MIEUWE Nieuws- en Advertentieblad UTRECHT EN GELDERLAND. Magdalena's led. No. II. Woensdag 5 Februari 1890. Negentiende jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. BINNENLAND. FEUILLETON. iMERSFOORTSClE COURANT. VOOR abonnementsprijs: Per 3 maanden 1.Franco per post door het geheele Rijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken en berichten intezendeu uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever A. M. SLOTHOUWER, Amersfoort. advertentie ni Van 1 6 regels 0,40 iedere regel meer 5 Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Op het Loo zal denkelijk op 'sKo- nings verjaardag een gala-diner worden gegeven. Het vuurwerk in de Maliebaan te 's Gra- venhage zal, ondanks den ongunstigen gezondheidstoestand, doorgaan. Uit Brussel wordt aan het Ubl. ge meld, dat de Nederlandsche regeeiing te Parijs het voorstel heeft gedaan om, nu czaar Alexander bezwaar maak t als scheids rechter het geschil tusschen Fiankryk en Nederland over de grensregeling in Suri name uit te maken, hetzelfde verzoek te richten tot koning Leopold van België. De Fransche regeering heeft dit voorstel in overweging genomen, doch nog geen beslissing genomen. Zaterdag zijn de ministers geruimen tijd vergaderd geweest, om te beraad- slagen boe tc bandelen noot aa«Tloï<ling der verworpen begrooting van Koloniën. Iets zekers is nog niet bekend. In den Haag zegt men, dat met den heer Keu- chenius het geheele ministerie zou aftre den. De Ministerraad is Maandag wederom in een langdurige buitengewone vergade ring bijeengeweest. De minister van waterstaat, handel en nijverheid heeft j.l. Zaterdag niet persoon lijk de gewone audiëntie verleend, doch zich tengevolge van de omstandigheden die zich in het Kabinet hebben voorge daan, doen vertegenwoordigen door den secretaris-generaal bij het departement. Gisteren avond werd de memorie van antwoord var. de heeren Goeman Botgesius c. s. betreffende hun voorstel omtrent het belastingwezen rondgedeeld. Heden zal de commissie van rappor teurs voor de burgerl. pensioenwet in het gebouw der Tweede Kamer bijeenkomen tot vaststelling van het eindverslag. Door 70 schippers en gezagvoerders, belang hebbende, bij de vaart tusschen Utrecht en Amsterdam, is tot den minis ter van Waterstaat, Handel en Nijverheid het verzoek gericht, het reeds voltooide gedeelte van het nieuwe Merwede-kanaal tusschen Smal-Weesp er. Nichtevecht al vast voor de vaart open te stellen. Op het doorsteken van een dijk bij Weesperkarspel na is d't werk gereed, en het opstellen er van zou voor de schip perij, die nu een grooter omweg moet nemen, een voordeel van minstens een uur geven. Aan den heer H. Versloot te De Bilt is door den minister van waterstaat vergunning verleend om, ten behoeve van een paardentramweg, aanvangende bij het station van den Oosterspoorweg te Baarn en eindigende bij de Nederl. Herv. kerk te Soest,*gebruik te maken van den grooten weg der le kl. no. 1 van Laren naar Amersfoort. Aan de fabrikanten Gebr. Stork Co. te Hengeloo is de vervaardiging opge dragen van drie stel machines en ketels compleet voor een drietal stoomsloepen van 12 M. lengte, ten behoeve dermaii- nr tc Uouweir op s rijns werrre amttvr- dam. Te Enschede poogt de firma van Heek Co., in vereeniging met andere fabrikanten, eene bad- en zweminrichting te stichten, waarvan het hoofddoel moet zijn de arbeidersbevolking voor weinig geld een bad te verschaffen. Uit Parijs wordt bericht, dat er onderhandelingen zijn geopend tusschen de Italiaansche en Nederlandsche regee ringen betreffende het stoffeiijk overschot van prins Frederik Willem George van Oranje, die in '1799 te Padua overleed. De Nederlandsche regeering heeft verzocht zijn overblijfselen Daar Delft over te bren gen. Prins Frederik Willem George van Oranje was de tweede zoon van stad houder Willem V en dus een jongere broeder van koning Willem I. Nadat hij met zijne familie in 1795 van Engeland was overgestoken, trad hij in Oosten- rijkschen dienst. Den 17 November 1798 droeg de keizer hem het opperbevel op van hot geheele Oostenrijksche leger in Italië. Deze hooge waardigheid bekleedde hij slechts zeer kort, want den 6 Jan. 1799 stierf hij te Padua, na een kort ziekbed, aan een kwaadaardige koorts. De prins werd begraven in het Her- miten klooster te Padua. Later werd het lijk overgebracht naar een aan de kloos terkerk palende kapel, en de Oosten rijkers, lieten het graf van een in steen uitgehouwen opschrift voorzien. Een an der gedenkteeken, dat de vorstelijke fa milie van Oranje had laten vervaardigen, een basreliëf met wapentooi en den naam van den overledene, van Canovo's hand, bevindt zich in de kloosterkerke zelve. Over den verwaarloosden toestand, waarin het graf en de gedenkteekens zich bevinden, werden meermalen door lar.d- genooten, die de kerk bezochten, klachten geuit. Men schrijft uit Veenendaal aan het D. v Z. II.: »De Nederlandsche Heide-maatschappij is sedert eenigen tijd in deze buurt aan het werk Aan den weg van hier naar Eist wordt een stuk heide met den ploeg bewerkt om met dennen beplant te kun nen worden. Daartpe wordt w., ..tö-j.-, geoezTga uit ae fsuiii'K van Lckert te Beilijn, welke aan de Heide-maatschappij toebehoort en voor hare leden ter beschik king wordt gehouden. Wegens de losse gesteldheid van den ondergrond geschiedt hier het ploegen tot op slechts 35 centimeter diepte, hoe wel met dit werktuig tot op meer dan 50 centimeter kan geploegd worden. De bespanning bestaat uit zes paarden. Deze snelle wijze van grondbewerking verdient ten volle de aandacht van alle ontginners; in Twente is zij reeds sedert eenige jaren iri gebruik, elders in ons land echter nog niet. Het grondstuk, Jat hier thans geploegd wordt, behoort in eigendom aan onzen burgemeester, jhr. mr. Van Ascli van Wijck, voor wiens rekening hel werk op aanwijzing van de directie der Heide maatschappij uitgevoerd wordt." Weder is een groot man van ons weggenomen. Uit Utrecht kwam de droeve mare dat aldaar is overleden de oud-hoog- leetaar C. H. D. Buys Ballot. Hij was een man, die niet alleen in ons land, doch ook over de grenzen een beroemden naam had. Den lOen October 1817 le Zalt-Bom- mel geboren, werd hij in 1844 te Utrecht gepromoveerd tot doctor in de wis- en natuurkunde en werd het jaar daarop lector in de mineralogie en geologie aan de Universiteit aldaar, om in 1847 bui tengewoon hoogleeraar en in 1857 tot hoogleeraar te worden benoemd. In de metereologische wetenschap ver wierf hij zich een wereldberoemden naam en vooral aan hem dankt Utrecht zijn bekend Metereologisch Observatorium. In 1887 noopte hem de wet op het Hooger Onderwijs tot aftreden niet lang mocht hij die welverdiende rust genieten. Omtrent den hoogen waterstand in Noord-Brabant wordt dd. 1 Febr. uit Vlijmen geschreven aan de N. R. Ct sHet gaat ons als de kinderen Israels die zaten neer en weenden langs de zoomen van Babylon's wijd uitgestrekte stroomen. Met droefheid staren wij op de uitgestrekte watervlakte, die aan alle zijden ons omringt. Terwijl de natuur zich krachtig ontwikkelt en alle arbeid herleeft, is als met één slag alle verkeer fi&&TA-BoK'n'"no,g rgéfféëJTlroö'g~gfsle?èh": ochtend kon men nog even door het wa ter rijden, en heden kon men alleen per boot of schuit over de groote wateren. Reeds komen er groote aken om in het verkeer te voorzien. Alle diligences van Van Gend en Loos, die van Heusden en Waalwijk, hebben den dienst gestaakt, de route van 's Bosch naar Waalwijken Heusden, waarop dagelijks honderden voertuigen passeeren, is thans doodsch en stil, en dat, terwijl de Staten-Gene- raal en de Regeering reeds in 1875 heb ben besloten een spooi weg van Zwaluwe naar 's Bosch te leggen, teneinde in de behoefte van het verkeer voor de Lang straat te voorzienDie spoorweg is het merkwaardigste monument voor Neder landsche langzaamheid om geen ander woord te gebruiken dat men zich kan denken. Intusschen is deze toestand voor velen een ramp, als men slechts nagaat, dat van uit het geheele land van Heusden en Altena geen belangrijke plaats kan worden bereikt zonder over water le moeten, wat in dezen tijd van drukken veehandel een niet geringe last is voor hen, die willen koopen of verkoopen.De markten te 's Bosch en Waalwijk kunnen met vee niet worden bezocht, tenzij met zeer groote moeite en kosten" Uit Opheusden schrijft men »Het water is een weinig vallende, doch staat van dijk tot dijk. De over tocht voor rij- en voertuigen blijft ge stremd. De Grebbedijk verkeert in goeden staat en heeft tot heden weinig geleden. Verschillende huizen staan rondom in het water." In het begin van 1889 kreeg een kind te Montfoort al spelende een stop naald op onbekende wijze in het lichaam welke men niet vermocht daaruit te ver wijderen. Verleden Donderdag, dus bijna een jaar daarna, kreeg het kind aan de tegenover gestelde zijde van de plaats, waar de naald het lichaam was binnengedrongen, plotse ling een gezwel, dat na kortentijd doorbrak en waaruit de naald geheel verroest we der te voorschijn kwam. Een schoenmaker in de Oeveretraat te Arnhem vermiste eenige dagen gele den uit zijn winkel een paar lederen pan- tft/ït1" ee¥ê"Vfö(i\vrISie~"evên fê" vöTën'm den winkel was geweest. Aangifte hier van werd bij de politie gedaan, welke al spoedig de pantoffels, die door een klein meisje beleend waren in beslag nam. Het meisje werd ontdekt, doch niet de die vegge. Vrijdagmorgen werd van de Bank van Leening kennis gegeven, dat weder een paar nieuwe dameslaarzen beleend werden door een ander klein meisje. Een rechercheur volgde het meisje, dat op den Janssingel aan eene vrouw die stond le wachten, het geld en het beleenbriefje overgaf. De vrouw werd aangehouden en naar het hoofdbureau van politie overge bracht, waar zij door den bestolen schoen maker werd herkend en zij na lang aar zelen, bekend heeft de pantoffels in de Oeverstraat en de laarzen in de Beekstraat te hebben ontvreemd. De gezamenlijke erfgenamen van den heer en Mevrouw V. d. Th., overle den te Middelburg, hebben, onder meer, de volgende giften toegedacht, nl. aan de Weesinrichting te Neerbosch f 1000, diaconie Ned. herv. gein. Middelburg f1000 school met den bijbel aldaar f 1000, Sup pletiefonds der schoolgaande kinderen al daar f500 en de werkinrichting Zeeuw- sche blinden f500 Wijlen de heer H. W. te Bodegrave heeft aan de kerk en de diaconie der DOOR Ck. D E S l T s. Naar liet Fransch.) 29) Den geheelen volgenden dag weer galmde het in de bosschen en weilanden in den omtrek van hondengeblaf en ge weerschoten. Er werd eene groote jacht partij, tot sluiting van 't seizoen, gehouden waartoe al de Nimrods uit het arron dissement waren uitgenoodigd. Tegen der. avond zag de familie Michaud Raynal naderen, in jachtcostuum, met welgevuiden weitasch en het geweer op schouder. Een ander jager vergezelde hem, onze bekende notaris Labarthe. De schoonzoon van kapitein Lambert had vooral in zijn jachtcostum, die sier lijke deftigheid, die hem tot de type van een scherpschutter uit de Vogeezen maakte. Vergunt mij, sprak de advokaat op schertsenden toon, u onzen krachtigen en knappen notaris voortestellen.... een Hercules in zijn soort. Labarthe glimlachte. Hij was even ern stig als toen hij op de bank der gezwo renen zat. Zoo men niet geweten had hoe goed zijne zaken stonden, hoe gelukkig zijn echtelijk leven was zou men gezegd heb ben dat geheime zorgen zijn voorhoofd verduisterden. Zijn wangen waren inge vallen, zijn gelaat verbleekt. Ik heb van deze gelegenheid ge bruik gemaakt, zeide hij tot Jan Michaud, om u medetedeelen dat de bedoelingen van uw zoon Just tot verwezelijking zijn gekomen. Alles in orde.,.. Hier zijn de kwitanties. In dit oogenblik verscheen Gaudoin op den drempel. Zijn zwarten stoffen broek van onde ren uitgerafeld, en glimmende op de knieën, zijn oude overjas tot op den draad versleten en toegeknoopt lot onder zijn kin, zijn kale bultige hoed, aan alles kon men hem zijn armoede en ellende aan zien. Vergeef mij, zoo ik u overlast aan doe, zeide hij met een diepe onderdanige buiging, ik had slechts twee woorden aan mijnheer Paul Raynal te zeggen. En toen deze tot hem ging, vervolgde hij: Ik kom om u te bedanken, dat gij u den armen Gaudoin hebt willen her inneren. O! dat bezoek van gisteravond heeft mij waarlijk getroffen.... Zie, dat is oprechte en edelmoedige kameraadschap! Ze geeft mij dan ook den moed u iets te vragen, u een dienst te verzoeken, Paul! Met genoegenantwoordde de jonge advokaat, maar wij zijn niet alleen.... Wat hindert dit! viel Gaudoin hem in de rede, mijn verzoek bevat niets waarvoor ik zou moeten blozen.... mijn heer en juffrouw Michaud zijn mijne wel doeners, mijne vrienden.... en meester Labarthe zal het niet kwaljjk nemen.... Ik heb wel niet de eer hem te kennen, maar toch vrees ik niet voor hem te spreken. Welnu spreek dan! zeide Raynal. Zie hier de zaak. begon de deur waarder. Ge weet, geloof ik, wat mijne broodwinning was? Niet waar? Een ellendig, armzalig postje I Weinig voor deel, veel verdriet. Om kort te gaan, gisteren avond had ik mij dooidvermoeid, en uitgeput van de werkzaamheden van den dag te slapen gelegd, tegelijkertijd toen de zon onderging. De zon was in haar recht.! Maar ikl ik had mijn taak nog niet geëindigd 1 Gaudoin had nu veel meer vastheid in zijn slem gekregen. Hij werd vrijmoe diger. Mijn patroon was woedend, vervolg de hij. Ik word wrevelig, wind mij op en vraag mijn ontslag. Het wordt aangeno men. En nu ben ik buiten betrekking.... Begrijpt ge, Paul? Zoo wat, antwoordde deze g\j wenscht dat ik u eene betrekking bezorg. Die betrekking is gevonden, nep Gaudoin uit. Te Parijs, eene voordeelige zaak.... vooral in de toekomst! Ik kan er boven op komen!.... maar, de vriend die mij die betrekking aanbiedt, is niet rijker dan ik.... zijn brief, helaas was niet aangeteekend.... En in de eerste plaats moest ik toch reisgeld hebben Paul mijn goede Paul, ik zal het u terug geven, op mijn woord van eer Toegestaan! besloot Raynal, houd u gereed morgen ochtend ten zes uur.... Wij gaan samen naar Epinal waar alles zich zal schikken.... Tot morgen! Aan de dankbetuigingen van Gaudoin scheen geen einde te zullen komen. Hij scheen dol van blijdschap. Raynal had Magdalena aangezien. XV. DE HOUTZAAGMOLENAAR. De winter ging voorbij zonder dat er eenige verandering kwam in den toestand van de familie Michaud. Getrouw aan haar belofte, bleef Mag dalena altijd waakzaam, altijd werkzaam. Op het minst vermoeden, bij de twijfel achtigste straal van hoop, zette zij zich aan 't werk, liep den ganschen dag, zwierf des nachts en hield 't oog op alles. Nooit hield een overheidspersoon, een kundig politiebeambte met zulk eene verbittering de vervolging van een schuldige vol als zij. Zij was doorgedrongen in de diepste verborgenheden van ieder huishouden, van ieder persoon te Vittel en omstre ken. Hoevele geheimen ontdekte zij niet I Hoevele malen dacht zij niet haar doel te hebben bereikt I Niets kon haar vol harding verminderen, niets haar besluit doen wankelen, Gevaren, vermoeienissen, ruwe bejegening zij trotseerde alles. Maar niettemin bleef haar onderzoek vruchteloos. Tegen het einde van den winter, snel de zij naar de hoofdplaats van het arron dissement en vinden wij haar in de stu-

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1890 | | pagina 1