Gemengd Nieuws. Officieele Publicatie. BUITENLAND- Plaatselijke berichten. Provinciale berichten. evang. Iuth. gemeente aldaar ieder ver maakt f 1000, viij van rechten. Een der reizigers die tijdens den brand in café Suisse, te Amsterdam, daar logeerde, verloor o. a. zijn gouden horloge met gouden ketting, ter waarde van f200. Gisterenmiddag bij het opruimen van het puin is het horloge met den ketting te ruggevonden. Beide voorwerpen waren volkomen onbeschadigd en hadden noch door de vlammen, noch door het puin iets geleden. De heer D. Gelderman, chef der firma H. E Gelderdain Zonen te Olden- zaal, heeft ter gelegenheid van zijn 50sten verjaardag, waarmede tevens een 30-jari- gen arbeid aan de fabiiek gepaard ging, aan elk der 1000 arbeiders een geschenk van vijf gulden uitgereikt. Te Kampen had de vorige week het volgende plaats. Het stoffelijk over schot van den heer H. zou begraven worden. De lijkwagen en de volgwagens stonden voor het sterfhuis, de dragers waren eanwezig, de familie bijeen en, volgens gewoonte, vele nieuwsgierigen. Na bijna een uur gewacht te hebben, kwam een der aansprekers met het bericht, dat alles tot nader order kon heengaan. Bij het opnemen van het lijk meende men een schijndoode in de kist te hebben een geneesheer werd gehaald, die echter verzekerde, dat dit niet het geval was. Dien dag ging evenwel de begravenis niet door. De door den minister van koloniën ingediende aanvrage om ontslag is in handen gesteld van den minister-raad. Omtrent het advies door dezen uitte- brengen bestaat op dit oogenblik geen zekerheid. In de Vereenigde Staten begint een beweging zich baan te breken, die njets meer of minder ten doel heeft dan het aan Engeland toebehoorende Canada te annexeeren. Voor een talrijk publiek heeft Professor Goldwin Smit, die zich sterk voor deze zaak interesseert, zijn gedachten geformuleerd en daarbij be weerd, dat Canada en Engeland door geen enkelen band zijn verbonden. Ca nada heeft zijn eigen wetten, heft bui tengewoon hooge invoerrechten op En- gelsche producten zonder dat Groot- Brittanje zich hiertegen kan verzetten. De Begeering te Londen behoudt zich het recht voor, om de tractaten te ver- mogendheden heeft gesloten, doch de Canadeezen stooren zich weinig aan dit recht van het moederland, en het moe derland zelf durft evenmin van dat recht gebruik te maken, uit 'vrees, dat een beweging zal ontstaan, die zich sterk verklaart voor een afscheiding van En geland. Eindelijk nog wordt liet Britsche gezag te Oltowa vertegenwoordigd door een schaduw, dat wil zeggen, door een gouverneur, die niet het minst heeft te zeggen. Canada draagt op geen enkele wijze bij in de kosten der verdediging van het Britsche rijk; het betaalt niet eens de schatting, die toch het laatste bewijs van suzereiniteil is. Door natuurlijke banden echter wordt Canada met de Vereenigde Staten ver bonden. Zij zijn buren; hun bevolking is van denzelfden oorsprong. Als voor naamste natiën van het nieuwe vaste land hebben zij talrijke gemeenschappe- lijke belangen; New-York is het centrum geworden van den Canadeeschen handel de spoorweglijnen van beide landen loo- pen in elkaar; beide landen hebben de zelfde litteratuur, denzelfden godsdienst en vormen in werkelijkheid slechts een volk, onder twee regeeringen. Zij zijn in het kort rijp, om een handels- en tol verbond te sluiten, dat langzamerhand tot een annexatie zou leiden. deerkamer van Paul Raynal, haar ver trouweling en haar vriend. Arme juffrouw Michaud, sprak hij, gewis wij hebben weinig kans van slagen zooals ik vei plicht was u te schrijven, zijn al mijne nasporingen, al mijne listen op Gaudoin afgestuit. In zijne antwoorden, in zijn gedrag is alles zoo natuurlijk mogelijk. Of wij zouden moeten veron derstellen dat hij een wonder van vein zerij, van list is.... Gij hebt hem geld geleend viel zij hem in de rede. En hij heeft het mij niet terugge geven, antwoordde hij, hetgeen zijn gelds gebrek bewijst.... De arme drommel had mij eerst nog zijn goeden wil getoond.... Hoe dat? Zes weken nadat ik hem in den spoortrein gebraiht had, ontving ik van hem tien francs in postzegels. In zijn brief beloofde hij mij elke maand eene gelijke som te zullen toezenden. Dat is wat nieuws, zeide ik bij mij zeiven als hij woord houdt, dat ken ik mijn Gaudoin niet meer.... dan moet hij eene geheime bron hebben, waaruit hij geld put. Nu, en? Wel, ik bedroog mij.... ik ontving geen tijding meer van hem Ei heerschte een oogeriblik stilte. Maar, hernam Magdalena nu weder Eenige maanden geleden is dezelfde zienswijze reeds verkondigd in den senaat te Washington door generaal Sherman. Al meer en meer wint zij veld, niet alleen in Ameiika, doch eveneens in Canada. Bij den gisteren gehouden herstem ming van een lid voor den gemeenteraad waren van de 657 kiezers 4S4 opgekomen. Van onwaarde 8, blijft 476 geldige stemmen. Hiervan verkregen de heeren: G. J. Baron van Hardenbroek van Ammerstol 286 en J. A. Hamers 190 stemmen. Morgen, Donderdag, 6 Februari des avonds te 8 uren zal, in «Amicitia" in een vergadering met dames van het Departement Amersfoort der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen als spreker op treden Mr. J. Walig, van Krommenie. Het onderwerp is: Henry George's «Voor uitgang en armoede." Toegangskaarten tot deze bijeenkomst zijn gratis te ver- kiijgen bij Dr. H. F. Jonkman. Zondag 9 Februari, e.k. zal de godsdienstoefening in de Remonstrantsche kerk alhier geleid worden door Ds. J. A. Helper Sesbrugger, predikant te Zierikzee. De dirigeerende officier van gez. 2 kl. bij de zeemacht J. O. Harthoorn, eerst aanwezend offi. van gez. in de maritieme directie te Amsterdam is op non-activiteit gesteld. Bij de Holl. Spoorweg-maatschappij is de adjunct-inspecteur bij mouvement A. L. J. Bekkers, thans te Haarlem, alhier overgeplaatst bij de Ooster Spoorweg Maatschappij. 332ste STAATSLOTERIJ. Vijfde klasse. (Vierde of laatste week.) Trekking van 4 Febr. (1000 LOTEN.) Ten kantore van den Collecteur te Amersfoort zijn aan de navolgende num mers te beurt gevallen Prijzen van f 70 279 3000 4075 4085 9454 9475 9523 12709 13838 17127 17721 en 18092. Te zamen 12 prijzen. Zonder prijs zijn uitgetrokken: 9437 9439 9478"9505 9525 9540 126^4 12673 12771 12833 12837 13884 13935 17116 17162 17190 17219 17241 17273 17278 17703 17722 18008 18010 18011 18025 18070 18331 18335 18375 18376 en 18390. Behalve prijzen van f400, f200, f 100 en f70 zijn nevens de premiën van f30,000 en f3,000 ingebleven de hoofdprijzen var. f 100,000 en 8 van f 1000. Jan 't Is een aardig sommetje, dat de gemeente kwijt is aan de schippers, die vódr eenige jaren geweigerd hebben het vuur-, haven- en tongeld te betalen. Piet. Wat zal de persoon, die hen op stookte om de betaling van het verschul digde te weigeren en aldus de gemeente tot een proces te dwingen in zijn vuistje lachen. J. Omdat de gemeente het proces won, en nu toch een goede som gelds kwijt is? zijt gij niet onlangs te Parijs geweest? Wel zeker, antwoordde Paul, en ik verlangde te weten wat er van hem gewor den was Hij zou mij wellicht een verkeerd adres hebben kunnen opgeven? Niets van dat alles. Ik vond het armoedige loge ment, dat hij in zijn brief aanduidde, en zoo hij er geen verblijf meer hield, dan was het zijne schuld niet. Men had hem op straat gezet daar hij niet meer betaal de. Zjjn valies was er nog en werd er als pand gehouden. Dat is dus overtui gend genoeg, zou ik denken. Magdalena was echter nog niet over tuigd. Zij deed nog eene vraag: Toen hij daar woonde, hoe was toen zijn manier van leven. Zeer armoedig en zeer ongeregeld, antwoordde de jonge advokaal lachend. Somtijds kwam hij zelfs in geen week thuis. Maar daarin licht niets buitenge woons of verdachts.... want dat was altijd zijne gewoonte! Gij hebt hem nergens ontmoet? Neen. Hij is verdwenen en er was geen spoor van hem te vinden. Magdalena schudde twijfelachtig het hoofd. Zij bleef hem verdenken. P. Foei, je mag niet zoo kwaad van je naaste denken. J. Daarom vroeg ik ook maar. 'tWas zeker goed gemeend in 't belang der ge meente. P. En zijn eigen ook? J. Dat vraag je zeker, omdat misschien een paar firma's van de verlaging van het vuur-, haven- en tongeld voordeel trek ken en de gemeente er jaarlijks een dui zend gulden of drie schade van heeft? P. Daar wordt je alweer kwaad den kend. J. Neen ik geloof, dat de bedoeling was orr. de scheepvaart op de Eem sterk te laten toenemen, en dat is faliekant uitgekomen. P, 't Is ieders werk niet een gemeente te besturen. Barnabé bleef bij zijn voonemen vol harden. Hy behoorde als 't ware tot den Loosdreclit. Marten van Gijpje is dood. Deze Marten eigenlijk Timmer man geheeten kon rnet volle recht als een buitengewoon man beschouwd wor den. Wanneer men hem zag, met een zwaren gouden ketting omhangen, het hoofd gedekt met eene eigengemaakte wollen pruik van buitengewone afmetin gen en versierd met een hanenkop en een hanenstaart, dan was aanstonds merk baar, dat die man geheel andeis was dan ieder ander. En dat was hij. Niettegenstaande hij een vrij aanzienlijk kapitaal bezat, heeft hij de laatste jaren als een dier geleefd. Nimmer kwamen de luiken of ramen zijner woning open of had hij vrouwelijke hulp" voor de bestie ring zijner huishouding en het onderhoud zijner kleederen. Verder bezat Lij nog eene treurige kenmerkende eigenschap. Hij scheen zich als levenstaak te hebben gesteld, op grooteschaal proeven te nemen, welke der sterke dranken het menschelijk lichaam den langsten tijd achtereen kon verdragen. De heele apotheek is hij dan ook rond geweest: van ouwe klare af tot anijs met suiker toe.Nu eens een kan rum per dag, en dan eene zelfde hoeveelheid dub bele anisette. Rood met suiker of punch, in welke volgorde kon hem niet schelen, maar gebruikt heeft hij het. En wanneer hij dan in een toestand ver keerde. die volgt op het gebruik van sterken drank met smalen" dan gevoelde hij zich gedrongen, zijn hart in een iied uit te storten, een gebrul zoo hevig, dat inen het, begeleid door het gehuil zijner honden, op een paar minuten afstands van de woning hooien kon. Treurig en beklagenswaardig! G. en Eeml. o r, S ér' "vips" 'fei''tv tu ner 'e iV' mPsscnïen niet ééne gemeente, op zulke goede cijfers kunnen wijzen als hier het geval is; slechts 7 van de 151 kinderen boven de 6 en beneden de '12 jaar gaan niet ter openbare school, en hiervan zijn er 6 veihinderd wegens ziekte, terwijl ééne huis-onderwijs geniet. Men meldt uit Tietjerk aan de N. R. Ct. Den landbouwer D. de Vries, te Mole nend onder Oenkeik, viel in de vorige week een even onverwacht als ongedacht geluk ten deel. Achter zijne woning bevindt zich een hok, gewoonlijk gebruikt voor berging van brandstoffen. De vrouw van De Vries uit het schuurtje turven willen de halen, vond tot hare groote verrassing op den grond eenige oude munten liggen, die bij onderzoek uit een balk waren gevallen, waarin zich eene geheime berg plaats bevond. Het deurtje, dat toegang tot den schuilhoek verleende, was door ouderdom vermoid en losgeraakt. Tot nu toe zijn gevonden 30 zilverstukken, 3 heele en '1 halve gouden rijder; onder de munten zijn er die dagteekenen van 1610 en zelf van vroeger. huiselijken kring, waaraan hij zich had gewijd. Eiken dag, van 's morgens vroeg tot 's avonds laat, was hij in de werk plaats bezig te werken onder toezicht van meester Jan, die helaas! niet meer in staat was zelf te arbeiden. Zijn ziekte toch was teruggekeerd en wellicht in veel erger mate. Zoo gaat het gewoonlijk met aandoe ningen van de lever. Ze gaan gepaard met eene langdurige gedwongen werke loosheid, benauwdheden en pijnen. Om er van te herstellen, heeft men niet alleen medicijnen noodig, maar vooral ook bezig heid, afleiding, en alle sooiten van uit spanning. En daarbij heeft men nog altijd voor instortingen te vreezen. Jan Michaud leverde er het bewijs van Voor dat zijn zoon Just bij hem was gekomen, was zijn toestand verbeterd. Enkele dagen van geluk waren voldoen de geweest om hern op te beuren. Hij nam merkbaar in beterschap toe, het herstel van zijn eer zou hem hebben gered. Maar het mocht niet zoo zijn. Men betoonde zich nog telkens vijan dig tegen hem. De tijd verliep. De winter ving aan, een regenachtige harde winter, Hij kon bijna niet meer naar buiten. Er was weinig werk en dat weinige nog te te veel voor den ongelukkigen werkman. Zjjne krachten verminderden. Weldra Liebknecht en Domela Nieuwefihuis. Zooals men weet, woonde de bekende leider der socijal-demociaten in den Rijks dag, Liebknecht, het internationaal werk liedencongres te Parijs bij. Door de Ne- derlondsche sociaal-democraten waren af gevaardigd Domela Nieuwenhuis en For- tuyn, die bij den twist, welke toen onder de congresleden ontstond, zich niet onbetuigd lieten. Liebknecht bphoorde tot de tegen partij der Nederlandsche sociaal-democra ten, en sedert werd Liebknecht in Recht voor Allen nog al eens aangepakt. De Duitsche sociaal-democraat heeft nu daarop geantwoord door eene openbare verklaring, welke volgens de N. R. Ct. aldus luidt: «In Recht voor Allen wordt beweerd, dat ik tót mijne Berlijnsche kiezers ge zegd heb, dat ik mijne zienswijze omtrent het parlementarisme gewijzigd heb en de oplossing van het sociaal vraagstuk in den Rijksdag verwacht. Daar ook in Duitsch- laud eenige pseudo-revolutionnaire-anar- chistische Schxvachmatikusse (spotnaam voor zwakhoofd) zijn. Die omdat ik geen liefhebber van phrases ben, zooals zij zeiven, mij gaarne bij de werklie den in diskrediet zouden willen bren gen, zoo verklaar ik hiermede, dat ik uitdrukkelijk heb gezegd: ik denk over het parlementaiisme in hoofdzaak heden nog precies als in 1869; slechts heb ik sedert mijne zienswijze over de beteeke- nis der werkzaamheid in den Rijksdag in zoover veranderd als de Rijksdag door de stichting van het Duitsche Rijk de beteekenis heeft verkregen van een vast punt voor den hefboom der agitatie. De redacteur van Recht voor Allen kan, naar het schijnt, mij niet vergeven, dat ik op het internationaal arbeiderscongres te Parijs het anti-parlementair profetendom bestreed en niet van denzelfden misselij ken (katzen jammerlicheafkeer tegen het parlementaiisme vervuld ben als een spreekgruge predikant, die gedurende eene geheele zitting bijna eiken dag eene ellenlange redevoering van stapel liet loopen zonder dat de burgerlijke maat schappij uit de voegen kwam Voor lie)hebbers van honden\ De groote intei nationale hondententoonstel ling van alle rassen, die tegelijk met een jachttentoonstelling, van 15 tot 18 Mei te Charlottenburg zal worden gehouden, onder protectoraat van prins Frederik Leopold, belooft alles te zullen overtreffen wat er tot nog toe in Duitschland op dit gebied te zien is geweest. Acht der grootste Duitsche vereenigingen, waar onder de «Hector," hebben reeds hun medewerking toegezegd. Te St.-Petersburg is een Eiffeltoren van ijs ingewijd. Hij is 50 meter hoog op tlei eerste plat fcornt men uoor eer. trap. in het ijs gehouwen, en op het electrisch verlichte plat wordt gegeten en gedanst. Een drama op zee. Op een der booten van de Maatschappij Nederland werd gedurende een reis naar het vader land het volgende drama afgespeeld: Onder de terugkeerende koloniale troe pen bevond zich een soldaat, die onder verdenking stond in Indië een kameraad te hebben vergiftigd, doch waarvoor liet bewijs nooit geleverd was. Hetzij tengevolge der op hem rustende onware verdenking, hetzij uit wroeging, de man maalde en in zijn ijlhoofdigheid gaf hij steeds de veizekering onschuldig te zijn aan den dood van zijn kameraad. De ongelukkige deed echter niemand leed en liep op het schip rond, terwijl de dokter hem onder behandelingen toezicht had. Op een goeden dag echter was hij in de kaartenkamer van den kapitein bezig een revolver te probeeren, die gelukkig niet geladen was. Toen de kapitein binnen kwam, Inm het pistool afhandig maakte en er hem op wees, dat hij niet in die kamer mocht komen, veel minder de voorwerpen aan raken, vroeg de ongelukkige of de kapi tein geen patroontjes had voor den revol ver. ontvielen de gereedschappen aan zijne hand. Het kostte hem moeite naar de werkplaats te gaan, met inspanning van alle krachten sleepte hij er zich heen. En eindelijk kwam de dag waarop hij niet meer in staal was rechtop te blijven staan. Gelukkig was de trouwe Barnabé er nog, Jan liet hem aan de werkbank zit ten, en onder zijne oogen en naar zijne opgaven, haalde Barnabé de stukken hout te voorschijn om ze beurtelings te zagen en te schaven, terwijl hij als altijd gehoor zaam, op liefhebbenden, opbeurenden toon sprak Moed gevat, patroon. Bekommer u maar over niets. De voorname zaak is dat het werk gedaan worde, niet waar? Welnu hel wordt gedaan. U behoeft alleen toetezic-n. Het is uw hoofd dat met mijne armen werkt. Blijf stil zuten, vader Jan. Kijk maar goed naar mijn werk.... helpt mij met een woord, met een leeken.... meer behoeft ge niet te doen!.... En let wel op, degeen die er van ons beiden 't meest bij wint, ben ik.... Ik leer een handwerk, dat ik altijd heb verlangd.... Kom, stel eens dat gij met het aanstaande voorjaar, geheel en al hersteld zijt.... Dat ge weer even vroolijk en levendig zijt als altijd! Dan ben ik intusschen een knappe schrijnwerker geworden en we zullen er De dokter kwam juist binnen en de kapitein wees op zijn voorhoofd ten bewijze dat het niet pluis met hem was. Of de waanzinnige begreep dat men hem onder strenger opzicht zou stellen is moeilijk uit te maken, doch eer de kapitein en de dokter er aan dachten, vloog de onge lukkige de kaartenkamer uit en sprong over koord. De dokter riep onmiddellijk «een man over boord De machine stop te, de reddingsmiddelen werden in dienst gesteld, doch vergeefs, hij was in- den onmetelijken Oceaan verdwenen. Wie weet wat deze ongelukkige krankzin nige geleden heeft, voor hij deze laatste sprong waagde; hetzij dat wroeging over de daad, of smart over de valsehe beschul diging hem zinneloos maakte. In Sleeswijk heeft men de goede gewoon te om de leerlingen van de hoogste klas se der burgerscholen een drietal vrucht- boomen te schenken, die zij, zoolang zij ter school gaan, moeten kweeken en later hun eigendom woiden. Amerikaansche zeden. Vóór eenigen tijd hebben te Hatton een stadje in Zuid- Dakola, acht met bijlen gewapende vrou wen "een aanval gedaan op alle kroegen, de flessen, vaten en meubelen met bijl slagen verbrijzelende. Er ontstond groote opschudding, maar niemand kwam den tappers tr hulp, integendeel, eene schare volks volgde de amazonen, luid juichende bij eik nieuw val, dat zij stuk sloegen. Maandagmorgen om half vijf werd te Huissen brand ontdekt in eene hofstede aan de Bloeinstraat, bewoond door G. Meeuwseri. De bewoners waren allen nog in diepe rust, doch gelukkig werd de moeder nog juist intijds gewekt door haar vijfjarig meisje. Zjj werd een ireem- soortig geluid gewaar, en kwam een oogenblik daarna tot de vreeselijke ont dekking, dat het strooien dak hunner woning in lichte laaie stond. De overige huisgenootenintusschen ook opgeschrikt, konden zich in der haast wat aankleeden, en ontkwamen allen onver let het brandende perceel. Toen echter een dor bewoners, een bejaard man, later nog wat uit het huis wilde redden, bekwam hij eeri paar brandwonden aan zijne hand. Inmiddels waren de buren ter hulpe gesneld, en brachten twee varkens en een paar geiten uit het biandende achterhuis in veiligheid. Omstreeks vijf uur was de brandweer aangerukt, die al het mogelijke deed om het vernielende element in zijn verderen loop te stuiten en hierin ook in zooverre slaagde, dat het voorhuis, behalve hel dak, grootendeels gespaard bleef. Een kabinet, een kast, een paar stoelen en noc eenie ander huisraad konden er in blijven staan, die wel waterschade kre gen, doch leden weinig door 'tvuur. In het achterhuis is alles verbrand, waar onder eene paitij tabak en stroo. Huis en inboedel waren verzekerd. Terwijl alles rustig sliep, kwam voor een paar nachten een dief in een soort klompenhuisje van J. R. te Gaanderen een kijkje nemen. Hij ontvreemde zes kippen. Te duister om nog meer te gappen, heeft hij zich vermoedelijk van eenige lucifers bediend, waardoor hij tevens brandstichter werd. Het alarm der koeien dreef den eigenaar het bed uit, en hij zag het schuurtje reeds in lichter laaie. Een aantal verkoolde kip pen o.a. vond men nog terug. Gelukkig dat de wind uit een gunstigen hoek woei, ar.ders had deze vlam te midden vnn belendende gebouwen wel eens tot een dorpsbrand kunnen overslaan. De politie doet onderzoek. De BURGEMEESTER en WETHOU DERS van AMERSFOORT, Gezien de artt. 9 en 11 van het ko ninklijk besluit dd. 17 December 1861 (Staatsblad No. 127) en de artt. 11 tot samen zoo hard op los timmeren dat de anderen het veld moeten ruimen.... Wat zullen ze staan kijken, die heeren concur renten Die concurrentie was nog steeds een groot verdriet voor Jan. Barnabé deed zijn uiterste best hem de zaak uit 't hoofd te praten, en hem een oogenblik te doen glimlachen. Op zekeren dag, toen Michaud nog erger ter neer gedrukt was dan gewoonlijk, zocht Barnabé hem optewek- ken door het liedje te zingen dat vroeger zoo vroolijk in de werkplaats weerklonk. Maar reeds bij de eerste klanken van het refrein, belette de zieke hem voort te gaan, daar hij, smartelijk getroffen, uitriep O, houd toch op.... wees toch stil, Barnabé!.... gij doet mij pijn! En tranen ontwelden zijne oogen. Hij liet zich op de bank vallen, met het hoofd in de handen om zijne tranen te ver bergen. Tegen het begin van Maart ving een verschrikkelijke crisis der ziekte aan. Magdalena dacht nu nergens anders meer aan dan de pijnen van haar armen Jan te verlichten, hem te redden van den dood. Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1890 | | pagina 2