NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad m UTRECHT en GELDERLAND. Magdalena's led. No. 17. Woensdag 26 Februari 1890. Negentiende jaargang. voor VERSCHIJNT WOENSDAG BR ZATERDAG. NAAR ZUID-AFRIKA BINNENLAND. FEUILLETON. AMEHSF001TSCHE COVBAN abonnementsprijs: Per 3 maanden 1.franco per post door het geheele Rijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever A. M. SLOTHOUWER, Amersfoort. advertentien: Vun 1 6 regels 0,40 iedere regel meer 5 Cent. Advertentien viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend, Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. In een der bladen welke in Transvaal verschijnen (de Volksslemlezen wij het navolgende: Bevordering van landverhuizing. I. Niet ten onrechte verschenen in meer dere bladen der laatste weken, zij het dan ook min of meer ter loops aange haald, artikelen over wat wij aan het hoofd van dit stuk plaatsen en ook ons blad, bleef evenzeer op dit punt, niet achter wege, ja het mag er zich zelfs op be roemen in dit opzicht aan de spits te hebben gestaan. Hetgeldt dan ook een onderwerp, dat terecht van overgroot belang voor onze Republiek mag gerekend worden, en wij achten het voor Haar in het algemeen en voor onze lezers in het bijzonder ge- wenscht op dit onderwerp op eeniger- mate breeder schaal terug te- komen en voort te gaan. Wat nu is de bedoeling van bevorde ring van landverhuizing in het algemeen, anders niet waar dan verplaatsing van personen en gezinnen uit landen en streken, die gerekend kunnen eo, op grond van wetenschap, moeten worden, overbevolkt te zijn, naar landen en ge westen, die lijden aan te zwakke bevol king, naar verhouding der beschikbare en tot heden onbearbeide gronden?Wat anders dan lieden, die ondanks alle in spanning, allen werklust en werkkracht, er niet in kunnen slagen een voor zich en de hunnen ruim bestaan te verwer ven, te oveireden heen te trekken naar oorden, waar hunne zoo zeer te waar- deeren, gegevens tot hun recht kunnen komen in de eerste plaats in het be lang dier lieden zelve en ook in het be lang van het land dat hen uitnoodigt en hen, op eerlijken grond en naar waar heid, werk, brood en een goeden toe komst kan verzekeren. Wij beginnen al aanstonds met als onze meening uit te spreken, dat, waar wij wijzen op landsverhuizing als afdoend middel om voor beide partijen in ge- wenscliten beteren toestand te geraken, op verplaatsing van personen en gezin nen, wij in aller eerste plaats het oog hebben op de landbouwende klasse, op die menschen, die, gewend aan noeste vlijt, bekend zijn met het boerenbedrijf en van hun jeugd af aan zich dit eigen maakten, die vreemd aan overtollige rust, werken zoolang het dag is, om, den avond van den dag doorgebracht in zich zeiven loonenden arbeid, in welverdienden rust door te brengen te midden der hunnen, krachten verzamelende voor den dag van morgen, voor liet werk dat hen dan ook weder wacht. En dit alles overwegende, en als voor waarde stellende, wenden wij, als van zelve het oog naar Nederland, naar dat land waar de woorden vrij, vroom en vroed, Gode zij dank, hunne beteekenis nog niet verloren hebben, en dat met onze Republiek in taal en godsdienst zoo nauw verwant is. Heeft deze penning dan geen keerzijde en schuilt er ook daar, in dat goede maar te overbevolkte land, geen kaf onder het koren? O, voorzeker, maar bij behoorlijke en oordeelkundige zifting, mag de vrees voor wat schaden kan, verminderen, wan neer er zoo doenlijk voor gezorgd wordt dat uitsluitend goed, kon het zijn het beste gehalte, wordt opgewekt het goede voorbeeld hunner voorvaderen te volgen, om hier mannen te ontmoeten, die be halve hunrie geschiedenis, hun verleden, hun deugden, ook hun taal, hun gods dienst en nog zooveel meer goeds ge meen hebben. Menige landbouwer toch in Nederland, ziet zich bij vergrooting van zijn zonental, genoodzaakt, voor hen naar eene andere geschikte plek om te zien, iets, wat steeds hoogst moeielijk, vaak door de schaarschte van beschikbare erven on doenlijk blijkt; op die wijze is een ge schikte boerenzoon, niet zelden tegen zijn zin verplicht zich een anderen werkkring te kiezen, tot eigen nadeel en dat van derden. Hieraan moet en kan een einde komen, en reeds sedert eenige jaren richtte menig boerenoog zich op andere streken, ver buiten de grenzen van het geboorteland niet alleen, maar ook in de eerste plaats ver over den Oceaan r.aar vreemde werelddeelenwant ook in dien zoo nuttigen stand, is de ondernemings geest der voorvaderen nog verre van uitgedoofd en gordt men zich, zij het dan ook met weemoed in het harte, voor wat zij moeten achterlaten aan kringen omgeving, gaarne aan. om door toepas sing van het geleerde, op vreemden bodem te verwerven wat eigen grond onthield. Slaagden die allen in dat streven, waar al spoedig Noord-Arr.erika het arbeids veld en toevluchtsoord werd voor duizend tallen, terwijl in den jongsten tijd de trek zich meer tot Ziïid-Amerika en bij name tot de Argentijnsche Republiek bepaalde? Niet altijd, want de volslagen onbekendheid met volk, landaard, taal en klimaat, maakte die Ondernemingen ten zeerste gewaagd. En de uitslag? Geschon den beloften op de meeste punten, en zij, die al te gemakkelijk hun vertrouwen schonken, in ellendiger» toestand gebracht- Wij wijzen op dit alles, om vooialuit te laten komen, dat, waar sprake is van landverhuizing, geen geiinge verantwooi - delijkheid gelegd wordt op de schouders van personen en Staat, die hiertoe aan sporen. (Slot volgt.) De nieuwbenoemde minister van koloniën, rnr. baron Mackay en die van binnenl. zaken jhr. oir. De Savornin Lob man, hebben Maandag in handen van Z. M. den Koning den eed afgelegd. Dinsdag ochtend hebben de nieuwe titularissen de werkzaamheden aan hun departement aanvaard. Mr. Iveuchenius ontving Maandag aan zijn departement alle ambtenaren toten met den rang van commies en nam van hen persoonlijk afscheid. Voor ieder hunner had de minister een welwillend woord. De Minister van Oorlog is voorne mens om het getal gehuwde onderofficie ren langzamerhand te verminderen. Het hooge cijfer, dat voor het loopende jaar daarvoor werd uitgetrokken, bedraagt niet minder dan f '144.370. De onderofli- cieren, die tot nog toe in de termen lal len volgens de militaire voorschriften in het huwelijksbootje te stappen, haasten zich dan ook, misschien voor het «verbo den wordt." Te 's-Gravenhage is overleden dr. N. B. Donkersloot. Nederland verliest in hem een zijner bekwaamste zielkundigen. Jaren lang wijdde de overledene als di recteur van het krankzinnigengesticht te Dordrecht zijne krachten aan de weten schap, terwijl de Geneeskundige Courant en de Psychiatrische bladen geruimen tijd onder zijne leiding stonden. Tot Nederlandsche leden der jury voor de groote Algemeene Internationale Tuinhouw-Tentoonstelling, die te Berlijn zal gehouden worden van 25 April tot 5 Mei, zijn benoemd prof. W. F. R. Suringar te Leiden en de heeren J. H. Krelage te Haarlem, IJ. Witte, te Leiden en Anth. Koster te Boskoop. Aan den machinist der Staatsspoor wegen J. A. Smits, te Tilburg, is eene eervolle vermelding per dienstorder toe gekend, voor het in tijds tot stilstand brengen var. een sneltrein nabij Osch, waardoor is voorkomen dat een man, die zich met een kar en paard op den spoorweg bevond, werd overreden. Op het 18e Ned. Nationaal Zan gersfeest, dat van 8 tot II Aug. a.s. te Arnhem wordt gehouden, zullen als so listen optreden mej. Wis Dikema to Lei den en de heeren J. Rogmans en J. M. Orelio van Amsterdam. Vrijdag den 28. dezer zuilen bij het 1. en 2. reg. veld-artillerie onder de wa penen behooren te komen, een derde gedeelte der lichting van 1887 en wel die verlofgangers, die van de regimenten huzaren bij de treincompagniën der re gimenten veld-artillerie zijn overgeplaatst. Deze opkomst is noodig tot het houden van herhalingsoefeningen. De Nijkerksche Courant meldt: Woensdag avond werden de ingezete nen dezer gemeente verontrust door liet luiden der brandklok, aangezien een hevige brand was uitgebroken in een stal, belen dende aan de woning van de logement en stalhoudster wed. A. van Heil Rz. aan den Koetsendijk. In een oogenblik stond de stal in lichtelaaie, en is, met een daar naast staanden stal, geheel uitgebrand; twee varkens en eenige kippen zijn daar in verbrand, het overige vee is gered. Een woord van dank zij toegebracht aan de vrijwillige brandweer wierspuit het eerst water gaf, maar ook aan de overige brandweer en zoovele andere personen aan wier krachtig optreden het is mogen gelukken het woonhuis, een daarbij staanden hooiberg en een pak huis te behouden. Vrijdag avond werd weder de brand klok geluid, tengevolge van een brand die uitgebroken was in een schuur bij liet woonhuis van de wed. L. van den Berg aan den weg naar Barneveld, welke brand gelukkig in zijn aanvang werd gebluscht. De kiesvereeniging Burgerplicht te Amsterdam heeft vergaderd tot behande ling van bet voorstel, om het lidmaatschap van de Liberale Unie op te zeggen. Eigen aardig was, dat de eerste onderteekenaar van dit voorstel was de heer J. Vofite Cz., die indertijd met mr. J. A. Levy den stoot heeft gegeven tot oprichting der L. U. De heer Voute meende thans van haar te moeten zeggen, dat zij is gewor den een Des-unie. Hij verweet aan haar bestuur, dat het door zijne houding in zake de onderwijswet scheuring heeft gebracht in de vrijzinnige pat lij. Mr. Levy verklaarde zijnerzijds, dat zijne be langstelling in de L. U. tot liet vriespunt is gedaald. Hij kende in de politiek slechts één leefregelgeheel of niet. Lie L. U. moet vrijzinnig zijn. Kan of wil zij dat niet, dan boude zij op te bestaan. Door de bestrijders van het voorstel werd aangevoerd, dat er nog geen scheu ring is in de vrijzinnige partij Die kan echter ontstaan door aanneming van dit voorstel. Inzonderheid de heer Wertheim wees daarop met grooien nadruk. Hij waarschuwde de vereeniging geen kerke lijke manieren aan te nemen en aller overtuiging als in een Procrustesbed te rekken in één en dezelfde richting. Men sluite niet uit, vervreemde niet, miskenne r.iet lien die naar hun geweten hebben gehandeld, en wij zullen zijn en blijven één tegenover den kerkelijken drang. Hel voorslel-Voute c. s. werd verwor pen met 198 tegen 7 stemmen; drie le den, waaronder mr. Levy, bleven buiten stemming. Eene motie van den lieer H. C, A. Henny, om leedwezen te betuigen over de wijze waarop door het bestuur der L. U. het wetsontwerp Mackay is voorbereid, werd na een protest van mr. van de Werk, bestuurslid van de L. U., die deze vergadering niet bevoegd achtte om over hein en zijne medebestuurders te oordeelen, en meende dat bet daartoe de tijd was in de vergadering van de L. U. zelve op 8 Maart a. s mede verworpen met 93 tegen 38 stemmen. Tot leden van het bestuur zijn gekozen door C li. DESLT8. (Naar het Fransch.) 35) Alles toonde de oprechtheid aan vati hunne handelingen en woorden. Toch wilde Magdalena ze eens beproeven. Daar het den volgenden dag regende en zij dus geen voorstelling konden geven, terwijl de kinderen droog brood moesten eten, liet Magdalena met opzet, achter haar bankje haar portemonnaie vallen, waarin eenige zilverstukken waren. Een uur later bracht het kleine meisje ze haar terug. Dat hebt ge bij ons vergeten, juf vrouw. Magdalena moest hare nieuwe vrienden dwingen het geld met haar te deelen en zij dacht in zichzelve: Het zijn eerlijke lieden. Neen, zij waren het niet! Tegen den herfst bevond Magdalena zich te Mühihausen. Een zondagochtend, toen Pieter haar hielp uitstallen, hoorde zij eensklaps ach ter haar een welbekende stem uitroepen: Dat noem ik een geluksvogel. Daar ontmoet ik ze ineens allebij bij den uit gang van het station. Ja, ik ben het, Pietje! uw dienaar, juffrouw! Het was Barnabé die aldus sprak. XIX. Tijdingen uit parijs. Zijt gij het!.... Barnabé, gij hier Hoe.... Waarom? riepen Magdalena en Pieter beurtelings uit. De brave jongen vertelde dat hij van een pleiziertrein van Parijs naar Mühi hausen had gebruik gemaakt en dat hij was gekomen om met de weduwe van Jan Michaud eens wat te praten. Zijn toon en»zijn blik verrieden dat hij eene belangrijke mededeeling had te doen. Zij bracht hem in het kleine vertrek dat zij bewoonde. In een oogwenk was de tafel gedekt en weldra begon de rei ziger, terwijl hij zijn hongerige maag, na twaalf uur rijdens, tot zwijgen bracht, in dezer voege: Ik moet beginnen het verhaal voorttezetten dat ik u geschreven heb.... of liever van 't begin af te gaan vertel len.... want ik vrees dat ge uit mijne brieven niet heel veel wijzer zult zijn geworden. Hebt gij ze wel kunnen ont cijferen!.... Drommels, dank zij den ont slapen patroon.... God hebbe zijn ziele.... kan ik de schaaf nog al goed hanteeren.... maar de pen.... dat is een gereedschap waarmede ik niet terecht kom Inderdaad, zeide Magdalena terwijl zij zijn glas inschonk, de stijl was wel wat duister.... Maar nu gij eens hier zijt, verhaal nu alles.... en veigeet geen en kele bijzonderheid.... Tot uwe orders.... en op uwe ge zondheid... waarin ik ook die van Pieter begrijp. De jongen is waarachtig groot en knap geworden.... Hij lijkt haast een man ging Barnabé voort, terwijl hij zijn glas uitdronk. En, nadat hij met zijn hand zijn lippen afgeveegd had, begon hij aldus: Om te beginnen, liet ik mij, zoodra ik te Parijs aankwam en een logement gevonden had, de verblijfplaats van Gau- doin aanwijzen. Ge weet dat mijnheer Raynal mij een adres had opgegeven.... Ja, dat weet ik, zei Magdalena. Hij woont in een straal in de voor stad dicht bij den buitensten boulevard. Een leelijk kwartier en een nog leelijker woning. Als bij daarin leeft, dacht ik hij mij zelf, dan moet de kerel niet veel rijker zijn don te Vittel! Ik wilde echter wel eens kijken hoe hij er uitzag.... na tuurlijk dat begrijpt ge, zonder dat hij mij zag of althans mij herkende. En hoe hebt ge dat gedaan gekre gen?.... Wel, ik heb mij verkleed als een koopman in lucifers.... een stuiver de doos! Den volgenden dag, met een ver sleten hoed in de oogen gedrukt, mijn kin in een groote das verborgen, liep ik met rnijn koopwaar tusschen de beide hoeken van den boulevard heen en we der. Het huis heeft slechts éen uitgang ik verloor dien niet uit het oog. Er ston den groote hoornen, waarachter ik mij kon terschuilen. Maar het was niet noo dig, wien ik zag, dien dag en den vol genden, geen Gaudoin. Had mijnheer Raynal je dan niet gezegd dat hij dikwijls uitbleef, merkte Magdalena op. Den avond van den tweeden dag, ging Barnabé voort kwam ik tot de over tuiging dat ik hem op die manier niet zou te zien krijgen. Ik ging dan ook het huis in en vroeg brutaal: «Mijnheer Gaudoin? De knecht uil het logement antwoordt mij dat hij naar buiten is. «Waarbuiten?" De ander kijkt mij spottend aan en antwoord: »Als gij een vari zijne kennissen zijt, moet gij dat weten. Ik deed of ik liet begreep. Daar stond ik nu Ik had mijn lucifers voor niets gekocht! Arme jongen! Wacht everiTerwijl ik wegga, komt er een werkman, een schrijnwerker, aan. Onder lieden van hetzelfde vak herkent men elkander al aan den loop. Maar buitendien droeg hij een voorschoot, en in den zak aan een kant een passer. Wat kon hij dus anderszijn? De knecht groet hem als een bewoner van het huis. Goeden avond, mijnheer Antoine! Dat was voldoende om mij een gedachte te doen opvatten. Welke gedachte? Ge zult zien, juffrouw Magdalena, dat ik roet dommer hen dan elk ander. Den volgenden ochtend, toen de dag pas was aangebroken, was ik al in het loge ment om den hoek. die juist geopend werd. Antoine gaat voorbij. Men behoef de hem slechts aantezien om oveituigd te zijn, dat hij een goede kerel was. x>Heikameraad, roep ik hem toe. lust je een glas witten wijn en wilt ge mij een dienst bewijzen?" Hij antwoordt openhartig dat hij dat niet weigeren kan. het glas noch den

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1890 | | pagina 1