NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
UTRECHT EN GELDERLAND.
iagdalena's led.
BERICHT.
Een kijkje in de toekomst.
No. 4.
Zaterdag II Januari 1890.
Negentiende jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG M ZATERDAG.
Mevrouw SILYÉ
BINNENLAND.
FEUILLETON.
iMERSFOORTSCHE COURANT.
VOOR
abonnementsprijs:
Per 3 maanden ƒ1.Franco per post door het geheele Kijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever A. M. SLOTHOUWER, Amersfoort.
advertentien:
Van 16 regels 0,40 iedere regel meer 5 Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Als premie-boekwerk voor het
eernte kwartaal iu I8»0 kunnen wij
thans onze lezers aanbieden een oor
spronkelijke Roman, getiteld:
DOOR
Schrijfster van Tweeërlei Kruis".
Men leze s. v. p. achterstaan
de aankondiging en verzuime vooral niet
liet biljet aan ons Bureau, met bijvoe
ging van 40 centen, op tijd in te
leveren.
DE UITGEVER.
Sedert ruim een jaar bestaat ergens
in Nederland, men heeft ons wat
hier zal worden medegedeeld slechts
toevertrouwd op voorwaarde dat wij
den naam der plaats zouden verzwij
gen, een debatteerclub uitsluitend
van dames. Mannen, zelfs al zijn
het verslaggevers der pers, worden
in de vergaderingen nooit toegelaten
bij hooge gunst wordt aan een enkele
courant gemeld wat de secretaresse
goedvindt wereldkundig te maken.
Een avond vóór in de maand Januari
1890 was bestemd voor een alge-
meene vrouwenmeeting, waarin de
Presidente een voordracht hield over
het Duizend jarig Rijk. Het is van
deze redevoering, dat ons een beknopt
verslag werd aangeboden, waaraan
wij gaarne een plaats geven.
In de grijze Oudheid werd onder
het Duizend-jarig Rijk verstaan een
tijdperk van onafgebroken vrede en
eendracht. De dichters lieten hun
verbeeldingskracht den vrijen teugel
bij het schetsen van de heerlijkheden,
die zich dan over het menschelijk
geslacht zouden uitbreidengeen oor
log zou de rust der volken storen,
geen woeste krijgsbenden zouden den
oogst vertreden, er zou overvloed zijn
van alles voor allen.
Toen bij den aanvang der Middel
eeuwen het ruw geweld overal den
scepter zwaaide, de mannen als roof
gierige monsters elkander bekampten
en de vrouwen nog minder geacht
werden dan slavinnen, ja, lager in
waarde geschat dan het vee, toen
verdwenen van lieverlede die schoone
verwachtingen, om plaats te maken
voor een ander uiterste. Aan het
getal «duizend" werden de somberste
protetieën gehecht. Het werd een
vaste overtuiging, dat het tijdstip,
waarop van onze jaartelling tien eeuwen
voorbij zouden zijn, voor 's werelds
einde was aangewezen. Oude kronie
ken verhalen ons nog van den schrik,
die allerwege heerschte toen het ge
duchte jaar naderde. In vertwijfeling
voor de dingen die komen zouden liet
men alle zorgen voor de toekomst
varen, terwijl velen in ongebonden
heid de vrees trachtten te verzetten,
die hen bij de gedachte aan de na
derende verschrikkingen beving. Het
waren natuurlijk alleen de mannen,
die zich aan die buitensporigheden
overgaven; de vrouwen wachtten in
gelatenheid haar lot af, dat moeielijk
erger kon worden dan het reeds was.
Het jaar duizend kwam, en niets
van 't geen voorspeld was gebeurde:
de wereld ging rustig haar gang.
Eerst langzamerhand verdween de
vrees en keerde alles tot zijn vroe-
geren toestand terug. Sedert heeft
de beschaving groote vorderingen ge
maakt, en is ook het lot der vrou
wen een weinig dragelijker geworden.
Niet dat men gekomen is tot de volle
erkenning harer rechtenintegendeel,
sommige mannen hebben gedacht het
aan haar gepleegde onrecht goed te
maken door haar een kinderachtige
hulde te bewijzen, tevens zorgdra
gende, dat zij in haar ondergeschikte
positie bleven.
Is nu die voorstelling van het
Duizendjarig Rijk geheel een fictie?
zeker niet: aan hetgeen zoo bij her
haling in de hoofden en harten van
alle menschen leelde, moet wel een
waarheid tot grondslag liggen. Zoo
is het ook. Opnieuw nadert de maat
schappij het einde van een duizend
jarig tijdvak wel ligt er nog een
eeuw in het verschiet, maar riu reeds
is duidelijk zichtbaar, welke kolossale
omwenteling de menschlieid dan zal
hebben ondergaan. Inderdaad zal een
tijdperk van vrede en geluk dan zijn
aangebroken, maar alleen, omdat dan
de scepter der heerschappij zal zijn
overgegaan in handen der vrouwen, die
van haar numerieke, intellectueele,
moreele en physieke meerderheid een
geheel ander gebruik zullen maken
dan de mannen tot dusver deden.
liet is aan alle hoorderessen be
kend, dat nu reeds, in alle beschaafde
landen, het aantal vrouwen dat der
mannen verre overtreft. Die verhou
ding zal nog gunstiger worden, als
de verwachte oorlogen hebben plaats
gehad, die met de tegenwoordige
aanvalsmiddelen wellicht millioenen
slachtoffers zullen maken. Wij vrou
wen zien die dingen rustig aan: een
historische noodzakelijkheid kan men
geen weerstand biedenVoeg daarbij,
dat de mannen hun krachten sloo-
pen door alcoholmisbruik, om van
andere slechte hartstochten niet te
spreken, en durf dan nog twijfelen
aan het antwoord op de vraagAan
wie de toekomst?
Als de twintigste eeuw haar loop
baan zal voltooid hebben, is deze
vreedzame omwenteling een voldon
gen feit geworden, en van nu af
rust op ons de plicht, ons daarop
voor te bereiden. Zien we niet dat
monarchieën, door een man bestuurd,
instorten, terwijl geen troon vaster
staat dan een waarop een vrouw ze
telt? De Amerikaansche Staat Kan
sas geeft ons reeds het beeld eener
republiek, waar alle bestuurszaken,
administratie, rechtspleging, onder
wijs, letterkundige ontwikkeling, in
handen van vrouwen zijn, terwijl de
mannen datgene verrichten waartoe
zij het meest geschikt zijn, huiselijke
bezigheden en ruwe werkzaamheden,
waar onze meer verfijnde natuur,
onze edeler vermogens ons boven
verhellen. Waar mannen heeten te
besturen, laten zij in hun domme
waanwijsheid alles in het honderd
loopen, om, als zij een blik slaan
op hetgeen zij gedaan hebben, te
schimpen op de onvolmaaktheden der
maatschappij waarvan toch zij alleen
de schuld dragen. Neen, hoorderessen,
niet de maatschappij is slecht, maar
zij, die zich bij uitsluiting haar leden
noemen, moeten vervangen worden.
Die omwenteling kan niet opeens
tot stand komen, zij moet door een
langdurig voorbereidingsperiode wor
den voorafgegaan. In de eerste vol
gende ledenvergadering zullen eenige
voorstellen, daartoe dienstig, in be
spreking worden gebracht; maar dit
kan ik hier wel in het openbaar zeg
gen, dat de mannen tot het besef
moeten worden gebracht dat de stel
ling, die zij tot dusver innemen, een
geüsurpeerd recht is. Waarom ziet
men rondom de Ministerstafel, en op
de banken der volksvertegenwoordi
ging, niet dan mannen die onop
houdelijk kibbelen over zoogenaamde
politieke quaesties waarvan zij zelfs
niets begrijpen, maar niet tot stand
kunnen brengen wat zij allen erken
nen dat dringend noodzakelijk is?
Hadden zij slechts den moed, vrou
wen tot de taak van regeering en
contróle te roepen, alles zou geheel
anders gaan.
Natuurlijk zal dat niet gebeuren.
Geduld slechts, en waakzaamheidde
vrucht, die ons rechtens toebehoort,
zal ons van zelf in den schoot vallen.
Voorbereiding is echter noodig.
We moeten ons nauw aaneensluiten,
van onze geestelijke meerderheid ge
bruik maken door ijverige studie, ons
lichaam door gepaste oefening ver
sterken, door vermijding van buiten
sporigheden in kleeding tot volle ont
wikkeling brengen. Zijn wij tot dus
verre zwak genoeg om naar het wel
behagen der mannen te streven, her
winnen we onze zelfstandigheid veel
eer mogen we eischen dat zij zich
voegen naar 't geen wij willen. Ik
zie bijvoorbeeld niet in waarom hun
de keus van een echtgenoote wordt
gelatenhet moet voortaan voor ieder
hunner een hoogst eervolle onder
scheiding zijn, als een van ons zich
verwaardigt, met hem in huwelijksbe
trekking te treden.
Ik wilde slechts een algemeene
schets van den naderenden toestand
gevende practische zijde van het
thans ingeleide vraagstuk zal later
worden behandeld.
Heden geen debatwie zich als
leden bij onze vereeniging wenschen
aan te sluiten, vinden daartoe straks
gelegenheid. Ik heb gezegd.
Nader wordt bericht, dat van de
vijfhonderd aanwezige niet-leden 437
het lidmaatschap hebben aanvaard.
Met het oog op de invoering van
het verplicht gymnastiekonderwijs, volgens
de nieuwe wet op hel lager onderwijs,
hebben de heeren R. Franssen en H.
Heukels, voormalige leeraren aan de op
geheven Rijkskweekschool voor onder
wijzers te Nijmegen, het plan opgevat,
om aldaar, uitsluitend voor onderwijzers,
die zich voor het examen in de gym
nastiek bij het lager enderwijs wenschen
te bekwamen, een cursus in de gym
nastiek te openen.
Het hoofdbestuur der Ned. Maat
schappij tot bevordering der Nijverheid
heeft zich tot den Minister van Binnen-
landsche Zaken gewend met een adres,
waarin het de oprichting van een proef
station voor bouwmaterialen te Delft be
pleit. Naar zijne berekening zal zulk een
proefstation het eerste jaar een som van
f 50,000 vorderen.
Het drietal, door de Synode opge
maakt voor de benoeming van een kerke
lijk hoogleeraar aan de gemeentelijke
DOOR
C h. DESLTS.
CNaar het Fransch.)
XI.
HET HUISGEZIN VAN DEN SCHRIJNWERKER.
22) Na de eerste begroeting heerschte er
een oogenblik stilte en zag men elkander
zwijgend aan.
De zoon van Michaud hield zich blijk
baar op maar het kostte hem moeite,
want de vermagerde trekken, het zieke
lijk bleek gelaat van zijn vader troffen
hem diep; met een oogopslag had hij al
het zielehjden doorgrond dat de arme
man van wiens onschuld de zoon was
overtuigd in den laatsten tijd had door
geworsteld.
Vader, riep hij eindelijk onwille
keurig uit, mijn arme vader! wat zijt ge
veranderd I.... wat hebt gij moeten lij
den
Jan antwoordde niet; bij keek naar de
strepen op den kraag van Just's uniform,
Just, riep hij uit, hoe! zijt geniet
als kapitein teruggekeerd?
Neen.... nog niet! stamelde de jon
ge officier.
En zijn gelaat trok zich smartelijk te
samen, terwijl een lichte blos zijn wangen
kleurde.
En toch, merkte Magdalena op,
schreeft ge ons in uw laatsten brief dat
gij zoo goed als zeker waart dien graad
te verkrijgen....
Wat zal ik u zeggen, moederlief!
een ander had meer recht dan ik.... ant
woordde hij, terwijl hij een poging deed
om te glimlachen.
En tegelijkertijd zette hij zich neder
en nam Jeannette op zijn knie.
Dat is jammer! spiak het meisje,
terwijl zij den kraag haars broeders aan
raakte en een derde gouden streep zou u
zoo mooi hebben gestaan.
En dan hier 1 voegde Piet er bij,
terwijl hij op de leuning van den stoel
klauterde, en naar de muts wees.
We zullen trachten u tevreden te
stellen, beste! antwoordde Just, terwijl
hij voortging zijne zuster te liefkozen.
Uitstel is geen afstel.,,, en er bestaat
kans dat het spoedig gebeuren zal.... Een
kameraad, wiens regiment binnen kort
naar Senegambië gaat heeft er in toege
stemd met mij te ruilen.
Hoe, viel Magdalena hem vol schrik
in de rede, wilt gij al weder vertrekken
O, riep de vader uit, die plotseling
als bij instinkt de toedracht bevroedde,
o, heeft die vervloekte zaak ook op mijn
zoon teruggewerkt. Gij ook, mijn arme
jongen, zijt er niet van bevrijd gebleven
Zwijg toch stil! zei Magdalena, hij
weet niet....
Just was opgestaan, en antwoordde
terwijl hij hen beiden omhelsde:
Ik weet alles: den eed van Magda
lena en hare vergeefsche pogingen om
dien te houden, de onrechtvaardige ach
teruitzetting en minachting, waarvoor zelfs
die twee arme kleinen niet zijn gespaard
gebleven.... En zoo ik er ten slotte mijn
deel van krijg.... ben ik dan toch ook
niet uw kind.
Was er iets edelmoedigers, iets treffen-
ders denkbaar dan die smart, van gan-
scher harte gedeeld, dan die hoop, bijna
met vreugde ten offer gebracht op het
altaar der kinderlijke liefde?
Toen zij genoeg kalmte herkregen had
den, ondervroeg Magdalena haar zoon.
Te Mirecourt, sprak hij, heb ik
Barnabé ontmoet, die daar was om m-
koopen te doen voor het badhuis, en die
wilde terugkeeren met dezelfde diligence
die mij daar bracht.
Ik heb hem bij mij in de coupé doen
stijgen. Wij waren er alleen. Hij heeft
mij alles verteld. O, hij is een brave
jongen, die veel van ons houdt 1
Maar, hernam Jan, die boven alles
ongerust was over de toekomst van zijn
zoon, maar Just, zoo uw toekomst nu
vernietigd is, Just....
Wees daarover niet bezorgd, was
het antwoord. Ik heb het slachtoffer kun
nen worden van slechte inblazingen, maar
dat zal slechts voor eene korte poos zijn.
Men is rechtvaardig in het Fransche le
ger. Buitendien, ben ik bijna besloten
mijn ontslag te vragen.
Gij 1 Just.... Hoe kunt ge daaraan
denken.
Ik denk aan u, vader.... aan mijne
moeder Magdalenaaan de kinderen!
Wat zal uw lot hier zijn? Wat moeter
van hen worden* De vooroordeelen der
landlieden zijn niet uitteroeien.... Er zijn
stroomen die niet kunnen worden beva
ren.... Maar bovenal gij schijnt ziek te
zijn, arme vader.... en ik, ik kom van
een gezonde landstreek, van een schoon
land, waar verstandige werkzame kolo
nisten verzekerd kunnen zijn spoedig for
tuin te maken. Ik meen Nieuw-Caledo-
llië. Dat land biedt een schuilplaats aan
alle schipbreukelingen der oude wereld.
Laat ons alles wat wij bezitten bijeen
verzamelen.... Laat ons daar heengaan!
Wij zullen er geëerd, vrij, en gelukkig
zijn.... alles te zamen
Luitenant Michaud was een van die
menschen die in 't gevaar, in't ongeluk,
plotseling een heldhaftig besluit nemen.
Hij had ernstig gesproken wel met een
zekere bitterheid, maar in de bitterheid
zelve was de kracht van een edel hart te
lezen, dat niet aarzelt alle eerzuchtige
plannen, zijne innigste hartewenschen op
te offeren aar. zijn plicht. Hij was gereed
de ballingschap te deelenhij had die
weten voortestellen onder zulke aanlokke
lijke kleuren dat de beide kinderen, die
daarenboven hartelijk verlangden Vittel te
verlaten, in de handen klapten en met
geestdrift uitriepen:
Ja!.... ja!.... Laat ons van hier
gaaD, broederLaat ons vertrekken Laat
ons dadelijk gaan
Zelfs Jan Michaed scheen het plan aan
te slaar.. Maar zijne vrouw schudde het
hoofd en sprak
Neen, als wij het land verlieten,
zouden wij den lasteraars gelijk geven;
zouden wij onze schuld erkennen 1 Handel
zoo als gij wilt.... Ik heb een eed gezwo
ren.... daaraan blijf ik getrouw, ik blijf I
Wordt vervolgd).