NIS U WE Nieuws- en Advertentieblad DE ERFGOEOBEZITTER, UTRECHT en GELDERLAND. No. 84. Zaterdag 19 October 1889. Achttiende jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. Teeltenen op de laiere school. BINNENLAND. Feuilleton. iMERSFOORTSCIE COURANT. VOOR abonnementsprijs: Per 3 maanden 1.Franco per post door het geheele Rijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever A. M. SLOTHOUWER, Amersfoort. advertentie ni Van 1 6 regels 0,40 iedere regel meer 5 Cent. Advertenticn viermaal geplaatst worden slechts driestaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Onder de veranderingen in de on- derwijsregeling, waarover weldra de Eerste Kamer haar beslissing zal hebben te nemen en die we kannen bespreken afgescheiden van de poli tieke zijde van de schoolquaestie, trek ken natuurlijk de wijzigingen ons het meest aan, die een opvoedkun dig beginsel tot grondslag hebben. Tot deze soort behoort de vervanging van de vormleer door het handtee- kenen. Voor het behoud van eerstgenoemd leervak op te komen, zou thans vrij overbodig zijn. Men had het gerust op het programma kunnen latende langs aanschouwelijken weg te ver krijgen bekendheid met lengte vlakte en lichaamsuitgebreidheden, die volgens het nu algemeen aange nomen gevoelen het doel van dat onderwijs moet zijn, is een uitmun tend middel tot ontwikkeling van het voorstellingsvermogen. Doch met het schrappen van dit nummer is niets verlorenmen kan de behan deling van deze leerstof eenvoudig opnemen bij het rekenonderwijs, en zal dit wel moeten doen, om een helder inzicht te doen ontstaan in het stelsel van maten en gewichten en de berekeningen te leeren ver richten, die in het practisch leven te pas komen. Daarentegen juichen we van gan- scher harte de opneming van het teekerien onder de verplichte leervak ken toe. Het is een wezenlijke leemte in ons onderwijs, dat de beste organen, over welke wij te beschikken hebben, niet genoegzaam worden geoefend, namelijk het oog in liet zien, de hand in het uivoeren. De vraag is hier niet in de eerste plaats, wie in zijn aanstaanden werkkring wèl, en wie geen behoefte zal hebben aan deze kunst; ofschoon zij voor zeer velen van belang is, wordt zij op den ach tergrond gedreven door een andere, of het niet noodzakelijk is, dat ieder kind leert goed waarnemen, en het waargenomene met eenige nauwkeu righeid leert weergeven. Het vermo gen daartoe tot zekeren graad van ontwikkeling te brengen, dat is, rnee- nen we, het eenig doel hetwelk de lagere school zich met haar teeken- onderwijs kan voorstellen. Tegelijker tijd wordt dan de zin voor orde, voor symmetrie aangekweekt; het kind krijgt een blik op overeenstem ming en contrast, en aan de vorming van zijn smaak wordt een goede richting gegeven. Voor liet vakonderwijs, waarbij teekenen een onmisbaar vereischte is, worden dan tevens de eerste moeie- lijkheden uit den weg geruimd. Het is erg verdrietig, wanneer men op de ambachtsschool nog moet begin nen met den leerling een zuivere lijn, op een eenvoudige mathematische figuur te doen teekeneneen kost bare tijd, in de jaren waarin zooveel zaken moeten worden aangeleerd, gaat daarmee heen. Heeft de lagere school het bare gedaan, dan kan on- niiddelijk met het teekenen van voor werpen naar de natuur een aanvang worden gemaakt, zoodat er aanslui ting is tusschen de technische oefe ning die de aanstaande ambachtsman krijgt en den inhoud zijner teeken- lessen. Zooals reeds werd te kennen ge geven, verwachten wij dat de eischen, in deze aan de lagere school te stel len, bescheiden zullen zijn wat den omvang, gestreng wat de degelijk heid van het teekenonderwijs betreft. Ook hier is de leer van toepassing: In de beperking toont zich de meester. Wensciielijk is het, naar het ons voorkomt, er een aanvang mede te maken, zoodra de kinderen ter school komen, dus reeds in de aanvangs- klasse. Juist daar is aiwisseling van leerstof noodzakelijk; de kinderhand jes moeten wat te doen hebben. Het teekenen van gemakkelijke rechtlij nige figuren op de lei is voor hen een aangename bezigheid, en, wan neer het met zorg wordt geleid, een arbeid die zeer de moeite loont. Het zien van afstanden en van richtingen, zonder dat deze vooraf door metin gen worden bepaald, want dan is hetgeen eigenlijk teekenen doch maakt men er een soort van meetkundige constructies van, eischt ontzag lijk veel oefening, doch kan reeds op jeudigen leeftijd worden aangeleerd. Vandaar dat wij liet teekenen op ruitjes, dat in tal van scholen ge schiedt, moeten afkeurende kinde ren moeten zelf de punten plaatsen, die door hun rechte lijnen moeten vereenigd worden. Zoodra mogelijk geve men voorts papier en houtskooldat kan reeds in het derde oi vierde leerjaar ge schieden. Voorts bepale zich het on derwijs tot het teekenen van gemak kelijke vlak- en bladornamenten, af gewisseld door sj'mmetrische figuren, uit rechte en gebogen lijnen samen gesteld. In de hoogere klassen kan, als voorbereiding tot het natuurtee- kenen, liet weergeven van ijzerdraad figuren worden onderwezen, opdat de leerling eenig denkbeeld krijge van perspectivische verschijnselen. Verder behoeft de lagere school niet te gaan. Het spreekt vanzelf, dat wij dit on derwijs opgedragen willen zien aan de gewone, klasse-onderwijzers en on derwijzeressenvan vakleeraars be hoort de hulp slechts bij uiterste noodzakelijkheid te worden ingeroe pen. In den aanvang zullen daar misschien eenige bezwaren aan ver bonden zijn, en daarom achten wij het wenschelijk, dat er in de zetels der kweekscholen en normaalinrich tingen cursussen worden ingericht, ten einde het onderwijzend personeel de gelegenheid te schenken, zich,voor het elementair teekenonderwijs te bekwamen, in afwachting van het oogenblik, dat van de candidaten voor den onderwijzersrang de noodige vaardigheid benevens bekendheid met een goede methode voor dit vak zal worden geëischt. Wordt het wetsontwerp wet, dan moet ook voor een goede uitvoering worden gezorgd. Om de wenschelijk- heid daarvan uit te drukken, bieden we deze vluchtige beschouwing ter overweging aan. In de studentenafdeeling van de Nederlandsche Zuidafrikaansche Vereeni- ging te Amsterdam, sprak Woensdag avond de lieer Dutoit, super-interident van het onderwijs in de Transvaal, 0111 blijk te geven van zijn hartelijke inge nomenheid voor de belangstelling welke, zich ook bij de Nederlandsche studenten voor de Transvaalsche broeders uit. De heer Dutoit sloeg drie bladzijden uit de geschiedenis van Transvaal op; een bloedige, en roemrijke, een vergulde bladzijde. De eerste vermeldde hoe Enge land de jonge republiek behandelde, de tweede hoe Engeland daarvoor betaald werd, de derde behandelde de slichting van eene N.-Zuidafiikaansche Universiteit. De onderhoudende toespraak van den heer Dutoit werd door een vrij talrijk gehoor met groote belangstelling gevolgd en aan het einde luide toegejuigd. De voorzitter van de vereeniging, de heer G. van Tienlioven Jr., zeide den heer Dutoit dank. De heer Dutoit verzoekt aan het Hbl. mede te deelen, dat hij, overstelpt door talrijk bezoek en vele bezigheden, voort aan alléén ontvangen kan na vooraf ge dane aanvraag. De lieer mr. W. H. K. Moulhaan is opgetreden als voorzitter van het hoofd bestuur der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen. Bij het vieren van een 12'/2 -jarige echtvereeniging te Anna-Paulonapolder bij den landbouwer M viel bij ongeluk een petroleumlamp om, waardoor het perceel in een oogwenk in brand stond. Niets heeft men kunnen redden; alles werd dóór de vlammen vernield. Alle dingen, zelfs de eenvoudigste, hebben hunne bijzondere geschiedenis. Men denke b. v. slechts aan den aard appel, de tabak, de koffie, de thee, enz. Omtrent al deze artikelen is reeds veel en velerlei geschreven, doch de cacao is te dien opzichte vrij stiefmoederlijk be handeld. Om die reden geven wij gaarne plaatsing aan de volgende regelen die ons door de HH. F. Korfi" Co., Cacao fabrikanten te Amsterdam, worden aan geboden. 't Ligt in den aard der zaak zoo schrijven ons deze heeren dat wij, in onze hoedanigheid van Cacaofabrikanten belangstellen in alles wat ons vak be treft, dus ook in de geschiedenis en de invoering van het door ons gefabriceerd wordende artikel. En ook veronderstellen wij, dat er bij bet publiek genoeg be langstelling in dat product bestaat, aan gezien 't een niet te ontkennen feit is, dat de chocolade dag aan dag aan popu lariteit wint en thans reeds zoo goed als onder het bereik van een ieder ligt. Dezer dagen viel den Heeren F. Korft Co. een oud Fransch werk in handen waarin het een en ander omtrent de in voering der chocolade gezegd wordt. Zij ontleenen daaraan het volgende: De geschiedenis van de primitieve be werking der cacao-boon tot chocolade ligt nog in 't duister, doch met zekerheid valt te zeggen, dat reeds in de laatste heft der XVIe eeuw in Spanje chocolade gebruikt werd. Zij was toen echter ook daar nog een zeer zeldzaam en kostbaar product. Uitsluitend bij plechtige gelegen heden en dan nog bij de aanzienlijksten des lands werd de chocolade als iets extra-ordinairs opgediend. Zelfs in de XVIIe eeuw was dit nog het geval. Dit blijkt o. a. hieruit, dal Maria Theresia, de dochter van Philips IV, voor haren koninklijken bruidegom, die haar te Bayonne wachtte,geen geschikter geschenk wist mede te nemen dan een kistje cho colade. Op het gala-feest, dat eenige dagen na het huwelijk van Lodewijk XIV met Maria Theresia plaats had, speelde de chocolade eene groote rol; in alle denk bare allegorische vormen dekte zij de koninklijke tafel. Dit was in den loop der maand Juni 1660. Eigenlijk van af dezen maaltijd dag- teekent de invoering der chocolade in Frankrijk. Eenmaal waardig gekeurd om te prijken op eene koninklijke tafel, was haar weg gebaand. De groote wereld EEN VERHAAL DOOR GCSTAAF KIERITZ. 36) «Datging nog al," antwoordde Hans. «De breuk is van dien aard dat ik als ik mij rustig houd, noch krom noch mank zal worden. Maar mogelijk zes weken lang zonder iets uit te voeren op ééne plaats te moeten blijven, dat is voor mij een schrikkelijk vooruitzicht." ïWij zullen u den tijd en de verveling wel zien te verdrijven," troostte hem Serena. »Ik zal u wat voorlezen. Wij zullen samen zulkespelen uitvoeren waarbij slechts lichte bewegingen noodig zijn. Ik zal mijn piano in uw ziekenkamer laten brengen. Willner zal mij met zijn fluit accompagneeren. Audigast en andere goeden vrienden zullen u komen bezoe ken. O! ik ben volstrekt niet bang dat ge u zult vervelen." Serena's vader kwam binnen. «Wal moet ik hooren sprak hij, »wat moet ik zien? Arme Hans! Onder het verschrik kelijk onweder van gisteren hebt gij de rol van Max, uit de Freiscliutz gespeeld, zooals hij hebt ge in den wolfskuil ge zeten, het woedende heir, de wilde jacht voorbij u en over uw hoofd laten trekken wel hebt gij geene onkwetsbare kogels gegoten, maar daarentegen hebt gij uw been gebroken en uw hoofd bezeerd. Wie heeft daar echter schuld aan? Gij alleen Hadt gij aan onze herhaalde bede gehoor gegeven, en uw verblijf bij ons gehouden dan had gij u dit gebroken been, en deze wond aan 't hoofd kunnen besparen, en wij hadden gisteren in dat noodweer een moedigen man meer in huis gehad. Nu moet gij tegen wil en dank hier blijven." nik lijd geduldig mijn straf, lieve oom," antwoordde Hans, pen ik ben zeer gaarne uw gevangene.', Serena's kamenier wenkte hare mees teres om even buiten te komen en sprak tot haar: jGenadige freule, onder de kleeding stukken die gisteren den jongen genadi- gen heer zijn uitgetrokken, bevindt zich ook een zakdoek van u, die vol bloed is en dien de jonge baron op de borst droeg. Hendrik en Johan dachten eerst dat de baron ook aan de borst gekwetst was, hetgeen echter niet het geval is, maar waarschijnlijker is het dat de freule gis teren in de eerste opwelling haar zakdoek gebruikt heeft om het bloed aan het voorhoofd van den jongen heer af te vegen, dat u het daarbij verloren hebt, en het toevallig op de borst van den jonker gekomen is." Serena bestreed dit vermoeden als ge heel ongegrond. Zij herkende echter den bewusten zakdoek als de bare; doch de bloedvlekken daarin waren reeds van oude dagteekening. Eindelijk raadde zij wat het kon zijn. Dat was immers de zakdoek waarmee zij eenmaal baars vaders aange zicht had afgedroogd toen deze zijn dood gezocht had op den spoorweg. De zak doek was dus niet, zooals zij meende verloren gegaan, maar door Hans opge raapt en bewaard. Maar waarom op zijn borst? Had hij gedaan zooals in vroeger tijden de ridders, die een lint, een bloem of iets dergelijks van hunne geliefde op 't hart droegen Het kon bijna niet an ders zijn, en deze waarheid vervulde Serena's gemoed met eene teedere aan doening. Zooals zij voorspeld had kreeg Hans veel bezoek, nadat hel ongeval dat hein was overkomen bekend was geworden, 't Eerst van allen kwam Willner, daarna Audigast, en later alle overige vrienden en bekenden van Hans. Alleen de Dur- rensteinsche bewoners bleven weg, het geen noch den zieke, noch Serena, noch haren vader veidroot. Ondanks zijn onge luk genoot Hans op zijn ziekbed de zoetste vreugde en Serena's bijna onafgebroken bijzijn. Meer en meer leerde hy haar huiselijk heid, haar bescheidenheid, haar edel hart en beschaafde manieren waardeeren. Al ware Serena ook met minder lichamelijk schoon begaaft geweest, dan had hij haar toch om haar zelve moeten liefhebben. Met schrik dacht hij reeds aan zijn her stel, wanneer hij het gezelschap, de tee dere oppassing en zorgvuldige verpleging van Serena zou moeten missen. Ach, hij duifde zicb niet verineten, hij de onbe middelde landbouwer aanspraak te maken op het bezit van deze kroon, dit juweel, dit kostbaarste kleinood van alle meisjes. Op zekeren dag zette zij zich weder, inet een handwerk, naast de legerstede van Hans neder. Met gemaakten ernst begon zij pVandaag, Hans, kom ik niet als uw nicht, vriendin, verpleegster of gezellin tot u, maar als groot-inquisiteur, die u een pijnlijk verhoor moet afnemen. Als man van eer en edelman zult ge mij de zuivere waarheid zeggen." Denkende dat het louter scherts was, keek Hans de bekoorlijke groot-inquisiteur lachend aan. Deze vervolgde ernstig «Men heeft op uwe borst een bebloeden zak doek gevonden, waar mijn naam op staat." Het lachende gelaat van Hans trok plotseling in een ernstigen plooi, en hij staarde de vraagster angstig aan. pik vraag u nu hoe en op welke wijze zijl gij aan mijn eigendom gekomen?" »Ik heb" stamelde Hans «dien zakdoek in het bosch gevonden." »Dus hebt gij u gevonden goed toege- eigend, een diefstal die even strafbaar is als alle andere. Verder vraag ik u, waarom hebt gij mijn zakdoek ongewas- schen op de borst gedragen, in plaats van hein ie gebiuiken, zooals andere dieven doen »Tot aandenken!" bracht Hans stotte rend uit. »Tot aandenken aan de door u vol voerde redding van mijn vader? of om dat die zakdoek mij toebehoort?" Hans sloeg verlegen de oogen neder. «Vergis ik mij niet," ging Serena getroffen voort, «als ik geloof, dat gij eene stille genegenheid voor mij hebt opgevat, dat gy mij bemint? Antwoord mij daarop eerlijk en openhartig." Haar stern beefde. W'ordl vervolyd).

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1889 | | pagina 1