NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
UTRECHT EN GELDERLAND.
BERICHT.
Nieuwe abonnés ont
vangen deze Courant
tot 1 Januari gratis.
Ntagdalena's Eed.
No. 99.
Woensdag II December 1889.
Achttiende jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG M ZATERDAG.
BINNENLAND.
FEUILLETON.
AMEBSFOORTSCIE COURANT.
VOOR
abonnementsprijs:
Per 3 maanden 1.Franco per po8t door het geheele Kijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever A. M. SLOTHOUWER, Amersfoort.
aovertentien:
Van 16 regels 0,40 iedere regel meer 5 Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst «orden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
oordeel bewijst deze gansche discussie,
waaraan zoo zeldzaam velen hebben deel
genomen, opnieuw, dat onze natie, beter
dan misschien eenige andere, de publici
teit, die zij sedert 1848 ten volle geniet,
verdragen kan en weet te gebruiken.
Dat geeft moed voor de toekomst. Want
wij kunnen het ons niet ontveinzen er
zijn moeielijke dagen voor de liberale partij
in aantocht. Hoe ook de Eerste Kamer
beslisse, hetzij zij door de wet af te stem
men den schoolstrijd met verscherpte
vinnigheid doet herleven, hetzij zij door
de wet aan te nemen de openbare school
in minder goede stelling tegenover de
gezindsheidsscliolen plaatst: in beide ge
vallen zal de liberale partij meer dan
ooit de macht behoeven, die de eendracht
alleen haar geven en bewaren kan.
Wordt de wet verworpen, dan volgen
hoogst waarschijnlijk Kamerontbindingen
en nieuwe verkiezingen. Indien dan bij
de stembus de verschillende fractiën onzer
partij wedijveren om vertegenwoordigers
van haar bijzonder inzicht op dit bepaalde
punt verkozen te krijgen, en-hen die van
arider inzicht blijk geven te weren, dan
schijnt het mij zoo goed als zeker dat
wij allen te zamen het onderspit zullen
derven. Hoe dit gevaar te vermijden is,
verklaar ik nog niet in te zien. Hoe zij,
die thans op verwerping der wet aan
dringen, weldra tot de herkiezing dier
leden van de Tweede Kamer, die de wet
hebben helpen aannemen, met voeg zul
len kunnen meewerken, begrijp ik niet;
tenzij die leden verklaren mochten in-
tusschen van gevoelen en bij gevolg van
gedragslijn veranderd te wezen. Doch dit
is geenszins waarschijnlijk, daar in de
adressen geen andere redenen geopperd
zijn, dan die zij reeds in hel Kamerdebat
hadden vernomen en die hen toen niet
hebben kunnen overtuigen. Hoe het zij
een middel om hen even goed als de
overigen eendrachtig te herkiezen moet,
hoe dan ook, worden gevonden, of het
plebisciet, waartoe men (naar mijne
meening, onnadenkend) drijft, zal anders
uitvallen dan de adressanten schijnen te
hopen.
Wordt daarentegen de wet aangeno
men, dan zal de volksschool de eendrach
tige zorg en bijstand der geheele liberale
partij niet kunnen ontberen. In dal geval
dienen wij zonder verwijl de handen in
een te slaan en op het gebied van het
vrije volksonderwijs met de antiliberalen
een ook voor dezen weldadiger; wedstrijd
aan te vangen. Wij hebben dit in den
laalsten tijd, op de openbare school steu
nende, te zeer verzuimd. Indien de nieuwe
wet tot stand komt, zal er op dit gebied
voor ons veel te doen, veel in te halen
zijn, niet meer evenwel dan wij met ver
eende krachten lichtelijk vermogen. Ook
zullen de rechten, die aan het bijzonder
onderwijs worden toegekend men ziet
dit nu nog te vaak voorbij ons even
goed als onze tegenpartij, zij het ook in
mindere mate, ten nutte komen, als wij
er slechts gebruik van willen maken.
Misschien dat de Maatschappij tot Nul
van het Algemeen, zoo de tijden weer
veranderen, zich geroepen voelt om haar
hoofdtaak van voorheen opnieuw bij voor
keur ter hand te nemen. Misschien ook
dat zy die thans liever aan eene afzon
derlijke Maatschappij tot Bevordering
van vrijzinnig Volksonderwijs ziet toever
trouwd. Om het even welke Maatschappij
ook, naar een deugdelijk plan ingericht
en onder leiding van zaakkundige en be
kwame mannen gesteld, zich om onder
steuning lot ons wendt, laat een ieder
onzer haar onbekrompen de middelen
helpen verschaffen, die zij behoeft om
zulk een door ons allen even hoog ge
steld belang naar behooren te behartigen.
Bovenal moed gehouden, wat er ook
gebeure. Het is waarlijk geen strijd om
te zijn of niet te zijn, dien wij te voeren
hebben. Mits wij eendrachtig blijven, be
staat er geen reden hoegenaamd om voor
de toekomst der liberale partij beducht
te wezen. Zij gaat voort en dit is
dezekerste waarborg voor haren duurzamen
vooruitgang in dezelfde richting waarin
de hoofd-wetenschappen, tegenwoordig
rnet reuzenschreden, vorderen. Een; tij
delijke reactie, eene stremming in haar
wellicht voor de menigte al te snellen
gang gedurende de laatste halve eeuw,
moge plaats hebben gegrepen, op den
duur zal deze voor de goede zaak eer
nuttig dan schadelijk blijken te zijn. Voor
een hlijvenden terugkeer tot verouderde
begrippen en toestanden bestaat niet de
minste vrees.
Er zijn er die den verzoenenden geest
van mijn vorig schrijven aan mijn verge
vorderden leeftijd hebben geweten. Dat
is niet geheel mis gezien. Ik heb meer
beleefd en meer ondervonden dan zij die
thans in de kracht van hun leven zijn.
Ik herinner mij de dagen der April-he-
weging, toen ik mij voor het eerst in
den politieken strijd heb gemengd, en
kan den tegenwoordigen toestand met
den toenmalige uit eigen aanschouwing
vergelijken. Welk een verschil tusschen
toen en nu, in ons voordeel! Toen had
den wij den steun der gansche katholieke
partij in den rug, er waren toch nauw-
lijks tegen de vereenigde conservatieven
en antirevolutionairen bestand. Thans zijn
wij van de katholieken niet slechts ver
laten maar zien hen in de eerste gelede
ren onzer tegenpartij geschaard. En toch,
geheel alleen bieden wij thans aan allen
te zamen het hoofd, met Diet rneer be
zwaar dan wij het toen nog geen
veertig jaren geleden met behulp der
machtigste van de drie aan de twee ove
rige vermochten. En dat thans, letwel,
nu „het volk achter de kiezers", waarop
de leiders der antirevolutionairen als op
hun natuurlijke reserve plachten te roe
men en te rekenen, grootendeels onder
de kiezers opgenomen is en voor het
eerst heeft meegestemd.
Waarlijk, wie zich zoo sterk gevoelt
behoort zich ook gematigd te betoonen.
Leiden. R. Fruin.
De Stand, ziet in de aanneming
der onderwijswet voorden minister Mackay
een persoonlijke triomf, en erkent o. a.
dat de anti-revolutionaire partij de ver
kregen concessies daaraan te danken heeft,
dat zij sgemeene zaak gemaakt heeft met
de r.-katholieke staatspartij." Vraagt men
of haar den Vrijdag gewonnen uitslag
dan nu zóó hoog aanstaat, dan, zegt ze,
herhalen we, wat we van meet af be
tuigden, dat dit ontwerp ons in het ininst
niet de vervulling onzer wenschen brengt.
Bedenkt men nu, dat het hij de behande
ling in de Tweede Kamer nog heel wat vee-
ren vliegen liet, dan zal men begrijpen,
dat het vooral in zijn tegenwoordigen
vorm ons verre van onberispelijk dunkt.
Was de Stand, dan ook een orgaan
van dweepers, dan zou voor ons, evenals
voor mr. Levy, de kans schoon staan, om
op meer dan één punt zekere animosi
teit tegen dit ontwerp in het leven te
roepen. Thans laten we dit aan Marniï
over, en brengen in naam van het anti
revolutionaire volk liever een woord van
warmen dank aan baron Mackay voor
zijn uitnemenden arbeid en aan jhr. de
Savornin Lohman, met zijn getrouwen,
voor het ongemeen beleid, waarmee ze
deze parlementaire campagne doorwor
steld hebben-
In zulk een brandende quaestie, die
harten en zinnen verdeelt en jarenlang
heel het land beroerd heeft, eindelijk
de palm des vredes te mogen aandragen,
is ongetwijfeld een taak der eere, die
men dezen mannen benijden mag maar
het is ook een taak van onbegrepen zelf
verloochening, die niet door een dwee-
pend, maar alleen door een trouwhartig
en dankbaar volk naar verdienste kan
worden gewaardeerd.
Slape ons volk nu maar geen oogen-
blik op zijn lauweren in.
Zie het helder de waarheid onder de
oogen, dat er slechts een gedeeltelijke
overwinning is behaald, die thans op
vractisca terrein door te nauwer aan
eensluiting, te milder offers en te war
mer toewijding moet worden voortgezet.
En bovenal, zijn er scholen rijk en
machtig genoeg om buiten het staatssub
sidie een leven met eere vol te houden,
laten ze dan, nu heur recht erkend is, van
beur recht geen gebruik maken.
Alleen waar de nood aan den man is,
of een nieuwe akker te ontginnen valt,
mag dankbaar de verkregen verlichting
aanvaard worden."
Z. M. de Koning heeft de school
wet bekrachtigd.
Door de Nederlandsche Rijnspoor
wegmaatschappij te Utrecht is bepaald,
dat de Iweedaagsche retourbilletlen. met
het vooruitzicht op het a. s. Kerstfeest,
geldig zijn van Dinsdag 24 tot en met
Vrijdag 27 Dec. a. s.
Vrijdagavond is te Maartensdijk,
nabij Utrecht, overleden de 89-jarige A.
L., een der nog weinig overgebleven
oud-strijders van 1830/31.
De Rotterdamsche Postduivenver-
eeniging De Zwaluw heeft van den mi
nister van oorlog drie medailles ontvan
gen voor hare nationale tentoonstelling,
op 25 en 26 Dec. a.s. te houden in de
bovenzaal der Unie, aan den Coolsingel
aldaar.
De tentoonstelling zal ten 2 ure ge
opend worden op Woensdag 25 Dec.
Prof. R. Fruin heeft zich nog eens
laten hooren naar aanleiding van de
voorgestelde,thans aangenomen,gewijzigde
onderwijs-wet in een ingezonden stuk, in
de N. Rotterdamsche Courant van 3
Dec. 1.1. Daarin lezen wy:
De schoolwet in de Eerste Kamer.
Nu het lot van het wetsontwerp, dat
aller aandacht gespannen houdt, eerst
daags beslist staat te worden, zij het
mij vergund aan hetgeen ik daarover
reeds schreef nog een kort woord toe te
voegen.
De heer Van Houten heeft in zijne
merkwaardige rede, onlangs te Rotterdam
uitgesproken, onder anderen gezegd, dat
over de schoolwet tusschen de liberalen
onderling »de strijd woedt." Deze bewe
ring is, dunkt mij, de meest in het oog
loopende overdrijving in liet gansche be
toog van den geachten volksvertegenwoor
diger. Verschil van gevoelen, verdeeld
heid als men het zoo noemen wil, be
staat *er zeker, maar van «liet woeden
van den strijd" wordt gelukkig al heel
weinig bespeurd. Integendeel; zelden
werd bij eenige staatspartij over eene
zaak die allen zoo na aan hel harte gaat,
met zoo groote bezadigdheid, met zooveel
eerbied voor de meening van anderen
geredetwist. De leden der Tweede Kamer,
die anders hebben gestemd dan zeer ve
len hunner commitenten hadden ge-
wenscht, worden daarvoor door slechts
enkelen hard gevallen, en bijna zonder
uitzondering bejegend met de achting,
die hun welberaden en kloek gedrag ver
dient. Ook de Academische adviezen,'
al hebben zij menigeen teleurgesteld, zijn
meestal met welwillendheid en met waar
deering der bedoeling van hen die ze
ongevraagd hadden gegeven, ontvangen
en beantwoord. Naar mijn bescheiden
BOOR
Cü. DES1TS.
Naar het Fransch.)
13) De bebloede kleederen.... waren
doorweekt van het eigen bloed van Mi-
chaud.... De passer.... hij heeft dien niet
in de wonde gelaten, maar op tafel, waar
deze eenige oogenblikken later in handen
zou geraken van hem die den moord
pleegde. Zoek den moordenaar ergens
anders maar niet langer hier.
„Op valsche aanwijzingen, op een on-
gelukkigen samenloop van bedriegelijke
feiten, op de praatjes van een oude vrouw,
van een man als Gaudoin, hebt gij in
hechtenis genomen, en houdt gij sedert
acht maanden gevangen den onschuldig-
sten, den besten der menschen. Ohet
slachtoffer dat te bejammeren is, is niet
AnselmeAnselme heeft slechts een
oogenblik geleden. Maar werpt een blik op
Jan Michaud, den martelaar, en gij zult
het hem kunnen aanzien welke folterin
gen hij heeft doorstaan, en hoe hij daar
straks nog leed. Daar straks heeft men
hem als eerloos, als bedorven geschetst
thans is 't mijne beurt hem u beter
te leeren kennen!"
En onze advokaat begon nu welspre
kend en met diep gevoel te verhalen de
jeugd van den schrijnwerker, zijn werk
zaam en onbevlekt leven, zijne daden van
moed en van rechtschapenheid, hoe hij
met opofferende liefde zijne eerste vrouw
in haren langdurigen doodstrijd had ter
zijde gestaan, de aandoenlijke geschiede
nis van zijn tweede huwelijk met Mag-
dalena en welk echtgenoot, welk vader
Jan Michaud steeds geweest was....!
Bij de herinnering aan zijne kinderen
ontsnapte een diepe zucht de borst van
den beschuldigde. Hij kon zijne tranen
niet weerhouden.
Magdalena stond snel op om ze af te
wisschen.
Alle aanwezigen waren bewogen.
De advokaat bleef nog langer op die
snaar drukken, en sprak eindelijk ook
het woord medelijden" uit.
Maar Magdalena, keerde zich bij dat
woord om, en liep met kracht uit:
Neen, geen medelijden, maar....
recht.
Beweging, toon, blik, alles was verheven
bij het uitspreken van dat woord.
De advokaat maakte er gebruik van
voor zijn slotwoord.
«Recht! ja recht alleen is het wat wij
vragen, herhaalde hij.. en ik zou niets
meer voegen hij dien kreet, dien de na
tuur, dien de eer haar ingaf, zoo de
procureur-generaal niet deze woorden ge
sproken had; «Geeft r.iet aan onze plat
telandbewoners het ouzedelijk schouwspel
van eene ongestrafte misdaad, van eene
erfenis gekregen door moord."
Mijne heeren de gezworenen de vrouw
van den beschuldigde heeft mij gelast U
te zeggen, dal zij de erfenis vau Anselme
niet zullen aanvaarden, dat zij er niet
aan zullen raken tot den dag waarop de
ware schuldige zal zijn ontdekt. Dat zal
eenmaal gebeuren.... want geen misdaad
blijft ongestraft.... want waar het recht
op aarde niet in staat is te zegevieren
en den schuldige te treffen daar blijft de
straf aan God.... die nimmer onrecht doet....
die altijd loon naar werken geeft....
«Vertrouw op Hem I"
Gedurende deze pleitrede, was de sche
mering ingevallen. Het licht van eenige
lampen, die hier en daar waren geplaatst,
streed met het wegstervend'zonnelicht, en
bescheen flauw de rechters in hunne
roode toga's, de gezworenen, onbewegelijk
luisterende, de onrustige menigte, half in
't duister gehuld, het opgewonden gelaat
van den verdediger, de bleeke wangen
van Magdalena, en het nog veel hleeker
gelaat van Jan Michaud.
Levendig was het antwoord van den
procureur-generaal. Daarop vatte de Voor
zitter het gesprokene te zamen rnet een
helderheid en eene onpartijdigheid, die
echter niet belette dat het ten laste ge
legde weder meer in herinnering werd
gebracht. Het was geen samenstelling op
de Engelsche manier.
Jan Michaud, sprak hy daarop,
hebt gij nog iets tot uwe verdediging aan
te voeren
Hij was opgestaan. Op vasten toon ant
woordde hij
Mijn advokaat heeft U verklaard
dat wij van de erfenis van Anselme af
zien. Ik verlang dat geld niet te hebben,
neen, ik verlang het niet.
De gezworenen stonden op en verwij
derden zich om te raadplegen.
De rechters verlieten de zaal door een
andere deur, en de beschuldigde, gevolgd
door Magdalena, door een derde.
In de uitgestrekte zaal bevond zich dus
alleen het publiek, benevens eenig advo-
katen deurwaarders en soldaten.
Een halt uur ging aldus voorbij.
'tls altoos, en vooral op zulk een laat
uur, een plechtig oogenblik, wanneer de
beslissing omtrent leven of dood van een
mensch wordt genomen. Het was nu vol
komen avond geworden, zelfs de lampen
schenen te verbleeken of wierpen in haar
lichtkring slechts een zeer flauw schijnsel
op wapens of koperen ornamenten. Nie
mand durfde spreken, men hoerde alleen
verwarde doffe geluiden. Het onzekere,
onbekende hield aller gedachten bezig
aller borst was gedrukt door angst en
spanning. Men wachtte. a
Eindelijk wordt onder het publiek eene
zekere beweging waargenomen. De rech
ters komen binnen en hernemen hunne
plaatsen de gezworenen zijn reeds geze
ten. Op die strakke gezichten laat zich
de uitspraak niet lezen.
Het gelaat van Lamharthe echter
schijnt eer. soort van voldoening uit te
drukken, een soort van verlichting. Hij
houdt de uitspraak in de hand.
De Voorzitter verzoekt hem te spreken.
Met aandoening, maar met krachtige
stem, antwoordt hij;
Op mijn eer en mijn geweten....
voor God en de menschen antwoordt de
jury op al de vragen, die gedaan zijn....
neen I
Jan Michaud is vrij.
Men brengt hem binnen, men deelt hem
mede dat hij vrij is.
Levendige toejuiching, handgeklap ver-