NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad UTRECHT EN GELDERLAND. Magdalena's Eed. No. 104. Zaterdag 28 December 1889. Achttiende jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG W ZATERDAG. Verdraagzaamheid. BINNENLAND. FEUILLETON. HMERSFOORTSCHE COUBANT. VOOR abonnementsprijs: Per 3 maanden 1.Franco per post door het geheele Rijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever A. M. SLOTHOUWER, Amersfoort. advertentien: Van 1 6 regels 0,40 iedere regel meer 5 Cent. Advertentiën vier maal geplaatst worden slechts driemaal berekende Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Er wordt beweerd, dat de onmis kenbare toeneming der geloofsver deeldheid van invloed is op de in een gemengden staat als den onze 7.00 onontbeerlijke verdraagzaamheid. Wij achten dit punt van zoo groot gewicht, dat we gaarne onze lezers uitnoodigen daar eens over na te denken. Vooraf zij dan gewaarschuwd tegen een begripsverwarring, die een hoe sterk ook geprononceerd ver schil in godsdienstige opvattingen gelijk stelt met onverdraagzaamheid. In onze oude Republiek werden aan de leden van onderscheiden kerk genootschappen geenszins gelijke rechten toegekend. De hervormde godsdienst was eigenlijk de olïiciëele andere »secten" werden slechts ge duld. In zooverre stonden we boven andere natiën, dat niemand om zijn godsdienstige meeningen werd ver volgd. Slechts weinige onzer regenten konden "zich echter verheffen tot het standpunt, eenmaal door den Vader des Vaderlands, den edelen Zwijger ingenomen, maar in zijn dagen door schier niemand gedeeld. Juist dat uitsluiten van geloofsver volging is oorzaak geweest, dat de geuniëerde gewesten het toevluchts oord werden van velen wien ter wille van het geweten het verblijf in hun vaderland onmogelijk was gemaakt. Gastvrij ontvingen we zoowel den Katholiek die zich onttrok aan de harde maatregelen van Koningin Eli sabeth en Jacobus Stuart, als den Israëliet wien het verblijf in Spanje en Portugal door Philips II werd ontzegd en den Protestantschen vluch teling, slachtoffer van het geweld van Lodewijk XIV. Ook waren onze in ternationale betrekkingen zoo veel vuldig, dat wij wel genoodzaakt wer den liet goede te waardeeren bij hen, die andere overtuiging waren toege daan dan de leden der Nederlandsche Staatskerk. In dit opzicht ging hier de natuur boven de leer Wel waren de niet- Hervormden meerendeels van open bare bedieningen uitgesloten, en de omwenteling van het laatste gedeelte der achttiende eeuw moest komen om ook dit onrecht te doen verdwij nen, maar voor het overige ken merkte de maatschappelijke omgang met «andersdenkenden" zich door een gemakkelijkheid, die nergens werd geëvenaard. De volkomen gelijkstelling is het werk van deze eeuw geweest. In théorie gehuldigd door de Grondwet van 1814, kon zij niet op eenmaal burgerrecht verkrijgen. Er is bijvoor beeld strijd geweest over de toela ting van Israëlieten tot de Maatschappij tot Nut van 't Algemeenen het recht der Katholieken op zelfstandige regeling hunner kerkelijke hiërarchie, door de liberale partij erkend en doorgedreven, is ernstig bedreigd ge worden door het verzet der recht zinnige Protestanten. Nu we door een tijdsverloop van nog geen veer tig jaren van die zoogenaamde April beweging zijn gescheiden, verbazen we ons over de heftigheid, waarmede toen de strijd werd gevoerd. Nog een weinig teruggaande sinds dat tijdstip, stuiten we op de moeielijkhe- den, die de vestiging der Christelijk- gereformeerde Kerk moest onder vinden. In onzen tijd treden de godsdienst- meeningen sterker op den voorgrond, somtijds op een wijze die niet van hartstochtelijkheid is vrij te pleiten. We verontrusten ons daar geenszins over; integendeel, het is goed dat de geesten wakker worden, en dat men zich rekenschap tracht te geven van hetgeen men, elk voor zich denkt en gelooft. En al dreigt daarbij ook het. gevaar, dat men aanneming eener geloofswaarheid verwart met aan kweeking eener Christelijke deugd, wat lang niet hetzelfde is, - toch zal zeker onverschilligheid omtrent diezelfde waarheden evenmin een juiste maatstaf genoemd kunnen worden van iemands zedelijk gehalte. Met dat al openbaart zich in ons maatschappelijk leven een verblijdende gemeenschapszin, die over de ge schilpunten op godsdienstig gebied heenreikt. We staan in veelvuldige betrekkingen met personen, van wie wij niet weten of zij al dan niet tot een kerkgenootschap behooren, en zoo ja, tot welk. In onderscheiden vereenigingen zitten Protestanten, Katholieken en Israëlieten naast el kander, bezield met gelijken ijver voor de gezamenlijke belangen. We bezitten tal van liefdadige instellingen die iederen hulpbehoevendeten dienste staan, zonder op confessie te letten. Dat het zoo is, hebben we voor een deel te danken aan de maat schappelijke behoeftemaar we ge- looven ook, dat de openbare school er het hare aan heeft toegebracht. Met is zoo goed, als kinderen van jongsaf leeren vriendschappelijk om te gaan met makkers, die met hun ouders niet dezelfde kerk bezoeken als zij met de hunne, of voor wier godsdienstige vorming andere leeraren zorg dragen. We hebben weieens hooren zeggen dat die school, die zich aankweeking der verdraagzaam heid tot taak stelde, haar doel heeft gemist. De ervaring, die ieder onzer in eigen kring kan raadplegen, weer spreekt zulks. En zoolang onze natie blijft erkennen, dat sectenhaat, op het maatschappelijk leven overge bracht, een ramp voor onze nationa liteit zou zijn, zal het de openbare school niet aan sympathie en steun ontbreken, al zijn nu ook de ont- wikkelings-voorwaarden van het bij zonder onderwijs gemakkelijker ge maakt. Is bovenstaande schets, die we van de maatschappelijke verdraag zaamheid gegeven hebben, niet overal en onder alle omstandigheden wer kelijkheid geworden, ontbreekt aan de verwezenlijking nog het een of ander, laat ons dan met vereende krachten den toestand meer en meer verbeteren. Geloofsverschillen moeten zich bepalen tot het gemoedsleven, voor hetwelk niemand recht heelt de volkomen vrijheid van anderen te beperkendoch men houde ze zorg vuldig gescheiden van de maatschap pelijke betrekkingen, in de hoop dat ze ook eenmaal van de baan der politiek verwijderd kunnen worden. Dinsdagnamiddag werd ten paleize het Loo het Kerstfeest gevierd, welke feestviering geleid werd door den 83- jarigen hof-prediker ds. van Koetsveld. Een sierlijke kerstboom was opgericht, prijkende met tallooze kaarsjes, verschei den kinderen van ingezetenen waren daarbij genoodigd. Nadat H. M. de Koningin en de Prinses tegenwoordig waren, en de kinderen gegroet hadden, hield ds. van Koetsveld eene toespraak, waarna de geschenken uitgereikt werden aan de prinses en de overige kinderen, welke allen veel en rijk begiftigd werden. Ook de hofdames en hofdignitarissen hadden hun kerstboom; ook zij ontvan gen kostbare geschenken. In den morgen van den eersten kerst dag hield ds. van Koetsveld eene kerst feestrede in de kapel ten paleize, weder in tegenwoordigheid van H. M. de Ko ningin en de Prinses. Ten 2 ure vertrok ds. van Koetsveld weder naar den Haag. Maandag brachten fl. M. de Koningin en de Prinses verscheiden bezoeken in de woningen der beambten van het paleis en domeinen en bij weduwen van vroegere beambten, met het doel hunne kinderen uit te noodigen tot bijwoning van de viering van het kerstfeest. Dat zulk een bezoek hen, wien dit te beurt valt, in de wolken brengt is dui delijk, doch evenzeer dat zij wat verle gen zijn. H. M. heeft grooten tact hen dadelijk op hun gemak te brengen en neemt ieder in door hare groote min zaamheid. 't Prinsesje volgt ook hierin het schoone voorbeeld na en is uiterst lief en hartelijk tegen de kleinen. 'I Is wel zeker, dat dé uitnoodiging nergens afgeslagen is, en evenzeer dat ook deze kleinen, zij het ook op andere wijze, groote bewijzen zullen ontvangen van de genegenheid, die onze geliefde vorstin voor hen gevoelt. Een Zoon van het oude volk, het prachtige schilderij van Israels, dat op de jongste driejaarlijksche tentoonstelling te Amsterdam door de «Vereeniging tot het vormen eener verzameling van moderne kunst" werd gekocht, is thans in het Rijksmuseum geplaatst, in het zaaltje waar Bosboom's borstbeeld zich bevindt. Er schijnt sprake van te zijn, zegt de Stand., dat er van Protestansch- Christelijke zijde een ernstige poging zal worden aangewend, om de Christelijke Vrije School tot hooger ontwikkeling te brengen. Zijn we wel ingelicht, dan zouden de hoofdbesturen der Vereeniging van Christ. Nat. Schoolonderwijs, van Gereformeerd Schoolonderwijs, van de Unie en van de Vereeniging voor Christ. Onderwijzers worden aangezocht, om deze gewichtige zaak ter hand te nemen. Bij het wapen der artillerie wordt eene belangrijke promotie verwacht. De firma van Gend Loos opent 1 Januari een omnihusdienst tusschen Hoofddorp en Amsterdam. De Nederlandsche vereeniging tot bevordering van Zondagsrust heeft weder om eene brochure verspreid, thans van de hand van Louise B. B. en getiteld «De invloed der vrouw op de Zondags rust." Te Osdorp, gemeente Sloten, is de arbeider O. behekst en lijdt thans hevige pijnen. Met voorbeeldeloozen ijver heeft hij met den nachtwacht getracht de heks, die in den vorm van een kat 's nacht op het erf rondloopt te vangen, doch te vergeefs, zij is hun te vlug. Wanneer zal het bijgeloof toch eens verdwijnen Uit Nijkerk wordt ons geschreven Ged. Staten van Gelderland hebben de beslissing betreffende de begronting dezer gemeente over 1890 verdaagd, tot dat DOOR Ch. D E S L Y S. (Naar het Fransch.) 18) Dat is nog niet alles. Gij weet wel waar de krotten staan waar de gemeen ste kerels van 't dorp wonen. Vanavond, wanneer ze hun hoofd kwijt zijn, zal ik ze naar hunne vrouwen brengen. Dan ontstaan er vechtpartijen, twisten en de geheele boel gaat 't onderst boven. Ze verwijten elkaar om 't hardst de slecht heden die zij gedaan hebben. O! ik hoor wat moois en zou ze allen in de gevan genis kunnen brengen.... maar voor dat geval, ge weet wel, nog niemand 1 Laat ons afwachten I En met wankelende tred ging de ge waande dronkaard verder, al zingende: Leve de wijn Dat heerlijke vocht, 't Vervroolijkt het leven Tot in den laatsten^ademtocht. Een week later, toen Magdalena in den tuin eenige groenten plukte, hoorde zij eene stem die haar fluisterend door de heg toeriep. Zij liep er heen en verwijderde de tak ken.... het was Barnabé. Hij had een blauw oog en droeg zijn arm in een band. Wel, arme jongen, vroeg zij, wat is er gebeurd? Let er maar niet op! antwoordde hij, twee kippendieven zijn daar in het dorp gevat.... Men zegt dat ik ze heb aangegeven.... dat ik tot de politie be hoor..,. Iedereen trekt partij tegen mij.... en de rest begrijpt gij Maar riep zij uit, dan moet gij u zelf hebben blootgegeven.... Stil, viel hij haar in de rede, spreek zacht?.... Ik heb gehoord dat men ook over u praatjes uitstrooit.... men weet niet welk doel wij willen bereiken.... Geloof mij, ge zoudt weldoen, niet meer met uwe buurvrouwen samen te werken. En met zijn mank been strompelde de arme kreupele voort. Zijn raad verbaasde Magdalena niet. Reeds hadden enkele vinnige dorpelingen haar gewaarschuwd dat het tijd werd zich terugtetrekken. Zij deed het zonder ander leedwezen dan dat zij eene on vruchtbare poging had beproefd. Hare buurvrouwen hadden haar niets medege deeld en zouden het ook niet doen. Buitendien verveelden zij haar. Met genoegen hernam zij dus weder haar vroeger huiselijk leven. Jan merkte dit op en maakte er zich bezorgd over. Ik wed er wel wat om, zeide hij, dat men u de eene of andere beleediging heeft aangedaan I En toen zij dat ontkende, riep hij uit: Ik zou alles kunnen verdiagen, maar als men mijne vrouw of mijne kin deren beleedigt.... Sedert eenige dagen betoonde Jeannette en haar broertje een zekeren tegenzin om naar school te gaan. Te vergeefs had hun vader hen ondervraagd; zij zwegen, maar zochten nieuwe voorwendsels om thuis te roogen blijven. Pieter had alle vroolijkheid verloren. Men zag hem, die gewoonlijk zoo bedrijvig was, onbe- weegelijk en als beschaamd in een of anderen hoek zitten. Somtijds ontsnapten hem kreten van drift. Herhaalde malen was zijn zuster van school gekomen met rood geweende oogen I Op zekeren avond toen de school uit ging hoorden Jan en Magdalena een groot rumoer. Hoewel dit niets ongewoons was, keken zij toch naar buiten. Een zwerm van schoolkinderen, jongens en meisjes, liepen in de straat door el kander. Maar het was geen spelletje. Bedreigingen en kreten van smart ver nam men te midden van die krioelende jeugd. Er werden steenen opgeraapt en geworpen. Eensklaps ging de troep uit elkaar, die van het midden der straat naar den huizenkant werd geworpen, en nu zag men het eerst Barnabé, die bleek van verontwaardiging, hier en daar oorvijgen uitdeelde aan de achterblijvers. Achter hem verscheen de onderwijzer en diens aanblik alleen deed de kinderen uit elkander stuiven. Als de golven van de zee, die plotse ling door het quos ego van den vertoorn den Neptunis bedaarden, waren de jeug dige oproermakers tot stilte gebracht en wat nog beter is, verstrooid. Een meisje en een jongen bleven al leen overzij geknield, met het gelaat in beide handen verborgen, ten prooi aan den hevigsten angsthij, de beschermer, rechtop, het hoofd naar boven en met saamgeklemde vuisten in de houding van een held. Men heeft zeker reeds in beiden Jean nette en Pieter herkend. Zoodra de vijanden op de vlucht waren, boog hij zich tot zijne zuster om haar gerust te stellen en toen zij nog niet op durfde staan, nam hij haar op zijne armen en droeg haar naar huis. De ouders liepen hem tegemoet. Zjj zagen weldra dat de kleederen der beide kinderen bevlekt en gescheurd waren, dat Pieter een schram in 't gezicht had en dat zijn voorhoofd bloedde, zeker van een steenworp. Behoeven wij te zeggen met welken angst, met welke liefkozingen zij ze in huis voerden? Maar op al hunne vragen, antwoordde Jeannette slechts Niets, het is niets, moeder. Terwijl haar broeder niets anders zeide dan o, die lafaards, die slechtaards 1 Allen tegen haar!.... allen tegen m(j I... Arme kleine zus!.... O, ik heb haar verdedigd!.... ik zal haar verdedigen la ten ze maar komen I En de moedige knaap stond weer op als een jonge kemphaan. Door zijne uit getrokken blouse en zijn gescheurd hemd zag men zijn hart kloppen. Zijne oogen fonkelden. Wordt vervolgd

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1889 | | pagina 1