NIEUWS Nieuws- en Advertentieblad UTRECHT EN GELDERLAND. Magdalena's Eed. BERICHT. No. 9. Woensdag 29 Januari 1890. Negentiende jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. Mevrouw SXLYÉ BINNENLAND. FEUILLETON. AMEBSFOORTSCHE COURANT. VOOR abonnementsprijs: Per 3 maanden 1.Franco per post door het geheele Rijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever A. M. SLOTHOUWER, Amersfoort. ADVERTENTIE Ni Van 1 6 regels 0,40 iedere regel meer 5 Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Als premie-boekwerk voor liet eernie kwartaal in ISOO kunnen wij thans onze lezers aanbieden een oor spronkelijke Roman, getiteld: Schrijfster van Tweeërlei Kruis". Men leze s. v. p. achterstaan de aankondiging en verzuime vooral niet het biljet aan ons Bureau, met bijvoe ging van 40 centen, op tijd in te leveren. DE UITGEVER. Verschenen is het voorloopig ver slag der Tweede Kamer over het voorstel- Bahlmann in zake graanrechten. Eenige leden konden niet goedkeuren, dat de voorsteller, die in zijne toelichting zelf doet uitkomen, dat de Ministers van Binnenlandsche Zaken en van Buitenland- sche Zaken zich openlijk tegen maatrege len van protectionistische» aard hadden verklaard, beproeft aan een bevriend Kabinet eene wet van zoo ingrijpenden aard op te dringen anderen ontkenden, dat de Minister van Binnenlandsche Zaken zich pertinent tegen het hellen van graanrechten zou hebben verklaard. Men meende te mogen aannemen dat de bedoeling van den voorsteller is ge weest, om door heffing van rechten, welke de importeurs van granen en meel zouden hebben te dragen, aan de schat kist de middelen te verschaffen om schade lijke belastingen te doen vervallen, of de landbouwers op andere wijze te hulp te komen en bestreed het beroep op de Grondwet, dat de graanbouwers even goed aanspraak hebben op bescherming van personen en goederen als de overige ingezetenen. De voor- en tegenstanders waren het in zoover eens, dat beiden het ontwerp beschouwden als een eersten stap op het gebied eener protectionistische handels politiek, als eene eerste afwijking van de richting, welke in de laatste 25 jaren in ons land is gevolgd. Vele leden bleven het stelsel van vrijen handel voor Nederland met warmte verdedigen en hoe schadelijk het stelsel van protectie is, werd op verschillende gronden betoogd. Deze leden waren evenzeer gekant teger. het stelsel van fair trade of stelsel van reciprociteit. Ten slotte werd gewezen op liet gevaar, dat er voor een klein land als het onze in gelegen kon zijn den buitenlandschen handel door protectionistische maatregelen te ontstemmen. Andere leden konden zich met deze beschouwingen niet vereenigen. Wel ver klaarden verscheidene van hen in begin sel het stelsel van vrijen handel te zijn toegedaan, maar zij waren het allen daaiover eens, dat inen aan dat stelsel niet al te zeer moest vasthouden en in de toepassing daarvan met de omstan digheden rekening moest houden. Protec tie van takken van bedrijf, die daaraan althans tijdelijk behoefte hebben, kon naar hun meening in vele gevallen, mits op oordeelkundige wijze toegepast, wen- schelijk zijn. Met nndiuk kwam men ver der op tegen de stelling, dat de belangen van handel en die van landbouw en industiie zouden samengaan. Onder hen waren er verscheidene, die het stelsel van fair trade verdedigden. Want waar de vreemde producent gelegenheid vindt zich op de vrije, onbeschermde marktte ontdoen van zijne overproductie, waar door de prijzen woiden gedrukt en de binnenlandsche producent ten zeerste wordt benadeeld, achtte men het raad zaam ook onzerzijds maatregelen van be scherming en tegenweer te nemen. Het Bestuur van het 43ste Nederl. Landhuishoudkundig Congres verzoektons onderstaande circulaire optenemen. Goes, 20 Jan. '90. Zooals U bekend is, werd op het jongst gehoudene 42ste Nederlandsch Landhuis houdkundig Congres te Hergen op Zoom, de gemeente Goes aangewezen om het 43ste Congres binnen hare muren te ont vangen. Als tijd om dit Congres te houden, zijn in overleg met de vaste commissie van bijstand de dagen van 16 lot en met 20 Juni 1890 bepaald. Het bestuur is van de roeping door drongen om van zijne zijde alles te doen, wat in zijn vermogen is, teneinde de werkzaamheden van het Congres zoo be langrijk mogelijk te doen zijn, en het doet een beroep op welwillendheid, ken nis en ervaring van den Nederlandschen Landbouw tot bereiking van het beoogde doel. Vooral zal het zich zeer verplicht ach ten, ook van U vóór 15 Februari e.k., voorstellen en vraagpunten ter behande ling te rnoger. ontvangen, eventueel door U persoonlijk in te leiden; dit laatste treedt meer en meer op den voorgrond bij de Congressen en geeft steeds een leiddraad bij de daaruit voortvloeiende gedachtenwisseling met andere vakgeno ten. De traditie volgende, zullen de te be handelen onderwerpen in twee afdeelin- gen worden gesplitst, waarvan zich de eerste sectie met Landbouw, Hout- en Veeteelt, Jiea.evens Zuivelbereiding; de tweede met Volkshuishoud- en Natuur kunde zal bezighouden. Van Uwe gewaardeerde belangstelling ten volle overtuigd, vertrouwt het bestuur niet te vergeefs een beroep op Uwen steun te doen, en de hoop te mogen uitspreken, dat uw persoonlijk verschijnen op het Congres, van zoovele mannen van weten schap en praktijk uit de verschillende gewesten van ons vaderland, nieuw licht over de ons zoo dierbare belangen vaD den Landbouw, de Veeteelt en derzelver onderdeelen moge verspreiden, opdat dit gemeenschappelijk samenzijn en samen- spreken, ook rijke vruchten moge dragen. liet Bestuur van het 43ste Nederlandsch Landhuishoudkundig Congres. Jhr. Mr. W. M. de Brauw, Commissaris des Koningsin Zeeland Eere-voorzitter. G. J. van den Bosch te Wilhelmina- dorp, Voorzitter. J. M. Kakebeeke, Goes, Onder-voorzitter. E. van den Bosch, Goes, 1ste Secretaris. I. D. Fransen van de Putte, Goes, 2de Secretaris. Z. D. van der Bilt la Motthe, Goes, Penningmeester. J. J. Ochtmann, Goes. J. J. van Gorsel, Rilland-Batli. C. J. Labrijn, 's Gravenpolder. C. Zuidwes, Wolfertsdijk. Dr. Leo de Leeuw, Wemeldinge. De minister van Koloniën brengt ter kennis van belanghebbenden, dat in 1890 voor twee jongelingen gelegenheid bestaat om te worden aangenomen, ten einde onder liet genot van eene subsidie van f5100 te worden opgeleid tot militair apotheker bij het Nederlandsch-Indische leger, overeenkomstig de bepalingen van het reglement vastgesteld bij Zijner Ma- jesteits besluit van 15 Mei 1883 no. 24 en gewijzigd bij dat van 16 December 1889 no. 26, van welk gewijzigd regie ment bij Jiet Departement van Koloniën kosteloos afdrukken zijn te verkrijgen; dat de aanvrage om toelating (bij geze geld request) vóór den Isten Juli e. k. hij het Departement van Koloniën moet zijn ontvangen; en dat het bij artikel 4 van liet voormelde reglement omschreven ver gelijkend examen zoo noodig zal plaats hebben op Woensdag den negen den Juni e. k. en volgende dagen, des voormiddags om negen uren, in het pharmaceutisch laboratorium der Rijks- Universiteit te Utrecht. Naar wij vernemen, worden door de heeren Groskamp en Heijbroek te Hil versum pogingen aangewend tot liet in die gemeente verkrijgen eener telefoni sche gemeenschap, tevens aansluiting met Amsterdam, Baarn, Laren en Bussem. Met de Bell-Telefoonmaatschappij te Am sterdam zijn daartoe onderhandelingen aangeknoopt. In den laatsten tijd is gebleken, dat telefonen ook in betrekkelijk kleine plaat sen bestaan kunnen, en dewijl hier de ingezetenen al vrij ver van elkander wonen, zou voor velen dat genoemde gemeen schapsmiddel tot gemak of voordeel, of tot beide strekken. G. E. L. Zaterdagavond ongeveer elf uur had te Sloterdijk een brutale diefstal plaats in liet huis, bewoond door de wed. D. J. Terwijl de bewoners afwezig waren, heeft de dief zich toegang weten te verschaf fen door uitsnijding van eenige ruitjes aan de achterzijde van het hnis, grenzen de aan den tuin. In de achterkamer heeft hij door middel van sleutels, die op tafel lagen, kasten en laden geopend en daar uit ontvreemd vele gouden en zilveren voorwerpen, eenige bank van leening- briefjes, waarop nog dergelijke voorwer pen konden worden gehaald. Japonnen, ondergoed enz. lagen door de kamer ver spreid, eenige stukken wasch en strijkgoed wei den eveneens medegenomen. Toen de bewoners (lieden uit de arbeidende klas se) in hunne woning terugkeerden en dit tooneel zagen werd de politie oogenblik- kelijk met dit feit in kennis gesteldhet is deze echter nog niet mogen gelukken den dief op te sporen; in den tuin wer den nog teruggevonden een zilveren beurs en een sigarenkoker. De Rijnspoorwegmaatschappij zal aan de deelnemers van den op 1 Februari a.s. te Arnhem te houden wielerwedstrijd, uitgeschreven door de Arnliemsclie Wiel- rijdersvereeniging De Arertd, op vertoon van legitimatiebewijs, retourbiljetten af geven legen de enkele reisvracht, geldig van 31 Januari tot en met 3 Februari. De keizer van Rusland is naar verzekerd wordt door de Nederlandsche en Fransche regeeringen uitgenoodigd, de beslechting als scheidsrechter op zich te nemen van hel geschil betreffende de grensregeling van Suriname en Fransch- Guyana. Z. M. de Koning heeft den heeren Westerouen van Meeteren te Amsterdam en mr. H. J. A. Mulder te's-Hage zijnen dank doen beluigen voor de toegezonden circulaire met begeleidend schrijven be treffende de voorgenomen oprichting eener Nederlandsche Verteniging tot voorko ming van ongelukken in fabrieken en werkplaatsen. De Koning stelt veel be lang in deze zaak en heeft aan liet plan zijne adhaesie betuigd en verklaard met veel belangstelling kennis van den inhoud der circulaire te hebber, genomen en van het goede doel dat de heeren van Mee teren en mr. Mulder zich voorstellen. Woensdagavond heeft weder een ploeg Zutfensche schutters terecht gestaan wegens insubordinatie tegenover den kapi tein Eveking gepleegd, door, met voor bijgaan van de daarvoor gebruikelijke regelen, in een brief aan den comman dant op beleedigende wijze over de han delingen van genoemden kapitein te kla gen. De auditeur-militair vroeg vooi eiken schutter geldboete, voor eiken korporaal of sergeant degradatie. Het publiek was zoo opgewonden en door C h. DESIYS. Naar het Fransch.) 27) Wat, vroeg de advokaat, nog niets op 't spoor Niets Michaud was niet in huis; hij werkte in eene naburige hofstede. Kindertjes, sprak Magdalena, gauw vader roepen. Stoor hem toch niet kwam Raynal tusschen beiden. Neen, 't is reeds avond en Jan moet toch eindigen. Reeds waren de kinderen vertïokken. Laat ons in den tuin gaan, hernam Magdalena. Wij zijn daar veiliger en niemand kan ons daar hooren. De tuin was, door verschillende aankoo- pen in vorige jaren, tamelijk groot gewor den. Aan het einde er van stond een groepje beuken die een prieel vormden. Aan de eene zijde er van was de heg en aan den anderen kant ving het boscli aan. Raynal, door Magdalena begeleid, zette zich onder de beuken neder. De diepe stilte van den avond heerschte. De zor. was reeds ondergegaan. Een I latsle schemering voerde nog altijd strijd met de aangroeiende schaduwen. Zeg mij alles, sprak de advokaat. Ik herinner mij het proces goed... Een nieuw incident zou wellicht voor mij een licht kunnen doen opgaan. Dat dacht Magdalena ook. Zij vertelde hare eerste onderzoekingen, wat zij had meenen waartenemen, wat zij gehoord had de .ontvangst die hun was te beurt gevallen, zoowel de vriendschappelijke houding van den een als de vijandelijke van den ander. Van tijd tot lijd schilderde zij enkele per sonen die zij verdacht, of althans als zoo danig had blijven in 't oog houden. Er bevonden zich in die streken slechte sujetten, stroopers, vroegere veroordeelden. Hunne houding en hunne gesprekken wa ren voortdurend het voorwerp harer on derzoekingen geweest. Een troep kermis klanten, die telken jare te Vittel kwamen, was er ook tijdens liet plegen van den moord geweest. Magdalena wachtte hunne terugkomst. Zij verhaalde al haar teleur stellingen, en hoe zij, ondanks alles, nog hoop bleef koesteren. De jonge advokaat had met belangstel ling naar haar geluisterd. Hij antwoordde haar Ik zie en gis nog niet het spoor. Maar verflauw niet, blijf volhouden. Er is slechts een lichtstraal, een spoor, een niets beteekenend iets noodig om ons doel te bereiken. Ik ook hoop vurig het te he reiken om aan allen die getwijfeld heb ben of nog twijfelen, toeteroepen Gij ziet wel dat wij gelijk hadden I Hij drukte haar de hand en vervolgde Wees dus niet langer bezorgd over mijne belooning: uwe triomf zal de mijne zijn. Houd mij dus op de hoogte van al hetgeen ge opmerkt, van de geringste ontdekkingen die gij doet.... schrijf mij.... kom zelf.... Wanneer of waarvoor het ook zijn moge, doe gerust een beroep op mijne Vriendschap.... ik ben u zaak ge heel toegedaan. Ik dank u, zeide Magdalena zacht, en bleef daarop nadenkend staan. Hebt ge misschien nog iets verge ten? hernam hij. Eene verdenking, al mocht die ook onwaarschijnlijk zijn? Ge moet mij alles zeggen.... Spreek I Welnu, zeide zij zacht, als sprak zij in zich zelve. Welr.u, ja.... ik heb als 't ware de overtuiging dat iemand hier in 't dorp de waarheid weet. Zoo! En, wat vreemd is, hetzelfde denk beeld, hetzelfde wantrouwen is bij mijn zoon Just opgekomen.... Dat is een reden te meer om mij niets te verzwijgen. Nu.... die iemand, ken ik hem Ten minste gij hebt hem gezien. Hij was een der getuigen voor de as sises.... Tegen Jan Michaud? Voor en tegen hem. En aan de lippen van Raynal ontsnapte de naam. Gaudoin! Oriep zij uit, gij hebt het goed geraden Zij zagen elkander stilzwijgend aan, en niettegenstaande de duisternis kon ieder van hen in de fonkelende oogen van den ander hetzelfde denkbeeld lezen. Het was Raynal die het eerst begon te spreken. Gaudoin! mompelde hij. Inderdaad, zijne getuigenis is mij vreemd voorgeko men.... Ja.... ja.... ik ken hem en sedert lang.... Ik ben met hem op dezelfde school geweest, en ik heb hem later op de Hoogeschool teruggevonden.... Hij is een ellendige kerel, zonder een greintje zede lijkheidsgevoel, maar wien het niet aan zekere mate van geslepenheid ontbreekt.... Zijn luiheid en zijn ondeugden hebben hem medegesleept.... Ik zou hem wel in staat achten een diefstal te plegen, maar een moord.... neen daarvoor is hij te laf hartig! i Zoo hij den moord zelf niet heeft gepleegd, merkte Magdalena op, kan hij er dan niet medeplichtig aan zijn? Als die veronderstelling opging, antwoordde de advokaat, zou hij zijn deel van hetgestolene moeten hebben gehad... Ja geld.... Veel geld.... en dat sedert meer dan een jaar.... Ik heb hem daar stiaks nog gezien, hij ziet er nog even armzalig uit, ja nog armzaliger dan vroeger. Magdalena erkende dit door met het hoofd te knikken en, na een oogenblik, hernam zij: Zeidet ge niet dat hij listig en geveinsd is.... Zoo zijne armoede eens voorgewend ware. Maar met welk doel? Wel! om geen achterdocht opte- wekken. Een oogeriblik bleef Raynal nadenkend staan. Neenl sprak hij eindelijk, het is een pronker, een luiaard, een dooi bren ger... niet in staat zich zoo lang aan zulk een Tantalusfoltering te onderwer pen. Hij zou ook niet anders hebben belioe-

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1890 | | pagina 1