BUITENLAND.
Plaatselijke berichten.
plaats hebben.
Zeer de aandacht trok mede een aan
het Kanaal in werking zijnde bagger
machine. De baggermolen haalt de specie
in de bekende emmers op en stort dan
den inhoud op eene doek of beter jalousie
zonder eind. Daardoor vloeit het water
tusschen de plankjes weg en wordt liet
slib op den oever gestort. Daar deze
jalousie in voortdurende beweging is van
rechts naar links en omgekeerd, wordt
tegelijk met de slibuitstorting de dijk
langs het kanaal gevormd.
Van een en ander gaf de ingenieur
Roodenburch de dames en heeren van
bet gezelschap een duidelijke verklaring
en voor hen, wie nog iets onduidelijks
mocht zijn gebleven, stelde hij zich toen
men weer aan boord was gegaan om
naar Weesp te stoomen, beschikbaar o.n
wat niet helder was, duidelijk te maken.
Ook dr. N. P. Kapteyn, gaf met behulp
der kaarten van het kanaal, die aan
boord aanwezig waren, aan allen, die
zulks wenschten, alle mogelijke verkla
ringen omtrent den loop en de werken
van het kanaal; hem mag daarvoor een
woord van dank zeker niet onthouden
worden.
Van Smal-Weesp. stoomde men naar
Weesp, waar in bet hotel Buwalda een
déjeuner den opvarenden wachtte. Dat
men Och dit uitnemend liet smaken, be
hoeft geen betoog. De buitenlucht maakt
hongerig en men had vier uren achter
een in die buitenlucht doorgebracht
Wat men te eten en te drinken kreeg
leverde het bewijs, dat men te Weesp
nog wel van iets anders weet, dan van
cacao alleen. Verwondering wekte het
bij velen, dat in de stad van cacao en
nogmaals cacao, geen enkel reclame voor
dit artikel prijkte. Nergens zag men aan
plakbiljetten of reclameborden voor de
Weesper-cacao. Een der dames, die deze
opmerking hoorde, zeide: »Wel, hier zijn
geen reclames noudig; de fabriekmeisjes
zijn de wandelende reclames voor van
Houten's artikel!"
Toen de hongerigen waren gespijzigd,
wandelde men het nette stadje door,
welks zindelijke straten en fraaien, met
zware boomenbeplanten weg langs de
Vecht zeer de aandacht trokken van de
Amsterdammers, terwijl deze op hun
beurt werden aangegaapt door de talrijke
boeren en boerinnen uit de omstreken
van Weesp, daar te saam gestroomd ter
gelegenheid van de op dien middag plaats
hebbende harddrijver ij en ringstekerij.
Wij rieten de Weespenaren echter hun
genot van harddravers en ringsteken en
begaven ons weer aan boord van de
Mercuriits. Het oponthoud dat wij 's mor
gens Ifadden gehad, belette een vaart
langsdeVechtnaar Nigtevecht, ter bezichti
ging van de sluis en pont aldaar vandaar
dat, zoodra de touwen waren losgegooid
de reis werd voortgezet naar Muiden.
Op de sluizen aldaar wachtte de Muiden-
sche jeugd de vreemdelingen op en niet
ongenegen betoonden zich de jeugdige
Muidenaren om voor enkele hen toege
worpen centen een vaderlandsch lied te
zingen of beter uitgedrukt, uit te galmen.
Toen stoomde men, nadat de sluisdeuren
waren geopend, verder langs het oude
slot, waar eenmaal Hooft woonde, en dat
zich nog steeds statig verheft aan den
oever der Zuiderzee, en de Zuiderzee in.
Daar woei een stevige bries uit het
Westen, die het water van onze binnenzee
eenigszins in beroering bracht en, ondeu
gend speelsch als altijd, spoelde nu en
dan een golfje over het voordek en be
sprenkelde de japonnen en mantels der
dames, die dan met een gilletje zich
midscheeps bij de machine spoedig een
veilig zitje zochten. Vooral het nieuwe
fort op de Pampus, dat zich als een groen
eilandje verheft uit de golven, trok zeer
de aandacht en menige bespiegeling werd
gehouden of het fort werkelijk den vijand
zou kunnen beletten met zijn schepen
naar de hoofdstad te komen, wier torens
en koepels zich ter linkerzijde hemelwaarts
hieven.
Daar stoomde men vervolgens de slui-
r.eef Serena, ofzooalsPauline hem schert
send noemt, haar achterneef, Hans van
Durrenstein, de eenige zoon van onzen
stiefbroeder te Lublin."
»0 wij kennen elkander reeds," lachte
de grondbezitter," niet waar neef Hans.
Ik schaam me nog over het verlangen
naar den kanarie, ge weet wel wat ik
meen."
Hans maakte een verlegen buiging
eerst voor zijn nieuwen oom, en daarna
voor Serena, die er onder de andere
vrouwen als eene lieftallige verschijning
uitzag. Op haar schoon, welgevormd ge
laat lag eene uitdrukking van zachte,
onver stoorbare kalmte. Geen oneffenheid,
geen trek van hartstocht of overheer-
schende neiging was daarop te ontdekken.
,t Was een gelaat dat nog meer aantrok
door de weerspiegeling van den inner-
lijken geest, dandoorlichamelijkeschoon-
lieid, en dat daarom niet te ontleden
was. Serena begroette haren neef met
eenige vriendelijke beleefde woorden,
zonder dat de minste verandering op haar
gelaat plaats greep. Hans daarentegen
kleurde sterk, en wendde zich met zicht
bare verlegenheid tot haren vader, met
wien hij eenige onbeduidende woorden
wisselde.
Edgard keek met spotachtigen glim
lach naar zijn neef en Serena. Ditlachen
zen van Schellingwoude door, die de
Zuiderzee scheiden van het Y om kort
daarop bij Zeebrug te stoppen en aan
land te gaan ter bezichtiging van
De syphons en sluizen. Het was wel
het merkwaardigste van de heele reis.
Hier vooral kon men zich een denkbeeld
vormen van de moeilijkheden, die aan
den aanleg van het Merwede-kanaal ver
bonden zijn. Het was hier de adspirant-
rnpenieur, de heer Wijttenhorst, die het
gezelschap ontving en langs de werken
geleidde. De syphons zijn een stelsel breede
buizen van 2 M. breedte, dienende
tot waterverversching van Amsterdam zij
vormen langs de bedding van het Mcr-
wede kanaal een verbinding tusschen de
Zuiderzee en de nieuwe Vaart, die zich
bij het grachten-stelsel der hoofdstad
aansluit. Deze syphons, negen in getal,
zijn dus feitelijk in 't groot wat de dui
ker in den Aetveleschen polder is. De
negen kolossale poorten, aan weerszijden
van het kanaal, waardoor de syphons
moeten gelegd worden zijn zoo goed als
gereedzij zijn opgemetseld uit gewone
steen- en enorme blokken zandsteen en
vormen een werk, dat de bewondering
voor onzen waterstaat op moet wekken.
Wanneer eenmaal dit werk gereed zal
zijn en de schepen door het Merwede-
kanaal varen, zullen de dames en heeren,
die Woensdag dit werk bezichtigden
kunnen zeggen. Op dezen bodem hebben
wij op li Augustus 1889 gewandeld.
Van de syphons gingen we naar de in
aanbouw zijnde sluizen. Groote bagger
machines hebben daar het zoogenaamde
Nieuwe Diep uitgebaggerd en krachtige
heimachines hebben er, nadat de veen
achtige grond met een dikke lading zand
was bedekt, kolossale palen geslagen,
waarop het geheele werk zal moeten
rusten.
Elk der twee schutklokken zal 120 M.
lang en 14 M. wijd worden, zoodat groote
schepen er met gemak zullen kunnen
passeeren.
In de nabijzijnde timmerloodsen kon
men de bewerking der reusachtige sluis
deuren en deuren, voor de poorten der
syphons benoodigd, zien.
Geruimen tijd hield de bezichtiging
van dit reusachtige werk, de aanwezigen
bezig tot men te ongeveer zes uur den
terugtocht aanvaardde en een half uur
later aan de De Ruyterkade aan wal
stapte.
Een woord van dank is zeker niet
misplaatst aan de besturen der beide ver-
eenigingen, die hun leden en dames in
staat stelden een zóó belangrijk werk
van nabij te zien en bovenal niet aan
de beide genoemde ingenieurs, die on
vermoeid waren in het gtven van ver
klaringen. Zeer zeker zullen zich allen,,
die het bezoek aan de werken van het
Merwede-kanaal in de nabijheid der hoofd
stad mede maakten, dit nog lang met
genoegen herinneren. Amst. Ct.
Door den Gemeenteraad te Utrecht
zal worden overgegaan het door haar
aangekochte buitengoed sHoogeland" in
te richten tot museumgebouw. Zooals
men zich zal herinneren, heeft de aankoop
van dit goed groote weerzin onder de
Stichtenaren verwekt en wel zoodanig,
dat het lid, de heer van Eelde, die het
voorstel tot overname deed, bij de laatst
plaats gehad hebbende verkiezing van
leden voor den gemeenteraad, niet werd
herkozen. De koop kostte der gemeente
dan ook niet minder dan f260.000,
De Figaro komt weder eens met
huwelijksplannen voor prinses Wilhelmina
aan. Ofschoon prins Albrecht van Pruisen
bijna ieder jaar te Scheveningen komt
en zijn buitengoed bij Voorburg bezoekt,
heeft genoemd blad aanleiding voor zijn
vermoeden dat men prinses Wilhelmina
met den oudsten zoon van prins Albert
wil verloven, gevonden in het dejeuner
dat H. M. de Koningin den vollen neef
van haar gemaal ten Paleize in Den Haag
heeft aangeboden. De huwelijkscandidaat
is zes jaren ouder dan de prinses en ge
boren 15 Juli 1874. Vooral zijn verblijf
veranderde echter in stille verbazing toen
Edgard bemerkte hoe Serena's blikken
getroffen op het lidteeken in het aange
zicht van haar neef bleven staren, hoe
haar anders zoo glad voorhoofd zich
fronste en hoe haar blos plaats maakte
voor eene merkbare bleekheid, om daarna
weder in een donker rood overtegaan.
Om deze in 't oogloopende aandoening
te verbergen, hield Serena haar zakdoek
voor 'tgelaat en hoestte even, hetgeen
den scherpen blik van Edgard niet ont
ging, en hem niet weinig onrust veroor
zaakte. Dit gevoel veranderde in woede
en jaloezie, toen hij later Serena en
Hans aan een vijver met goudvisschen in
druk gesprek bij elkander vond staan.
Hij verbeet zich van nijd toen hij zag
hoe bij het eind van het gesprek Serena
den gehaten Hans hare hand reikte, en
deze er een kus opdrukte. Eindelijk ging
Hans weg en Serena keek hem eenigen
tijd peinzend achterna, voordat zij naar
het slot terugging. Ja, Serena,dieiederen
man op eerbiedigen afstand van zich
wist te houden, had het oogenblik waar
genomen dat zij dacht onbespied te zijn
orn haar neef Hans te naderen. Deze
stond aan den genoemden vijver, en sloeg
in gedachten verdiept het spel der vis-
schen gade Op eens voelde hij eene zachte
hand op zjjn schouder leggen, en toen
in de nabijheid van het Loo noemt de
Figaro veelbeteekenend.
De Nederl. Israël, gemeente te
Hilversum zal Vrijdag met bijzondere
plechtigheid haar 100-jarig beslaan her
denken.
Te Doesburg heeft Vrijdagavond de
vrouw van den visscher C. S. haren man
door vitriool getracht om het leven te
brengen. Onder voorwendsel hem een
borrel te willen geven, goot zij den half
slapenden man het vocht in den mond.
Gelukkig heeft hij maar weinig binnen
gekregen. Hemd en borstrok, die door de
vitriool gebrand waren, zijn door de
politie in beslag genomen en de vrouw
achter slot en grendel gebracht. Volgens
algemeen gerucht leefde de vrouw in
ongeoorloofde betrekking met een tamboer
van het in Doesburg liggende garnizoen.
Een boer R. G., die stadwaarts was
geweest, keerde Zaterdag namiddag uit
Utrecht naar zijn huis aan den Gageldijk
terug. Onderweg ging hij, niet volkomen
nuchter, slapen. Twee landloopers, die
dit zagen, gingen naast hem liggen en
haalden hem zijn horloge uit den zak.
Toen zij ham ook zijn geld wilden ont
nemen, werden zij daarin verhinderd door
eenige jongens, die den boer wakker
maakten en waarschuwden. Nu wilde de
boer zijn horloge terug hebben, maar de
landloopers wilden het niet afgeven. De
boer pakte er daarop een beet, terwijl
eenige omstanders den ander vasthielden
en het horloge opeiscbten. Op herhaalde
weigering werd den dieven een geducht
pak slaag toegediend, totdat de een om
genade vroeg en het horloge overgaf.
De ander bad intusschen de vlucht ge
nomen, door het water heen, en zijn
makker ontsnapte nu, na nog eenige
klappen bekomen te hebben, insgelijks.
De boer werd daurna door eenigen der
omstanders naar zijne woning in den
Gagel begeleid.
Mej. E. Murkens, uit Utrecht, de
uitvindster van het nieuwe corset, dat
volgens de geneeskundigen terecht den
naam van taille de santé verdient, en
welk kleedingstuk op de tentoonstelling
te Parijs de algemeene aandacht in't bij
zonder die van de dames en doctoren
trekt, is voornemens te 's-Hage een fa
briek van corsetten volgens haar vinding
op te richten.
Wijlen mr. M. Bichon van IJsel-
monde heeft aan de Nedei landsche Zen-
dingsvereeniging de som van f 1000 ver
maakt.
Aan het feestmaal der burgemeesteren
Zondag te Parijs gehouden en waaraan
13000 personen deelnamen, hield presi
dent Carnot een redevoering. De presi
dent wees op het slagen der tentoon
stelling en zeide, dat dit feestmaal een
schitterend bewijs is van de eenheid en
de kracht van Frankrijk, welke men te
vergeefs heeft gepoogd te verzwakken
door misdadige opruiingen en oproerige
bewegingen.
De president bracht hulde aan de lan
den, die hebben bijgedragen tot het sla
gen der tentoonstelling. Frankrijk heeft
zich aan hen getoond, gelijk het is, gast
vrij en loyaal, en ieder heeft nu weer
kunnen zien, wat 18 jaren van vrijheid
gemaakt hebben van een volk, hetwelk
hard beproefd was, maar dat het hoofd
boven water wist te houden en onder
de volkeren den rang, waarop het aan
spraak heeft, herwonnen heeft.
De president verklaarde vertrouwen te
stellen in het Fransche volk, hetwelk men
wel kan misleiden, maar dal spoedig zijn
dwaling erkent. Frankrijk zal aan geen
partij veroorloven de hand te leggen op
de vredelievende veroveringen, welke
men heelt gemaakt. Alle veeten zullen
vergeten zijn en de geheele macht der
republikeinen zal hereenigd worden.
hij verschrikt omkeek zag hij met ver
bazing in het bekoorlijke gelaat van
Serena.
aLieve neef!" zoo sprak zij hem aan.
»ik heb vernomen dat gij al langer dan
een jaar op Durrenstein zijt. Waarom
hebt gij ons in dezen langen tijd niet
eens met een bezoek te Wildingen ver
heugd
»Het was mij verboden," antwoordde
Hans, mijne ambtsbezigheden tot op uwe
goederen uittestrekken. Daarenboven wist
ik niet, of mijn bezoek daar niet als
een indringerij zou kunnen worden opge
nomen."
nik geloof dat een nog edeler gevoel
u daarvan terughield," sprak Serena met
glinsterende oogen. Waart gij werkelijk
nog nooit te Wildingen ook niet in den
omtrek 1" Antwoord mij eens oprecht."
Sprakeloos en bevend keek Hans naar
den grond.
»In de vreeselijke aandoening," ging
Serena voort, veroorzaakt door dit
schrikkelijke voorval, waren al mijne
zinnen en gedachten slechts op mijn ar
men vader gevestigd. Daaraan is het
verklaarbaar, dat het beeld van zijnen
iedder niet onvergankelijk, zoools hij dat
verdiende, in mijn geheugen is geprent.
Eerst toen ik dat litteeken op uw wang
bemerkte, dat ik b\j die gelegenheid ook
De president eindigde met een glas
wijn te wijden aan de eendrachtige en
ondeelbare republiek, aan de vrijheid en
aan Frankrijks grootheid.
De president der Fransche Republiek
heeft een adres ontvangen van de Franje
schen in Brazilië; de duizenden onder
teekenaars hebben op den 5en Mei van
dit jaar gebruik gemaakt van den ge
denkdag der bijeenkomst aan de eerste
generale Staten, om een hartelijken groet
aan Frankrijk en aan den persoon van
don president der Republiek te zenden.
Het adres is in wit satijn gebondenaan
eene zijde is een groote gouden plaat
aangebracht, door twee diamanten vastge
houden en waarop een opdracht aan den
heer Carnot is gegraveerd.
Deze houding der Braziliaansche Fran-
schen steekt gunstig af bij die van vele
leden der Fransche kolonie in Londen,
die een protest hebben uitgevaardigd tegen
de verooi deeling van Boulanger, Rochefort
en Dillon. Behalve eenige hatelijke op
merkingen aan het adres der regeering
en aan het Hooggerechtshof, bevat dit
protest niets, wat op eenigerlei wijze de
houding der leden van de Fransche kolonie
in Londen rechtvaardigt. Het schijnt dan
ook alleen een gevolg te zijn van Bou-
langers herhaaldelijk afgelegde verklaring
dat hy onmiddellijk naar Frankrijk zou
gaan en zich in hechtenis begeven, als
hij voor een krijgsraad of voor een ge
woon gerechtshof werd terechtgesteld....
Het schijnt, dat de generaal éen oogen
blik zijn eergevoel heeft voelen herleven
of dat hij gezwicht is, voor den aan
drang van de zijde zijner vrienden
tenminste de Radical vertelt, dat hij een
dezer dagen Londen verlaten en de reis
naar Dovre, aanvaard had, met het doel
zich naar Parijs te begeven en zich ter
beschikking van het hof te stellen. Doch
op het oogenblik, dat hij zich zou in
schepen kreeg hij spijt en ging terug.
Hoe vast zijn besluit genomen was, de
vrees voor de Fransche dienders deed
hem zijn plannen opgeven.
Voor het einde dezer maand zal het
kapittel der orde van het Legioen van
Eer samenkomen, onder voorzitterschap
van generaal Faidherbe, om naar aan
leiding van Boulangers vonnis over hel
ontzeggen van zijne rechten als ridder
van het Legioen te beraadslagen.
Uit Massowah wordt gemeld, dat Ras
Alula eenige brieven heeft geschreven
aan generaal Baldighera, den Italraan-
schen opperbevelhebber te Massowah,
waarin hij den wensch uitspieekt, dat de
vrede tusschen de Abbessiniërs en de
Italianen hersteld worde.
De zaken op Creta zijn voor 't oogen
blik zeker degenen, waarop de,- oogen
van Europa thans zijn gericht. De hou
ding van Turkije tegenover de Cretenzen
begint hoe langer hoe duidelijker te wor
den. Wat men ook goed mag zeggen van
het optreden van den nieuwen gouver
neur Chakir-pacha, dit is zeker dat hij
vrij wel Russische neigingen heeft en
duidelijk partij kiest voor de Muzelman
nen tegen de Christenenwelke laatste
hij beschouwt als de aanstokers van alle
troebelen op het eiland. Uit Athene ech
ter komen geheel andere tijdingen: dage
lijks worden omtrent het oplre en der
Muzelmannen tegen de Christenen van
daar ergerlijke feiter. gemeld. In den
omtrek van Heraclion zouden de Muzel
mannen o. a. Vrijdag de Christenen heb
ben aangevallen en de troepen deden
niets om de onderdrukkers té straffen,
bij Rhetymond zouden zij hel dorp Pigi
hebben geplunderd en een bediende van
het Engelsch consulaat, een Christen, het
hoofd hebben afgeslagen.
Maai' afgescheiden van de vraag wie
de schuldigen aan de troebelen zijn, is
dit zeker, dat Turkije van alle zijden ge
dwongen wordt maatregelen te nemen
om een einde te maken aari den toe
stand en komen de kabinetten te Lor.den,
Berlijn en Weener krachtiger op tegen
een interventie van Griekenland. Met is
dus vrij zeket, dat Griekenland geheel
alleen zou staan als het mocht besluiten
meen gezien te hebben, herkende ik u
weeren in plaats van over dit weder
zien groote blijdschap te gevoelen schrikte
ik er van. Het is nu mijn plicht u uit
teleggen waarom ik niet in het bijzijn
van alle aanwezigen uwe edelmoedige
daad hardop roemde, en er u nogmaals
voor dankte. Men zou het(Serena noemde
uit kiesch gevoel den licht teraden naam
niet) niet ongaarne zien, als mijn arme
ongelukkige vader voor altijd ongeneeslijk
krankzinnig, en tot zijn dood toe onder
voogdijschap bleef. Was dit verschrikkelijk
voorval nu tot hiertoe doorgedrongen,
dan zou men waarschijnlijk bewerktheb-
ben dat mijn vader nogmaals in een
krar.kzinnigen-gesticht gezet werd, en zoo
zou zijne genezing, waarvan ik alle ver
wachting heb, voor altijd zijn verijdeld.
Nu vreesde ik echter dat gij, als bewoner
van dit slot, en daarbij bloedverwant
van den heer des huizes, var. deze poging
tot zelfmoord melding zoudt hebben ge
maakt, te meer daar ik u in mijne ver
warring niet om geheimhouding verzocht
had. Dat nu was de oorzaak van mijne
ontsteltenis toen ik u hier wederzag. Ik
ademde weer vrijer toen ik uit het alge
meene zwijgen opmaakte, dat niemand
van het talrijke gezelschap iets van het
voorgevallene wist, en gij, zelfs zonder
mjjn verzoek, uit een loffeljjk gevoel van
zijn bedrijging, de Christenen ter hulp
te komen, uit te voeren zelfs zouden
in zoodanig geval de mogendheden er toe
over kunnen gaan de Grieksche kusten
te blokkeeren. Het verstandigste wat
Griekenland doen kan is kalm den loop
der zaken af te wachten, ofschoon het
dan zeker de Christenen zijn, die de
slachtoffers zullen worden.
Zondag a. s. zal bij de Vrije Ger.
Gemeente, op de gewone uren gepredikt
worden door den Heer Galjaard, van
Leiden.
Als eene groote zeldzaamheid dient
vermelding, dat in den tuin van den
brievenbesteller R. van Bennekom, wo
nende in de bouwmaatschappij, een pom
poen gegroeid is die den omtrek heeft
van 1,38 M.
Het gewas is gelijkmatig ontwikkeld
en is zeer schoon van kleur. Voor de
ruiten aan de straatzijde heeft Van Ben
nekom de vrucht tentoongesteld.
Het dezer dagen benoemde lid van
den gemeenteraad, de heer J. J. Borst,
Ridder van den Nederl. Leeuw, gepens.
dirigeerend officier van gezondheid der
marine, is j.l. Maandag onverwachts over
leden.
Onze vroegere stadgenoote Mej. A.
J. van Loghein, heeft te 's-Gravenhage,
bij het aldaar gehouden examen, toela
ting gekregen van acte A. Mid. Onderw.
in de Hoogd. Taal.
TT
Jan. Heb je Ons Onderwijs deugt niet.
Een ivoord aan allen door E. gelezen
Piel. Ja, en ik dacht, als E. »Hoofd
eener inrichting voor Openbaar Onder
wijs is, gelijk hij zich noemt, dan schijnt
er iets te haperen in de schors der groote
hersenen van het hoofd van dat Hoofd.
J. Zou E. niet weten, dat het van de
persoonlijkheid des onderwijzers afhangt
of de leerlingen der lagere school de
voorgeschreven vakken met meer of min
der belangstelling volgen, en of die vak
ken zoo worden onderwezen, dat zij het
kind helpen vormen voor het practisch
en zedelijk leven'?
P. Wat moeten de leerlingen doen
vraagt E., met de natuur- en Staatkun
dige aardrijkskunde van Nederland en
Europa, alsof het niet noodig ware het
verschil van natte en drooge, zand en
kleigronden, weergesteldheid enz., te ken
nen, alsof het niet noodig ware, iets te
weten van het wereldverkeer, dat zulke
gewichtige veranderingen in het maat
schappelijk leven heeft gebracht.
J. Uit Kollewijn's Geschiedenis als Leer
vak had hij kunnen zien, hoe ook op een
lagere school een vak moet onderwezen
worden om te gelijk aangenaam en nut
tig voor het meerendeel der leerlingen
te zijn.
P. E. schijnt er ook niet aan gedacht
te hebben, dat de leerlingen niet van
den vroegen morgen tot den laten avond
op de schoolbanken geprikt zitten, maar
's Zondags in 't geheel niet, en op Werk
dagen hoogstens vijf, soms slechts drie
uren de school bezoeken, zoodat er aar
dig wat tijd overblijft voor vrije bewe
gingen en opmerkingen in de schoone
natuur.
J. E. beweert wel, dat de onderwij
zers het niet helpen kunnen, dat ons
onderwijs niet deugtmaar afgezien van
schoolverzuim en overbevolkte klassen
dragen de onderwijzers wel degelijk de
schuld, alsde beschuldiging waar
is. Dit echter moet nog bewezen worden.
kieschheid het stilzwijgen voor uw edel
moedig gedrag bewaard had. Daardoor
hebt gij zoowel mijn vader als mij op
nieuw aan u verplicht, en dank ik u
nogmaals uit den grond mijns harten."
Hans staarde met onuitsprekelijke ge
voelens in een bekoorlijk vrouwengelaat,
dat van dankbaarheid en diep gevoel
straalde.
vO, dierbare nicht!" riep Hans in
vervoering uit, »ge maakt mij beschaamd
Ik heb niets meer gedaan dan
»Daar wil ik niets meer van hooren,"
viel Serena hem in de rede. »Nu heb
ik nog eene bede aan u."
irAls ik die ver vullen kan," sprak Hans
gejaagd.
»Zeer gemakkelijk," antwoor dde Serena
lachend, »gij moet me, evenals Edgard,
niet met dat stijve u aan spreken. We
hebben irr.mers een en denzelfden groot
vader, en zijt gij mij dus trader dan de
huzaren-luitenant. En dus noemen we
elkander voortaan bij den naam, lieve
neef Hans."
Serena reikte hem daarop de hand,
waarop, zooals Edgard had opgemerkt,
de overgelukkige Hans een vurigen kus
drukte.
Wordt vervolgd).