BUITENLAND. Plaatselijke berichten. plaats hebben. Zeer de aandacht trok mede een aan het Kanaal in werking zijnde bagger machine. De baggermolen haalt de specie in de bekende emmers op en stort dan den inhoud op eene doek of beter jalousie zonder eind. Daardoor vloeit het water tusschen de plankjes weg en wordt liet slib op den oever gestort. Daar deze jalousie in voortdurende beweging is van rechts naar links en omgekeerd, wordt tegelijk met de slibuitstorting de dijk langs het kanaal gevormd. Van een en ander gaf de ingenieur Roodenburch de dames en heeren van bet gezelschap een duidelijke verklaring en voor hen, wie nog iets onduidelijks mocht zijn gebleven, stelde hij zich toen men weer aan boord was gegaan om naar Weesp te stoomen, beschikbaar o.n wat niet helder was, duidelijk te maken. Ook dr. N. P. Kapteyn, gaf met behulp der kaarten van het kanaal, die aan boord aanwezig waren, aan allen, die zulks wenschten, alle mogelijke verkla ringen omtrent den loop en de werken van het kanaal; hem mag daarvoor een woord van dank zeker niet onthouden worden. Van Smal-Weesp. stoomde men naar Weesp, waar in bet hotel Buwalda een déjeuner den opvarenden wachtte. Dat men Och dit uitnemend liet smaken, be hoeft geen betoog. De buitenlucht maakt hongerig en men had vier uren achter een in die buitenlucht doorgebracht Wat men te eten en te drinken kreeg leverde het bewijs, dat men te Weesp nog wel van iets anders weet, dan van cacao alleen. Verwondering wekte het bij velen, dat in de stad van cacao en nogmaals cacao, geen enkel reclame voor dit artikel prijkte. Nergens zag men aan plakbiljetten of reclameborden voor de Weesper-cacao. Een der dames, die deze opmerking hoorde, zeide: »Wel, hier zijn geen reclames noudig; de fabriekmeisjes zijn de wandelende reclames voor van Houten's artikel!" Toen de hongerigen waren gespijzigd, wandelde men het nette stadje door, welks zindelijke straten en fraaien, met zware boomenbeplanten weg langs de Vecht zeer de aandacht trokken van de Amsterdammers, terwijl deze op hun beurt werden aangegaapt door de talrijke boeren en boerinnen uit de omstreken van Weesp, daar te saam gestroomd ter gelegenheid van de op dien middag plaats hebbende harddrijver ij en ringstekerij. Wij rieten de Weespenaren echter hun genot van harddravers en ringsteken en begaven ons weer aan boord van de Mercuriits. Het oponthoud dat wij 's mor gens Ifadden gehad, belette een vaart langsdeVechtnaar Nigtevecht, ter bezichti ging van de sluis en pont aldaar vandaar dat, zoodra de touwen waren losgegooid de reis werd voortgezet naar Muiden. Op de sluizen aldaar wachtte de Muiden- sche jeugd de vreemdelingen op en niet ongenegen betoonden zich de jeugdige Muidenaren om voor enkele hen toege worpen centen een vaderlandsch lied te zingen of beter uitgedrukt, uit te galmen. Toen stoomde men, nadat de sluisdeuren waren geopend, verder langs het oude slot, waar eenmaal Hooft woonde, en dat zich nog steeds statig verheft aan den oever der Zuiderzee, en de Zuiderzee in. Daar woei een stevige bries uit het Westen, die het water van onze binnenzee eenigszins in beroering bracht en, ondeu gend speelsch als altijd, spoelde nu en dan een golfje over het voordek en be sprenkelde de japonnen en mantels der dames, die dan met een gilletje zich midscheeps bij de machine spoedig een veilig zitje zochten. Vooral het nieuwe fort op de Pampus, dat zich als een groen eilandje verheft uit de golven, trok zeer de aandacht en menige bespiegeling werd gehouden of het fort werkelijk den vijand zou kunnen beletten met zijn schepen naar de hoofdstad te komen, wier torens en koepels zich ter linkerzijde hemelwaarts hieven. Daar stoomde men vervolgens de slui- r.eef Serena, ofzooalsPauline hem schert send noemt, haar achterneef, Hans van Durrenstein, de eenige zoon van onzen stiefbroeder te Lublin." »0 wij kennen elkander reeds," lachte de grondbezitter," niet waar neef Hans. Ik schaam me nog over het verlangen naar den kanarie, ge weet wel wat ik meen." Hans maakte een verlegen buiging eerst voor zijn nieuwen oom, en daarna voor Serena, die er onder de andere vrouwen als eene lieftallige verschijning uitzag. Op haar schoon, welgevormd ge laat lag eene uitdrukking van zachte, onver stoorbare kalmte. Geen oneffenheid, geen trek van hartstocht of overheer- schende neiging was daarop te ontdekken. ,t Was een gelaat dat nog meer aantrok door de weerspiegeling van den inner- lijken geest, dandoorlichamelijkeschoon- lieid, en dat daarom niet te ontleden was. Serena begroette haren neef met eenige vriendelijke beleefde woorden, zonder dat de minste verandering op haar gelaat plaats greep. Hans daarentegen kleurde sterk, en wendde zich met zicht bare verlegenheid tot haren vader, met wien hij eenige onbeduidende woorden wisselde. Edgard keek met spotachtigen glim lach naar zijn neef en Serena. Ditlachen zen van Schellingwoude door, die de Zuiderzee scheiden van het Y om kort daarop bij Zeebrug te stoppen en aan land te gaan ter bezichtiging van De syphons en sluizen. Het was wel het merkwaardigste van de heele reis. Hier vooral kon men zich een denkbeeld vormen van de moeilijkheden, die aan den aanleg van het Merwede-kanaal ver bonden zijn. Het was hier de adspirant- rnpenieur, de heer Wijttenhorst, die het gezelschap ontving en langs de werken geleidde. De syphons zijn een stelsel breede buizen van 2 M. breedte, dienende tot waterverversching van Amsterdam zij vormen langs de bedding van het Mcr- wede kanaal een verbinding tusschen de Zuiderzee en de nieuwe Vaart, die zich bij het grachten-stelsel der hoofdstad aansluit. Deze syphons, negen in getal, zijn dus feitelijk in 't groot wat de dui ker in den Aetveleschen polder is. De negen kolossale poorten, aan weerszijden van het kanaal, waardoor de syphons moeten gelegd worden zijn zoo goed als gereedzij zijn opgemetseld uit gewone steen- en enorme blokken zandsteen en vormen een werk, dat de bewondering voor onzen waterstaat op moet wekken. Wanneer eenmaal dit werk gereed zal zijn en de schepen door het Merwede- kanaal varen, zullen de dames en heeren, die Woensdag dit werk bezichtigden kunnen zeggen. Op dezen bodem hebben wij op li Augustus 1889 gewandeld. Van de syphons gingen we naar de in aanbouw zijnde sluizen. Groote bagger machines hebben daar het zoogenaamde Nieuwe Diep uitgebaggerd en krachtige heimachines hebben er, nadat de veen achtige grond met een dikke lading zand was bedekt, kolossale palen geslagen, waarop het geheele werk zal moeten rusten. Elk der twee schutklokken zal 120 M. lang en 14 M. wijd worden, zoodat groote schepen er met gemak zullen kunnen passeeren. In de nabijzijnde timmerloodsen kon men de bewerking der reusachtige sluis deuren en deuren, voor de poorten der syphons benoodigd, zien. Geruimen tijd hield de bezichtiging van dit reusachtige werk, de aanwezigen bezig tot men te ongeveer zes uur den terugtocht aanvaardde en een half uur later aan de De Ruyterkade aan wal stapte. Een woord van dank is zeker niet misplaatst aan de besturen der beide ver- eenigingen, die hun leden en dames in staat stelden een zóó belangrijk werk van nabij te zien en bovenal niet aan de beide genoemde ingenieurs, die on vermoeid waren in het gtven van ver klaringen. Zeer zeker zullen zich allen,, die het bezoek aan de werken van het Merwede-kanaal in de nabijheid der hoofd stad mede maakten, dit nog lang met genoegen herinneren. Amst. Ct. Door den Gemeenteraad te Utrecht zal worden overgegaan het door haar aangekochte buitengoed sHoogeland" in te richten tot museumgebouw. Zooals men zich zal herinneren, heeft de aankoop van dit goed groote weerzin onder de Stichtenaren verwekt en wel zoodanig, dat het lid, de heer van Eelde, die het voorstel tot overname deed, bij de laatst plaats gehad hebbende verkiezing van leden voor den gemeenteraad, niet werd herkozen. De koop kostte der gemeente dan ook niet minder dan f260.000, De Figaro komt weder eens met huwelijksplannen voor prinses Wilhelmina aan. Ofschoon prins Albrecht van Pruisen bijna ieder jaar te Scheveningen komt en zijn buitengoed bij Voorburg bezoekt, heeft genoemd blad aanleiding voor zijn vermoeden dat men prinses Wilhelmina met den oudsten zoon van prins Albert wil verloven, gevonden in het dejeuner dat H. M. de Koningin den vollen neef van haar gemaal ten Paleize in Den Haag heeft aangeboden. De huwelijkscandidaat is zes jaren ouder dan de prinses en ge boren 15 Juli 1874. Vooral zijn verblijf veranderde echter in stille verbazing toen Edgard bemerkte hoe Serena's blikken getroffen op het lidteeken in het aange zicht van haar neef bleven staren, hoe haar anders zoo glad voorhoofd zich fronste en hoe haar blos plaats maakte voor eene merkbare bleekheid, om daarna weder in een donker rood overtegaan. Om deze in 't oogloopende aandoening te verbergen, hield Serena haar zakdoek voor 'tgelaat en hoestte even, hetgeen den scherpen blik van Edgard niet ont ging, en hem niet weinig onrust veroor zaakte. Dit gevoel veranderde in woede en jaloezie, toen hij later Serena en Hans aan een vijver met goudvisschen in druk gesprek bij elkander vond staan. Hij verbeet zich van nijd toen hij zag hoe bij het eind van het gesprek Serena den gehaten Hans hare hand reikte, en deze er een kus opdrukte. Eindelijk ging Hans weg en Serena keek hem eenigen tijd peinzend achterna, voordat zij naar het slot terugging. Ja, Serena,dieiederen man op eerbiedigen afstand van zich wist te houden, had het oogenblik waar genomen dat zij dacht onbespied te zijn orn haar neef Hans te naderen. Deze stond aan den genoemden vijver, en sloeg in gedachten verdiept het spel der vis- schen gade Op eens voelde hij eene zachte hand op zjjn schouder leggen, en toen in de nabijheid van het Loo noemt de Figaro veelbeteekenend. De Nederl. Israël, gemeente te Hilversum zal Vrijdag met bijzondere plechtigheid haar 100-jarig beslaan her denken. Te Doesburg heeft Vrijdagavond de vrouw van den visscher C. S. haren man door vitriool getracht om het leven te brengen. Onder voorwendsel hem een borrel te willen geven, goot zij den half slapenden man het vocht in den mond. Gelukkig heeft hij maar weinig binnen gekregen. Hemd en borstrok, die door de vitriool gebrand waren, zijn door de politie in beslag genomen en de vrouw achter slot en grendel gebracht. Volgens algemeen gerucht leefde de vrouw in ongeoorloofde betrekking met een tamboer van het in Doesburg liggende garnizoen. Een boer R. G., die stadwaarts was geweest, keerde Zaterdag namiddag uit Utrecht naar zijn huis aan den Gageldijk terug. Onderweg ging hij, niet volkomen nuchter, slapen. Twee landloopers, die dit zagen, gingen naast hem liggen en haalden hem zijn horloge uit den zak. Toen zij ham ook zijn geld wilden ont nemen, werden zij daarin verhinderd door eenige jongens, die den boer wakker maakten en waarschuwden. Nu wilde de boer zijn horloge terug hebben, maar de landloopers wilden het niet afgeven. De boer pakte er daarop een beet, terwijl eenige omstanders den ander vasthielden en het horloge opeiscbten. Op herhaalde weigering werd den dieven een geducht pak slaag toegediend, totdat de een om genade vroeg en het horloge overgaf. De ander bad intusschen de vlucht ge nomen, door het water heen, en zijn makker ontsnapte nu, na nog eenige klappen bekomen te hebben, insgelijks. De boer werd daurna door eenigen der omstanders naar zijne woning in den Gagel begeleid. Mej. E. Murkens, uit Utrecht, de uitvindster van het nieuwe corset, dat volgens de geneeskundigen terecht den naam van taille de santé verdient, en welk kleedingstuk op de tentoonstelling te Parijs de algemeene aandacht in't bij zonder die van de dames en doctoren trekt, is voornemens te 's-Hage een fa briek van corsetten volgens haar vinding op te richten. Wijlen mr. M. Bichon van IJsel- monde heeft aan de Nedei landsche Zen- dingsvereeniging de som van f 1000 ver maakt. Aan het feestmaal der burgemeesteren Zondag te Parijs gehouden en waaraan 13000 personen deelnamen, hield presi dent Carnot een redevoering. De presi dent wees op het slagen der tentoon stelling en zeide, dat dit feestmaal een schitterend bewijs is van de eenheid en de kracht van Frankrijk, welke men te vergeefs heeft gepoogd te verzwakken door misdadige opruiingen en oproerige bewegingen. De president bracht hulde aan de lan den, die hebben bijgedragen tot het sla gen der tentoonstelling. Frankrijk heeft zich aan hen getoond, gelijk het is, gast vrij en loyaal, en ieder heeft nu weer kunnen zien, wat 18 jaren van vrijheid gemaakt hebben van een volk, hetwelk hard beproefd was, maar dat het hoofd boven water wist te houden en onder de volkeren den rang, waarop het aan spraak heeft, herwonnen heeft. De president verklaarde vertrouwen te stellen in het Fransche volk, hetwelk men wel kan misleiden, maar dal spoedig zijn dwaling erkent. Frankrijk zal aan geen partij veroorloven de hand te leggen op de vredelievende veroveringen, welke men heelt gemaakt. Alle veeten zullen vergeten zijn en de geheele macht der republikeinen zal hereenigd worden. hij verschrikt omkeek zag hij met ver bazing in het bekoorlijke gelaat van Serena. aLieve neef!" zoo sprak zij hem aan. »ik heb vernomen dat gij al langer dan een jaar op Durrenstein zijt. Waarom hebt gij ons in dezen langen tijd niet eens met een bezoek te Wildingen ver heugd »Het was mij verboden," antwoordde Hans, mijne ambtsbezigheden tot op uwe goederen uittestrekken. Daarenboven wist ik niet, of mijn bezoek daar niet als een indringerij zou kunnen worden opge nomen." nik geloof dat een nog edeler gevoel u daarvan terughield," sprak Serena met glinsterende oogen. Waart gij werkelijk nog nooit te Wildingen ook niet in den omtrek 1" Antwoord mij eens oprecht." Sprakeloos en bevend keek Hans naar den grond. »In de vreeselijke aandoening," ging Serena voort, veroorzaakt door dit schrikkelijke voorval, waren al mijne zinnen en gedachten slechts op mijn ar men vader gevestigd. Daaraan is het verklaarbaar, dat het beeld van zijnen iedder niet onvergankelijk, zoools hij dat verdiende, in mijn geheugen is geprent. Eerst toen ik dat litteeken op uw wang bemerkte, dat ik b\j die gelegenheid ook De president eindigde met een glas wijn te wijden aan de eendrachtige en ondeelbare republiek, aan de vrijheid en aan Frankrijks grootheid. De president der Fransche Republiek heeft een adres ontvangen van de Franje schen in Brazilië; de duizenden onder teekenaars hebben op den 5en Mei van dit jaar gebruik gemaakt van den ge denkdag der bijeenkomst aan de eerste generale Staten, om een hartelijken groet aan Frankrijk en aan den persoon van don president der Republiek te zenden. Het adres is in wit satijn gebondenaan eene zijde is een groote gouden plaat aangebracht, door twee diamanten vastge houden en waarop een opdracht aan den heer Carnot is gegraveerd. Deze houding der Braziliaansche Fran- schen steekt gunstig af bij die van vele leden der Fransche kolonie in Londen, die een protest hebben uitgevaardigd tegen de verooi deeling van Boulanger, Rochefort en Dillon. Behalve eenige hatelijke op merkingen aan het adres der regeering en aan het Hooggerechtshof, bevat dit protest niets, wat op eenigerlei wijze de houding der leden van de Fransche kolonie in Londen rechtvaardigt. Het schijnt dan ook alleen een gevolg te zijn van Bou- langers herhaaldelijk afgelegde verklaring dat hy onmiddellijk naar Frankrijk zou gaan en zich in hechtenis begeven, als hij voor een krijgsraad of voor een ge woon gerechtshof werd terechtgesteld.... Het schijnt, dat de generaal éen oogen blik zijn eergevoel heeft voelen herleven of dat hij gezwicht is, voor den aan drang van de zijde zijner vrienden tenminste de Radical vertelt, dat hij een dezer dagen Londen verlaten en de reis naar Dovre, aanvaard had, met het doel zich naar Parijs te begeven en zich ter beschikking van het hof te stellen. Doch op het oogenblik, dat hij zich zou in schepen kreeg hij spijt en ging terug. Hoe vast zijn besluit genomen was, de vrees voor de Fransche dienders deed hem zijn plannen opgeven. Voor het einde dezer maand zal het kapittel der orde van het Legioen van Eer samenkomen, onder voorzitterschap van generaal Faidherbe, om naar aan leiding van Boulangers vonnis over hel ontzeggen van zijne rechten als ridder van het Legioen te beraadslagen. Uit Massowah wordt gemeld, dat Ras Alula eenige brieven heeft geschreven aan generaal Baldighera, den Italraan- schen opperbevelhebber te Massowah, waarin hij den wensch uitspieekt, dat de vrede tusschen de Abbessiniërs en de Italianen hersteld worde. De zaken op Creta zijn voor 't oogen blik zeker degenen, waarop de,- oogen van Europa thans zijn gericht. De hou ding van Turkije tegenover de Cretenzen begint hoe langer hoe duidelijker te wor den. Wat men ook goed mag zeggen van het optreden van den nieuwen gouver neur Chakir-pacha, dit is zeker dat hij vrij wel Russische neigingen heeft en duidelijk partij kiest voor de Muzelman nen tegen de Christenenwelke laatste hij beschouwt als de aanstokers van alle troebelen op het eiland. Uit Athene ech ter komen geheel andere tijdingen: dage lijks worden omtrent het oplre en der Muzelmannen tegen de Christenen van daar ergerlijke feiter. gemeld. In den omtrek van Heraclion zouden de Muzel mannen o. a. Vrijdag de Christenen heb ben aangevallen en de troepen deden niets om de onderdrukkers té straffen, bij Rhetymond zouden zij hel dorp Pigi hebben geplunderd en een bediende van het Engelsch consulaat, een Christen, het hoofd hebben afgeslagen. Maai' afgescheiden van de vraag wie de schuldigen aan de troebelen zijn, is dit zeker, dat Turkije van alle zijden ge dwongen wordt maatregelen te nemen om een einde te maken aari den toe stand en komen de kabinetten te Lor.den, Berlijn en Weener krachtiger op tegen een interventie van Griekenland. Met is dus vrij zeket, dat Griekenland geheel alleen zou staan als het mocht besluiten meen gezien te hebben, herkende ik u weeren in plaats van over dit weder zien groote blijdschap te gevoelen schrikte ik er van. Het is nu mijn plicht u uit teleggen waarom ik niet in het bijzijn van alle aanwezigen uwe edelmoedige daad hardop roemde, en er u nogmaals voor dankte. Men zou het(Serena noemde uit kiesch gevoel den licht teraden naam niet) niet ongaarne zien, als mijn arme ongelukkige vader voor altijd ongeneeslijk krankzinnig, en tot zijn dood toe onder voogdijschap bleef. Was dit verschrikkelijk voorval nu tot hiertoe doorgedrongen, dan zou men waarschijnlijk bewerktheb- ben dat mijn vader nogmaals in een krar.kzinnigen-gesticht gezet werd, en zoo zou zijne genezing, waarvan ik alle ver wachting heb, voor altijd zijn verijdeld. Nu vreesde ik echter dat gij, als bewoner van dit slot, en daarbij bloedverwant van den heer des huizes, var. deze poging tot zelfmoord melding zoudt hebben ge maakt, te meer daar ik u in mijne ver warring niet om geheimhouding verzocht had. Dat nu was de oorzaak van mijne ontsteltenis toen ik u hier wederzag. Ik ademde weer vrijer toen ik uit het alge meene zwijgen opmaakte, dat niemand van het talrijke gezelschap iets van het voorgevallene wist, en gij, zelfs zonder mjjn verzoek, uit een loffeljjk gevoel van zijn bedrijging, de Christenen ter hulp te komen, uit te voeren zelfs zouden in zoodanig geval de mogendheden er toe over kunnen gaan de Grieksche kusten te blokkeeren. Het verstandigste wat Griekenland doen kan is kalm den loop der zaken af te wachten, ofschoon het dan zeker de Christenen zijn, die de slachtoffers zullen worden. Zondag a. s. zal bij de Vrije Ger. Gemeente, op de gewone uren gepredikt worden door den Heer Galjaard, van Leiden. Als eene groote zeldzaamheid dient vermelding, dat in den tuin van den brievenbesteller R. van Bennekom, wo nende in de bouwmaatschappij, een pom poen gegroeid is die den omtrek heeft van 1,38 M. Het gewas is gelijkmatig ontwikkeld en is zeer schoon van kleur. Voor de ruiten aan de straatzijde heeft Van Ben nekom de vrucht tentoongesteld. Het dezer dagen benoemde lid van den gemeenteraad, de heer J. J. Borst, Ridder van den Nederl. Leeuw, gepens. dirigeerend officier van gezondheid der marine, is j.l. Maandag onverwachts over leden. Onze vroegere stadgenoote Mej. A. J. van Loghein, heeft te 's-Gravenhage, bij het aldaar gehouden examen, toela ting gekregen van acte A. Mid. Onderw. in de Hoogd. Taal. TT Jan. Heb je Ons Onderwijs deugt niet. Een ivoord aan allen door E. gelezen Piel. Ja, en ik dacht, als E. »Hoofd eener inrichting voor Openbaar Onder wijs is, gelijk hij zich noemt, dan schijnt er iets te haperen in de schors der groote hersenen van het hoofd van dat Hoofd. J. Zou E. niet weten, dat het van de persoonlijkheid des onderwijzers afhangt of de leerlingen der lagere school de voorgeschreven vakken met meer of min der belangstelling volgen, en of die vak ken zoo worden onderwezen, dat zij het kind helpen vormen voor het practisch en zedelijk leven'? P. Wat moeten de leerlingen doen vraagt E., met de natuur- en Staatkun dige aardrijkskunde van Nederland en Europa, alsof het niet noodig ware het verschil van natte en drooge, zand en kleigronden, weergesteldheid enz., te ken nen, alsof het niet noodig ware, iets te weten van het wereldverkeer, dat zulke gewichtige veranderingen in het maat schappelijk leven heeft gebracht. J. Uit Kollewijn's Geschiedenis als Leer vak had hij kunnen zien, hoe ook op een lagere school een vak moet onderwezen worden om te gelijk aangenaam en nut tig voor het meerendeel der leerlingen te zijn. P. E. schijnt er ook niet aan gedacht te hebben, dat de leerlingen niet van den vroegen morgen tot den laten avond op de schoolbanken geprikt zitten, maar 's Zondags in 't geheel niet, en op Werk dagen hoogstens vijf, soms slechts drie uren de school bezoeken, zoodat er aar dig wat tijd overblijft voor vrije bewe gingen en opmerkingen in de schoone natuur. J. E. beweert wel, dat de onderwij zers het niet helpen kunnen, dat ons onderwijs niet deugtmaar afgezien van schoolverzuim en overbevolkte klassen dragen de onderwijzers wel degelijk de schuld, alsde beschuldiging waar is. Dit echter moet nog bewezen worden. kieschheid het stilzwijgen voor uw edel moedig gedrag bewaard had. Daardoor hebt gij zoowel mijn vader als mij op nieuw aan u verplicht, en dank ik u nogmaals uit den grond mijns harten." Hans staarde met onuitsprekelijke ge voelens in een bekoorlijk vrouwengelaat, dat van dankbaarheid en diep gevoel straalde. vO, dierbare nicht!" riep Hans in vervoering uit, »ge maakt mij beschaamd Ik heb niets meer gedaan dan »Daar wil ik niets meer van hooren," viel Serena hem in de rede. »Nu heb ik nog eene bede aan u." irAls ik die ver vullen kan," sprak Hans gejaagd. »Zeer gemakkelijk," antwoor dde Serena lachend, »gij moet me, evenals Edgard, niet met dat stijve u aan spreken. We hebben irr.mers een en denzelfden groot vader, en zijt gij mij dus trader dan de huzaren-luitenant. En dus noemen we elkander voortaan bij den naam, lieve neef Hans." Serena reikte hem daarop de hand, waarop, zooals Edgard had opgemerkt, de overgelukkige Hans een vurigen kus drukte. Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1889 | | pagina 2