriegelijke
bedienden van zijn oom waren gedeelte
lijk door Hans weggezonden, gedeeltelijk
van zelf weggegaan, nadat zij hadden in
gezien, dat hun boekhouder en de huis
houdster voor goed gedaan hadden, in
wier plaats Hans Willner en zijn meisje
wilde aanstellen, en wel dadelijk na hun
reeds vastgesteld huwelijk. Een ander
plan was Bertha te vertellen dat hij haar
gesprek in het tuinhuis had afgeluisterd
en haar daarom de diepste minachting
te betoonen. Dan weer besloot hij zich
op Bertha te wreken, door zijn vriend
Arno voor haar valschheid en slecht ka
rakter te waarschuwen en hem de moge
lijkheid voor oogen te houden, dat ook
hem eens eene dergelijke lage behande
ling kon wedervaren. Over deze en der
gelijke besluiten zegevierde eindelijk de
eerlijkheid van Hans, en deze bleef ten
laatste bij het alleen juiste en beste
voornemen om zijn leed te verzetten door
zich met verdubbelden ijver aan zijn za
ken te wijden en in aanhoudende werk
zaamheid zijn hartzeer te vergeten. Met
dit voornemen bezield stond Hans den
volgenden morgen op en ging onmiddelijlt
tot de uitvoering daarvan over.
Bertha was niet weinig verbaasd we
gens de in 't oog loopende verandering
in de houding van haar neef tegenover
haar wel is waar was hij beleefd, maar
kalm en afgemeten en verried niet het
minste spoor van innerlijk gevoel. Zij
vleide zich dat die verandering het gevolg
was van een kwade luim en niet lang
duren zou. Toen Bertha echter zag dat
zij zich daarin vergiste, verdubbelde zij
haar veroveringskunsten, doch bemerkte
tot haar schrik, dat deze op Hans eene
geheel tegenover gestelde uitwerking had
den. Nog meer dan vroeger was hij de
stomme Memnons-zuil, die noch door de
stralen uit Bertha's vurige oogen, noch
door haar vleiende taal te bewegen
was.
Geen spier vertrok in zijn strak gelaat,